RB

Media  

RB 2232

Misleidend signaal bij RTL Business Class

CBb 11 september 2014, RB 2232 (RTL Business Class)
Financieel. Misleidend signaal. Boete van €96.000,- voor marktmanipulatie (artikel 5:58, eerste lid, aanhef en onder d, Wft); verspreiden van informatie waarvan een misleidend signaal uitgaat; uitlatingen CEO tijdens interview RTL Business Class.

3.3.3. (...) Het College is met de rechtbank van oordeel dat appellant met het antwoord “(…) 12 juni komt een persbericht aan waar heel wat aankondigingen instaan die denk ik heel interessant zijn voor de aandeelhouders om te horen” in combinatie met de daaraan voorafgaande vraag “ (…) wanneer die beurskoers nou weer een beetje omhoog gaat van die [naam 4]” in ieder geval de suggestie heeft gewekt dat het aankomend persbericht positief zou zijn voor de beurskoers van [naam 4]. Van een neutraal antwoord - vanwege het gebruik van de (in beginsel) neutrale term “interessant” - kan in dit geval, gelet op de context, niet worden gesproken.  (...)

3.3.4    Het College is voorts van oordeel dat appellant redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de door hem verstrekte informatie onjuist of (in ieder geval) misleidend was. Appellant heeft de suggestie gewekt dat een voor de beurskoers positief persbericht aanstaande was, terwijl hij op grond van de hem op dat moment beschikbare informatie - onder meer (de communicatie over) het conceptpersbericht - wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die informatie niet voor de beurskoers positief was. Uit de hem bekende informatie volgde juist onder meer dat [naam 4] voornemens was over 2009 geen dividend uit te keren, wat in het persbericht van 12 juni 2009 vervolgens ook is meegedeeld. Dat het besluit inzake het dividend over 2009 formeel nog niet genomen was ten tijde van de opname van het interview, doet daar niet aan af. Appellant was toen immers al wel op de hoogte van het voornemen daartoe, maar heeft toch in dat interview gesuggereerd dat een voor de beurskoers van [naam 4] positief persbericht aanstaande was. Appellant wist toen of had toen redelijkerwijs moeten vermoeden dat de uitlating onjuist, dan wel (in ieder geval) misleidend was.
RB 2228

Gegevens gebruikt voor telefonische benadering

RCC 22 augustus 2014, RB 2228, dossiernr. 2014/00525 (Intereno)
Aanbeveling. Ontbrekende informatie. Het betreft een aan klager gezonden e-mail waarin staat: “Ontvang dit gratis boek met 10 tips voor keukenrenovatie! Vraag gratis informatie aan (…)”. Onder deze tekst staan enkele foto’s van keukens, met daarbij het logo van Intereno en een boek met de titel “Gratis 10 tips voor keukenrenovatie”. In de e-mail is een button opgenomen die leidt naar de landingspagina van adverteerders website (360leads.nl/nl/intereno), waarop gegevens kunnen worden ingevuld om “gratis meer informatie” te ontvangen. De klacht: nadat klager op het aanvraagformulier zijn gegevens had ingevuld, ontving hij geen gratis informatie, maar werd hij gebeld door een medewerker van adverteerder voor het plannen van een verkoopgesprek. Desgevraagd werd klager meegedeeld dat hij eerst informatie zou ontvangen als hij een afspraak met de verkoopadviseur had gemaakt. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC.

Het oordeel van de Commissie
Naar het oordeel van de Commissie wordt door de mededeling “Ontvang dit gratis boek met 10 tips voor keukenrenovatie! Vraag gratis informatie aan” in de e-mail in combinatie met de mededeling “Vul vandaag nog in en ontvang gratis meer informatie” op de landingspagina waarnaar de link in de e-mail leidt, de indruk gewekt dat men door het invullen van de gevraagde gegevens op het aanvraagformulier gratis schriftelijke informatie van adverteerder zal ontvangen zonder verder contact. Uit het verweer begrijpt de Commissie echter dat adverteerder naar aanleiding van de aanvraag om informatie (tevens) standaard de aanvrager telefonisch benadert om “het concept toe te lichten”.
Dat men met het aanvragen van schriftelijke informatie ook geacht wordt toestemming te hebben gegeven om telefonisch benaderd te worden door adverteerder, betreft naar het oordeel van de Commissie essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te kunnen nemen en die om die reden in de uiting dient te zijn opgenomen. Het ontbreken van deze informatie in de uiting kan ertoe leiden dat de consument persoonlijke gegevens achterlaat met de enkele bedoeling schriftelijke informatie te ontvangen, terwijl hij die gegevens niet zou hebben achtergelaten indien hij erover was geïnformeerd dat hij daardoor (tevens) telefonisch benaderd zou worden door adverteerder.
Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de Commissie sprake van het ontbreken van essentiële informatie als bedoeld in de aanhef en onder c van artikel 8.3 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument daardoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
RB 2224

