RB
RB 3899
1 mei 2025
Uitspraak

Reclameverbod op fossiele reizen Den Haag blijft overeind: rechter wijst bezwaren ANVR en TUI af

 
RB 3897
28 april 2025
Uitspraak

Verbod tot gebruik van ‘laagste prijs garantie’ door Bauhaus in vergelijking met de producten van Hornbach toegewezen

 
RB 3894
17 april 2025
Uitspraak

Nordic Fire mag kritisch zijn op Milieu Centraal, maar moet oppassen met absolute milieuclaims

 
RB 791

BankGiroLoterij - directe storting

RCC 21 maart 2011, dossiernr: 2011/00077, 2011/00077A, 2011/00079 (BankGiroLoterij)

Reclamerecht. Bijzondere Reclamecode voor Kansspelen (RVK). Het betreft een geadresseerde brief met o.a. “Betreft: een eerste storting voor u”, “Wilt u direct weten hoeveel er op uw card staat? Activeer deze dan en speel mee met een lot in de BankGiro loterij, zolang u zelf wilt. Activeren is heel eenvoudig. U hoeft alleen maar uw cardnummer XXXXXXX in te vullen op www.bankgiroloterij.nl/storting (red. zie inzet). Na het invullen van uw nummer ziet u direct het bedrag dat u gestort krijgt”. 
 
Na invullen van het nummer blijkt dat je bij een aanmeldingspagina komt, en de bank te machtigen om €8,75 af te schrijven. Strijd met artikel 8.3 aanhef en onder c omissie van essentiële informatie. In derde geval werd een minderjarige benaderd.

De machtiging tot deelname aan de loterij is onderdeel van de activatie. Soortgelijk dossier, nr. 2010/00620B, vermeld geen strijd waarin de Commissie overwoog: “dat men derhalve eerst na zodanige machtiging ziet welk bedrag men gestort krijgt, betekent niet dat de onderhavige uiting in strijd is met de Nederlandse Reclame Code”. In het derde geval werd duidelijk gemaakt dat geen geboortedatum bekend was, excuses aangeboden.

Na het invullen van het cardnummer wordt niet direct het te storten bedrag getoond, onjuiste informatie ex 8.2 aanhef NRC misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. tevens strijd met art. II.3 RvK. Beslissing in dossier 2010/00620B doet niet daaraan af, omdat niet uitdrukkelijk werd geklaagd over “Na het invullen van het nummer ziet u direct het bedrag dat u gestort krijgt”. In het derde geval strijd met artikel III.6 RvK. Commissie doet aanbeveling.

Door de tekst “U hoeft alleen maar uw cardnummer (…) in te vullen op www.bankgiroloterij.nl/storting. Na het invullen van uw nummer ziet u direct het bedrag dat u gestort krijgt” wordt gesuggereerd dat na het invullen van het cardnummer direct het te storten bedrag wordt getoond. Dat blijkt echter niet het geval te zijn, aangezien, zoals bij verweer is meegedeeld, het bewuste bedrag is te zien na het doorlopen van de verschillende stappen van “activatie”, waaronder het afgeven van een machtiging voor deelname aan de BGL.
 
Gelet op het bovenstaande gaat de uiting gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in artikel 8.2 aanhef NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is  de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
 
Gelet op het voorgaande en nu de uiting moet worden aangemerkt als reclame voor een kansspel, is de uiting tevens in strijd met artikel II.3 van de Reclamecode voor Kansspelen (RvK), ingevolge welke bepaling reclame voor kansspelen niet misleidend mag zijn.

Lees de uitspraak nr. 77 hier (link) en hier (pdf)
Lees de uitspraak nr. 77A hier (link) en hier (pdf)
Lees de uitspraak nr. 79 hier (link) en hier (pdf)

Regeling: NRC (nieuw) art. 7 en 8.2 aanhef
Reclamecode voor Kansspelen art. II.3 en III.6

RB 784

De Slijter van Noordwijkerhout erkent

RCC 7 maart 2011, dossiernr: 2010/00889 (De slijter van Noordwijkerhout)

Reclamerecht. Bijzondere Reclamecode voor Alcoholhoudende dranken (RVA). Bijzondere procedure rondom stroman en klachtengelden.

