RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Auto/motorvoertuigen  

RB 2151

Prijs Citroën zonder BTW niet misleidend

CBb 10 juni 2014, RB 2151, dossiernr. 2014/00105 (Citroën)
Afwijzing bevestigd. Misleidende reclame. Het betreft een televisiecommercial waarin met betrekking tot de aanschaf van een Citroën C1 onder meer wordt gezegd: “Joris koopt deze maand ook een auto maar dan tegen 0% BTW en 0% rente” en een reclame-uiting op www.google.nl waarin onder meer staat: “De Citroën C1 decemberactie: 0% BTW + 0% Rente”. De klacht: in de reclame-uitingen wordt gesteld dat de Citroën C1 tijdelijk in prijs is verlaagd, omdat over de aanschaf van een Citroën C1 in het kader van deze actie 0% BTW wordt berekend. Deze informatie is niet juist. De belastingwetgeving biedt ondernemers niet de mogelijkheid om producten te verkopen zonder dat BTW wordt berekend. In werkelijkheid heeft adverteerder de prijs zodanig verlaagd dat een nieuwe “kale” prijs is ontstaan die met de belastingen die daarover worden berekend gelijk is aan de oude prijs zonder BTW. Het College heeft de bestreden beslissing dat er geen sprake is van misleiding bekrachtigd.

Het oordeel van het College
1. In beroep is geen klacht gericht tegen het oordeel van de Commissie dat de gemiddeld geïnformeerde omzichtige en oplettende gewone consument bekend mag worden verondersteld met het feit dat men over de nieuwprijs van een auto altijd btw verschuldigd is. Ook het College gaat hiervan uit. Appellant stelt evenwel dat de reclame ook bij minder dan gemiddeld geïnformeerde consumenten geen misverstand mag wekken. In hetgeen appellant aldus aanvoert, kan echter geen aanleiding worden gevonden om af te wijken van de maatstaf van de hiervoor bedoelde gemiddeld geïnformeerde consument. In de Nederlandse Reclame Code is vastgelegd dat dit de toepasselijke maatman is. De reclame is voorts gericht op een algemeen publiek en niet op een specifieke doelgroep, zodat dient te worden aangesloten bij de verwachtingen van de “gewone” gemiddelde consument.

2. Aan appellant kan worden toegegeven dat de mededeling “0% btw” feitelijk niet juist is, nu wel degelijk het gebruikelijke percentage btw is verschuldigd bij de aanschaf van de aangeprezen auto. Uitgaande evenwel van het feit dat, zoals vermeld, de gewone gemiddelde consument bekend is met het gegeven dat over de nieuwprijs van een auto altijd btw verschuldigd is, zal deze consument, zoals de Commissie terecht heeft overwogen, een reclame-uiting die inhoudt dat men “0%” btw verschuldigd is aldus begrijpen dat sprake is van een bijzondere kortingsactie waarbij een korting wordt gegeven ter waarde van het btw-bedrag. Anders dan appellant betoogt, is er dus evenmin aanleiding om te veronderstellen dat deze consument zal verwachten dat de fiscus zal afzien van heffing van btw. Naar het oordeel van het College zijn acties waarbij een adverteerder onder uitdrukkelijke verwijzing naar de verschuldigde btw korting aanbiedt, inmiddels ook algemeen bekend, en zal de uiting ook hierom niet tot verwarring leiden bij de gemiddelde consument.

3. Appellant heeft geen grief gericht tegen de overweging van de Commissie dat op de website van Citroën waarnaar de bestreden advertentie op Google blijkbaar linkt, specifieke informatie over de actie staat. Met betrekking tot de televisiecommercial merkt het College op dat de consument in verband met de actie wordt opgeroepen de website van Citroën te bekijken, terwijl in beeld een verwijzing naar de actievoorwaarden op deze website verschijnt. Aldus heeft Citroën, mede in aanmerking genomen de mogelijkheden van de gebruikte media, de gemiddelde consument voldoende geïnformeerd over de verdere voorwaarden van de actie. Van misleiding is derhalve geen sprake.