Gebruik internet en wifispots geldt voor maximaal twee apparaten tegelijk

RCC 12 augustus 2014, RB 2224, dossiernr. 2014/00488 (Ziggo)
Aanbeveling. Ontbrekende informatie. Misleidende reclame. Het betreft een folder met de aanhef “Meer lol beleven met internet?”. Daarin staat onder het kopje “Internet op meerdere apparaten tegelijk”: “Moeiteloos met de hele familie tegelijk online. Via computer, tablet, én mobiel”. Onder het kopje “Buitenshuis internet met WifiSpots” staat: “Gratis onbeperkt gebruik maken van draadloos internet op ruim 1,2 miljoen locaties”. Onder het kopje “Ga nu voor “Alles-in-1 plus” staat onder meer: “Onbeperkt toegang tot WifiSpots”. In de praktijk heeft de consument met maximaal 2 apparaten toegang tot WifiSpots. In de folder is dit niet vermeld. Klager acht de mededelingen “Internet op meerdere apparaten tegelijk” en “Onbeperkt toegang tot WifiSpots” niet juist en vindt de folder misleidend. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC.

Het oordeel van de Commissie
Zoals blijkt uit de bij de klacht overgelegde afdruk van de homepage van www.ziggo.nl kunnen maximaal twee apparaten tegelijk worden ingesteld voor het gebruik van WifiSpots. Deze beperking acht de Commissie dermate essentieel voor het onderhavige aanbod, dat deze uitdrukkelijk in de folder had moeten worden vermeld. Dit geldt in het bijzonder omdat in de folder is vermeld: “Internet op meerdere apparaten tegelijk. Moeiteloos met de hele familie tegelijk online. Via computer, tablet, én mobiel”, “Onbeperkt toegang tot WifiSpots” en “Onbeperkt toegang tot WifiSpots”, waardoor gemakkelijk de onjuiste indruk kan ontstaan dat men met meer dan twee apparaten tegelijk gebruik kan maken van internet met WifiSpots.
Naar het oordeel van de Commissie is er in dit geval sprake van een verborgen houden van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen. Nu de uiting de gemiddelde consument er bovendien toe kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC) en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.


RB 2222

25% korting geldt niet voor Baseline producten

Vz. RCC 11 augustus 2014, RB 2222, dossiernr. 2014/00515 (Praxis)
Voorzitterstoewijzing. Misleidende reclame. Ontbrekende informatie. Het betreft de commercial van Praxis met betrekking tot de vroege-vogel-actie, bij welke actie volgens de commercial "25 korting op alles" wordt verleend. De klacht: in de winkel blijkt dat de korting van 25% niet geldt voor Baseline producten. In de commercial worden echter geen uitzonderingen genoemd. De voorzitter acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Hij beveelt adverteerder, voor zover nog nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Het oordeel van de voorzitter
Als onweersproken is komen vast te staan dat Baseline producten uitgesloten zijn van de vroege-vogel-actie, bij welke actie volgens de commercial “25% korting op alles” wordt verleend. Deze beperking van het actieaanbod betreft essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te kunnen nemen en die daarom in de reclame-uiting opgenomen dient te zijn. Nu deze informatie in de commercial ontbreekt, is sprake van een omissie van essentiële informatie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
RB 2221

Geen 100% gratis condooms

RCC 13 augustus 2014, RB 2221, dossiernr. 2014/00505 en 2014/00505A (www.gratis-condooms.nl)
Aanbeveling. Oneerlijke reclame. Het betreft de uiting op adverteerders website www.gratis-condooms.nl en een uiting op adverteerders Facebook-pagina met als koptekst: “Gratis 10 Durex Natural Condooms thuisgestuurd!” [met op de Facebook-advertentie: Je betaalt alleen de verzend- en administratiekosten”] Naast de afbeelding van een verpakking Durex condooms staat in een soort logo: “Ontvang 100% gratis 10 gratis Durex condooms”. In de uiting is een aanvraagformulier opgenomen waarin onder meer staat: “Ja, stuur mij 10 gratis* condooms!” De asterisk verwijst naar de volgende tekst onderin het aanvraagformulier: “* Ik betaal slechts € 1,95 verzendkosten”. Klager acht het misleidend dat geadverteerd wordt met gratis condooms. Uit de voorwaarden blijkt dat sprake is van een abonnement, waarbij maandelijks tegen betaling van € 12,50 condooms worden toegestuurd. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC.

