RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Reclame  

RB 3832

Reclame over "duurzame" cruisereis is misleidend

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 19 mrt 2024, RB 3832; 2024/00059 (Klager tegen adverteerder), https://reclameboek.nl/artikelen/reclame-over-duurzame-cruisereis-is-misleidend

RCC 19 maart 2024, RB 3832; 2024/00059 (Klager tegen adverteerder). In een advertentie in de Volkskrant (uiting 1) en op een website (uiting 2) worden cruisereizen aangeboden die een “duurzame keuze” zouden zijn. De claim wordt echter niet onderbouwd of toegelicht. Klager stelt dat ten opzichte van andere vormen van vakantie cruisevakanties juist schadelijk zijn voor het klimaat en het milieu en verwijst naar diverse bronnen over de uitstoot. De gemiddelde consument zou misleid worden door deze uiting en denken dat het inderdaad een duurzame keuze is en niet milieu- en klimaatschadelijk is. Dit zou misleidend en daarmee in strijd met de artikelen 3.1, 4 en 7 van de Code voor Duurzaamheidsreclame (hierna: CDR) zijn. Adverteerder voert verweer en stelt dat een vakantie in Noorwegen wel duurzaam is. De Commissie oordeelt dat de algemene vermelding dat de reis een “duurzame” keuze is, niet voldoende is. Het begrip ‘duurzaam’ moet ingevuld worden en er moet duidelijk zijn op grond waarvan het begrip gerechtvaardigd wordt. Beide uitingen zijn hierdoor in strijd met artikel 3.1 CDR. De Commissie beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze te adverteren.

RB 3784

Lipton Ambassadeur hoeft betaalde samenwerking niet aan te geven

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 2 aug 2023, RB 3784; (Klager/Influencer), https://reclameboek.nl/artikelen/lipton-ambassadeur-hoeft-betaalde-samenwerking-niet-aan-te-geven

Reclame Code Commissie 2 augustus 2023, RB 3784; Dossiernr. 2023/00283 (Klager/Influencer) In het onderhavige geschil oordeelt de voorzitter van de Reclame Code Commissie over de klacht van een klager. De klacht stelt dat een content creator niet aangeeft dat er sprake is van een betaalde samenwerking tussen hen en Lipton Ice Tea in een foto waarin de content creator zegt dat deze 'een #LiptoniceTeaAmbassador' is. De adverteerder en content creator vindt dat de reclame-uiting voldoet aan de doelstellingen van de Reclamecode Social Media & Influencer Marketing. De hashtag is voldoende om aan te geven dat er sprake is van een betaalde samenwerking ten behoeve van Lipton Ice Tea.

RB 3668

Boetes wegens overtreding reclameverbod uit Tabaks- en rookwarenwet

Nederland 4 jul 2022, RB 3668; ECLI:NL:RBROT:2022:5348 (Eiseres tegen verweerder ), https://reclameboek.nl/artikelen/boetes-wegens-overtreding-reclameverbod-uit-tabaks-en-rookwarenwet

Rb. Rotterdam 4 juli 2022, IEF 20814, RB 3668; ECLI:NL:RBROT:2022:5348 (Eiseres tegen verweerder) Verweerder meent dat eiseres het reclameverbod heeft overtreden en legt daarom een boete op aan eiseres. De vraag die in deze zaak centraal staat is of de afspraken van eiseres met wederverkopers aan te merken zijn als reclame in de zin van artikel 1 Tabaks- en rookwarenwet (Trw). Om van reclame te kunnen spreken hoeft er niet per se een tabaksproduct of aanverwant product publiekelijk te worden aangeprezen. Wanneer een wederverkoper op grond van de overeenkomst met eiseres een tegenprestatie kan/zal ontvangen, is er sprake van afspraken met als doel het bevorderen van de verkoop van tabaksproducten. Deze afspraken zijn aan te merken als ‘reclame’ en door het maken van deze afspraken wordt het reclameverbod overtreden. Op de afspraken die eiseres heeft gemaakt met wederverkopers zijn geen uitzonderingen van toepassing. De aan eiseres opgelegde boetes moeten wel worden gematigd vanwege het feit dat het rechtszekerheids- en evenredigheidsbeginsel te zeer in gedrang zijn gekomen.

