RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Zoetwaren  

RB 2202

Simpele smaakproef onvoldoende voor vergelijkende ijsjesreclame

RCC 1 augustus 2014, RB 2202, dossiernr 2014/00524 (Unilever tegen Lidl)
Beslissing ingezonden door Ebba Hoogenraad, Hoogenraad & Haak advocaten. Aanbeveling. Vergelijkende reclame. Testmethode. Het betreft een uiting voor “Vanilla Cones” in de nieuwsbrieven van Lidl. Boven de afbeelding van een pak “Vanilla Cones” ijsjes staat “ALS BESTE GETEST! Bron: Smaaktest Consumentenbond juli / augustus 2014”. Onder de afbeelding van het pak ijsjes staat: “Wint o.a. van Ola en heeft ‘een lekker knapperig hoorntje’”. De klacht: De reclame is gebaseerd op een door de Consumentenbond uitgevoerde marginale test inzake het Cornetto ijsje van Unilever en haar concurrenten ('Cornetzo-test'). Deze test kan echter niet als onderbouwing van de reclame dienen, nu de test door slechts 19 personen is uitgevoerd en in opzet, uitvoering en wijze van publicatie niet voldoet aan de strenge eisen van betrouwbaarheid en zorgvuldigheid die in het algemeen gelden voor testen die door de Consumentenbond in het kader van klassiek vergelijkend warenonderzoek worden gedaan. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 13 aanhef en onder a NRC.

 

Het oordeel van de Commissie:
3. Als onweersproken is komen vast te staan dat de smaaktest geen reguliere ("klassieke") vergelijkende test van de Consumentenbond betreft waarbij wordt gestreefd naar geobjectiveerde resultaten, maar - volgens de Consumentenbond - moet worden gezien als een 'simpele smaakproef'. Dit staat op zichzelf genomen niet in de weg aan een verwijzing naar de resultaten van de smaakproef in een reclame-uiting. [...] De Commissie acht van de zijde van Unilever voldoende aannemelijk gemaakt dat voor een representatieve vergelijkende smaaktest onder consumenten een grotere groep respondenten ("minimaal 40 tot 50") nodig is. De Commissie neemt tot uitgangspunt dat een professionele organisatie als Lidl ook van dit gegeven op de hoogte is, althans behoort te zijn, en hiermee rekening dient te houden bij de wijze waarop de resultaten van de smaakproef in een reclame-uiting worden gebruikt.
 
6. Op grond van het voorgaande zal de gemiddelde consument aan de verwijzing in de reclame-uiting naar de smaaktest van de Consumentenbond meer waarde toekennen dan indien hij juist zou zijn geïnformeerd over de wezenlijke kenmerken van de smaaktest als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC, te weten het feit dat het een simpele smaakproef onder 19 personen betreft. Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie (de aankoop van ijsjes) te nemen dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor in strijd met artikel 13 aanhef en onder a NRC.

7. De klacht dat de uiting niet voldoet aan de in artikel 13 onder c NRC genoemde voorwaarde van controleerbaarheid van de gemaakte vergelijking, treft naar het oordeel van de Commissie geen doel. De bron van de gemaakte vergelijking wordt in de uiting genoemd. Deze bron, de publicatie "Getest Cornetzo?" in de gids van de Consumentenbond van juli / augustus 2014, is voor leden van de Consumentenbond, die in het kader van hun lidmaatschap de gids ontvangen, gemakkelijk te raadplegen. Dat dit voor personen die geen lid van de Consumentenbond zijn moeilijker is, betekent niet dat de vergelijking om die reden als onvoldoende controleerbaar niet geoorloofd is.

Lees de beslissing hier:
RB 2202 (link)

RB 2115

Potter's 'original' dient ter onderscheiding van milde variant

RCC 24 maart 2014, dossiernummer 2014/00042 (Potter's droppastilles)
Afwijzing. Het betreft de tekst op een blikje Potter’s droppastilles, die luidt: “Verbeterde formule Potter’s Verfrissende droppastilles Original”. Een pottertje is een halfhard kussenvormig dropje met een mentholachtige smaak. Sinds ongeveer een jaar zitten er ronde kogeltjes in het blikje die qua smaak wel wat weg hebben van een pottertje, maar die uiteenspatten als glas als men erop kauwt. Dit zijn in de beleving van klager en iedereen die hij daarnaar vroeg, geen pottertjes meer. Op het laatste blikje dat klager kocht, in de hoop dat de pottertjes weer als vanouds zouden smaken, stond dat de “Potter’s Original” een “verbeterde formule” hebben. Dit is onjuist want ofwel het pottertje is “original”, te weten zacht en vierkant, of er is sprake van een “verbeterde formule”. Voor de huidige “pottertjes” behoort de naam “Potter’s” niet langer te worden gebruikt en het is misleidend deze “original” te noemen nu de formule is gewijzigd.