RB 2132

Hyundai-in-actie.nl advertentie misleidend

RCC 12 mei 2014, RB 2132, dossiernr. 2014/00193 (www.hyundai-in-actie.nl)
Aanbeveling. Misleidende reclame. Het betreft adverteerders website www.hyundai-in-actie.nl, waarop een Hyundai i10 wordt aangeboden met de tekst: “Van € 9.995,- nu voor € 8.990,-“. De klacht: klaagster heeft op woensdag 12 februari 2014 telefonisch aan adverteerder gevraagd of deze actie nog gold, welke vraag bevestigend werd beantwoord. Vervolgens is een afspraak gemaakt voor 13 februari 2014. Toen klaagster op 13 februari 2014 met haar man bij adverteerder langs ging, deelde de verkoper mee dat de actie niet meer gold. Klaagster heeft haar ongenoegen hierover geuit, maar omdat zij en haar man al langer bezig waren met het zoeken naar een nieuwe auto, besloten ze te accepteren dat de actie voorbij was. Na overeenstemming bereikt te hebben over de prijs (met inruil van hun huidige auto) is een koopcontract getekend op basis van de normale (catalogus)prijs, met de toezegging dat de actie zo snel mogelijk van de website verwijderd zou worden. De week daarop bleek adverteerder echter nog actief op de nog steeds op de website staande actie te “acteren”. Gelet hierop voelen klaagster en haar man zich misleid. De Commissie acht de reclame uiting in strijd met artikel 7 NRC en beveelt de adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Het oordeel van de Commissie
Op adverteerders website www.hyundai-in-actie.nl wordt de Hyundai i10 aangeboden “Nu voor € 8.990,-“.

Partijen verschillen van mening over de vraag of klaagster, toen zij met haar man op 13 februari 2014 bij adverteerder was om van deze actie gebruik te maken, daar (nog) gebruik van heeft kunnen maken.

Klaagster heeft haar stelling dat de op adverteerders website staande actie -anders dan haar telefonisch op 12 februari 2014 was meegedeeld- op 13 februari 2014 niet meer gold, gemotiveerd toegelicht.

Adverteerder heeft klaagster stelling dat zij op 13 februari 2014 niet meer van de actie gebruik kon maken, onvoldoende inhoudelijk weersproken. Adverteerder heeft zich in zijn reactie op de klacht namelijk slechts uitgelaten over de (hoogte van de) inruilwaarde van klaagsters auto onder verwijzing naar een later opgemaakte factuur, maar is -hoewel dit op adverteerders weg lag- niet ingegaan op klaagsters herhaalde mededeling dat de betreffende verkoper haar meermalen heeft meegedeeld dat de actie niet meer gold en ten onrechte (nog) op de website stond.

Op grond van het vorenstaande is de Commissie van oordeel dat klaagster aannemelijk heeft gemaakt dat zij, hoewel zij duidelijk heeft laten weten van de op adverteerders website staande actie gebruik te willen maken, daar desondanks geen gebruik (meer) van heeft kunnen maken.

Blijkens het voorgaande is onjuiste informatie verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
RB 2124

Milieuclaims over schone bussen in Utrecht

RCC 22 april 2014, dossiernr. 2014/00014 (Schone bussen in Utrecht)
Milieuclaims. Openbaar vervoer. Gedeeltelijke aanbeveling. Ingevolge artikel 3 van de Milieu Reclame Code (MRC) dient een milieuclaim aantoonbaar juist te zijn. Bij adverteerder zijn meetrapporten van de emissies van de bussen opgevraagd, maar deze waren niet voorhanden.