In de bestreden uiting en in de advertentie op Facebook worden 10 gratis Durex condooms aangeboden, tegen betaling van “alleen de verzend- en administratiekosten”.

Krachtens punt 19 van Bijlage 1 bij de Nederlandse Reclame Code (NRC) mag een product in reclame alleen als “gratis” worden omschreven als de consument niet iets anders moet betalen dan de onvermijdelijke kosten om in te gaan op het aanbod en het product af te halen dan wel dit te laten bezorgen.

Naar het oordeel van de Commissie voldoet de onderhavige reclame-uiting niet aan voornoemde bepaling.

Gebleken is dat de besteller van het proefpakket na het verstrijken van de proefperiode van 14 dagen automatisch elke maand een vervolgzending van 10 condooms ontvangt, waarvoor door middel van automatische incasso (tot wederopzegging) € 12,95 per maand wordt afgeschreven. In de voor de aanbieding geldende Algemene Voorwaarden is bepaald dat het proefpakket met daarin 10 Durex condooms alleen gratis is indien de consument ook minimaal 1 vervolgzending van 10 condooms ten bedrage van € 12,95 wil ontvangen. Wil men geen vervolgzending ontvangen, dan moet € 12,95 voor het proefpakket worden betaald of moet het proefpakket (met daarin nog minimaal 8 ongeopende condooms) binnen 14 dagen worden geretourneerd. Aldus is het niet mogelijk het proefpakket van 10 Durex condooms daadwerkelijk gratis (tegen enkel betaling van de onvermijdelijke bezorgkosten) thuis gestuurd te krijgen.

Het voorgaande leidt ertoe dat sprake is van onder alle omstandigheden misleidende reclame als bedoeld in de aanhef en onder punt 19 van Bijlage 1 bij de NRC. Daardoor is de uiting oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De Commissie is voorts van oordeel dat het feit dat men na ontvangst van het proefpakket automatisch vervolgzendingen van 10 condooms krijgt toegestuurd waarvoor door middel van automatische incasso geld van de rekening wordt afgeschreven, essentiële informatie betreft die een consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over de transactie - de aanvraag van het proefpakket - te kunnen nemen. Deze informatie dient daarom in de uiting opgenomen te zijn. Nu dat niet het geval is, is sprake van het ontbreken van essentiële informatie als bedoeld in de aanhef en onder c van artikel 8.3 NRC. Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

en

Voorts is van belang dat de onderhavige uiting een uitnodiging tot aankoop in verband met een overeenkomst op afstand betreft, waarvoor de in artikel 8.4 NRC (onder f t/m s) genoemde informatieverplichtingen gelden. In genoemd artikel is onder i onder meer bepaald dat de uiting de totale prijs van de zaak dient te bevatten inclusief, in geval van een overeenkomst die een abonnement inhoudt waarvoor een vast tarief van toepassing is, de totale maandelijkse kosten. Zoals hiervoor is overwogen, krijgt men na ontvangst van het proefpakket automatisch vervolgzendingen van 10 condooms toegestuurd waarvoor door middel van automatische incasso geld van de rekening wordt afgeschreven. Dat in feite sprake is van een abonnement waarvan de maandelijkse kosten € 12,95 bedragen, is naar het oordeel van de Commissie essentiële informatie die in de uiting opgenomen dient te zijn. Nu dat niet het geval is, is niet voldaan aan de onder i van artikel 8.4 NRC opgenomen verplichting.
Ook op grond van hiervan is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
RB 2218

Gezondheidsclaims en aanprijzing als geneesmiddel niet toegestaan

RCC 31 juli 2014, RB 2218, dossiernr. 2014/00273 (Body & Fitshop)
Aanbeveling. Gezondheid. Digitale marketing. Het betreft reclame voor de producten Body & Fit Glutamine, Beta-Alanine Pure en D-Aspartic Acid in een nieuwsbrief van 26 maart 2014 en op de website www.bodyenfitshop.nl. In de bestreden uitingen worden o.a. de producten Body & Fit Glutamine, Beta-Alanine Pure en D-Aspartic Acid gepresenteerd als geneesmiddel in de zin van artikel 1 lid 1 sub b van de Geneesmiddelenwet (Gmw). Nu voor deze geneesmiddelen geen handelsvergunning is verleend, handelt adverteerder in strijd met artikel 84 Gmw. De klacht betreft uitingen die diverse gezondheidsclaims bevatten over deze producten. De Commissie acht de reclame-uitingen in strijd met artikel 2 NRC.