Huis-aan-huis folder van De slijter van Noordwijkerhout, waarin de buren van de nieuw gevestigde wijn- en whiskyspeciaalzaak bij de eerste bestelling een gratis flesje zoete pruimenwijn ter waarde van € 3,95 wordt aangeboden. Voorts bevat de folder een aanbieding van 6 flessen Semillac A.C. Marmadais wijn voor “€ 30,00 en EEN fles GRATIS erbij”. Het is niet toegestaan gratis alcoholische drank aan te bieden.

Procedureel: Wel erkenning van strijd met artikel 20 RVA. Voorzitter beslist dat klager klachtengeld verschuldigd is omdat deze als stroman is ingezet (9.1b Reglement). Bezwaar door directeur Mitra CV. Klager - medewerker van bedrijfseconomische afdeling van Mitra CV - heeft dit als privé persoon aan de orde willen stellen, dit wordt door memo van directeur vermeld. Kostenloze behandeling ex 28 lid 1 Reglement volgt.

Adverteerder heeft erkend dat de gewraakte reclame-uiting in strijd is met artikel 20 van de Reclamecode voor alcoholhoudende dranken (RVA). De commissie doet aanbeveling.

Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf)

Regeling: RVA art. 20 (gratis verstrekken)

RB 783

Voorzitterstoewijzing Nee/Ja-sticker

Voorzitter RCC 2 maart 2011, dossiernr: 2010/00945 (supermarkt)

Reclamerecht. detailhandel. Verspreiding. Nee/Ja-sticker. Ex. 12 lid 1 aanhef en onder a van het Reglement voor de RCC en CVB maakt de voorzitter een onderhandse aanbeveling omdat er geen gebruik is gemaakt schriftelijk verweer te voeren. Onweersproken is in een brievenbus voorzien van een Nee/Ja-sticker als vermeld in bijlage 1 bij de Code VOR gedeponeerd. Dit is strijdig met artikel 3.1 Code VOR. De voorzitter doet een aanbeveling.

Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf)

Regeling: 
Code VOR art. 3.1
Reglement betreffende RCC en CVB 12 lid 1 aanhef en onder a

De voorzitter kan zelfstandig een klacht toewijzen en een aanbeveling doen c.q. een vrijblijvend advies geven als bedoeld in art. 17 lid 1 sub g jo art. 18 indien: a. degene tegen wie de klacht is gericht geen gebruik heeft gemaakt van de gelegenheid om schriftelijk verweer te voeren en de voorzitter van oordeel is dat de klacht de Commissie aanleiding zal geven een aanbeveling te doen of een vrijblijvend advies te geven.
RB 788

Erasmus MC. Kanker. Kom maar op

Voorzitter RCC 16 maart 2011, dossiernr: 2011/00135 (Erasmus MC; ©TROY strategie&creatie)

Reclamerecht. Personeelsadvertentie. Subjectief: goede smaak/fatsoen. Voorzittersafwijzing.

Op website erasmusmc.nl en in weekblad Delta staat personeelsadvertentie ”Kanker. Kom maar op!” (klik inzet voor vergroting). Klacht; respectloos jegens mensen die dierbare hebben verloren. Wekt de indruk dat zij alles kan genezen. 

Voorzitter is van oordeel dat Commissie zal afwijzen, omdat bij beantwoorden van de vraag over goede smaak en fatsoen dan wel nodeloos kwetsend terughoudend wordt opgesteld vanwege subjectieve karakter. Grens van het toelaatbare wordt niet overschreden. Adverteerder werft gespecialiseerd oncologie personeel en wil strijdlustig persooneel aantrekken met roeping voor kankerpatiënten. Dat niet iedereen de uitingen - om wat voor reden ook - zal waarderen, leidt niet tot een ander oordeel. Voorzitter wijst de klacht af.

Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf)

RB 782

Tijdens indienen onderneming: klachtgeld

RCC 1 maart 2011, dossiernr: 2010/00929 (Auriculo Van Es)

Reclamerecht. Tabak; stoppen met roken therapie, herkenbaarheid reclame. In deze: beoordeling of op het moment van indienen van de klacht (25 november 2010) de onderneming gedreven werd en klachtengeld verschuldigd is.