Commissie: 1. De Commissie stelt voorop dat de claims “Schone bus: 50% minder fijnstof” en “Schone bus: 80% minder stikstof” milieuclaims zijn in de zin van artikel 1 van de Milieu Reclame Code (MRC) aangezien daarin expliciet wordt gerefereerd aan milieuaspecten van de in Utrecht rijdende OV-bussen waarop deze claims zijn aangebracht. Ingevolge artikel 2 MRC mogen milieuclaims geen mededelingen bevatten waardoor de consument misleid kan worden over aan de bussen verbonden milieuaspecten en ingevolge artikel 3 MRC dient de adverteerder de juistheid van de gebezigde claims aan te tonen.

2. De gebezigde milieuclaims zijn aangebracht op een aantal van de nieuwe sinds 8 december 2013 in Utrecht rijdende bussen van het type Mercedes Citaro Euro 6 en deze bussen zijn, naar adverteerder stelt, voorzien van een certificaat dat de voertuigen voldoen aan de Euro 6-norm. Voorts heeft de leverancier Daimler/EvoBus Nederland eigen testresultaten ter beschikking gesteld van de motoren van het type OM936h 220 kW, waaruit blijkt dat de NOx-uitstoot ruim binnen de 400 of 460 mg-limiet blijft en de PM- of fijnstofuitstoot ruim beneden de grens van 10 mg/kWh blijft. Klager stelt dat de overgelegde meetgegevens van de motoren er niet als deugdelijk bewijsmateriaal uitzien, maar de Commissie acht het voldoende aannemelijk dat deze gegevens afkomstig zijn van de leverancier van de motoren, waaronder de motor van het type OM 936h 220kW, waarmee de bewuste Euro 6-norm bussen zijn uitgerust. Naar het oordeel van de Commissie heeft adverteerder aannemelijk gemaakt dat de nieuwe Euro 6-norm bussen voldoen aan de typegoedkeuringstest en dat de emissie van NOx en fijnstof blijft binnen de hiervoor vermelde grenswaarden. De Commissie wil voorts aannemen dat volgens de meetresultaten uitgevoerd op een testbank de nieuwe Euro 6-norm bussen vergeleken met de oude Euro 5-norm bussen een uitstoot van “50% minder fijnstof” en “80% minder stikstof” tot gevolg hebben.

3. Wat partijen echter verdeeld houdt is het feit dat adverteerder op de bussen het resultaat heeft vermeld, gemeten in een laboratorium op een testbank, terwijl - naar klager niet dan wel onvoldoende weersproken heeft gesteld - de uitstoot die de bussen in de praktijk tot gevolg hebben, (aanzienlijk) minder gunstig is dan de vermelding op de bussen doet vermoeden. Op zichzelf acht de Commissie het toelaatbaar dat adverteerder zich bij de vermelding van uitstootgegevens in de uitingen heeft gebaseerd op resultaten gemeten op een testbank, aangezien deze tot stand zijn gekomen op basis van binnen Europa gestandaardiseerde metingen. Nu deze resultaten echter - naar algemeen bekend verondersteld mag worden - een positiever beeld geven van de uitstoot dan waarvan in de praktijk sprake is, dient bij de vermelding op de bussen een verwijzing te zijn opgenomen naar een website of anderszins, waar men een toelichting kan vinden op de gewraakte mededelingen. Nu een dergelijke verwijzing ontbreekt, acht de Commissie de mededelingen “50% minder fijnstof” en “80% minder stikstof” onvolledig en daardoor te absoluut en in strijd met artikel 2 MRC.

4. Voorts maakte klager bezwaar tegen het gebruik van het woord “stikstof” aangezien het in werkelijkheid gaat om de uitstoot van stikstofoxiden. Ten aanzien hiervan overweegt de Commissie dat de gemiddelde consument deze mededeling, gezien het kader waarin deze wordt gedaan, zal opvatten in de door adverteerder bedoelde zin, namelijk als stikstofoxiden. Om die reden wijst de Commissie dit onderdeel van de klacht af.