Het oordeel van de Commissie
Met betrekking tot de verschillende bezwaren overweegt de Commissie het volgende.

Ad 1.
Gelet op de hiervoor in klacht onder 1 a tot en met c opgenomen mededelingen worden de producten Body & Fit Glutamine, Beta-Alanine Pure en D-Aspartic Acid gepresenteerd als geneesmiddel in de zin van artikel 1 lid 1 sub b Gmw. Nu niet is gebleken dat voor deze geneesmiddelen een handelsvergunning is verleend, handelt adverteerder in strijd met artikel 84 Gmw en zijn de uitingen in strijd met artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

De Commissie heeft nota genomen van het verweer dat adverteerder zich, na gesprekken met de NVWA, bezighoudt met het wijzigen van de website en de nieuwsbrief, een en ander op basis van een projectplan. Dit maakt bovenstaand oordeel echter niet anders. Eventuele wijziging neemt niet weg dat de oorspronkelijke uitingen in strijd zijn met de NRC. Overigens constateert de Commissie dat de website, blijkens de bij repliek overgelegde afdrukken daarvan, op 3 juli 2014 nog steeds de in de klacht onder 1 a tot en met c opgenomen mededelingen bevatte.

Bij repliek heeft klager de klacht met betrekking tot artikel 84 Gmw uitgebreid tot een mededeling omtrent het product “Afslank Eiwit”, namelijk de mededeling:

“Bij een tekort aan carnitine kunnen er problemen optreden bij de verbranding van vetzuren” op de site. Aangezien adverteerder in de gelegenheid is geweest om schriftelijk op de repliek te reageren, zal de Commissie zich ook uitlaten over dit nieuwe, eerst bij repliek geuite bezwaar.

Door voornoemde mededeling wordt het product Afslank Eiwit gepresenteerd als geneesmiddel in de zin van artikel 1 lid 1 sub b Gmw. Nu niet is gebleken dat voor dit geneesmiddel een handelsvergunning is verleend, handelt adverteerder in strijd met artikel 84 Gmw en is de uiting op dit punt in strijd met artikel 2 NRC.

Ad 2.
De hiervoor in de klacht onder 2 a en b opgenomen mededelingen bevatten gezondheidsclaims in de zin van artikel 2 lid 5 van de Claimsverordening. Nu niet is gebleken dat deze claims zijn opgenomen in de lijst van toegestane gezondheidsclaims, zijn deze in deze strijd met artikel 10 lid 1 Claimsverordening en zijn de uitingen in strijd met artikel 2 NRC.

De Commissie heeft nota genomen van het verweer dat adverteerder zich, na gesprekken met de NVWA, bezighoudt met het wijzigen van de website en de nieuwsbrief, een en ander op basis van een projectplan. Dit maakt bovenstaand oordeel echter niet anders. Eventuele wijziging neemt niet weg dat de oorspronkelijke uitingen in strijd zijn met de NRC. Overigens constateert de Commissie dat de website, blijkens de bij repliek overgelegde afdrukken daarvan, op 3 juli 2014 nog steeds de in de klacht onder 2 a opgenomen mededelingen bevatte.

De Commissie stelt vast dat de in de klacht onder b opgenomen mededeling: “spieropbouw en libido” niet meer in de uiting voorkomt. Van deze wijziging heeft de Commissie nota genomen. Dit neemt echter niet weg dat de oorspronkelijke uiting in strijd is met artikel 2 NRC.

Bij repliek heeft klager de klacht met betrekking tot gezondheidsclaims uitgebreid tot de volgende mededelingen omtrent de producten D-Aspartic Acid en Afslank Eiwit op de site:

D-Aspartic Acid:
“100% werkzaam” en onder het kopje “De werking van D-Aspartic Acid”:

“Cholesterol kan echter pas in de mitochondria worden opgenomen na de koppeling aan een stofje genaamd steroidogenic acture regulatory protein (StAR). Dit stofje StAR is de beperkende factor voor de productie van testosteron”.

en

Afslank Eiwit:
“geeft een vol gevoel”, “onderdrukt het hongergevoel doordat het je bloedsuikerspiegel op peil houdt”, “L-Carnitine speelt een belangrijke rol in het energiemetabolisme omdat het nodig is voor het transport van vetzuren”, “Whey eiwit vermindert je hongergevoel. Whey eiwitten geven je snel een voldaan gevoel en bouwstoffen worden snel benut”.

