RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Telecommunicatie  

RB 1701

Slechts beperkt termijn je tegoed verdrievoudigen

RCC 14 maart 2013, dossiernr. 2013/00083 (Vectone, verdrievoudigt je tegoed bij opwaardering)

Uting in strijd met artikel 7 en 8.3 aanhef en onder c NRC. Het betreft een op 4 december 2012 door klager van adverteerder ontvangen sms-bericht met de tekst: “Waardeer € 20 op en krijg € 60. Alleen Vectone verdrievoudigt je tegoed bij opwaardering. Lyca en Lebara niet. Bezoek www.vectonemobile.nl”

Klager heeft twee keer € 20,- betaald om zijn beltegoed op te waarderen met een bedrag van € 120,-. De aanbieding bleek, bij navraag, slechts geldig voor een maand. Dit wordt niet vermeld in de sms.

Als erkend is komen vast te staan dat het in de uiting genoemde aanbod slechts gedurende 30 dagen geldig is. Naar het oordeel van de Commissie is aldus sprake van een belangrijke beperkende voorwaarde, waarover de consument reeds in de uiting geïnformeerd dient te worden. De enkele verwijzing naar de website is onvoldoende om de gemiddelde consument attent te maken op het bestaan van deze specifieke voorwaarde. Hoewel een sms-bericht een medium is dat qua ruimte beperkingen kent, is deze beperking niet zodanig dat deze informatie niet vermeld zou kunnen worden.

De Commissie acht de bestreden reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 en 8.3 aanhef en onder c NRC. 

RB 1668

'Fiber Power' voor een niet 100% glasvezelnetwerk is niet misleidend

RCC 27 februari 2013, dossiernr. 2013/00005 (Fiber Power)

Het betreft de reclame-uiting voor “Fiber Power”, waarbij men uit drie varianten kan kiezen, te weten “25 Mb Internet”, “50 Mb Internet” en “100 Mb Internet”. In de uiting wordt de download- en de uploadsnelheid van elke variant genoemd.

Het viel klager op dat de uploadsnelheid erg laag is. Dat komt doordat adverteerder alleen via de coaxkabel levert. Klager vindt het niet terecht dat adverteerder haar producten als “Fiber” aanduidt. Bij de potentiële klant wekt adverteerder daardoor, kennelijk om concurrentieoverwegingen, de indruk dat het om glasvezel gaat.

Adverteerder heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat haar netwerk voor ongeveer 97% uit glasvezel bestaat. Dat zij door middel van de productnaam “Fiber Power” deze eigenschap benadrukt, brengt, zoals de Commissie reeds heeft beslist in dossier 2011/00635, niet mee dat de uiting op grond daarvan onjuist of misleidend dient te worden geacht.

Voor zover van de uiting in enige mate de indruk zou uitgaan dat adverteerder de desbetreffende diensten verleent via een 100% glasvezelnetwerk, welk netwerk zich kennelijk in bepaalde opzichten qua snelheid onderscheidt van een netwerk dat niet volledig uit glasvezel bestaat, geldt dat de consument in de uiting duidelijk wordt geïnformeerd over de download- en de uploadsnelheid van het product van adverteerder. De voorzitter is van oordeel dat niet kan worden gezegd dat de consument door het feit dat in de bestreden uiting het product als “Fiber Power” wordt aangeduid, wordt misleid over de snelheid daarvan. (...) De voorzitter wijst de klacht af.

RB 1665

Voordeel naar vaste lijn in India

RCC 27 februari 2013, dossiernr. 2012/01133 (India Fixed)

Het betreft de Engelstalige folder van “BudgetCalls”. In de uiting staan diverse landen met doorgestreepte tarieven, waaronder : “India Fixed” en de doorgestreepte prijs “29,9 p/min”. Hiernaast staat in een stervormig kader: “1p/min”. Hieronder staan instructies en wordt bij wijze van voorbeeld het bellen naar een vaste lijn in India toegelicht, gevolgd door de tekst: “Now you save 28 pence per minute on your call”.

In de advertentie staat als voorbeeld de situatie dat men 28 pence bespaart indien men via een toegangsnummer van adverteerder naar een vaste lijn in India belt. In de lijst met tarieven wordt voor het bellen naar een vaste lijn in India een oorspronkelijk tarief van 29,9 pence per minuut genoemd, hetgeen op basis van de genoemde besparing impliceert dat het tarief van adverteerder 1,9 pence per minuut bedraagt in plaats van 1 pence per minuut, ondanks dat het om een 0844 nummer gaat. Er is op grond van het voorgaande volgens klager sprake van een kennelijke tegenstrijdigheid in de uiting (“apparent anomaly”).

