RB
RB 3867
11 november 2024
Uitspraak

HvJ EU: Parfümerie Akzente

 
RB 3866
8 november 2024
Artikel

Carly van der Beek treedt toe als Senior Associate bij Pinsent Masons Nederland

 
RB 3864
5 november 2024
Uitspraak

HvJ EU: Protéines France

 
RB 2847

Onder senioren verspreide brief 'Sociale Controle' is een 'nare en misleidende brief'

Zelfregulering (RCC, KOAG/KAG) 24 jan 2017, RB 2847; dossiernr. 2016/00957 (Sociale Controle), https://reclameboek.nl/artikelen/onder-senioren-verspreide-brief-sociale-controle-is-een-nare-en-misleidende-brief

RCC 24 januari 2017, RB 2847; dossiernr. 2016/00957 (Sociale Controle) Aanbeveling. “Sociale Controle. Samen staan we sterk”
Vervolgens: "U ontvangt dit schrijven in het kader van de voorlichtingscampagne “Senioren & Veiligheid”. Het waarborgen en verbeteren van de kwaliteit van het welzijn van onze senioren is voor ons erg belangrijk. Daarnaast is het voor ons belangrijk dat u zich veilig voelt in uw thuissituatie en ook daarbuiten. Om u zo lang mogelijk veilig, zelfstandig te kunnen laten blijven wonen, zijn wij  momenteel bezig met informatieve huisbezoeken. Tijdens deze bezoeken bieden wij u de gelegenheid zich aan te melden voor het persoonlijk alarm. (...)"

RB 2846

Reclamemast van eiseres is geen perceelsgebonden reclame bij honkbalvereniging

Rechtspraak (NL/EU) 30 mrt 2017, RB 2846; ECLI:NL:RBNHO:2017:2425 (Uptown Advertising tegen College B&W gemeente Wormerland), https://reclameboek.nl/artikelen/reclamemast-van-eiseres-is-geen-perceelsgebonden-reclame-bij-honkbalvereniging

Rechtbank Noord-Holland 30 maart 2017, RB 2846; ECLI:NL:RBNHO:2017:2425 (Uptown Advertising tegen College B&W gemeente Wormerland) Bij besluit van 31 mei 2016 (het bestreden besluit) heeft verweerder geweigerd aan eiseres omgevingsvergunning te verlenen voor het realiseren van een reclamemast met scorebord op het sportpark Kalverhoek. Het bouwplan voorziet in een reclamemast van 25 meter hoog. In de aanvraag heeft eiseres aangegeven dat de voorgenomen werkzaamheden in strijd zijn met de regels voor ruimtelijke ordening, omdat de bouwhoogte 25 meter wordt in plaats van de toegestane 10 meter en dat er handelsreclame wordt gevoerd om onder andere sponsorgelden te genereren voor honk- en softbalvereniging Odiz Frogs. Verweerder stelt terecht dat van perceelsgebonden handelsreclame geen sprake is, omdat de bedrijven die reclame-uitingen op het bord willen zetten betalen aan eiseres en niet aan Odiz Frogs. Er is daarom geen enkele relatie tussen eiseres en de reclamemast en de op het perceel gevestigde sportvereniging Odiz Frogs. Beroep is ongegrond.

RB 2845

Uitspraak ingezonden door Roeland Grijpink en Rutger de Beer, HOYNG ROKH MONEGIER.

Inbreuk en ongeoorloofde reclame, want de kaarthouder is volgens marktkraamhouder "exact hetzelfde"

Rechtspraak (NL/EU) 1 mei 2017, RB 2845; ECLI:NL:RBDHA:2017:4450 (Secrid tegen marktkraamhouder), https://reclameboek.nl/artikelen/inbreuk-en-ongeoorloofde-reclame-want-de-kaarthouder-is-volgens-marktkraamhouder-exact-hetzelfde

Vzr. Rechtbank Den Haag 1 mei 2017, IEF 16767; IEFbe 2155; RB 2845; ECLI:NL:RBDHA:2017:4450 (Secrid tegen X) Secrids productlijn begon in 2009 met de Cardprotector, een kaarthouder voor maximaal 6 kaarten van het sandaard creditcardformaat en is uitgebreid met de Miniwallet. Secrid is houdster van octrooi EP 2 434 922 B1 en Benelux modelregistratie 38548-01. Octrooi- en modelrechtinbreuk op deze kaarthouder en wallet wordt aangenomen. Uit de overlegde videobeelden blijkt ook van ongeoorloofde vergelijkende reclame op een braderie, nu de inbreukmakende kaarthouders aan de man worden gebracht met misleidende mededelingen: "Het is gewoon hetzelfde materiaal, wat ik zeg. Exact hetzelfde, alleen het enige wat zij hebben is met verf hebben ze hier Figuretta of Secrid hebben ze erop gezet. Dat is het verschil."