Aangezien adverteerder in de gelegenheid is geweest om schriftelijk op de repliek te reageren, zal de Commissie zich ook uitlaten over deze nieuwe, eerst bij repliek bestreden mededelingen.


Deze mededelingen bevatten gezondheidsclaims in de zin van artikel 2 lid 5 van de Claimsverordening. Nu niet is gebleken dat deze claims zijn opgenomen in de lijst van toegestane gezondheidsclaims, zijn deze in strijd met artikel 10 lid 1 Claimsverordening en is de site op dit punt in strijd met artikel 2 NRC.

Ad 3.
Nu de uitingen reeds op grond van overtreding van de wet in strijd zijn met de Nederlandse Reclame Code (NRC), komt de Commissie niet toe aan het beoordelen van de vraag of de uitingen misleidend zijn.
RB 2214

60 procent korting geldt slechts op uitverkoopartikelen

Vz. RCC 18 augustus 2014, RB 2214, dossiernr. 2014/00539 (jeansandfashion.com)
 Voorzitterstoewijzing. Misleidende reclame. Het betreft een per email aan klager gezonden reclame van adverteerder. In de onderwerpregel staat: ‘Nu 60% korting op alles, de zomer op zijn best, zoek op prijs’. De klacht: het onderwerp van de email luidt: ‘Nu 60% korting op alles’. Bij een bezoek aan de website bleek het slechts om uitverkoopartikelen te gaan en daarom is de uiting misleidend, aldus klager. De voorzitter acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC.

Het oordeel van de voorzitter
2) De mededeling ‘60% korting op alles’ wekt de indruk dat daadwerkelijk op het totale aanbod van adverteerder 60% korting wordt verleend. Als erkend is echter vast komen te staan dat de kortingsactie alleen geldt voor items uit de zomercollectie 2014. De verdere mededelingen in de onderwerpregel ‘de zomer op zijn best | zoek op prijs’ maken naar het oordeel van de voorzitter niet duidelijk dat de kortingsactie beperkt is tot de zomercollectie. Deze beperking van de actie betreft essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te kunnen nemen en die daarom in de uiting zelf dient te zijn opgenomen. Dat is niet het geval.

3) Gelet op het voorgaande is sprake van het op onduidelijke wijze verstrekken van essentiële informatie als bedoeld in de aanhef en onder c van artikel 8.3 NRC. Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
RB 2207

Onjuiste informatie over hotel op booking.com

RCC 29 augustus 2014, RB 2207, dossiernr. 2014/00251 (Booking.com)
Gedeeltelijke aanbeveling. Misleidende reclame. Het betreft verschillende mededelingen betreffende het Trimstone Manor Country House Hotel op de website van Booking.com (www.booking.com), op zoekmachines en op de website www.priceline.com. Onder meer de mededelingen “save money”, “best price” en “free booking” op de website van Booking.com, alsmede de rangschikking van hotels op deze website. Klager is eigenaar van het Trimstone Manor Country House Hotel. Begin februari 2014 heeft Booking.com het contract dat zij met klager had beëindigd. Sindsdien vermeldt Booking.com onjuiste informatie over klagers hotel op haar website. Bovendien bevat deze website algemene misleidende en niet onderbouwde claims. Onder verwijzing naar hetgeen is overwogen onder II en VII acht de Commissie de mededelingen “sold out” (voor zover betrekking hebbend op klagers hotel) en “We have 1 room left” in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC.

II. (...)
Gelet op het voorgaande is met de mededeling “sold out” ten aanzien van klagers hotel onduidelijke informatie verstrekt met betrekking tot de beschikbaarheid als bedoeld in de aanhef en onder b van artikel 8.2 NRC. Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is deze uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De Commissie heeft nota genomen van de mededeling van Booking.com dat de vermelding “sold out” met betrekking tot klagers hotel (thans) niet meer op de website wordt vertoond.

Voor zover klager bezwaar maakt tegen de aanduiding “sold out” voor andere hotels “in de omgeving” op de website van Booking.com treft de klacht geen doel, nu niet is gebleken dat deze aanduiding voor wat betreft die hotels onjuist is.