Adverteerder heeft niet betwist dat uit het in de uiting genoemde voorbeeld volgt dat zij voor bellen naar een vaste lijn in India via haar 0844 nummer een tarief van 1,9 pence per minuut in rekening brengt in plaats van 1 pence per minuut, zoals uitdrukkelijk in de uiting als het toepasselijke tarief wordt genoemd. Blijkens het voorgaande is geen juiste, althans geen duidelijke informatie verstrekt over de prijs van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef onder d NRC. (...) Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 1662

'Zelfs tv in de badkamer' roept niet op tot onveilig gedrag

RCC 21 februari 2013, dossiernr. 2013/00102 (overal tv, zelfs in de badkamer)

Het betreft een televisiecommercial waarin het Telfort “Alles-in-1 basispakket” wordt aangeprezen. In de commercial wordt onder meer gezegd dat men met dit pakket “overal tv” kan kijken, “zelfs in de badkamer”, waarna men een persoon die in bad zit televisie ziet kijken.


Volgens klager doet zich in de televisiecommercial een levensgevaarlijke situatie voor die ongelukken met dodelijke afloop tot gevolg kan hebben. De tv kan immers met het badwater in aanraking komen. Klager acht het onbegrijpelijk dat men op deze wijze een product aanprijst. Dit is zeker voor kinderen een slecht voorbeeld.

Adverteerder stelt echter terecht dat het apparaat geen televisietoestel is, maar een tablet. Volgens adverteerder loopt men geen gevaar indien de tablet in het water zou vallen. De voorzitter laat in het midden of dit laatste juist is. Immers wat daarvan verder ook moge zijn, nu van de televisiecommercial niet de boodschap uitgaat dat men de getoonde situatie zou moeten navolgen en de commercial ook verder niet oproept tot onveilig gedrag, zijn de grenzen van het toelaatbare niet overschreden. De voorzitter wijst de klacht af.

RB 1646

0 cent/ minuut-campagne misleidend door niet vermelden van starttarief

RCC 19 februari 2013, dossiernr. 2012/01115-1 (0 cent/ minuut-campagne)

De klacht richt zich op de reclame-uitingen voor de 0 cent/ minuut-campagne. Deze geven volgens klager onjuiste en dubbelzinnige informatie over de prijs van het bellen naar het buitenland. In de uitingen wordt de schijn gewekt dat bellen naar de genoemde landen gratis is, terwijl starttarieven in rekening worden gebracht. Deze worden niet genoemd en hiervoor wordt niet, althans niet op duidelijke wijze, gewaarschuwd.

Vast is komen te staan dat het geadverteerde aanbod “0 cent per minuut internationaal bellen” van Vectone (Delight Mobile) inhoudt dat voor het mobiel bellen naar een vaste lijn op bepaalde internationale bestemmingen, ongeacht de duur van het telefoongesprek, (alleen) een starttarief van 9,5 cent in rekening wordt gebracht.

Naar het oordeel van de Commissie vormt het feit dat voor ieder gesprek een starttarief in rekening wordt gebracht alsmede de hoogte van het starttarief essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te kunnen nemen. De totale gesprekskosten vallen als gevolg van het gehanteerde starttarief immers hoger uit dan door het geadverteerde tarief van 0 cent per minuut wordt gesuggereerd.(...)

De uitingen bevatten een vergelijking van de gesprekskosten van de verschillende aanbieders. Teneinde te voorkomen dat de gemiddelde consument door de vergelijking op het verkeerde been wordt gezet, dienen de vergeleken gegevens juist en volledig te worden vermeld. Het ontbreken van informatie over het door de aanbieders gerekende starttarief, dat onderdeel uitmaakt van de totale gesprekskosten, leidt in de met 1b en 1d aangeduide posters en de met 2a en 2b aangeduide sms-berichten tot een misleidende omissie. (...) Naar het oordeel van de Commissie is sprake van een misleidende vergelijking.