Vaststaat dat de echtgenote van klager onder de handelsnaam “Auriculo Van Es” een onderneming heeft gevoerd die zich met vergelijkbare handelsactiviteiten als adverteerder heeft beziggehouden. Op het moment dat de klacht werd ingediend (25 november 2010) stond de onderneming nog ingeschreven in het handelsregister, terwijl op dat moment ook nog de website van de onderneming actief was. Dat dit inmiddels niet meer het geval is, brengt niet mee dat klager als particulier kan worden gezien.

Op het moment van indienen van de klacht had zijn echtgenote immers een zakelijk belang bij de klacht, welk belang geacht moet worden zich ook uit te strekken tot klager. De voorzitter verklaart daarom, onder verwijzing naar artikel 9 lid 2 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Be­roep, artikel 28 lid 2 van dat Reglement van toepassing. Dit brengt mee dat klager klachten­geld verschuldigd is.

De beslissing van de voorzitter 
 
Bepaalt dat klager klachtengeld verschuldigd is. Het klachtengeld dient binnen veertien dagen na dagtekening van deze beslissing in het bezit te zijn van de Stichting Reclame Code.

Regeling: Reglement van de RCC en CVB 9 lid 2 en 28 lid 2.

RB 779

Booking.com acht markt waarbij alle partijen belasting vermelden niet haalbaar

RCC 7 maart 2011, dossiernr: 2010/00881 (booking.com)

Reclamerecht. Bijzondere Reclamecode Reisaanbiedingen (RR). Misleiding op internet. De website www.booking.com biedt hotel in New York en een hotel in Miami aan. Belastingen worden niet getoond. In een klein kader op één pagina, verder staan kosten onderaan de reserveringsvoorwaarden, die uitsluitend via een hyperlink zijn te achterhalen. Strijd met 8.2, 8.3 en 8.4 NRC en artikel III.1 RR.

Verweer: Advocaat ingeschakeld door normale consument, waarschijnlijk zit er een concurrent achter. Consumenten zijn gewend aan wereldwijde online markt die zich niet beperkt tot NL en EU. Adverteerder acht een markt waarbij alle partijen inclusief belastingen vermelden niet haalbaar. Verzwakking concurrentiepositie als alle prijzen inclusief belasting worden vermeld. Geen strijd met NRC of RR, althans dat de NRC en RR in dit geval niet van toepassing zijn.

Dezelfde website gericht op Duitse bezoekers (geopend vanaf Duits IP-adres) toont wel prijzen inclusief belasting. Aldus advocaat (en kennis) van klaagster. 

Nederlandse RR is van toepassing omdat de reclame-uitingen zijn gericht op de Nederlandse markt. Correcte en duidelijke prijzen inclusief de onvermijdbare kosten moeten worden getoond (art. III lid 1 RR). Ook bij de uitnodigingen tot aankoop (II sub 4 RR) moeten correcte en duidelijke prijzen worden gehanteerd (art IV sub 1 RR). Commissie doet aanbeveling.

Namens klaagster is voldoende aannemelijk gemaakt dat zij geen concurrent is van adverteerder.
 
Klaagster baseert de klacht onder meer op de algemene bepalingen van de Nederlandse Reclame Code. De Commissie zal de klacht toetsen aan de bepalingen van de Reclamecode Reisaanbiedingen, nu deze code een specifieke regeling bevat van de kwestie waarop de klacht betrekking heeft.
 
De Commissie acht de RR van toepassing op de onderhavige reclame-uitingen, nu deze zijn gericht op de Nederlandse markt.
 
In artikel III lid 1 RR is bepaald dat aanbieders zijn gehouden tot het hanteren van correcte en duidelijke prijzen, inclusief de hen op het moment van publicatie bekende onvermijdbare kosten. Gebleken is dat bovenop de in de uitingen vermelde tarieven 14,75% ‘Belasting’ in rekening wordt gebracht en $ 3,50 toeristenbelasting. Op grond van de genoemde bepaling hadden deze kosten moeten zijn inbegrepen bij de op de producties 1b, 1c, 2b en 2c genoemde tarieven. Nu dit niet het geval is, zijn deze reclame-uitingen in strijd met de genoemde bepaling.
 