Het oordeel van de Commissie
Naar adverteerder stelt is de receptuur van de pottertjes niet gewijzigd en de Commissie heeft geen reden aan de juistheid van deze mededeling te twijfelen. De mededeling “verbeterde formule” ziet, aldus adverteerder, alleen op het feit dat is overgeschakeld op een ander productieproces om te bereiken dat de pottertjes niet of minder kleven. In dit licht acht de Commissie de mededeling “verbeterde formule” niet misleidend.
Dat door dit andere productieproces, naast een iets gewijzigde vorm, het mondgevoel van de pottertjes iets anders is geworden, betekent niet dat het product dat al sinds 1960, ter onderscheiding van de milde variant in een rode verpakking, “Potter’s original” wordt genoemd, niet langer aldus mag worden aangeduid.

De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.
RB 2064

Poedersuiker in gezonde gevarieerde voeding en actieve leefstijl

RCC 19 februari 2014, dossiernr. 2014/00060 (Van Gilse poedersuiker)
Voedingscentrum. Richtlijn Goede Voeding, EFSA, etc. Afwijzing. De (mate van) consumptie van suiker en suikerproducten wordt immers ingekaderd door de zinsnede “gezonde gevarieerde voeding en actieve leefstijl”. De reclame-uiting voor suiker is misleidend en in strijd met de waarheid. Waarschijnlijk wordt bedoeld dat suiker uitsluitend gebruikt moet worden als je gezond en gevarieerd eet en actief bent. Slechts dan kunnen de kwalijke gevolgen van suiker minimaal zijn. Maar door de woordkeuze zal de consument in de mededeling lezen dat suiker gezond is, geen kwaad kan als je gevarieerd eet en zelfs nodig is voor een actieve leefstijl.

Suiker is onnodig en ongezond zolang experts het nog niet eens zijn. Suikerconsumptie verhoogt het risico op hart- en vaatziekten. Suiker kan een tijdelijke energieboost geven, met als gevolg een snellere vermoeidheid en stress op de langere termijn. Door het eten van (te veel) suikers wordt men ook gevoeliger voor verschillende ziektes zoals diabetes, slechte botten en tanden, overgewicht en verslaving.

Het verweer
Suiker (sacharose) is een natuurlijk product, dat voor de helft bestaat uit glucose en voor de helft uit fructose. Hiermee verschilt kristalsuiker niet van suiker die van nature voorkomt in bijvoorbeeld fruit en groente. Het lichaam maakt geen onderscheid tussen beide soorten suiker en ze leveren ook dezelfde hoeveelheid calorieën per gram (4 kcal).

Uit de klacht blijkt al dat klager in de bestreden mededeling dingen leest die er niet staan. Voorts gaat klager voorbij aan het feit dat zijn stelling dat “suiker onnodig en ongezond [is] zolang experts het nog niet eens zijn” ook impliceert dat ‘experts’ het er niet over eens zijn of suiker onnodig en ongezond is.

Voor klagers stelling dat suikerconsumptie leidt tot een verhoogd risico op hart- en vaatziekten bestaat geen wetenschappelijke onderbouwing. Blijkens de website van de Nederlandse Hartstichting vormen roken, hoge bloeddruk, hoog cholesterol en overgewicht de belangrijkste risicofactoren. Ter bestrijding van hoge bloeddruk benadrukt de Hartstichting het belang van matige zoutinname en lichamelijke beweging, maar suikerconsumptie wordt niet als specifieke risicofactor genoemd. Wel kan overgewicht bijdragen aan het risico op hart- en vaatziekten en daarom is het belangrijk de energie-inname te beperken. Dit bereikt men echter niet door alleen de consumptie van suikers te matigen, maar ook van alle andere energieleverende voedingsstoffen.