III.
De mededeling “We’re sorry, but it is currently not possible to make reservations for this hotel”, welke mededeling blijkens het door klager overgelegde screenshot op 23 februari 2014 met betrekking tot klagers hotel op de website van Booking.com is getoond, zal naar het oordeel van de Commissie door de gemiddelde consument betrokken worden op de mogelijkheid om te boeken via Booking.com. Klagers bezwaar dat met deze mededeling de indruk wordt gewekt dat het hotel gesloten is, treft daarom geen doel. De Commissie veronderstelt voorts, op basis van andere pagina’s van de website van Booking.com, dat de mededeling “Book your hotel now!” die, in kleine letters, staat bovenaan de webpagina waarop klagers hotel wordt beschreven, een standaardmededeling op de website betreft. Naar het oordeel van de Commissie wordt de gemiddelde consument door deze mededeling niet in verwarring gebracht ten aanzien van de (on)mogelijkheid om via Booking.com een kamer in klagers hotel te reserveren.

IV.
Bij de onder 1) en 6) beschreven klachten over zoekresultaten op zoekmachines heeft klager prints overgelegd van de zoekresultaten na het invoeren van de zoekopdrachten “trimstone manor hotel booking.com” (klacht 1) en “trimstone hotel” (klacht 6) op de Bing zoekmachine.

De Commissie acht het niet aannemelijk dat de gemiddelde consument - zoals klager heeft gedaan - op een zoekmachine zal zoeken op de naam van een hotel in combinatie met Booking.com. Het ligt veeleer voor de hand dat de consument alleen de naam van een hotel invoert op een zoekmachine dan wel een dergelijke zoekopdracht zal geven binnen de website van Booking.com. Om die reden gaat de Commissie voorbij aan de onder 1) genoemde klacht.

Het invoeren van de zoekopdracht “trimstone hotel” heeft een lijst met zoekresultaten opgeleverd, waarvan de eerste vier resultaten – waaronder Booking.com – niet op klagers hotel betrekking hebben maar op het aanbieden van hotels in het algemeen. De gemiddelde consument weet dat als op een specifiek hotel wordt gezocht, er ook resultaten naar voren (kunnen) komen die niet zonder meer gerelateerd zijn aan dat hotel. Dat in dit geval ook naar Booking.com wordt verwezen, is onvoldoende om aan te nemen dat reeds daardoor de gemiddelde consument met betrekking tot mogelijkheid om te boeken voor klagers hotel wordt misleid.

Niet is komen vast te staan dat Booking.com verantwoordelijk moet worden gehouden voor de informatie over klagers hotel die op de website van Priceline.com staat, zodat aan dit onderdeel van de klacht voorbij wordt gegaan.

V.
Klager maakt bezwaar tegen de mededelingen “save money” en “best price” op de website van Booking.com omdat – zo begrijpt de Commissie de klacht – Booking.com dezelfde tarieven hanteert als andere aanbieders en de hotels zelf. Het is de Commissie gebleken dat Booking.com ‘rate parity’ overeenkomt met de accommodaties op haar website, hetgeen inhoudt – kort gezegd – dat Booking.com voor dezelfde accommodaties gelijke of betere tarieven mag hanteren dan door die accommodaties zelf of door concurrenten van Booking.com worden gehanteerd. Bovendien geldt de beste prijs garantie die een klant recht geeft op terugbetaling van het prijsverschil als hij na boeking bij Booking.com dezelfde accommodatie met dezelfde boekingsvoorwaarden elders online tegen een lager tarief vindt. Gelet op het voorgaande acht de Commissie het niet misleidend dat Booking.com haar diensten aanprijst met “save money” en “best price”.

Van de vermelding van “best price” op reserveringsbevestigingen van Booking.com is door klager geen kopie overgelegd. Ook hierom kan de tegen deze uiting gerichte klacht niet slagen.

VI.
Klager acht de bewering van Booking.com dat zij een onafhankelijke boekingssite is in tegenspraak met de mogelijkheid voor accommodaties om een hogere rangschikking te kopen. Naar het oordeel van de Commissie wordt door Booking.com niet gesteld of gesuggereerd dat zij geen enkele bemoeienis heeft met de volgorde van weergave van accommodaties op haar website. Booking.com heeft toegelicht dat de rangschikking van accommodaties op haar website gebaseerd is op en beïnvloed wordt door verschillende factoren, zoals bijvoorbeeld de door het hotel betaalde provisie, de minimum beschikbaarheid van het hotel, het aantal boekingen in verhouding tot het aantal bezoekers van de betreffende accommodatiepagina, de reden voor annuleringen, de beoordelingsscores en de stiptheid van betaling door het hotel. Dat een accommodatie hiernaast de mogelijkheid heeft om haar zichtbaarheid op de website te verbeteren en de eigen rangschikking gunstig te beïnvloeden door het commissiepercentage en de beschikbaarheid voor een bepaalde tijd te wijzigen, zoals Booking.com heeft verklaard, betekent niet dat de wijze van rangschikking in strijd is met de NRC.