De beslissing
Op grond van het hierboven onder 3 overwogene acht de Commissie de reclame-uitingen in zoverre in strijd met artikel 2 MRC en beveelt zij adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
RB 2101

Claim “Van Nederland naar Tirol op één tank” niet misleidend

RCC 20 maart 2014, dossiernummer 2014/00143 (Citroën C1)
Afwijzing. Het betreft de televisiecommercial waarin onder meer wordt gezegd: “Van Nederland naar Tirol op één tank, in de zuinige Citroën C1”. Aan het eind verschijnt onder in beeld onder meer de tekst: “Citroën C1, 1:23,3, Gem.verbr. 4,3-4.5 l/100 km, 22,2-23,3 km/l”. In de commercial wordt niet vermeld dat sprake is van een theoretisch rekenvoorbeeld. De toegepaste NRDC-meetmethode, waarmee het gemiddelde brandstofverbruik van auto’s wordt vastgesteld, geeft een onrealistisch beeld van het daadwerkelijke verbruik op de openbare weg. De Commissie begrijpt de klacht aldus dat klager de commercial misleidend acht, omdat daarin niet duidelijk wordt gemaakt dat de claim “Van Nederland naar Tirol op één tank” alleen geldt indien wordt uitgegaan van de officiële verbruikscijfers, en niet haalbaar is met een daadwerkelijk brandstofverbruik dat “boven 4,9 l/100 km” ligt. Deze klacht kan niet slagen.

Onder ideale testomstandigheden rijdt de zuinigste uitvoering C1 binnen de bebouwde kom 5,1 l/100 km en buiten de bebouwde kom 3,8 l/100 km (gecombineerd 4,3 l/100 km). De slogan “Van Nederland naar Tirol op één tank” is - blijkens adverteerders website -gebaseerd op de afstand van de molen van Nuenen naar Reutte in Tirol en bedraagt 715 kilometer. Uitgaande van een volle benzinetank (35 liter) en het ideale verbruik buiten de bebouwde kom (3,8 l/100 km) zou de C1 met 27,2 liter (715/100*3,8) Tirol kunnen bereiken. Maar met een daadwerkelijk brandstofverbruik dat boven 4,9 l/100 km ligt, wordt Tirol niet gehaald.

Het oordeel van de Commissie

De Commissie stelt voorop dat ingevolge artikel 2 lid 1 van de Code voor Personenauto’s (CVP) in reclame-uitin¬gen voor nieuwe personenauto’s het brandstofverbruik uitsluitend in overeenstemming met het bepaalde in het Besluit Etikettering energiegebruik personenauto’s mag worden vermeld. Krachtens dit Besluit dient in reclame het officiële brandstofverbruik van het desbetreffende model personenauto te worden vermeld, waarbij onder officieel verbruik wordt verstaan het brandstofverbruik dat door de typegoedkeuringsinstantie overeenkomstig bepaalde Europese richtlijnen is vastgesteld. Niet in geschil is dat de in de commercial genoemde verbruiksgegevens van de Citroën C1 het officiële brandstofverbruik als bedoeld in genoemd Besluit betreffen.

De Commissie begrijpt de klacht aldus dat klager de commercial misleidend acht, omdat daarin niet duidelijk wordt gemaakt dat de claim “Van Nederland naar Tirol op één tank” alleen geldt indien wordt uitgegaan van de officiële verbruikscijfers, en niet haalbaar is met een daadwerkelijk brandstofverbruik dat “boven 4,9 l/100 km” ligt. Deze klacht kan niet slagen. De Commissie acht voldoende aannemelijk geworden dat de afstand van 715 kilometer, overeenkomend met de afstand van Nuenen in Nederland naar Reutte in Tirol, niet alleen volgens de officiële (“theoretische”) verbruikscijfers door de C1 overbrugd kan worden zonder onderweg te tanken, maar dat dit ook in de praktijk haalbaar is. In het artikel in Autoweek 12/2013, waarin een journalist verslag doet van zijn reis naar Tirol in de C1, wordt immers geconcludeerd: “Citroën heeft niet gelogen; Tirol is inderdaad zonder tankstop haalbaar vanuit Nederland”. Gelet op het voorgaande wordt de gemiddelde consument door de commercial niet op het verkeerde been gezet ten aanzien van de zuinigheid in brandstofverbruik van de C1 in de praktijk.