Klagers stelling dat suiker een tijdelijke energieboost geeft maar vermoeidheid op langere termijn is evenmin onderbouwd. Suiker heeft een lagere glycemische index (GI) dan bijvoorbeeld volkoren tarwebrood, gekookte aardappelen en sommige soorten witte rijst en pasta. Volgens het Voedingscentrum is de bewering dat men moe wordt van de consumptie van suiker niet wetenschappelijk aangetoond.

Voor zover klager aanvoert dat het eten van suiker gerelateerd is aan verschillende ziektes, overgewicht en verslaving, wordt gewezen op conclusies van de Nederlandse Gezondheidsraad (Richtlijnen Goede Voeding 2006) en de Europese voedselveiligheidsautoriteit (EFSA, Dietary Reference Values for carbohydrates and dietary fiber, 2010), die geen richtlijnen hebben kunnen opstellen voor het gebruik van suikers, omdat er onvoldoende wetenschappelijk bewijs is om een bovengrens van consumptie vast te stellen. De Nederlandse Diabetes Federatie (NDF) deelt de conclusie dat er onvoldoende bewijs is om een kwantitatieve aanbeveling op te nemen voor de hoeveelheid toegevoegde suikers in de voeding. De belangrijkste risicofactor voor het ontwikkelen van diabetes type 2 is overgewicht.

Het Voedingscentrum stelt op zijn website dat suiker niet verslavend is.

Voor het behoud van een goede mondgezondheid wordt door het Ivoren Kruis geadviseerd om het aantal eet- en drinkmomenten per dag tot 7 te beperken. De frequentie is dus essentieel en niet de hoeveelheid suiker die men eet.

Overigens is overconsumptie van suiker niet wenselijk en moet dus voorkomen worden. Zoals voor alle voedingsmiddelen geldt ook bij suiker dat te veel niet goed is. Om op gezond gewicht te blijven is de balans tussen energie-inname en energieverbruik essentieel. Hoe actiever de leefstijl, hoe meer energie men verbruikt en hoe meer ruimte er is voor de inname van extra energie, waaronder suiker.

Gelet op al het bovenstaande past de consumptie van suiker en suikerproducten in een gezonde gevarieerde voeding en actieve leefstijl, en is de bestreden mededeling dus niet misleidend en in strijd met de waarheid.

De mondelinge behandeling

Klager heeft zijn standpunt nader toegelicht. Hij heeft daarbij benadrukt dat hij geen bezwaar zou hebben tegen de bestreden mededeling indien daaraan zou worden toegevoegd dat sprake moet zijn van een matige inname van suiker en suikerproducten. Zonder deze waarschuwing wordt ten onrechte gesuggereerd dat suiker zonder beperking kan worden gebruikt. Klager heeft desgevraagd bevestigd dat hij de bestreden mededeling om die reden in strijd acht met artikel II onder 1 van de Reclamecode voor Voedingsmiddelen.

Het standpunt van Suiker Unie is - mede aan de hand van overgelegde pleitnotities - gehandhaafd en toegelicht. Rekening houdend met de gegevens op het gebied van suiker van onafhankelijke adviescolleges zoals de Nederlandse Gezondheidsraad en het Voedingscentrum is Suiker Unie van mening dat de consumptie van suiker en suikerproducten wel past in een gezonde en gevarieerde voeding en actieve leefstijl.

Het oordeel van de Commissie
Suiker en suikerproducten zijn te beschouwen als voedingsmiddelen waarop de Reclamecode voor Voedingsmiddelen (RVV) van toepassing is. De mededeling “Suiker en suikerproducten passen in een gezonde gevarieerde voeding en actieve leefstijl” is aan te merken als een mededeling over een eventuele bijdrage van suiker(producten) aan een verantwoord voedingspatroon als bedoeld in artikel II onder 1 RVV. Krachtens deze bepaling dient een dergelijke mededeling in een reclame-uiting juist en volledig te zijn.

Klager acht de bestreden mededeling onjuist, omdat daarin gesuggereerd wordt dat suiker onbeperkt kan worden ingenomen zonder gevaar voor de gezondheid op te leveren. Naar het oordeel van de Commissie blijkt echter voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk dat de mededeling niet bedoelt aan te zetten tot of een aanbeveling inhoudt voor een onbeperkte suikerconsumptie. De (mate van) consumptie van suiker en suikerproducten wordt immers ingekaderd door de zinsnede “gezonde gevarieerde voeding en actieve leefstijl”. Overigens wordt algemeen bekend verondersteld dat voor elk voedingsproduct te veel gebruik ongezond is.