RB 3490

Uitspraak ingezonden door Martijn Poulus, Ploum.

Uitingen productpagina’s niet-leverbare producten misleidend

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 11 feb 2021, RB 3490; (Klager tegen Bol.com), https://reclameboek.nl/artikelen/uitingen-productpagina-s-niet-leverbare-producten-misleidend

SCR 11 februari 2021, RB 3490; 2020/00623 (Klager tegen Bol.com) Klacht over verschillende reclame-uitingen op productpagina’s van producten waarvan Bol.com weet dat de producten nooit meer leverbaar zijn. In de bestreden uitingen ligt de suggestie besloten dat het product op dit moment niet kan worden geleverd via Bol.com, maar op enige moment weer wel, waarover Bol.com de consument dan via e-mail kan informeren. Bol.com maakt daarbij één kanttekening, namelijk dat de consument er rekening mee moet houden dat het artikel “niet altijd” terug op voorraad komt. De bestreden uitingen zijn voor de gemiddelde consument niet voldoende duidelijk ten aanzien van de beschikbaarheid van het product. Het is niet voldoende duidelijk dat de producten nooit meer beschikbaar zullen zijn via Bol.com. Elk van de uitingen kunnen de gemiddelde consument ertoe brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. De consument zou bijvoorbeeld kunnen besluiten de aankoop van het betreffende product uit te stellen, in de gedachte dat het product later waarschijnlijk weer via Bol.com verkrijgbaar zal zijn. De reclame-uitingen van Bol.com zijn in strijd met artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code.

RB 3487

Uitspraak ingezonden door Vivien Rorsch, LaRorsch, Ali al Khatib en Tom Barkhuysen, Stibbe. 

Conclusie A-G: invoering JA/JA stickers niet onrechtmatig

Rechtspraak (NL/EU) 5 feb 2021, RB 3487; ECLI:NL:PHR:2021:98 (Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen tegen Gemeente Amsterdam), https://reclameboek.nl/artikelen/conclusie-a-g-invoering-ja-ja-stickers-niet-onrechtmatig

HR 5 februari 2021, IEF 19754, RB 3487; ECLI:NL:PHR:2021:98 (Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen tegen Gemeente Amsterdam) Sinds 2018 mag in de gemeente Amsterdam ongeadresseerd reclamedrukwerk alleen worden bezorgd indien op de brievenbus een JA/JA sticker is aangebracht. Dit wordt het opt-in-systeem genoemd. Voorheen gold dat ongeadresseerd reclamedrukwerk overal mocht worden bezorgd, tenzij er een NEE/JA of NEE/NEE sticker op de brievenbus was aangebracht. Dit is het zogenaamde opt-out-systeem. Het nieuwe systeem is er voor bedoeld om milieuvervuiling tegen te gaan. Het Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen en de Vereniging Mail Distributie Bedrijven zijn een procedure gestart om schadevergoeding te vorderen van de gemeente Amsterdam, omdat zij door dit nieuwe systeem minder drukwerk kunnen verspreiden. Volgens het hof is het nieuwe systeem niet onrechtmatig. Het hof wees de vordering dan ook af. Tegen deze beslissing is casssatie ingesteld. Aan de orde is of het nieuwe systeem een wettelijke grondslag heeft en of het systeem al dan niet in strijd is met het Europese recht of met de algemene rechtsbeginselen. Advocaat-generaal Wissink adviseert de Hoge Raad in zijn conclusie de beslissing in stand te houden. Volgens hem is het systeem niet onrechtmatig en is de gemeente bevoegd om dit systeem in te voeren, mede omdat de Wet Milieubeheer ruimte laat aan de gemeente regels te stellen hieromtrent. 