De beslissing

De Commissie wijst de klacht af.
RB 2087

Over de koop van new/unused niet-CE-gecertificeerd kranen

Rechtbank Rotterdam 3 juli 2013, ECLI:NL:RBROT:2013:5327 (Putevi tegen gedaagde)
Koopovereenkomst hijskranen. Toepasselijkheid Weens Koopverdrag (CISG) art. 35 (conformiteit), 49 en 72 (ontbinding), 74 (schadevergoeding) en 81 (terugbetalingsverplichting). Eiseressen vorderen in conventie terugbetaling van de koopsom in verband met non-conformiteit, omdat de kranen volgens haar niet voldoen aan de kwalificatie 'new/unused' en bovendien niet CE-gecertificeerd zijn. Na uitleg van de kwalificatie 'new/unused' oordeelt de rechtbank dat de kranen op dit punt beantwoorden aan de overeenkomst. Eiseressen hebben er naar het oordeel van de rechtbank niet op mogen vertrouwen dat de kranen CE-gecertificeerd waren. De koopovereenkomsten zijn dus niet rechtsgeldig door eiseressen ontbonden. De vordering in conventie wordt daarom afgewezen. In reconventie vordert gedaagde schadevergoeding, die deels wordt toegewezen, en machtiging om de kranen openbaar te verkopen, die wordt afgewezen bij gebreke van een deugdelijke grondslag.

4.18.
Putevi c.s. heeft nog gesteld dat het op de weg van [gedaagde] lag Putevi c.s. er op te wijzen dat de kranen niet CE-gecertificeerd waren, omdat [gedaagde] wist dat de kranen bestemd waren voor gebruik in Servië. Van een dergelijke waarschuwingsplicht kan alleen sprake zijn als [gedaagde] wist of had moeten weten dat de kranen voor gebruik in Servië CE‑gecertificeerd moesten zijn. Uit r.o. 4.16 volgt dat hiervan niet kan worden uitgegaan. Voor zover Putevi c.s. zou hebben bedoeld te betogen dat zij er op basis van de mededeling van [D] ‘yes, you can buy for Serbia’ (zie hiervoor onder 4.12) er van uit mocht gaan dat de kranen geschikt waren voor gebruik in Servië, volgt de rechtbank Putevi c.s. hierin niet. Nog daargelaten dat [gedaagde] gemotiveerd heeft betwist dat de gestelde communicatie tussen [C] en [D] heeft plaatsgevonden, is zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet duidelijk op grond waarvan Putevi c.s. er op heeft mogen vertrouwen dat [D] met zijn opmerking bedoelde te bevestigen dat de kranen CE-gecertificeerd waren. Het is immers zeer wel denkbaar dat [D] de vraag van [C] aldus heeft opgevat dat deze vroeg naar de beschikbaarheid van andere papieren, zoals douanedocumenten.

4.19. Uit het voorgaande volgt dat Putevi c.s. er niet op mocht vertrouwen dat de kranen CE-gecertificeerd waren. Beide aangevoerde gronden zijn derhalve ontoereikend om te oordelen dat de kranen niet aan de overeenkomst beantwoorden.

Op andere blogs:
DVAN Een machine in Nederland kopen, dus CE?

RB 2081

ANWB "Gratis voor leden" na betaling en onder voorwaarden misleidend

RCC 5 maart 2014, dossiernummer 2014/00079 (ANWB Autoverkoopservice)
Aanbeveling. Misleidend. “ANWB Autoverkoopservice. Binnen 3 dagen uw auto verkocht” Daarnaast staat, met witte letters tegen een donkere ronde achtergrond “Tijdelijk GRATIS voor leden” evenals een button met de tekst “verkoop uw auto”. Nadat de gegevens van de auto zijn ingevuld en de foto’s zijn gemaakt, die nodig zijn om de auto via de ANWB te verkopen, blijkt men toch € 35,- te moeten betalen. Als de auto via de ANWB is verkocht, dan krijgt men dit bedrag terug, maar als men niet akkoord gaat met het bod, is deze service niet gratis voor leden. Gelet hierop acht klager de uiting niet juist.