RB 2844

Richtlijn OHP verzet zich niet, maar richtlijn elektronische handel en VWEU verzet zich wel tegen reclameverbod voor tandartsen

EU 4 mei 2017, RB 2844; ECLI:EU:C:2017:335 (VVT vzw tegen Vanderborght), https://reclameboek.nl/artikelen/richtlijn-ohp-verzet-zich-niet-maar-richtlijn-elektronische-handel-en-vweu-verzet-zich-wel-tegen-rec

HvJ EU 4 mei 2017, IEFbe 2154; LS&R 1448; RB 2844; ECLI:EU:C:2017:335; C‑339/15 (VVT vzw tegen Vanderborght) Reclamerecht. Oneerlijke handelspraktijk. Verzoeker Luc Vanderborght is sinds 1985 gevestigd als erkend tandarts en gespecialiseerd in cosmetische en implantaatbehandelingen. Hij wordt ervan verdacht tussen 1 maart 2003 en 24 januari 2014 reclame te hebben gemaakt voor zijn praktijk door middel van een reclamezuil ‘van onbescheiden afmeting’ en andere verboden reclamepraktijken. HvJ EU:

1) [Richtlijn oneerlijke handelspraktijken] moet aldus worden uitgelegd dat zij zich niet verzet tegen een nationale wettelijke regeling zoals die in het hoofdgeding, die de volksgezondheid en de waardigheid van het beroep van tandarts beschermt door alle reclame voor mond- en tandverzorging op algemene en absolute wijze te verbieden en door bepaalde vereisten van bescheidenheid voor uithangborden van tandartspraktijken vast te stellen.

RB 2842

Schending van in een digitale advertentiecampagne gegarandeerde exclusiviteit rechtvaardigt ontbinding

Rechtspraak (NL/EU) 25 apr 2017, RB 2842; ECLI:NL:GHARL:2017:3605 (aannemingsbedrijf tegen Proximedia hodn BeUp), https://reclameboek.nl/artikelen/schending-van-in-een-digitale-advertentiecampagne-gegarandeerde-exclusiviteit-rechtvaardigt-ontbindi

Hof Arnhem-Leeuwarden 25 april 2017, IT 2271; RB 2842; ECLI:NL:GHARL:2017:3605 (aannemingsbedrijf tegen Proximedia hodn BeUp) Schending van een in een digitale advertentiecampagne gegarandeerde exclusiviteit door Proximedia (BeUp). Het hof heeft [appellant] opgedragen te bewijzen dat BeUp hem heeft gegarandeerd dat (1) [appellant] via gesponsorde websites boven de reguliere websites te vinden zou zijn, (2) dat sprake zou zijn van exclusiviteit, omdat slechts één bedrijf per branche met deze digitale advertenties zou worden ondersteund. De garantie is na bewijsvoering komen vast te staan. De schending ervan is niet gemotiveerd bestreden en rechtvaardigt de ontbinding van de overeenkomst. Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden van 7 oktober 2014 en doet opnieuw recht en wijst de vorderingen van BeUp af;

RB 2841

Duitse BGH over de informatieplicht van een online prijsvergelijkingssite

Rechtspraak (NL/EU) 27 apr 2017, RB 2841; (Bestattungspreisvergleich), https://reclameboek.nl/artikelen/duitse-bgh-over-de-informatieplicht-van-een-online-prijsvergelijkingssite

BGH 27 april 2017, RB 2841; IEFbe 2148; I ZR 55/16 (Bestattungspreisvergleich) § 5a UWG (Irreführung durch Unterlassen). Informatie dat in een prijsvergelijkingsportaal slechts aanbieders staan die zich verbonden hebben aan portaalaanbieder een provisie te betalen op het moment van de totstandkoming van een overeenkomst, is wezenlijke informatie in de zin van § 5a UWG. Een gebruiker gaat niet uit dat bij een snelle prijsvergelijking slechts aanbieders worden betrokken die provisie betalen bij afsluiting van een contract. Een gebruiker verwacht een prijsvergelijking van alle op het internet beschikbare markten en niet van slechts provisieplichtige selectie van aanbieders.

RB 2840

Uitspraak ingezonden door Daniël Haije en Bram Duivenvoorde, Hoogenraad & Haak advocaten.