Door Suiker Unie is voldoende aannemelijk gemaakt dat volgens onafhankelijke instanties als de Gezondheidsraad en het Voedingscentrum bij een gezond en gevarieerd voedingspatroon en een actieve leefstijl niet van de consumptie van suiker(producten) hoeft te worden afgezien.

Gelet op het vorenstaande wordt als volgt beslist.

De beslissing


De Commissie wijst de klacht af.

RB 1467

Sprake van excessief gebruik van Fruittella snoep

RCC 23 juli 2012, dossiernr. 2012/00583 (Fruittella)

Bijzondere Reclamecode. Het betreft de 'billboarding' rond de televisieserie Goede Tijden Slechte Tijden, waarin wordt medegedeeld dat dit programma mede mogelijk wordt/werd gemaakt door 'Fruittella, vierkant de fruitigste'. De uiting bestaat uit drie delen, waarin is te zien hoe een (tiener)meisje een Fruittella 'snoeppot' leeg eet.

De klager baseert zich op het feit dat de indruk wordt gewekt dat Fruittella snoepjes zo lekker zijn dat je de hele verpakking wel achter elkaar leeg moet eten. Overmatige suikerconsumptie is slecht voor kinderen, die in Nederland steeds meer aan obesitas (gaan) lijden.

De Commissie oordeelt dat in de bestreden uiting de artikel 6 RVV en artikelen 1 en 6 CVZ worden overtreden. In deze uiting, die overigens niet specifiek op kinderen onder 13 jaar is gericht, is sprake van overmatige consumptie c.q. excessief gebruik van Fruittella snoep. Krachtens artikel 6 CVZ dient televisiereclame voor zoetwaren op een van de in artikel 6 CVZ beschreven wijzen een door de RCC vastgestelde, gestileerde afbeelding van een tandenborstel te tonen. Deze ontbreekt in de bestreden uiting van Fruittella. Volgens de Commissie is geen sprake van een dermate humoristisch karakter waardoor de uiting niet strijdig met de RVV en CVZ zou moeten worden bevonden.

Naar het oordeel van de Commissie worden in de bestreden uiting de genoemde bepalingen van de RVV en de CVZ overtreden. In drie fragmenten rondom een - ruim 20 minuten durende - aflevering van GTST is te zien hoe een meisje alleen een Fruittella snoeppot leegeet. De indruk dat de consumptie van het snoep binnen een kort tijdsbestek plaatsvindt, wordt versterkt door het beeld van het op de achtergrond varende bootje, dat in het eerste fragment het beeld binnen komt varen en in de volgende twee fragmenten nauwelijks verder is gevaren. Aldus is in deze uiting, die overigens naar het oordeel van de Commissie niet specifiek op kinderen onder 13 jaar is gericht, sprake van overmatige consumptie c.q. excessief gebruik van Fruittella snoep.

Krachtens artikel 6 CVZ dient televisiereclame voor zoetwaren op een van de in dit artikel beschreven wijzen een door de Reclame Code Commissie vastgestelde, gestileerde afbeelding van een tandenborstel te tonen. Als erkend is komen vast te staan dat een dergelijke afbeelding in de onderhavige uiting ontbreekt. Het gegeven dat door adverteerder de onderhavige billboarding wordt gezien als sponsoring, laat onverlet dat de uitingsvorm van deze sponsoring een reclame-uiting is volgens de definitie van de Nederlandse Reclame Code en in de zin van de CVZ. Het voorschrift van artikel 6 CVZ is derhalve op de bestreden uiting van toepassing.

Daargelaten de vraag of in geval van een humoristisch karakter van de uiting deze niet strijdig met de RVV en de CVZ zou worden bevonden, is naar het oordeel van de Commissie in de onderhavige billboarding, die als zelfstandige uiting ter beoordeling is voorgelegd, geen sprake van de door adverteerder bedoelde ‘knipoog’.

