RB
RB 3838
10 juni 2024
Artikel

Laatste plekken voor de Actualiteitenlunch Reclamerecht

 
RB 3837
3 juni 2024
Artikel

Vacature Simmons & Simmons: Advocaat-stagiaire IP / Life Sciences

 
RB 3836
31 mei 2024
Artikel

Pinsent Masons Amsterdam zoekt voor haar octrooi- en Life Sciences team junior en senior advocaat-medewerkers

 
RB 2840

Uitspraak ingezonden door Daniël Haije en Bram Duivenvoorde, Hoogenraad & Haak advocaten.

Juiste vergelijking van uitsluitend de transactiekosten bij betalingen in vreemde valuta

4 apr 2017, RB 2840; dossiernr. 2016/00916 (NBWM tegen ING), https://reclameboek.nl/artikelen/juiste-vergelijking-van-uitsluitend-de-transactiekosten-bij-betalingen-in-vreemde-valuta

CvB 4 april 2017, dossier 2016/00916 (NBWM tegen ING) De klacht betreft de kosten van internationale betalingen in andere valuta dan de euro (‘vreemde valuta’). Hierbij kunnen kosten worden berekend voor de betaling als zodanig (‘transactiekosten’) en daarnaast kosten voor het omwisselen van geld (‘conversiekosten’). In de uitingen waarover de Commissie heeft geoordeeld worden uitsluitend de transactiekosten van NBWM vergeleken met de transactiekosten van (onder meer) ING. De Commissie heeft, samengevat, voormelde uitingen als vergelijkende reclame in de zin van artikel 13 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) aangemerkt en beoordeeld of de uitingen voldoen aan de eisen van dit artikel, waaronder de voorwaarde dat de vergelijking niet misleidend is in de zin van de NRC. Met betrekking tot de radiocommercial oordeelt de Commissie dat daarin, anders dan in de overige uitingen, niet wordt meegedeeld dat de vergeleken tarieven betrekking hebben op een internationale betaling in vreemde valuta. De Commissie acht de uitingen op grond van het voorgaande misleidend wegens het ontbreken van essentiële informatie en daardoor in strijd met artikel 13 onder a NRC. De beslissing van de Commissie ten aanzien van de radiocommercial blijft in stand nu ter zake dit onderdeel van het geschil niet is voldaan aan de eis dat het beroepschrift de gronden moet bevatten waarop beroep wordt ingesteld. Het beroep tegen het oordeel van de Commissie ten aanzien van de uitingen op de website en de printadvertentie is gegrond, zodat de beslissing in zoverre niet in stand kan blijven. Ten aanzien van die uitingen wordt de klacht alsnog afgewezen.

RB 2839

CvdM: Tegen betaling of niet? Dat is bij veel vlogs onduidelijk

CvdM bericht: Het Commissariaat voor de Media heeft voor het eerst onderzocht hoe vaak merken en producten duidelijk zichtbaar voorkomen in vlogs en andere video’s van online content creators. En of duidelijk vermeld wordt of het al dan niet om betaalde aandacht gaat. Daartoe zijn honderd video’s van de twintig populairste Nederlandstalige kanalen van vloggers of andere online content creators op YouTube bekeken. Wat blijkt? In bijna 90% van de vlogs en clips zijn duidelijk een of meerdere merken of producten te zien. In meer dan 60% van die gevallen komen merken en producten niet terloops aan bod, maar krijgen ze nadrukkelijk de aandacht. Die aandacht is vaak (zeer) positief. Bij meer dan 75% van de video’s waarin merken en/of producten aan bod komen, is onduidelijk of het al dan niet om betaalde aandacht gaat. Lees verder ,Het actualiteitenprogramma Nieuwsuur besteedde aandacht aan het onderzoek.

RB 2838

Uitspraak ingezonden door Marloes Meddens-Bakker, The Law Factor.

Ontbreken verwijzing naar JAK-remmers of naderend geneesmiddel

12 apr 2017, RB 2838; K17.001 (Eli Lilly tegen Pfizer), https://reclameboek.nl/artikelen/ontbreken-verwijzing-naar-jak-remmers-of-naderend-geneesmiddel

CGR 12 april 2017, LS&R 1443; RB 2838 (Eli Lilly tegen Pfizer) Geen reclame. Beide partijen wachten de verlening van een EU-handelsvergunning af voor een nieuw geneesmiddel voor de behandeling van reumatoïde artritis. Lilly voor haar Olumiant, Pfizer voor Xeljanz, het zijn janus kinase (JAK)ontstekingsremmers.