RB 3283

Gall & Gall voert promotie met misleidende beschikbaarheid

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 6 feb 2019, RB 3283; 2018/00861 (Klaagster tegen Gall & Gall), https://reclameboek.nl/artikelen/gall-gall-voert-promotie-met-misleidende-beschikbaarheid

Vz. RCC 6 februari 2019, RB 3283; dossiernr. 2018/00861 (Klager tegen Gall & Gall). Gedeeltelijke voorzitterstoewijzing. Misleiding beschikbaarheid. Het betreft een op 24 november 2018 in het NRC Handelsblad gepubliceerde advertentie van Gall & Gall in het kader van ‘Topselectie wijnen’ waarin onder meer een ‘Tokara Director’s Reserve 2014’ wordt aangeboden voor € 11,99. In de advertentie staat, haaks op de verdere inhoud daarvan: “Deze actie is geldig t/m woensdag 5 december 2018, of zolang de voorraad strekt”. Toen klaagster de wijn uit de advertentie bij aanvang van de actie wilde kopen bleek deze niet meer beschikbaar.

2)  Wel is de klacht gegrond voor zover klaagster bezwaar maakt tegen het feit dat zij van de actie geen gebruik kon maken doordat de wijn bij de aanvang van de actie in (een aantal) filialen van adverteerder niet te koop was, terwijl het evenmin mogelijk was de wijn via de webshop van adverteerder te bestellen. Op het moment dat een actie start, dient immers altijd enige voorraad van het actieproduct beschikbaar te zijn, tenzij in de reclame-uiting bepaalde filialen worden uitgezonderd. De vermelding “zolang de voorraad strekt” of een soortgelijke vermelding ontslaat adverteerder niet van deze verplichting (vgl. dossier 2013/000085). Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de uiting in strijd met het bepaalde in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). De uiting wekt immers ten onrechte de indruk dat de desbetreffende wijn als aanbieding beschikbaar is. Verder is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden acht de voorzitter de bestreden uiting misleidend en oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 3285

Uitspraak ingezonden door Jeroen Lubbers van Dirkzwager.

Brief aan ouders is geoorloofd nu er geen aanprijzing wordt gedaan

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 12 feb 2019, RB 3285; 2018/00733 (Bibliotheek op school), https://reclameboek.nl/artikelen/brief-aan-ouders-is-geoorloofd-nu-er-geen-aanprijzing-wordt-gedaan

RCC 12 februari 2019, RB 3285; dossiernr. 2018/00733 (Bibliotheek op school). Bevestiging voorzittersafwijzing. De bestreden uiting betreft een geadresseerde brief van de bibliotheek waarin onder meer staat:  "Uit onze gegevens blijkt dat uw kind op dit moment geen gebruik maakt van dit bibliotheekabonnement. Wilt u wel gebruik maken van het abonnement in onze bibliotheken dan kunt u gratis een pas aanvragen bij een van onze bibliotheken. Uw kind kan dan meteen een stapel leuke boeken mee naar huis nemen. Wilt u geen gebruik meer maken van het bibliotheekabonnement buiten de ‘Bibliotheek op school’, dan hoeft u niks te doen. Na 2 maanden wordt uw kind afgemeld voor dit bibliotheekabonnement."

De klacht wordt als volgt samengevat. In de brief wordt de suggestie gewekt dat de bibliotheek en klagers kind een overeenkomst zijn aangegaan, die binnenkort eindigt of verlengd moet worden. Volgens klager is er geen klantrelatie, zijn de persoonsgegevens niet verkregen uit hoofde van een overeenkomst of na verkoop van een product of dienst. Klagers dochter heeft begin 2018 “ongevraagd” van de juf in de klas een pas van de bibliotheek gekregen. Klager heeft de bibliotheek er toen op gewezen dat er nooit een overeenkomst tot stand is gekomen, en de persoonsgegevens van zijn kind onrechtmatig verkregen en verwerkt zijn. Uit de brief die hij nu ontving (de onderhavige uiting) blijkt dat er nog steeds persoonsgegevens onrechtmatig worden verwerkt: er is geprofileerd en gekeken naar het gebruik van de pas en ook voor de verzending van deze brief zijn onrechtmatig persoonsgegevens verwerkt. De brief, die aanspoort tot verlengen of opnieuw afsluiten van het abonnement is direct mail, aldus klager. Klager en zijn dochter staan ingeschreven bij Postfilter. Volgens klager handelt de bibliotheek in strijd met de volgende artikelen: Artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) wegens strijd met de algemene verordening gegevensbescherming (AVG), artikelen 8 en 14 NRC; Artikel 7 Code brievenbusreclame (CBR); Artikelen 5.2 en 6.2 Code Postfilter; Artikel 2 lid 1 onder cen de artikelen 9, 12 lid 1 en lid 2 van de Kinder- en Jeugdreclamecode. Klager verwijst ten slotte in zijn klacht op de beslissing van de Commissie in dossier 2016/00160, waarin de bibliotheek een aanbeveling heeft gekregen.   