RB 1430

Naast kwark en fruit ook andere ingrediënten

RCC 5 juni 2012, dossiernr. 2012/00453 (Danoontje I)
RCC 5 juni 2012, dossiernr. 2012/00454 (Danoontje II)

Voeding. Misleidende reclame. Voornaamste kenmerken product.

In een televisie-commercial voor Danoontje, waarin - tegenover kinderen die kennelijk een bezoek brengen aan een boerderij - wordt gezegd: “Willen jullie zien hoe Danoontje wordt gemaakt? Het begint met vers gemaakte kwark. Dat meng je met echt fruit. Lekker hè? Dat zit allemaal in Danoontje.” Te zien is dat de kinderen in schaaltjes vers fruit door kwark prakken en een Danoontje eten.

De klachten richten zich op het feit dat de suggestie wordt gewekt dat er niets dan verse kwark en vers geprakt fruit in Danoontje zit en dat door het filmpje in de commercial en de aan het eind in beeld verschijnende mededeling. Dat er geen sprake is van kunstmatige toevoegingen, wordt de suggestie gewekt dat er alleen kwark en fruit in Danoontje zit. Dat is niet waar. In Danoontje zit ook heel veel suiker. De tekst die daarop betrekking heeft, verschijnt in slecht leesbare letters in beeld. In het filmpje wordt echter het toevoegen van suiker niet getoond. De reclame verschaft volgens klagers dus geen juiste informatie over het product.

De commissie wijst de klachten af, er verschijnt een disclaimer in beeld en de waarheidsgetrouwheid weergave van de beelden met geprakte fruit & kwark is de gemiddelde consument voldoende duidelijk.

In de bestreden televisiecommercial wordt de aandacht gevestigd op de aanwezigheid van verse kwark en fruit in Danoontje, waarvan naar het oordeel van de Commissie voldoende aannemelijk is dat dit de meest karakteristieke ingrediënten van Danoontje zijn. In de commercial wordt niet de indruk gewekt dat vers fruit en kwark de enige ingrediënten zijn. Zodra wordt gezegd “Het begint met vers gemaakte kwark” verschijnt - gedurende 8 seconden - onderin beeld de mededeling: ”Naast kwark en fruit bevat Danoontje ook suiker en andere ingrediënten. Deze informatie is terug te vinden op de verpakking of op de website.”

Bovendien blijkt uit de beelden van de commercial, waarbij vers fruit handmatig door kwark wordt geprakt, voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk dat dit geen waarheidsgetrouwe weergave van het bereiden van Danoontje betreft. Naar het oordeel van de Commissie wordt in de commercial niet de misleidende indruk gewekt dat Danoontje geen suiker of andere toevoegingen bevat.

RB 1324

Kamervragen: Convenant Overgewicht

Antwoord kamervragen over het ontduiken van afspraken in het Convenant Overgewicht, Aanhangsel Handelingen II, nr. 1 667

De meest interessante citaten uit de beantwoording van Kamervragen over de ontduiking van het Convenant Overgewicht:

Vraag 1: Bent u op de hoogte van het feit dat de regels van het Convenant Overwicht ten aanzien van reclame voor snoep worden overtreden? Wat is uw mening?

Antwoord: 1 Nee. Het Convenant Overgewicht is niet meer actueel; eind 2009 is dit beëindigd. Op basis van draagvlak van betrokken partijen en met steun van de Kamer is ingezet op een nieuw convenant: het Convenant Gezond Gewicht (TK 31 899, nr. 15). Het thema voedingsmiddelenreclame gericht op kinderen maakt hier geen onderdeel van uit.

Vraag 2:Vindt u dat het sponsoren door Haribo van het populaire programma The Voice Kids past binnen de afspraken van het Convenant?

 

(...) De afspraken waar u vermoedelijk op doelt zijn opgenomen in de RvV, waarin een verbod op voedingsmiddelenreclame gericht op kinderen tot 7 jaar is opgenomen. Volgens de gegevens uit het bereikonderzoek blijkt dat “The
Voice Kids” zich niet richt op kinderen onder de 7 jaar. Het kijkerspubliek van het “The Voice Kids” bestaat voor 85% uit kijkers ouder dan 12 jaar (bron: RTL 4).