De uitingen zoals door klaagster zijn overgelegd als productie 1d en 2d zijn uitnodigingen tot aankoop zoals gedefinieerd in artikel II sub 4 RR, waarvoor op grond van artikel IV sub 1 RR geldt dat de adverteerder daarin op dezelfde wijze als in reclame-uitingen conform artikel III 1 RR gehouden is tot het hanteren van correcte en duidelijke prijzen. Ook op deze pagina’s worden de tarieven genoemd zonder de bedoelde belastingen. Aldus zijn deze uitnodigingen tot aankoop in strijd met artikel IV sub 1 RR.

Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf)
Regeling: RR II, III sub 1 en IV sub 1

RB 778

Atoomstroom 100% CO2-vrij

CVB 29 maart 2011, dossiernr: 2010/00821 (Atoomstroom)

Reclamerecht. Bijzondere Milieu Reclamecode. Google Ads; Atoomstroom. Misleiding voornaamste kenmerken. Via Google Ads (a.) wordt de claim "100% CO2-vrij" gedaan en op atoomstroom.nl (b.) staat: "Goedkoop, schoon en 100% CO2-vrij. Stap vandaag over op Atoomstroom!” en “Kernenergie stelt daar een CO2-vrije opwekkingsmethode tegenover. Dat komt omdat bij de productie van kernenergie geen fossiele brandstoffen worden gebruikt. Bij de bouw van een kerncentrale en productie van de brandstof komt uiteraard wel CO2 vrij, maar ook als dit wordt meegenomen is atoomstroom nagenoeg CO2-vrij”. Uiting a (inzet - klik voor vergroting); Uiting b (link) en hier (pdf)

Kernenergie is niet CO2-vrij. Hele kernenergie-keten omvat ongeveer 30% CO2-uitstoot v/e moderne gascentrale. Gebruik van claim CO2-vrij is in dossier 2009/00088 behandeld, maar in stand gehouden. Claim "100% CO2-vrij" en "nagenoeg CO2-vrij" worden vrijstaand gebruik en is niet aangetoond, strijd met art. 2 en 3 Milieureclamecode (MRC), mbt CO2-vrije opwekkingsmethode bestaat geen twistpunt.

In beroep "CO2-vrij" en "100% CO2-vrij" is in lijn met dossier 2009/00088. CVB: Uiting "CO2-vrij" en "100% CO2-vrij" staan op zichzelf zonder verwijzing naar energieopwekking, terecht strijd met art. 2 en 3 MRC.

Aangehaalde onderzoeken zijn omstreden, andere onderzoeken ingebracht: ECN/SER rapport (pdf). Uit weersproken is de juistheid van deze onderzoeken en met de genoemde 4% tot 2% in de context van de CO2-uitstoot door kolen- en gasgestookte elektriciteitscentrales zegt dat over de hele keten van energieopwekking haar product “nagenoeg CO2-vrij” is. Deze klacht wordt afgewezen.

Ad uiting a.

1. Vooropgesteld wordt dat in beroep niet in geschil is dat met betrekking tot kernener­gie (atoomstroom) mededelingen als “100% CO2-vrij” en “CO2-vrij” zijn toe­ge­staan, indien een ver­band wordt gelegd met betrekking tot de energieopwekking. Nu vast­staat dat in de uiting ad a. de mededeling “100% CO2-vrij” op zichzelf staat, dat wil zeg­gen zonder verwijzing naar de energieop­wek­­king, heeft de Commissie terecht geoor­deeld dat die uiting in strijd met de artikel 2 en 3 van de Milieureclamecode is.
 
2. Hetgeen Atoomstroom aanvoert, leidt niet tot een ander oordeel. Het beroep door Atoomstroom op de overweging van de Commissie in dossier2009/00088 dat zij, Atoomstroom, de term “CO2-vrij” consistent direct of indirect koppelt aan de opwek­king van stroom, kan Atoomstroom niet baten, nu zij in de onderhavige zaak een der­ge­lijke koppeling juist niet maakt. Daardoor is sprake van een absolute milieu­claim met betrekking tot het ontbreken van CO2-uitstoot bij atoomstroom, óók ten aanzien van de fases die aan de energieopwekking voorafgaan en waarin, zoals vaststaat, wel uitstoot van CO2 plaatsvindt. In zoverre treffen de grieven geen doel.
 