Juiste vergelijking van uitsluitend de transactiekosten bij betalingen in vreemde valuta

4 apr 2017, RB 2840; dossiernr. 2016/00916 (NBWM tegen ING), https://reclameboek.nl/artikelen/juiste-vergelijking-van-uitsluitend-de-transactiekosten-bij-betalingen-in-vreemde-valuta

CvB 4 april 2017, dossier 2016/00916 (NBWM tegen ING) De klacht betreft de kosten van internationale betalingen in andere valuta dan de euro (‘vreemde valuta’). Hierbij kunnen kosten worden berekend voor de betaling als zodanig (‘transactiekosten’) en daarnaast kosten voor het omwisselen van geld (‘conversiekosten’). In de uitingen waarover de Commissie heeft geoordeeld worden uitsluitend de transactiekosten van NBWM vergeleken met de transactiekosten van (onder meer) ING. De Commissie heeft, samengevat, voormelde uitingen als vergelijkende reclame in de zin van artikel 13 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) aangemerkt en beoordeeld of de uitingen voldoen aan de eisen van dit artikel, waaronder de voorwaarde dat de vergelijking niet misleidend is in de zin van de NRC. Met betrekking tot de radiocommercial oordeelt de Commissie dat daarin, anders dan in de overige uitingen, niet wordt meegedeeld dat de vergeleken tarieven betrekking hebben op een internationale betaling in vreemde valuta. De Commissie acht de uitingen op grond van het voorgaande misleidend wegens het ontbreken van essentiële informatie en daardoor in strijd met artikel 13 onder a NRC. De beslissing van de Commissie ten aanzien van de radiocommercial blijft in stand nu ter zake dit onderdeel van het geschil niet is voldaan aan de eis dat het beroepschrift de gronden moet bevatten waarop beroep wordt ingesteld. Het beroep tegen het oordeel van de Commissie ten aanzien van de uitingen op de website en de printadvertentie is gegrond, zodat de beslissing in zoverre niet in stand kan blijven. Ten aanzien van die uitingen wordt de klacht alsnog afgewezen.

RB 2839

CvdM: Tegen betaling of niet? Dat is bij veel vlogs onduidelijk

CvdM bericht: Het Commissariaat voor de Media heeft voor het eerst onderzocht hoe vaak merken en producten duidelijk zichtbaar voorkomen in vlogs en andere video’s van online content creators. En of duidelijk vermeld wordt of het al dan niet om betaalde aandacht gaat. Daartoe zijn honderd video’s van de twintig populairste Nederlandstalige kanalen van vloggers of andere online content creators op YouTube bekeken. Wat blijkt? In bijna 90% van de vlogs en clips zijn duidelijk een of meerdere merken of producten te zien. In meer dan 60% van die gevallen komen merken en producten niet terloops aan bod, maar krijgen ze nadrukkelijk de aandacht. Die aandacht is vaak (zeer) positief. Bij meer dan 75% van de video’s waarin merken en/of producten aan bod komen, is onduidelijk of het al dan niet om betaalde aandacht gaat. Lees verder ,Het actualiteitenprogramma Nieuwsuur besteedde aandacht aan het onderzoek.

RB 2838

Uitspraak ingezonden door Marloes Meddens-Bakker, The Law Factor.

Ontbreken verwijzing naar JAK-remmers of naderend geneesmiddel

12 apr 2017, RB 2838; K17.001 (Eli Lilly tegen Pfizer), https://reclameboek.nl/artikelen/ontbreken-verwijzing-naar-jak-remmers-of-naderend-geneesmiddel

CGR 12 april 2017, LS&R 1443; RB 2838 (Eli Lilly tegen Pfizer) Geen reclame. Beide partijen wachten de verlening van een EU-handelsvergunning af voor een nieuw geneesmiddel voor de behandeling van reumatoïde artritis. Lilly voor haar Olumiant, Pfizer voor Xeljanz, het zijn janus kinase (JAK)ontstekingsremmers.

Pfizer heeft de aandacht van Nederlandse beroepsbeoefenaren gevestigd op de rol die JAK spelen bij het ontstaan van ontstekingen. Deze uitingen kunnen volgens Lilly niet kwalificeren als zuivere informatie ex 5.1.2 en 5.1.3 van de Gedragscode en stelt dat er sprake is van een verkapte vorm van reclame voor haar nog niet geregistreerde JAK-remmer Xeljanz. Alhoewel de Commissie inziet dat er een commercieel belang is om vooruitlopend op de naderende introductie van haar geneesmiddel bij beroepsbeoefenaar de aandacht te vestigen op de rol van JAK pathways, acht de Codecommissie vanwege ontbreken van verwijzingen naar tofacitinib of Xejanz of JAK-remmers in het algemeen het verband tussen de uiting te verwijderd om aan de uitingen een aanprijzend karakter toe te kennen. Ook uitingen die voor publiek toegankelijk waren, zijn geen publieksreclame.