(...) Dit kabinet zet in op een integrale aanpak op het gebied van gezond gewicht, zoals vermeld in de Landelijke nota Gezondheidsbeleid, waarbij de jeugd wordt ondersteund door programma’s zoals Mediawijsheid bij het ontwikkelen van weerbaarheid tegen de prikkels en verleidingen die nu eenmaal onderdeel uitmaken van onze leefwereld. Reclame is daar onderdeel van.

Vraag 5: Kunt u de Kamer zo snel mogelijk een lijst sturen van fabrikanten en reclameuitingen voor snoep in het afgelopen jaar, en hier ook een lijst aan toevoegen van snoep in de vorm van populaire figuurtjes voor kinderen, of waarbij deze figuurtjes op de verpakking staan afgebeeld?

Nee, in het kader van zelfregulering zie ik het niet als mijn taak dit soort lijsten samen te stellen en te verspreiden.

Vraag 6: Wat is uw mening over de uitspraak van Vereniging voor de Bakkerij- en Zoetwarenindustrie (VBZ)-directeur Baas dat reclame voor programma's die op een later tijdstip worden uitgezonden maar wel populair zijn bij kinderen niet onder de Convenantafspraken vallen omdat kinderen dan “in bed horen te liggen”?

Antwoord 6: Deze uitspraak komt niet overeen met de gehanteerde criteria. In artikel 8 van de RvV wordt aangegeven wanneer een programma gericht is op kinderen. Dit wordt niet beoordeeld op basis van tijdstip, zoals wordt gesuggereerd, maar op basis van bereikcijfers. De FNLI hanteert een vergelijkbaar criterium voor de oproep om terughoudend te zijn met reclame gericht op kinderen tussen de 7 en 12 jaar.

RB 1289

Na geschoten reclamefoto's samenstelling gewijzigd

Vz. toewijzing RCC 18 januari 2012, Dossiernr. 2011/01229 (Chocomomentje; na reclamefoto's samenstelling gewijzigd)

Hertog ijs; verschil in caloriehoogte op diverse productafbeeldingen onjuiste calorische waarde vermeld. Op de grote foto staat dat het ijsproduct “Choco momentje” 200 kcal bevat (10%), terwijl op de verpakking van dit product in de andere advertentie, waarin naast “Choco momentje” nog twee andere ijssoorten worden aangeprezen, staat “220 kcal 11%”.

Inderdaad is op het artwork (grote foto) de voedingswaarde van 200 kcal aangegeven en op de packshots (kleine foto’s) de waarde van 220 kcal. Na het opmaken van de grote foto is de samenstelling van het ijs nog gewijzigd. De packshots zijn de foto’s van het daadwerkelijke product en daarop is de juiste calorische waarde vermeld.

Voorzitter: Als erkend is komen vast te staan dat in de door adverteerder als ‘artwork’ aangeduide advertentie een onjuiste calorische waarde van Hertog “Choco momentje” is vermeld. Deze calorische waarde is duidelijk leesbaar en zal de gemiddelde consument niet ontgaan. Aldus gaat deze advertentie gepaard met onjuiste informatie over een van de voornaamste kenmerken van het aangeprezen product, te weten de samenstelling, als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, acht de voorzitter de uiting misleidend en om die reden oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 1277

450 ml vs 450 gr

RCC 13 december 2011, dossiernr. 2011/01102 (Mona-puddingbeker 450 ml vs 450 gr)

Uiting/Klacht: De aanbieding heeft betrekking op bekers met een inhoud van ‘450 ml’. Op de verpakking staat echter uitsluitend de inhoud in grammen. Hierdoor wordt de consument in verwarring gebracht en kan niet worden vastgesteld of de aanbieding juist is.

Adverteerder heeft aangevoerd dat de bewuste bekers alle 450 ml pudding bevatten, maar dat deze puddingen, ten gevolge van de samenstelling ervan, niet alle hetzelfde gewicht hebben. Klacht wordt afgewezen: Geen strijd met RVV of andere wet- en regelgeving.

Commissie:

Gelet op het voorgaande acht de Commissie het begrijpelijk dat de bewuste aanbieding - die immers ‘alle smaken’ pudding betreft - in de folder slechts wordt aangeduid met ‘ml’ en niet met grammen. Voorts acht de Commissie het, nu is gebleken dat er slechts één formaat beker is waarin de bewuste toetjes zijn verpakt, voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk waarop de aanbieding betrekking heeft.