Pfizer heeft de aandacht van Nederlandse beroepsbeoefenaren gevestigd op de rol die JAK spelen bij het ontstaan van ontstekingen. Deze uitingen kunnen volgens Lilly niet kwalificeren als zuivere informatie ex 5.1.2 en 5.1.3 van de Gedragscode en stelt dat er sprake is van een verkapte vorm van reclame voor haar nog niet geregistreerde JAK-remmer Xeljanz. Alhoewel de Commissie inziet dat er een commercieel belang is om vooruitlopend op de naderende introductie van haar geneesmiddel bij beroepsbeoefenaar de aandacht te vestigen op de rol van JAK pathways, acht de Codecommissie vanwege ontbreken van verwijzingen naar tofacitinib of Xejanz of JAK-remmers in het algemeen het verband tussen de uiting te verwijderd om aan de uitingen een aanprijzend karakter toe te kennen. Ook uitingen die voor publiek toegankelijk waren, zijn geen publieksreclame.

RB 2837

Mailing 'samen met de Maag Lever Darm stichting' met logo Thiosix is overtreding Code Publieksreclame Geneesmiddel

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 9 mrt 2017, RB 2837; K17.002 ((CGR/Teva) - ingetrokken), https://reclameboek.nl/artikelen/mailing-samen-met-de-maag-lever-darm-stichting-met-logo-thiosix-is-overtreding-code-publieksreclame

CGR 9 maart 2017, LS&R 1442; RB 2837, K17.002 (CGR/Teva) - ingetrokken De CGR heeft een melding ontvangen over een mogelijke overtreding van de regels inzake geneesmiddelenreclame door Teva Nederland. De melding ziet op een mailing/insert bij VOZ Magazine december 2016 – ‘Samen met de Maag Lever Darm Stichting de toekomst in’ waarop het logo van Thiosix® is vermeld. Serieus signaal over reclame voor receptgeneesmiddel richting publiek. Beklaagde berust in oordeel – klacht afgedaan met publicatie van de feiten en betaling kosten secretariaat.

 

RB 2836

DDMA: Reclamecode Social Media duidelijker over reclame in vlogs

DDMA: Sinds januari 2014 staan er regels voor bloggers en vloggers in de Nederlandse Reclame Code. De Reclamecode Social Media is ruim drie jaar geleden geïntroduceerd door het adverterend bedrijfsleven. De Code is opgesteld omdat het voor consumenten soms onduidelijk is dat bedrijven betalen voor berichten, blogs en vlogs op social media of dat bedrijven op een andere manier bij social media betrokken zijn. De Code verbiedt deze praktijk niet, maar verplicht je als blogger of vlogger wel hier eerlijk over te communiceren, bijvoorbeeld door te vermelden dat je een product gratis hebt gekregen, betaald bent door de adverteerder, korting of ander voordeel hebt ontvangen.

In de praktijk blijkt dat niet altijd duidelijk was of de Code ook voor vloggen geldt. Daarom is de toelichting bij de Code op dit punt verduidelijkt. De Code geldt dus zowel voor adverteerders als voor de bloggers, vloggers en online creators met wie zij samenwerken.

RB 2835

IE in bedrijf - deel 4 - reclame

Marjolein Driessen en Theo-Willem van Leeuwen, IE in Bedrijf deel 4 - Reclame, IE-inbedrijf.nl 2017. Dit nieuwe deel van IE in Bedrijf is het eerste en enige boek over reclame dat zo volledig alle juridische aspecten belicht. In dit deel gaan we in op de belangrijkste reclame-onderwerpen, zoals vergelijkende en misleidende reclame, de regels die gelden bij online reclame zoals voor vloggers, gebruik van portretten of characters, inhakers die worden gemaakt bij belangrijke gebeurtenissen en evenementen en ambush marketing. Het boek staat, nog meer dan de eerste drie delen van IE in Bedrijf, boordevol praktijkvoorbeelden, tips en fabels. IE in Bedrijf – Reclame is hierdoor onmisbaar voor alle ondernemingen die hun intellectueel eigendom willen beschermen en reclame maken, als voor de reclame-industrie zelf.

RB 2834

HvJ EU: Vereiste informatie over handelaar die uitsluitend online verkoopt, moet eenvoudig en snel worden meegedeeld

Rechtspraak (NL/EU) 29 mrt 2017, RB 2834; ECLI:EU:C:2017:243 (Verband Sozialer Wettbewerb tegen DHL Paket), https://reclameboek.nl/artikelen/hvj-eu-vereiste-informatie-over-handelaar-die-uitsluitend-online-verkoopt-moet-eenvoudig-en-snel-wor

HvJ EU 29 maart 2017, RB 2833; IEFbe 2129; ECLI:EU:C:2017:243; C-146/16 (Verband Sozialer Wettbewerb tegen DHL Paket) Oneerlijke handelspraktijken – Reclame in een gedrukt medium – Weglaten van essentiële informatie – Toegang tot die informatie via de internetsite waar de betrokken producten worden verdeeld – Producten verkocht door de persoon die de advertentie heeft gepubliceerd of door derden. HvJ EU:

Artikel 7, lid 4 [OHP-richtlijn], moet aldus worden uitgelegd dat met een reclameadvertentie als in het hoofdgeding, die onder het begrip „uitnodiging tot aankoop” in de zin van die richtlijn valt, aan de in die bepaling voorziene informatieverplichting kan worden voldaan. Het staat aan de verwijzende rechter om, per geval, na te gaan of de beperkingen qua ruimte in de reclametekst rechtvaardigen dat informatie over de leverancier uitsluitend op het onlineverkoopplatform ter beschikking wordt gesteld, en voorts, in voorkomend geval, of de door artikel 7, lid 4, onder b), van die richtlijn vereiste informatie inzake het onlineverkoopplatform eenvoudig en snel wordt meegedeeld.