Het oordeel van de Commissie
2. Vast is komen te staan dat het geadverteerde aanbod “0 cent per minuut internationaal bellen” van Vectone (Delight Mobile) inhoudt dat voor het mobiel bellen naar een vaste lijn op bepaalde internationale bestemmingen, ongeacht de duur van het telefoongesprek, (alleen) een starttarief van 9,5 cent in rekening wordt gebracht.

6.2. De uitingen bevatten een vergelijking van de gesprekskosten van de verschillende aanbieders. Teneinde te voorkomen dat de gemiddelde consument door de vergelijking op het verkeerde been wordt gezet, dienen de vergeleken gegevens juist en volledig te worden vermeld. Zoals in het voorgaande reeds is overwogen, leidt het ontbreken van informatie over het door de aanbieders gerekende starttarief, dat onderdeel uitmaakt van de totale gesprekskosten, in de met 1b en 1d aangeduide posters en de met 2a en 2b aangeduide sms-berichten tot een misleidende omissie.

RB 1625

Op de posters deugt de verhouding met kleiner lettertype niet

Vzr. Rechtbank Den Haag 30 januari 2013, LJN BZ1486 (Lebara tegen Vectone Mobile)

Reclamerecht. Maatman. Misleidende en ongeoorloofd misleidende reclame ter zake van internationale pre-paid mobiele telefoniediensten. Rectificatie.

Lebara en Vectone zijn telecommunicatiebedrijven. Zij bieden pre-paid mobiele telefoniediensten aan, waarbij hun doelgroep bestaat uit consumenten die veelvuldig internationale telefoongesprekken voeren.

Vectone vergelijkt op haar 'vergelijkingswebpagina' en posters de door haar label "Delight Mobile" gehanteerde tarieven met die van andere aanbieders, waaronder Lebara, Lyca en Ortel. In haar reclame-uitingen stelt Vectone onder andere dat zij "De beste prepaid aanbieding van Nederland" en/of "één van de laagste internationale tarieven van Nederland" aanbiedt. Voor de beslissing op die vorderingen zijn enkel van belang de laatste reclame-uitingen van Vectone. Daarvan uitgaande kunnen de 'oude' reclame-uitingen van Vectone toewijzing van de vorderingen van Lebara niet rechtvaardigen.

Vectone wordt niet gevolgd in haar stelling dat in de onderhavige kwestie niet de 'gemiddelde' consument als toetsingsmaatstaf mag worden gehanteerd, maar dat enkel rekening moet worden gehouden met de specifieke doelgroep, namelijk consumenten die veelvuldig internationale telefoongesprekken voeren en die veel ervaring heeft met internationaal bellen, bekend is met alle marketingstrategieën van de aanbieders en aan een half woord genoeg heeft en zich dus niet laat misleiden door het weglaten van een bepaald element.

Vectone wordt niet gevolgd voor zover zij stelt niet gehouden te zijn om het starttarief te vermelden. Lebara wordt niet gevolgd in de stelling dat de gehanteerde afrekenmethode vermeld dient te worden, omdat alle aanbieders dezelfde afrekenmethode van (naar bovenvafgeronde) hele minuten hanteren.

Weliswaar is gebruikelijk en tot op zekere hoogte ook toelaatbaar dat voor de tekst van een disclaimer een kleiner lettertype wordt gebruikt dan voor de (wervende) hoofdtekst, maar op de posters deugt de verhouding in dat opzicht niet. Niet kan worden uitgesloten dat derden, die ooit in het bezit zijn gesteld van posters en waarover geen controle meer uitgeoefend kan worden, verouderde ('rondzwervende') posters niet verwijderen. Aangenomen moet worden dat ook andere aanbieders, waaronder Lebara, daarmee worden geconfronteerd.

De toegewezen vorderingen impliceren immers dat Vectone gehouden is alle reclamematerialen die daarmee in strijd zijn te (laten) verwijderen, voor zover dat redelijkerwijs binnen haar bereik ligt (zie onder 3.21). Plaatsing van een rectificatie acht de voorzieningenrechter in de gegeven omstandigheden proportioneel, mede waar de vordering van Lebara niet verder strekt dan plaatsing op de homepage van Vectone gedurende veertien dagen.