RB 3282

ING mag app aanbieden als voor eenieder beschikbaar

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 30 jan 2019, RB 3282; 2018/00800 (klager tegen ING), https://reclameboek.nl/artikelen/ing-mag-app-aanbieden-als-voor-eenieder-beschikbaar-1

RCC 30 januari 2019, IEF 18247, RB 3279; dossiernr. 2018/00800 (klager tegen ING) Reclamecodecommissie. Afwijzing. Geen wervend karakter boodschap. Het betreft mededelingen over de ‘Mobiel Bankieren App’ op de website van ING (subpagina https://www.ing.nl/particulier/mobiel-en-internetbankieren/mobiel-bankieren-app/index.html) en  in de berichten op klagers mijn.ing.nl. De klacht houdt in essentie in dat de app van ING niet functioneert op oudere besturingssystemen.

RB 3278

Uitspraak ingezonden door Sjoerd van de Wouw van foodwatch Nederland.

Friesland Campina misleidt met vanillevla zonder vanille

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 14 feb 2019, RB 3278; 2018/00701 (Foodwatch tegen FrieslandCampina), https://reclameboek.nl/artikelen/friesland-campina-misleidt-met-vanillevla-zonder-vanille

RCC 14 februari 2019, IEF 18246, Rb 3278, dossiernr. 2018/00701 (Foodwatch tegen FrieslandCampina). Optimel vanillevla van Friesland Campina is misleidend en daarmee in strijd met de wet. De vanillevla bevat in het geheel geen vanille terwijl vanwege de naam en andere uitingen op de verpakking de consument dit wel zou mogen verwachten. Dit oordeelt de Reclame Code Commissie in een klachtenprocedure die door foodwatch was gestart na een reportage van AVROTROS Radar. foodwatch is blij met de uitspraak omdat het een belangrijke uitspraak is die voor veel meer producten consequenties kan hebben: “Je ziet dat in toenemende mate echte natuurlijke ingrediënten worden vervangen door goedkopere kunstmatige aroma’s. Denk aan gembersiroop zonder gember of frambozensnoepjes zonder framboos. De uitspraak bevestigt nu dat dit onwettig is als dit niet duidelijk is voor de consument”. Dat is een vooruitgang met vroegere interpretatie van de wet, de zogenaamde ‘labeling doctrine’: een producent mocht op de verpakking van alles suggereren wat niet klopte, zo lang de ingrediëntenlijst maar correct was. In de nieuwe uitspraak wordt meer de lijn gevolgd dat liegen op de voorkant van de verpakking gewoon liegen is, ongeacht of de kleine lettertjes van de ingrediëntenlijst op de achterkant van de verpakking juist zijn. Deze lijn komt voort uit een Duitse rechtszaak (Teekanne). De Reclame Code Commissie volgt nu deze uitspraak.

RB 3085

Vragen aan HvJ EU over het vermelden van de oorsprong van een product

Rechtspraak (NL/EU) 18 jan 2018, RB 3085; C-686/17 (Zentrale zur Bekämpfung unlauteren Wettbewerbs Frankfurt am Main), https://reclameboek.nl/artikelen/vragen-aan-hvj-eu-over-het-vermelden-van-de-oorsprong-van-een-product

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 18 januari 2018, RB 3085; IEFbe 2467; C-686/17 (Zentrale zur Bekämpfung unlauteren Wettbewerbs Frankfurt am Main) Etikettering. Via minuza: Verzoekster is de Duitse vereniging ter bestrijding van oneerlijke mededinging. Verweerster teelt en verhandelt gekweekte champignons met de vermelding ‘Oorsprong: Duitsland’. Het productieproces van de champignons verloopt in verschillende stappen. Samengevat komt het erop neer dat de productiecyclus voorafgaand aan de oogst in België en/of Nederland plaatsvindt. 

  • 1
  • 2
  • 1 - 10 van 18