Niet is gesteld of gebleken dat de reclame-uiting in strijd is met de Reclamecode Voor Voedingsmiddelen (RVV) of andere wet- en regelgeving op het gebied van etikettering, voedingswaardeaanduidingen en voedings- en gezondheidsclaims.

RB 1064

Klacht Vereniging tegen Kwakzalverij tegen Dr. Frank wederom niet ontvankelijk

Van NJD-website: KNMG - De Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG heeft uitspraak gedaan op een klacht over het Dr. Frank Dieet. De klacht is ingediend door de voorzitter van de Vereniging tegen de Kwakzalverij. De voorzitter van de VtdK verweet Dr. Frank onder meer dat hij met de publiciteit die hij maakt voor zijn dieet de Gedragsregels van de KNMG zou schenden.

Aanvankelijk heeft de Raad voor de tuchtrechtspraak de voorzitter van de VtdK niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht tegen Dr. Frank. De Raad zag de voorzitter van de VdtK niet als rechtstreeks belanghebbende.

Vervolgens heeft het Federatiebestuur van de KNMG de Raad gevraagd de zaak toch te behandelen. Dit bestuur kan dat volgens het Reglement Tuchtrechtspraak KNMG vragen, als het belang van de medische stand in het geding is.

De Raad oordeelt echter dat het verzoek van het bestuur om de onderhavige zaak toch te behandelen in dit geval onvoldoende is gemotiveerd.
Klager wordt dus om formele redenen wederom niet ontvankelijk in zijn klacht verklaard. De Raad overweegt voorts dat op basis van de stukken en hetgeen ter zitting is besproken niet aannemelijk is dat het handelen van Dr. Frank een zodanig ernstige schending van de gedragsregels van de KNMG oplevert dat de klacht ondanks de formele tekortkoming toch moet worden behandeld.

Link:Uitspraak 29 juli 2011

RB 1061

Proef gratis Speculooshagel

RCC 12 juli 2011, Dossiernr. 2011/00515 (Lotus Speculooshagel)

Reclamerecht. Televisiecommercial waarin Lotus Speculooshagel wordt aangeprezen met o.a. mogelijkheid tot bestellen gratis proefverpakking. Klager heeft op 29 mei SMS gestuurd om proefverpakking te bestellen maar kreeg als antwoord dat wegens succes deze niet meer beschikbaar was. Klager stelt dat het oneerlijk is met deze reclame te adverteren terwijl proefverpakkingen uitverkocht zijn. Verweerder stelt dat commercial van 16 t/m 29 mei is uitgezonden en de proefverpakkingen op 28 mei op waren. Op dat moment geen mogelijkheid meer tot stopzetten commercial, bestellingen op 29 mei hebben SMS ontvangen dat proefverpakking niet meer beschikbaar is.

Commissie constateert dat in bestreden commercial geen actieperiode is vermeld en geen voorbehoud op=op is gemaakt. Hierdoor hoeft consument niet te verwachten dat geen gebruik meer kan worden gemaakt van aanbod als commercial nog loopt. Sprake van onduidelijkheid t.a.v. beschikbaarheid proefverpakkingen (art. 8.2 aanhef en onder b NRC). Strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling.

Vast is komen te staan dat de televisiecommercial voor Lotus Speculooshagel is uitgezonden in de periode 16 tot en met 29 mei 2011 en dat klager op de laatste uitzenddag van de commercial gebruik wilde maken van het aanbod om per SMS een gratis proefverpakking aan te vragen. De Commissie heeft geconstateerd dat in de bestreden commercial geen actieperiode is vermeld. Evenmin is in de commercial het voorbehoud op=op gemaakt voor het geval in de loop van de actie mocht blijken dat er onvoldoende proefverpakkingen zijn om aan de vraag te voldoen. Onder deze omstandigheden hoeft de gemiddelde consument er niet op bedacht te zijn, dat op het moment waarop de televisiecommercial wordt uitgezonden en de actie kennelijk nog loopt geen gebruik meer kan worden gemaakt van het aanbod een gratis proefverpakking aan te vragen.

Gelet op het vorenstaande is de bestreden televisiecommercial onduidelijk ten aanzien van de beschikbaarheid van de proefverpakkingen speculooshagel als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: NRC art. 7, art. 8.2 aanhef en onder b

  • 1
  • 2
  • 3
  • 11 - 20 van 22