Starttarief (i)
3.11. Vectone kan niet worden gevolgd voor zover zij stelt dat zij op grond van het bepaalde in artikel 194a lid 2 onder c BW niet gehouden was om het starttarief te vermelden omdat die bepaling toestaat dat slechts "een of meer wezenlijke, relevante, controleerbare en representatieve kenmerken" met elkaar worden vergeleken. Onder 'kenmerken' moeten worden verstaan aspecten als kwaliteit en prijs, welk laatste voorbeeld ook uitdrukkelijk wordt aangehaald in de onderhavige bepaling. Daaronder kunnen niet worden begrepen onderdelen die medebepalend zijn voor het betreffende kenmerk. Zoals hiervoor - onder 3.4 - al overwogen moeten de vergeleken gegevens, (in casu: de gesprekskosten) juist en volledig worden vermeld, opdat de consument een goede afweging kan maken alvorens hij zijn keus bepaalt.


Afrekenmethode (ii)

3.14. Lebara kan daarin echter niet worden gevolgd. Zowel Vectone als de 'vergeleken' aanbieders hanteren dezelfde afrekenmethode, in die zin dat zij de beltijd (naar boven) afronden naar hele minuten. Voorts geeft Vectone op de door haar verspreide posters duidelijk aan dat daarop de tarieven per minuut staan vermeld. Verder is van belang dat Vectone op de zitting heeft gesteld dat die methode ('afrekenen per minuut') standaard is in de hier aan de orde zijnde markt; volgens haar rekent iedere aanbieder van prepaid mobiele telefoondiensten voor internationaal bellen af per minuut. (...) Kortom, het maakt niet uit of de methode wel of niet wordt aangegeven.


Bruto-nettotariefstructuur van Lebara (iii)

3.19. Met betrekking tot de disclaimer op de - meest recente - 'vergelijkende' posters van Vectone (producties 22, 23 en 24 van Lebara), moet worden geconcludeerd dat, behoudens voor wat betreft de asterisk, niet is voldaan aan voormelde eis. Weliswaar is gebruikelijk en tot op zekere hoogte ook toelaatbaar dat voor de tekst van een disclaimer een kleiner lettertype wordt gebruikt dan voor de (wervende) hoofdtekst, maar op de posters deugt de verhouding in dat opzicht niet. Voor de disclaimer is een dermate klein lettertype gebruikt, dat de tekst ervan wegvalt in het geheel van de overige, wel in het oog springende, mededelingen op de posters en als gevolg daarvan niet wordt opgemerkt door de gemiddelde consument. Daarmee zijn de posters misleidend en ongeoorloofd vergelijkend. De disclaimers dienen minimaal te worden opgesteld met een lettertype als thans wordt gebruikt voor de direct boven de disclaimers opgenomen mededeling.


Verouderde posters (iv)

3.21. Lebara verwijt Vectone dat deze er een gewoonte van maakt dat zij - kort na het verspreiden van nieuwe posters - haar tarieven wijzigt/verhoogt, waarna zij die (verouderde) posters, waarop dus foutieve tarieven staan vermeld, bewust laat hangen. Vectone heeft een en ander gemotiveerd besteden, zodat - mede gelet op het beperkte karakter van een procedure als de onderhavige - van de juistheid van die stelling van Lebara niet kan worden uitgegaan. Daarvoor is nader onderzoek nodig, waarvoor in een kort geding geen plaats is. Overigens kan Vectone niet in alle gevallen worden verweten dat verouderde posters blijven hangen. Niet kan worden uitgesloten immers dat derden, die ooit in het bezit zijn gesteld van posters van Vectone en waarover Vectone geen controle kan uitoefenen, verouderde ('rondzwervende') posters niet verwijderen. Aangenomen moet worden dat ook andere aanbieders, waaronder Lebara, daarmee worden geconfronteerd.

RB 1617

Laagste prijsgarantie, een wassen neus

RCC 8 februari 2013, dossiernr. 2013/00018 (Laagste prijsgarrantie BelCompany)

Betreft de mededeling op de website www.belcompany.nl zijnde 'Wij bieden in onze winkels de laagste prijsgarantie voor alle mobiele telefoons en tablets.' Klager acht de laagste prijsgarantie een wassen neus. Het bedrag ad € 849 dat klager op 28 september 2012 voor de iPhone5 heeft betaald bij BelCompany, blijkt € 90 hoger te zijn dan de door Apple (vóór de btw-verhoging) gehanteerde adviesprijs.