VII.
Met betrekking tot de mededeling “Laatste kans! Wij hebben nog 1 kamer vrij” (“Last chance! We have 1 room left”) verwijst de Commissie naar de uitspraak van het College van Beroep van 3 juli 2014 (dossier 2014/00190) betreffende (onder andere) een soortgelijke tegen Booking.com ingediende klacht. In deze uitspraak heeft het College - kort samengevat - geoordeeld dat voor de gemiddelde consument onvoldoende duidelijk is dat “wij hebben nog 1 kamer vrij” specifiek het aanbod van Booking.com betreft en dat “wij” niet naar het betrokken hotel verwijst. De Commissie ziet geen reden in het onderhavige geval van dit oordeel af te wijken.

Aldus gaat de onderhavige uiting gepaard met onduidelijke informatie met betrekking tot de beschikbaarheid als bedoeld in de aanhef en onder b van artikel 8.2 NRC. Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is deze uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

VIII.
Voor wat betreft klagers bezwaar tegen de volgens hem niet onderbouwde mededeling “1 person is viewing this room now” verwijst de Commissie naar haar uitspraak in bovengenoemd dossier 2014/00190 van 24 april 2014. Daarin heeft de Commissie de klacht betreffende de weergave op de website van het aantal personen dat een specifiek aanbod bekijkt afgewezen, omdat door Booking.com voldoende aannemelijk was gemaakt dat sprake is van een directe weergave van het aantal unieke bezoekers dat het betreffende hotel bekijkt, welke bezoekers worden herkend aan de in de cookies van de bezoekers opgeslagen ‘identifiers’. De Commissie handhaaft dat oordeel in de onderhavige zaak.

 

IX.
Klager acht de mededeling “free booking” op de website van Booking.com misleidend omdat - zo begrijpt de Commissie - door de meeste andere aanbieders evenmin boekingskosten worden gerekend. Niet is gesteld of gebleken dat de mededeling van Booking.com dat zij geen boekingskosten rekent onjuist is. Dat van boekingskosten ook bij andere aanbieders (wellicht) geen sprake is, betekent niet dat de mededeling “free booking” onjuist en/of misleidend moet worden geacht.

X.
Klagers opmerkingen over de online reisaanbieders in het algemeen betreffen geen klacht tegen concrete reclame-uitingen van Booking.com, en kunnen reeds daarom in het kader van de onderhavige zaak niet door de Commissie beoordeeld worden.

RB 2205

Pratende tampon niet ongepast voor jonge meisjes

RCC 18 juli 2014, RB 2205, dossiernr. 2014/00469 (o.b. tampons)
Kinder- en Jeugdreclamecode. Goede smaak. Afwijzing. Het betreft een advertentie voor o.b. Mini tampons in het weekblad (voor meisjes) Tina. Onder de kop “o.b. vanaf je eerste menstruatie” zijn onder meer een gebogen pen en een gebogen tampon afgebeeld die met elkaar ‘praten’. De pen zegt: “Ik heb gehoord dat jonge meisjes geen tampons zouden mogen gebruiken?” Antwoord van de tampon: “Geloof die roddels niet! Ik ben zacht, klein en ideaal voor jonge meisjes.” Klaagster acht de in de advertentie staande tekst geheel verkeerd, omdat deze iets seksueels impliceert, zeker omdat de tampon zelf spreekt tegen kinderen van soms nog geen 12 jaar. Volgens klaagster is de tekst zeer ongepast en schurkt het tegen pedofilie aan. De Commissie wijst de klacht af.

Het oordeel van de Commissie
1. De Commissie stelt voorop dat, nu de bestreden advertentie - gelet op de inhoud en de plaatsing in het weekblad Tina - geheel tot kinderen (t/m 12 jaar) is gericht, de Kinder- en Jeugdreclamecode (KJC) op de reclame-uiting van toepassing is. Krachtens de Preambule van de KJC blijven naast de KJC de overige bepalingen van de Nederlandse Reclame Code (NRC) onverkort van kracht.