Het oordeel van de Commissie
De Commissie overweegt dat het ingevolge bijlage 1 onder 19 behorende bij artikel 8.5 NRC misleidend is een product als “gratis” aan te bieden als de consument iets anders moet betalen dan de onvermijdelijke kosten om in te gaan op het aanbod. Nu eerst € 30,25 moet worden betaald voordat met van de ANWB Autoverkoopservice gebruik kan maken, acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 8.5 NRC in combinatie met punt 19 van bijlage 1 bij de NRC, en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De aanduiding “ANWB Autoverkoopservice” beschrijft waar deze service zich mee bezig houdt en de daarbij staande mededeling dat deze service “Tijdelijk GRATIS voor leden” is, doet vermoeden dat ANWB-leden nu tijdelijk kosteloos van deze service gebruik kunnen maken. Niet duidelijk is dat gebruikmaking van deze dienst alleen gratis is als men zijn auto ook daadwerkelijk via de ANWB Autoverkoopservice verkoopt. Dit is een essentiële voorwaarde die uit de uiting direct duidelijk had moeten blijken. Adverteerder kan zich daarvoor niet met succes beroepen op het feit dat van deze voorwaarde melding wordt gemaakt op adverteerders website, waarop staat hoe de ANWB Autoverkoopservice werkt.

Adverteerder beroept zich op het bepaalde in artikel 8.1 en de toelichting bij artikel 8.3 NRC. De Commissie overweegt dat het formaat van de banner weliswaar beperkingen met zich meebrengt, doch dat de beperkingen niet zodanig zijn dat er onvoldoende ruimte is om op enigerlei wijze kenbaar te maken dat gebruikmaking van de service alleen gratis is in geval van verkoop.

Blijkens het vorenstaande is sprake van een te laat verstrekken van essentiële informatie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c NRC. Omdat de gemiddelde consument door deze uiting ertoe gebracht kan worden een besluit te nemen over een transactie dat hij anders niet had genomen, acht de Commissie de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De beslissing
Gelet op het vorenstaande acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 7 NRC en beveelt zij adverteerder aan niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
RB 2059

Commercial Opel Ampera oplaadpunt misleidend: veronderstelt werkende oplaadpaal

CVB 18 februari 2014, dossiernummer 2013/00869 (Opel Ampera laadpunt)
CVB bevestigt aanbeveling RCC. Essentiële informatie. Misleiding. Het betreft de radiocommercial waarin de elektrisch aangedreven Opel Ampera wordt aangeprezen. Daarin wordt onder meer gezegd: “Bovendien krijgt u een oplaadpunt thuis en op het werk”. Na aanschaf van een Opel Ampera bleken er kosten te worden berekend voor het installeren van de oplaadpunten indien het budget wordt overschreden. Op grond van de uiting verkeerde klager in de veronderstelling dat hij bij aankoop van een Opel Ampera een werkende laadpaal zou krijgen. In werkelijkheid krijgt men voor het installeren van een laadpunt thuis een budget van € 400,- en voor een laadpunt op het werk een budget van € 500,-. Omdat dit niet in de uiting wordt vermeld, acht klager deze misleidend.

Volgens de Commissie was sprake van het verborgen houden van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in artikel 8.3 onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). De Commissie achtte de reclame-uitingen in strijd met artikel 7 NRC en beveelde adverteerder aan niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1926

Adverteerder verantwoordelijk voor prijs in advertentie

Vz. RCC 11 september 2013 dossiernr. 2013/00572 (autowereld)
Voorzitterstoewijzing, misleiding, misleidende prijsvermelding, vervoer.
Het betreft de navolgende aanprijzing op de website autowereld.nl: “Suzuki SX4 -1.6 Comfort” voor “€ 11.827,- (incl. BTW)”, gevolgd door het doorgestreepte bedrag van “18.499”.