Als erkent is komen vast te staan dat de bestreden uiting pas eind september 2012 van internet is verwijderd. Het feit dat de niet meer gehanteerde laagsteprijsgarantie nog via de website zichtbaar was, moet voor rekening van adverteerder komen. De Commissie acht de uiting misleidend. Ten overvloede overweegt de Commissie dat zij de bestreden uiting, indien de aangeboden garantie nog wel gold, eveneens misleidend zou achten. Er is sprake van het te laat verstrekken van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen.

Naar het oordeel van de Commissie betreft deze voorwaarde essentiële informatie waarover de consument tijdig moet worden geïnformeerd teneinde te voorkomen dat bij hem onjuiste verwachtingen worden gewekt en hij als gevolg daarvan een besluit over een transactie kan nemen dat hij niet zou hebben genomen indien deze essentiële informatie tijdig aan hem zou zijn verstrekt. De algemene verwijzing “Vraag de medewerkers in de winkels naar de voorwaarden” die in een van de door klager overgelegde uitingen is opgenomen, betekent niet dat de gemiddelde consument in die uiting tijdig is gewezen op het bestaan van genoemde belangrijke voorwaarde om aanspraak te kunnen maken op de laagsteprijsgarantie.

RB 1585

'Bestel Nu'-button geen definitieve bestelling

Vz RCC 21 december 2012, dossiernr. 2012/01084 (Vodafone bestelvoorwaarden)

Het betreft de uiting van Vodafone waarin onder meer staat: “Bestel je voor 17:00 uur dan wordt binnen 1 werkdag contact opgenomen om een afspraak voor levering te maken”. Klager stelt dat Vodafone zich niet houdt aan de opgegeven tijden. Vodafone stelt zich op het standpunt dat de mededeling die klager bestrijdt, pas verschijnt nadat een consument besluit om de button ‘Bestel Nu’ aan te klikken.

Voorzitter oordeelt als volgt: Onmiskenbaar is sprake is van een openbare directe aanprijzing van de diensten, zoals bedoeld in artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Aldus is sprake van reclame. Het moment dat de bestreden tekst in beeld verschijnt, is de bestelling nog niet definitief geplaatst en kan de aanprijzende werking van de tekst nog van invloed zijn op het besluit van de consument om de bestelling definitief te maken.

Adverteerder heeft niet weersproken dat de stelling niet in alle gevallen wordt nagekomen. Dit impliceert dat de uiting onjuiste informatie bevat met betrekking tot de levering als genoemd in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. De bestreden uiting is misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Onmiskenbaar is sprake van een openbare directe aanprijzing van de diensten van een adverteerder, zoals bedoeld in artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Aldus is sprake van reclame in de zin van dat artikel. Dat de uiting pas zichtbaar wordt op het moment dat men de knop ‘Bestel nu’ heeft gedrukt, doet daaraan niet af. Immers is, op het moment dat de bestreden tekst in beeld is, de bestelling nog niet definitief geplaatst en kan de aanprijzende werking van de tekst nog van invloed zijn op het besluit van de consument om de bestelling definitief te maken.

 

Adverteerder heeft niet weersproken dat de stelling “Bestel je voor 17:00 uur dan wordt binnen 1 werkdag contact opgenomen om een afspraak voor levering te maken” niet in alle gevallen wordt nagekomen. Dit impliceert dat de uiting onjuiste informatie bevat met betrekking tot de levering als genoemd in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC, welke blijkens dat artikel dient te worden beschouwd als één van de ‘voornaamste kenmerken van het product’. Omdat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de bestreden uiting tevens misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 1580

"Onbeperkt alles"-aanbieding mag niet leiden tot speed-stepdown

CvB RCC 18 december 2012, dossiernr. 2012/00837B (T-Mobile onbeperkt alles)

 In navolging van RB 532. Speed-stepdown, blijvende toegang, onbeperkte gebruiksmogelijkheden. Het betreft een billboard/abri poster voor “onbeperkt alles™” van T-Mobile. In de uiting wordt de suggestie gewekt dat de consument een abonnement of bundel kan afsluiten waarmee hij onbeperkt gebruik kan maken van internet, sms en bellen. In dit geval dient naar het oordeel van het College onderscheid te worden gemaakt tussen “onbeperkt internet” in de zin van blijvend toegang tot internet en “onbeperkt” internet in de zin van onbeperkte gebruiksmogelijkheden. Aangaande het laatste is van belang dat na overschrijding van het datategoed met betrekking tot het internet een verlaging van de snelheid (“speed­stepdown”) wordt toegepast. Aan deze verlaging zijn bijzondere consequenties verbonden. Vaststaat immers dat de snelheid dusdanig wordt verlaagd, dat bepaalde diensten die tot “internet” behoren feitelijk niet meer functioneren.