2. De Commissie vat de klacht aldus op dat klaagster de advertentie in strijd acht met de goede smaak en/of het fatsoen als bedoeld in artikel 2 NRC. Bij de toetsing van een reclame-uiting aan criteria als de goede smaak en/of het fatsoen stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van die criteria. De Commissie beoordeelt of de uiting naar de huidige maatschappelijke opvattingen de grenzen van het toelaatbare te buiten gaat. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelgroep waarvoor de uiting bestemd is, in dit geval meisjes van 11-12 jaar.

3. Met inachtneming van voornoemde terughoudendheid is de Commissie van oordeel dat de advertentie de grenzen van het toelaatbare niet overschrijdt. De bestreden tekst “ik ben klein, zacht en ideaal voor jonge meisjes” is voor de gemiddelde consument op wie de uiting is gericht voldoende herkenbaar als beschrijving van de specifieke kenmerken van o.b.® Mini, door welke kenmerken dit product zich onderscheidt van andere tampons en wordt aangeprezen voor de doelgroep. De Commissie acht niet aannemelijk dat de gebruikte bewoordingen bij de gemiddelde consument de door klaagster aangevoerde associatie met pedofilie oproepen, noch dat aan de tekst een ongewenste seksuele lading wordt toegekend.

Hetzelfde oordeel geldt voor de vorm van de afgebeelde tampon. De gemiddelde consument uit de doelgroep zal, naar het oordeel van de Commissie, begrijpen dat mede door de gebogen vorm van de tampon en de pen wordt uitgebeeld dat beide voorwerpen met elkaar ‘praten’.
RB 2206

Geen verwijzing naar voorwaarden niet misleidend

RCC 24 juli 2014, RB 2206, dossiernr. 2014/00457 (Centraal Beheer)
Allrisks verzekering. Polisvoorwaarden. Afwijzing. Het betreft de televisiecommercial(s) waarin de Woonverzekering met Allrisks dekking van Centraal Beheer wordt aangeprezen. In de meest recent uitgezonden commercial zijn huishoudelijke ongelukjes te zien. Onder verwijzing naar deze gebeurtenissen zegt de voice-over: “Ben je dan verzekerd? Wel als je even Apeldoorn belt. Want met de Woonverzekering met Allrisks dekking van Centraal Beheer staan we dag en nacht voor je klaar.” In beeld verschijnt: “Woonverzekering met All risks dekking. Even alles op een rijtje: Ongelukjes door eigen schuld verzekerd.". Klager voert aan dat de commercial de indruk wekt dat de getoonde schades met de woonverzekering met Allrisks dekking worden vergoed. Dit is natuurlijk niet het geval, aldus klager. Klager meent dat in de reclame vermeld moet worden dat men eerst de bijzondere voorwaarden van deze verzekering moet lezen. De Commissie wijst de klacht af.

De Commissie begrijpt dat volgens klager de televisiecommercial, waarin de Woonverzekering met Allrisks dekking wordt aangeprezen aan de hand van enkele getoonde ‘ongelukjes’, een te gunstig beeld schetst van de dekking van deze verzekering, omdat klager heeft ervaren dat een per ongeluk door zijn hond veroorzaakte schade onder deze verzekering niet vergoed wordt. Nu klager stelt dat in de commercial vermeld dient te worden dat men eerst de bijzondere voorwaarden van de verzekering moet lezen, vat de Commissie de klacht aldus op dat klager de commercial misleidend acht door het ontbreken van een verwijzing naar de polisvoorwaarden.
Deze klacht treft naar het oordeel van de Commissie geen doel. De gemiddelde consument mag ermee bekend worden verondersteld dat aan een verzekering polisvoorwaarden verbonden zijn, die leidend zijn voor de vraag of een schade gedekt is. Het ontbreken van een uitdrukkelijke verwijzing naar deze voorwaarden in de televisiecommercial betekent daarom niet dat de commercial daardoor misleidend is. Daarbij is van belang dat aan het eind van de commercial wordt opgeroepen telefonisch dan wel via de website contact met adverteerder op te nemen. Niet is gebleken dat de in de commercial getoonde voorbeelden van in huis voorvallende ‘ongelukjes door eigen schuld’ niet als type schadegeval onder de dekking van de aangeprezen Woonverzekering met Allrisks dekking vallen. Door de getoonde voorbeelden wordt naar het oordeel van de Commissie niet de indruk gewekt dat ook door huisdieren in huis veroorzaakte schade zonder meer verzekerd is.