RB 2830

In afwijking van Reclamecode reisaanbiedingen 2014 optionele elementen in een offerteaanvraag vooraf aanvinken

Rechtspraak (NL/EU) 26 nov 2015, RB 2830; ECLI:NL:RBROT:2015:8642 (rechtspersoon 3 tegen ACM), https://reclameboek.nl/artikelen/in-afwijking-van-reclamecode-reisaanbiedingen-2014-optionele-elementen-in-een-offerteaanvraag-vooraf

Rechtbank Rotterdam 26 november 2015, RB 2830; ECLI:NL:RBROT:2015:8642 (rechtspersoon 3 tegen ACM) Vergelijkende reclame. ACM legt bestuurlijke boetes en lasten onder dwangsom op wegens overtreding van artikel 23 Luchtvaartverordening en overtreding van artikel 8.8 Whc in verbinding met artikel 6:193b lid 2 BW. Rechtsopvolging overtreder. Te passeren vormverzuim. Functiescheiding. Customer service charge en boekingskosten zijn onvermijdbare en voorzienbare kosten. Voorts is gehandeld in strijd met eigen professionele standaard door in afwijking van Reclamecode reisaanbiedingen 2014 optionele elementen in een offerteaanvraag vooraf aan te vinken. De boetes en lastopleggingen houden stand.

 

RB 2832

Uitspraak ingezonden door Rutger van Rompaey en Iris Jansen, Van Benthem & Keulen.

De term 'gecertificeerd' vereist niet dat daar een keurmerk aan ten grondslag ligt

28 mrt 2017, RB 2832; (Dyson tegen Miele), https://reclameboek.nl/artikelen/de-term-gecertificeerd-vereist-niet-dat-daar-een-keurmerk-aan-ten-grondslag-ligt

Vzr. Rechtbank Amsterdam 28 maart 2017, IEF 16682 (Dyson tegen Miele) Reclamerecht. Certificaat is geen 'keurmerk'. Dyson vordert staking van uitingen dat Mieles zakloze stofzuiger, de Blizzard CX1, een (IBR)keurmerk voor hygiënisch legen bezit, grof vuil en fijnstof volledig te scheiden, geen stof opdwarrelt tijdens het legen. Miele claimt alleen dat het 'hygiënisch legen' door haar stofzuiger is gecertificeerd door het gerenommeerd instituut IBR. Met instemming gebruikt Miele het certificaat en de claim is genoegzaam onderbouwd. Het certificaat is niet meer dan een schriftelijk stuk, een soort getuigschrift. Het onderdeel 'volledig gescheiden legen van grof vuil en fijnstof zonder dat het opdwarrelt', betekent niet - en zo leest de gemiddelde consument - dat het grofvuilcompartiment 100% fijnstofvrij is. Vorderingen worden afgewezen.

RB 2833

Bieden op internet-kavel is niet doen van bestelling uit de Drank- en Horecawet

Rechtspraak (NL/EU) 14 mrt 2017, RB 2833; ECLI:NL:RBNNE:2017:88 (Vereniging Slijtersunie tegen burgemeester van Assen, inzake Catawiki), https://reclameboek.nl/artikelen/bieden-op-internet-kavel-is-niet-doen-van-bestelling-uit-de-drank-en-horecawet

Rechtbank Noord-Nederland 14 maart 2017, RB 2833; IT 2254; ECLI:NL:RBNNE:2017:881 (Vereniging Slijtersunie tegen burgemeester van Assen, inzake Catawiki) Eiseres stelt dat belanghebbende gelegenheid biedt tot het doen van bestellingen van sterke drank en reeds daarmee handelt in strijd met artikel 19 van de DHW. Exploiteren van een veilingwebsite waar aan verkopers de mogelijkheid wordt gegeven om – onder meer – sterke drank aan te bieden en te verkopen is niet in strijd met artikel 19, eerste lid, Drank-en Horecawet. Definitie begrip bestelling. Volgens Van Dale Groot Woordenboek wordt onder ‘bestelling’ verstaan ‘opdracht tot levering en bezorging’. Naar het oordeel van de rechtbank kan hetgeen Catawiki met haar veilingwebsite bewerkstelligt, gelet op de gegeven definitie, niet worden aangemerkt als het gelegenheid geven tot het doen van een bestelling. Catawiki biedt slechts een platform of technische faciliteit waar (individuele) aanbieders in kavels ter veiling kunnen aanbieden. Doen van een bod op een kavel leidt niet rechtstreeks tot koop en levering of bezorging en voldoet niet aan het begrip 'bestelling'.