Genoemde diensten (“internet, bellen & sms”) dienen te worden beschouwd, in die zin dat elke afzonderlijke dienst (“alles”) als “onbeperkt” is bedoeld, terwijl “onbeperkt internet” dient te worden opgevat als blijvend toegang tot mobiel internet. Dit laatste aspect zal evenwel door de gemiddelde consument niet los worden gezien van de gebruiksmogelijkheden die hij normaal heeft. Het College onderschrijft het oordeel van de Commissie dat sprake is van misleidende, en daardoor oneerlijke reclame in de zin van artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code (NRC),met dien verstande dat het College tot dit oordeel komt wegens het ontbreken van essentiële informatie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c NRC. T-Mobile dient, rekening houdend met de consument die op enige afstand kennis neemt van de uiting, duidelijk leesbaar tot uitdrukking te brengen dat “onbeperkt alles” in combinatie met “internet” ziet op blijvend toegang tot internet zonder extra kosten, maar niet impliceert dat de gebruiksmogelijkheden ook onbeperkt zijn. Dat in de uiting wordt verwezen naar de website van T-Mobile waarop de gevolgen van de speed-step­down worden toegelicht, doet aan het voorgaande niet af. Het College van Beroep bevestigt de beslissing van de Commissie.

Het oordeel van het College
1. T-Mobile stelt dat de onderhavige uiting een teaser be­treft. Het College constateert dienaangaande dat in de uiting weliswaar niet de naam van het desbetreffende product wordt genoemd (On­be­perkt Internet Voordeel bun­del), maar wel uitdruk­kelijk wordt verwezen naar kenmer­kende eigen­schappen van dit pro­duct door de woor­den “Onbe­perkt alles” en de daarop vol­gen­de toevoeging “inter­net, bel­len & sms*”. De asterisk verwijst naar voorwaarden met betrekking tot het internet en sms die onderaan de uiting staan. Van een teaser in de zin van een boodschap die geen specifieke infor­ma­tie ten aanzien van het product bevat, is derhalve geen sprake. Dat, zoals T-Mobile terecht stelt, in het onder­havige geval geen spra­ke is van een uitnodiging tot aan­koop, staat niet in de weg aan toetsing van de on­derha­vige uiting aan de bepa­lingen in de Nederland­se Reclame Code inzake mislei­dende reclame.

2. De Consumentenbond stelt dat de gemiddelde consument door de woorden “onbe­perkt alles” geen rekening zal houden met het bestaan van (belangrijke) beperkin­gen. Het College oordeelt dienaangaande dat het woord “onbeperkt” een situatie bedoelt weer te geven waarbij geen enkele beperking geldt. Vaststaat dat men na het overschrijden van het maandelijks datategoed kan blijven in­ternetten, bellen & sms-en. Het College is van oordeel dat T-Mobile, voor zover hier relevant, vol­doen­de aanne­melijk heeft gemaakt dat sprake is van “onbeperkt in­ternet”, in die zin dat men onbeperkt toegang houdt tot het internet, ook nadat het datategoed is over­schre­den. Uit het volgende blijkt echter dat in dit geval onderscheid dient te worden gemaakt tussen “onbeperkt internet” in de zin van blijvend toegang tot internet en “onbeperkt” internet in de zin van onbeperkte gebruiksmogelijkheden.

3. Aangaande het laatste is van belang dat na over­schrijding van het da­tategoed met betrek­king tot het in­ter­net een verlaging van de snelheid (“speed­stepdown”) wordt toe­gepast. Aan deze verlaging zijn bijzon­dere con­se­quen­ties ver­bon­den. Vast­staat immers dat de snelheid dusdanig wordt verlaagd, dat be­paalde diensten die tot “in­ter­­net” beho­ren feitelijk niet meer func­tio­neren. (...)