De klacht -  Uit de door klager gevraagde offerte bleek dat deze auto € 18.884,00 kostte. Gelet hierop acht klager de uiting misleidend.

Het oordeel van de voorzitter
In de uiting is, naar adverteerder erkent, sprake van een onjuiste prijsvermelding.
Een adverteerder is verantwoordelijk voor de inhoud van een advertentie i.c. voor de vermelding van de juiste prijs. In dit geval is, naar adverteerder stelt, sprake van een menselijke (type)fout, doch een dergelijke fout ontslaat adverteerder niet van zijn verantwoordelijkheid.
Voorts overweegt de voorzitter dat niet kan worden geoordeeld dat de onjuiste vermelding voor de gemiddelde consument genoegzaam herkenbaar is als een fout.
Nu van een kennelijk onjuiste prijsvermelding geen sprake is, acht de voorzitter de uiting misleidend.
 
Blijkens het vorenstaande bevat de uiting voor de gemiddelde consument onjuiste informatie ten aanzien van de prijs als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
 
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het hierboven overwogene acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code en beveelt hij adverteerder aan om niet meer op een dergelijk wijze reclame te maken.
 
Regeling:    NRC (nieuw) art. 7
NRC (nieuw) art. 8.2 aanhef
NRC (nieuw) art. 8.2 onder d.

RB 1878

Gratis, anoniem en geheel vrijblijvend - staat los van de koopovereenkomst

RCC 17 juli 2013, dossiernr. 2013/00427 (www.ikwilvanmijnautoaf.nl)
Contractenrecht. Algemene voorwaarden. Afwijzing. Het betreft een uiting op www.ikwilvanmijnautoaf.nl. Daarin staat onder meer: “Verkoop je auto in 1 dag. Ontvang zonder enige verplichting een bod. Gratis!” en: “Particulieren kiezen ervoor hun auto bij ons aan te bieden, omdat het gratis, anoniem en geheel vrijblijvend is.” en: “Wij controleren de aanmelding en plaatsen je auto in een afgeschermde online autoveiling waar onze erkende auto inkopers uitsluitend de autogegevens kunnen zien. Vervolgens ontvang je binnen 24 uur vrijblijvend het hoogste bod”.

De klacht - Klager heeft zijn auto op de in de uiting aangeprezen wijze aangeboden, daarbij afgaand op de woorden: “gratis, anoniem en geheel vrijblijvend”. In de uiting is wel vermeld: “Algemene voorwaarden”, maar toen klager overging tot het afsluiten van een koopovereenkomst, heeft hij de Algemene voorwaarden geaccepteerd, zonder deze te lezen. Klager ging ervan uitging dat die voorwaarden slechts een uitgebreide omschrijving zouden geven van “gratis, anoniem en geheel vrijblijvend”. Op basis van de algemene voorwaarden zijn aan klager 15% annuleringskosten in rekening gebracht, nadat klager de verkoop wegens een technisch defect moest annuleren. Klager vindt dat in de bestreden uiting dient te worden gewezen op afwijkende voorwaarden in geval van verkoop.

Het oordeel van de Commissie
In de bestreden uiting staat: “Particulieren kiezen ervoor hun auto bij ons aan te bieden, omdat het gratis, anoniem en geheel vrijblijvend is”. Hieruit volgt dat het aanbieden van een auto “gratis, anoniem en geheel vrijblijvend” is. Klager heeft ook niet weersproken dat aan het aanbieden ter verkoop van de auto geen kosten zijn verbonden. Klager heeft op enig moment na het aanbieden van de auto een koopovereenkomst gesloten. Het is een feit van algemene bekendheid dat het sluiten van een koopovereenkomst verplichtingen schept. Er wordt in de bestreden uiting ook niet gesuggereerd dat in geval van een koopovereenkomst, gesloten na het aanbieden van een auto, deze overeenkomst vrijblijvend kan worden geannuleerd. In de uiting wordt door middel van de vermelding “Algemene voorwaarden” verwezen naar algemene voorwaarden. In deze vermelding ligt niet de suggestie besloten dat deze voorwaarden slechts een uitgebreide omschrijving geven van de woorden “gratis, anoniem en geheel vrijblijvend”. Voorts heeft klager niet weersproken dat in de algemene voorwaarden staat dat indien de overeenkomst eenzijdig wordt verbroken, 15% van de verkoopprijs moet worden betaald.