Ad uiting b.
 
3. In uiting b. wordt gezegd dat bij de bouw van de kerncentrale en de productie van de brandstof weliswaar CO2 vrijkomt, maar dat atoomstroom desondanks “nage­noeg CO2-vrij” is. Blijkens de verdere inhoud van de uiting worden deze mededelin­gen gedaan in de context van mededelingen in de uiting over de CO2-uit­stoot van kolen- en gasgestookte elektri­citeitscentrales.
 
4. Atoomstroom heeft in beroep, onder verwijzing naar de door haar genoemde bron
(ECN/SER rapport “Fact Finding Kernenergie”), gesteld dat de emissie over de hele keten voor kernenergie gemid­deld 20 gram per kWh bedraagt. Voor kolencentrales zou dit volgens genoemde bron gemiddeld 985 gram per kWh bedragen en voor gas­centrales gemiddeld 480 gram per kWh. Nu geïntimeerde niet op deze gege­vens heeft gereageerd hoewel hij daartoe de gelegenheid had, gaat het College ervan uit dat geïntimeerde in beroep deze gegevens niet betwist.
 
5 Uitgaande van de door Atoomstroom genoemde gegevens be­draagt de CO2-uitstoot van een kerncentrale ongeveer 4% van dat van een gas­cen­trale en on­geveer 2% van dat van een kolencentrale. Het College is van oordeel dat deze percentages het vol­doende rechtvaardigen dat Atoomstroom in de context van de CO2-uitstoot door kolen- en gasgestookte elektriciteitscentrales zegt dat over de hele keten van energieopwekking haar product “nagenoeg CO2-vrij” is.

Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf) 

Regeling: MRC art. 2 en 3

RB 789

AH Toy Story - niet leverbare figuurtjes

Voorzitter RCC 16 maart 2011, Dossiernr: 2010/00912 (AH/Toy Story)

Reclamerecht. Misleidende beschikbaarheid, supermarktactie. Voorzittersafwijzing

In tv-reclame, in de de bonusfolder en op ah.nl/toystory (red. niet meer actief) staat: “Gratis Toy bij elke € 15.” onder meer: Ontvang bij elke 15 euro een gratis Toy Story figuurtje. Spaar alle 16 Toys (OP=OP). Klacht: de Toy Story-figuurtjes zijn niet meer leverbaar, maar reclame wordt nog wel gevoerd. op=op wordt ten onrechte nog gevoerd.

In de 4e week van de actie (toen geen figuurtje meer konden weggeven) werd geen tv-commercial meer uitgezonden en communicatie gericht op de ruildag. Aantal ingekochte figuurtjes hadden afgestemd moeten worden op de verwachte omzetprognose gedeeld door 15; omdat per €15 één figuur werd weggegeven.

Voorzitter: Ten onrechte stelt klager het uitgangspunt (delen door 15) omdat ook transacties plaatsvinden voor een geringer bedrag dan €15. Toen in de loop van de actie bleek dat er onvoldoende Toy Story-figuurtjes  waren om gedurende de gehele actieperiode aan de vraag te voldoen, heeft adverteerder het uitzenden van de televisiecommercial voortijdig beëindigd. Niet kan worden beoordeeld dat adverteerder hoeveelheid figuurtjes besteld waartoe hij in redelijkheid niet had kunnen komen. Voorzitter wijst klacht af.

Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf)

RB 787

Aanduiding "pk" voor 2e-hands auto strijd met wet

Voorzitter RCC 13 januari 2011, Dossiernr: 2010/00809 (Car Lease Holland pk; ©fan.tv)

Reclamerecht. Bijzondere Code voor Personenauto's (CVP). Strijd met wet. In een advertentie in Brabants Dagblad 16 oktober 2010 werd het motorvermogen van sommige auto's in "pk" uitgedrukt. Strijd met artikel 1 CVP.