10. Het College onderschrijft op grond van het voorgaande het oordeel van de Commis­sie dat sprake is van misleidende, en daar­door oneerlijke reclame in de zin van ar­ti­kel 7 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), met dien verstande dat het Col­le­ge tot dit oordeel komt wegens het ontbreken van essentiële infor­matie als be­doeld in artikel 8.3 aanhef en onder c NRC. T-Mobile dient, rekening houdend met de con­sument die op enige afstand kennis neemt van de uiting, duidelijk leesbaar tot uit­druk­king te bren­gen dat “onbeperkt alles” in combinatie met “internet” ziet op blij­vend toegang tot internet zonder extra kosten, maar niet impliceert dat de ge­bruiks­mogelijkheden ook onbeperkt zijn.

RB 1579

Dat profiel staat niet op de website

Vz. RCC 27 november 2012, dossiernr. 2012/00967 (XS4ALL internetsnelheid)

De bestreden reclame-uiting betreft de website xs4all.nl voor zover op die website een aanbieding voor een internetpakket stond met als omschrijving “Tot 8 Mb/s Download snelheid”. In de praktijk haalt klager nauwelijks de helft van de snelheid. Volgens adverteerder bedraagt de snelheid maximaal 6 Mb/s, maar uit een erkende speedtester blijkt dat dit 3,9 Mb/s is. Volgens adverteerder valt deze snelheid binnen het profiel van het abonnement. Dat profiel staat niet  op de website. Volgens klager is er sprake van misleiding.

De voorzitter is van oordeel dat de klacht de Commissie aanleiding zal geven een aanbeveling te doen. Hij overweegt daartoe het volgende:

adverteerder geeft een specifieke invulling aan de woorden “Tot 8 Mb/s Download snelheid”.  Adverteerder had echter dienen te vermelden dat zij ook bij wezenlijk lagere snelheden voldoet aan de verplichtingen die voor haar als dienstverlener uit het aangeprezen abonnement volgen. Nu in de uiting, waarin sprake is van een uitnodiging tot aankoop, geen duidelijke invulling aan de woorden “Tot 8 Mb/s Download snelheid” wordt gegeven, is sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. De voorzitter acht de gewraakte reclame-uitingen in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC.

De klacht
Klager verwachtte op grond van de reclame-uiting dat hij weliswaar niet altijd, maar toch in overwegende mate zou kunnen internetten met een download snelheid van 8 Mb/s. Deze snelheid werd ook genoemd in de postcodecheck die klager heeft gedaan. In de praktijk haalt klager nauwelijks de helft van de snelheid. Volgens ad­verteerder bedraagt de snelheid maximaal 6 Mb/s, maar uit een erkende speedtester blijkt dat dit 3,9 Mb/s is. Volgens ad­verteerder valt deze snelheid binnen het profiel van het abonnement. Dat profiel staat niet op de website.

Volgens klager is er sprake van misleiding. Klager verwijst naar afspra­ken die providers hebben gemaakt om realistische download snelheden te zullen aanbieden.

Het oordeel van de voorzitter (...)
3) Uit het laatste volgt dat adverteerder een specifieke invulling geeft aan de woorden “Tot 8 Mb/s Download snelheid”. Deze invulling blijkt, zoals klager onweersproken heeft gesteld, niet uit de reclame-uiting. Adverteerder volstaat met de theoretisch maximaal haal­bare snel­heid te noemen, ook in de bijbehorende postcodecheck.

Adverteerder had echter dienen te vermel­den dat zij ook bij wezenlijk lagere snelheden vol­doet aan de ver­plichtingen die voor haar als dienstver­le­ner uit het aangeprezen abonnement volgen. Het gebruikte communica­tiemedium van een website biedt daartoe voldoende moge­lijkheden. De gemiddelde con­su­ment kan niet bekend worden ver­on­dersteld met de bijzondere invulling die adver­teer­der geeft aan de woorden “Tot 8 Mb/s Download snelheid”, en zal daarom niet verwachten dat ook bij een aanzienlijk lagere snelheid (vanaf 1 Mb/s) wordt voldaan aan het “profiel” van de aangeprezen dienst. De voorzitter acht deze informatie essentieel. De snelheid van het in­ter­net­ten is immers voor de consument een belangrijke factor bij het te kiezen abonne­ment. Nu in de uiting, waarin sprake is van een uitnodi­ging tot aankoop, geen duidelijke in­vulling aan de woorden “Tot 8 Mb/s Download snelheid” wordt gegeven, is sprake van een omissie als be­doeld in artikel 8.3 aan­hef en onder c van de Neder­landse Reclame Code (NRC). Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.