De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.

RB 1858

Niet noemen van voorwaarden inruilpremie is misleidend

Vz RCC 4 juli 2013, dossiernr. 2013/00271 (Voorwaarden inruilpremie)
Verbonden voorwaarden. Omissie. Bevestiging. Aanbeveling. Het betreft een televisiecommercial voor de Ford Focus Ecoboost waarin adverteerder onder meer meedeelt dat zij een “inruilpremie” van € 2.500,- geeft.
 
De klacht - Klager stelt, kort samengevat, dat sprake is van misleidende reclame. In de reclame-uiting wordt schriftelijk noch mondeling kenbaar gemaakt dat het kenteken van de nieuwe auto uiterlijk op 29 april 2013 op naam van de koper moet zijn gesteld, om van de inruilbonus te kunnen profiteren. Voorts zou Ford Nederland zelf het tijdstip van levering kunnen beïnvloeden, waardoor de inruilbonus niet hoeft te worden uitgekeerd.

Het oordeel van de voorzitter
De adverteerder heeft niet betwist dat aan de inruilpremie van € 2.500,- de voorwaarde is verbonden dat het kenteken uiterlijk op 29 april 2013 op naam van de koper moet zijn gesteld. Blijkens het voorgaande is sprake van een omissie als bedoeld onder artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. De voorzitter heeft overigens geen aanleiding te veronderstellen dat adverteerder het tijdstip van tenaamstelling van het kenteken negatief zal beïnvloeden om de inruilbonus niet te hoeven uitkeren.

De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Het bezwaar tegen de voorzittersbeslissing
Van misleiding is geen sprake. Er is sprake van een misverstand. Ten onrechte heeft klager aangenomen dat de inruilpremie slechts gold indien het kenteken van een nieuwe Ford Focus uiterlijk 29 april 2013 op naam van de koper zou zijn gesteld. Reeds op 8 maart 2013 heeft Ford in een brief aan alle dealers en verkoopmedewerkers meegedeeld dat de inruilpremies zouden worden verlengd tot en met 29 juni 2013. Verder was tijdens de TV-flight op Ford.nl de actuele einddatum van de actie te vinden. Aldus mochten alle Ford dealers, verkopers en consumenten worden geacht op de hoogte te zijn dan wel zich op de hoogte te kunnen stellen van de juiste einddatum van het inruilaanbod.

Het oordeel van de Commissie
Blijkens het bezwaar tegen de voorzittersbeslissing was aan het onderhavige inruilaanbod de voorwaarde verbonden dat het kenteken uiterlijk op 29 juni 2013 op naam van de koper zou zijn gesteld. Deze datum gold op basis van een besluit tot verlenging van de inruilpremies. Naar het oordeel van de Commissie valt uit de bestreden televisiereclame, die op zichzelf in overeenstemming dient te zijn met de Nederlandse Reclame Code (NRC), niet althans niet voldoende duidelijk op te maken dat voornoemde, beperkende voorwaarde, dat het aanbod voor een bepaalde periode gold, werd gehanteerd. De enkele vermelding “ford.nl” aan het slot van de reclame geeft wat dit betreft onvoldoende duidelijkheid. Dat klager binnen die periode aanspraak op de inruilpremie kon maken, maakt het voorgaande niet anders. Gelet op het bovenstaande is er sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 onder c NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De beslissing
De Commissie bevestigt de beslissing van de voorzitter.