Voorzitter: CVP is van toepassing op nieuwe auto's, klacht is voor tweedehandauto's. CVP is gebaseerd op EU regeling die ook voor reclame-uitingen voor gebruikte auto's gelden (o.m. Metrologiewet). Art 22 verbiedt reclame met meeteenheden anders dan die in art. 2 vastgesteld; art. 5 lid 2 van het Meeteenhedenbesluit 2006 zegt dat motorvermogen in Watt uitgedrukt dient te zijn. De bewuste advertentie spreek van pk ipv Watt, dus strijd met art. 2 NRC, strijd met de wet. Voorzitter doet aanbeveling

Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf)
Regeling:
NRC (nieuw) art. 2
Code voor Personenauto's (CVP); art. 1
Metrologiewet art. 2 en 22
Meeteenhedenbesluit 2006 art. 5 lid 2

RB 777

Samengesteld bericht: Consultatie Online kansspelen; HvJ EU doorbraak in NLse kansspelvergunning

Deel I EC Consultatieronde online Kansspelen IT 259

De Europese Commissie is een consultatieronde gestart inzake online kansspelen.

"Onlinegokken is een snelgroeiende markt in Europa, die al bijna 15 000 websites telt. In 2008 bedroegen de totale jaarinkomsten meer dan 6 miljard euro; naar verwachting zal deze markt in 2013 in omvang verdubbeld zijn. De nationale regelgevingskaders in de EU lopen enorm uiteen. Hierdoor verschillen de regels die van toepassing zijn op vergunningen, gerelateerde onlinediensten, betalingen, doelstellingen van algemeen belang, en fraudebestrijding. Om rechtszekerheid te kunnen bieden en om de EU burgers op een doeltreffende wijze te beschermen in deze snelgroeiende grensoverschrijdende dienstensector, is het van belang te bekijken hoe op de interne markt van elkaar verschillende modellen eventueel naast elkaar kunnen bestaan."

Lees het volledige persbericht hier (pdf) of hier (link). Meer informatie over de consultatie hier.

 Deel II

Raad van State oordeelt dat buitenlandse kansspelaanbieders ook hadden moeten kunnen meedingen naar kansspelvergunning IT 291

Raad van State 23 maart 2011, LJN BP8768 (Betfair/Staat der Nederlanden). Vervolg op uitspraak HvJ EU 3 juni 2010, C-203/08 in PB C 197 van 2 augstus 2008. De vergunning die Betfair in het Verenigd Koninkrijk heeft voor haar internetdiensten geeft haar niet het recht geeft om ook kansspelen in Nederland op internet aan te bieden. Belangrijker is echter dat de Raad van State oordeelt dat de toenmalige minister van Justitie het Britse Betfair in 2005 had moeten laten meedingen naar kansspelvergunningen voor het organiseren van sportprijsvragen en van een totalisator op de uitslag van harddraverijen en paardenrennen in Nederland.

Uit het persbericht van de Raad van State:

"De Raad van State is van oordeel dat de minister de Europese regels over het vrij verkeer van diensten heeft beperkt door Betfair als aanbieder niet mee te laten dingen naar de kansspelvergunningen. Het Hof van Justitie in Luxemburg heeft in juni 2010 naar aanleiding van zogenoemde prejudiciële vragen van de Raad van State bepaald dat de overheid dit alleen mag doen als zij strenge controle kan uitoefenen op de activiteiten van de exploitant van de vergunning. Aangezien er in de huidige situatie geen bijzondere relatie bestaat tussen de minister als vergunningverlener enerzijds en De Lotto en SGR anderzijds die een strenge controle als bedoeld door het Hof van Justitie met zich brengt, is er naar het oordeel van de Raad van State voor de minister 'geen rechtvaardiging om zonder enige oproep tot mededinging de vergunningen aan hen te verlenen en daardoor te verlengen'."

Lees de uitspraak hier (link) of hier (pdf), ook hier (link)
Ook mediareport berichtte analyseerde deze langverwachte uitspraak, hier (link).

Nog niet uitgelezen? 
Modernisering Nederlands kansspelbeleid (21 maart 2011)