RB

Bescherming van privacy  

RB 1014

Onvoldoende als reclame herkenbaar

RCC 17 mei 2011, Dossiernr. 2011/00321 (Nationale Postcode Loterij)

Reclamerecht. Een aan klager geadresseerde mailing met op voorzijde envelop de tekst "betreft uw reservering" en op achterzijde "indien onbestelbaar retourneren naar Nationale Postcode Loterij." Klager acht onduidelijk wie afzender is want onduidelijk lettertype, dus strijd met art. 2 CBR en uiting niet duidelijk als reclame herkenbaar dus strijd met art. 11.1 NRC. Verweerder stelt dat envelop wel leesbaar is en dat het haar vrij staat reclame op pakkende wijze te presenteren. Envelop duidelijk herkenbaar als reclame.
Commissie oordeelt dat door de tekst "betreft uw reservering" niet voldoende duidelijk is dat het gaat om reclame. Strijd met art. 11.1 NRC. Dat op de achterzijde de afzender wordt vermeld, leidt niet tot ander oordeel. Geen strijd met art. 2 CBR want op achterkant envelop gemakkelijk herkenbare vermelding van naam en adres adverteerder. Doet aanbeveling.

Van de tekst: “BETREFT UW RESERVERING” in combinatie met de door het venster zichtbare naam en het adres van de geadresseerde gaat voor de gemiddelde consument de suggestie uit dat de envelop informatie bevat over een door hem of haar gedane reservering. Niet duidelijk, althans niet voldoende duidelijk is dat het -naar tussen partijen vast staat- gaat om reclame van NPL.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regelingen: NRC art. 11.1; CBR art. 2
Lees eerdere soortgelijke uitspraak over de NPL hier: RB 983

RB 1011

Opt in ook voor KvK?

Antwoord Kamervragen Verhoeven over omgang van de Kamer van Koophandel (KvK) met persoonsgegevens Aanhangsel Handelingen II 2010/11, nr. 2951.

Verkoop van contactgegevens door KvK zorgt voor ongevraagde reclamezendingen. De minister antwoord dat men kan opteren voor Non Mailing. Van de nieuwe inschrijvingen kiest 40% daar ook voor. Rond de zomer verwacht de Minister "een meer principiële afweging [te] maken in de openbaarheid, beschikbaarheid en het mogen gebruiken van de gegevens in het handelsregister."

3 Bent u bekend met het feit dat deze verkoop van contactgegevens leidt tot veel ongevraagde reclamezendingen.

Antwoord Iedere onderneming of rechtspersoon die is ingeschreven in het handelsregister kan bij de KvK opteren voor de zogeheten Non Mailing Indicator (NMI). De NMI houdt in dat het de directe of indirecte afnemer van adresgegevens (in bulk) niet is toegestaan reclame-uitingen (per post) toe te zenden aan de betreffende onderneming of rechtspersoon. Bij evidente aanwijzingen dat ongewenste mailing zijn oorsprong vindt in door de KvK verstrekte adressen bestaat de mogelijkheid via klachtenprocedure de KvK daarop opmerkzaam te maken. De KvK beziet vervolgens of binnen de gegeven wettelijke kaders overgegaan kan worden tot het staken van de levering. Voor mailings die langs elektronische weg worden toegezonden, geldt op grond van de Telecomwet het beginsel van opting in.De KvK wijzen sinds medio 2009 bij iedere nieuwe inschrijving op de NMI; inmiddels kiest bij nieuwe inschrijvingen 40% van betrokkenen voor de NMI. Ook reeds bestaande inschrijvingen zijn enkele malen door middel van de Kamerkrant erop geattendeerd. Het is dus aan ingeschrevenen zelf of zij reclame-uitingen (per post) wensen te ontvangen die gebaseerd zijn op levering van adresgegevens door de KvK. Dit sluit uiteraard niet uit dat er ook andere wegen zijn om adressen van ondernemingen of andere organisaties te weten te komen. Correcte naleving van de NMI vormt dus geen absolute garantie tegen het ongewenst ontvangen van reclamezendingen.

4 Wat vindt u van het idee om over te schakelen op opt-out in plaats van opt-in, dat wil zeggen de ‘non mailing indicator’ standaard uitzetten in plaats van standaard op aan?
5. Denkt u ook dat dit veel meer zou passen voor een publieke organisatie?

Antwoord 4 en 5 De Non Mailing Indicator is in de huidige vorm gebaseerd op het opting out beginsel. Ik begrijp deze vragen daarom aldus dat wordt voorgesteld, in plaats van opting out, over te schakelen op opting in. In de beantwoording van bovengenoemde eerdere vragen (in het bijzonder vraag 5 daarvan) is ingegaan op de overwegingen om het stelsel van opting out te behouden. Ik merk daarbij op dat het gebruik van door de KvK geleverde adresgegevens voor
het toezenden van commerciële mailings niet los kan worden gezien van andere toepassingen van dat adressenmateriaal. Ik doel daarbij op andere commerciële toepassingen zoals opname in elektronische telefoonboeken, en op gebruik uit hoofde van de rechtszekerheidsfunctie van het handelsregister. Daarom wil ik op korte termijn een meer principiële afweging maken in de openbaarheid, beschikbaarheid en het mogen gebruiken van de gegevens in het handelsregister. Ik verwacht die afweging rond de zomer bij brief aan uw Kamer te kunnen
voorleggen.

RB 1006

1 sjaal = 2 sjaals

VzRCC 12 mei 2011, Dossiernr. 2011/00317 (ANWB)

Reclamerecht. Huis-aan-huis folder met aanbieding van Lady Chrissy Sjaal voor 14,95 euro (ledenprijs). Klager stelt dat in uiting niet blijkt dat de afgebeelde sjaal bestaat uit 2 sjaals die samen 29,90 euro kosten. Verweerder is van mening dat klacht niet geheel ongegrond is.
Voorzitter oordeelt dat Commissie klacht zal toewijzen. Uiting kan indruk wekken dat men afgebeelde sjaal kan kopen voor 14,95 euro. In werkelijkheid zijn er twee sjaals afgebeeld met een totaalprijs van 29,90 euro. Sprake van ontbreken van essentiële informatie (art. 8.3 aanhef en onder c NRC). Strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling.

De voorzitter is van oordeel dat de Commissie de klacht zal toewijzen. Hij overweegt daartoe het volgende.

Vaststaat dat de gewraakte reclame-uiting de indruk kan wekken dat men de afgebeelde sjaal als zodanig kan kopen voor € 14,95 (ledenprijs). In werkelijkheid blijkt de afgebeelde sjaal uit twee losse sjaals te bestaan die men elk afzonderlijk dient te kopen voor de ge­noem­de prijs. Door het ontbreken van informatie hierover zal de gemiddelde con­sument er niet op bedacht zijn dat hij in totaal € 29,90 (ledenprijs) dient te betalen voor de afgebeelde combinatie. Het gaat naar het oordeel van de voor­zit­ter om essen­tiële infor­ma­tie die de con­sument nodig heeft om een geïnformeerd be­sluit over de transactie te ne­men. Dergelijke informatie dient tijdig, dat wil zeggen reeds in de reclame-uiting, te wor­den vermeld.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)

Regeling: NRC art. 7, art. 8.3 aanhef en onder c

RB 994

Retourtje Europa 99 euro?

Vz RCC 26 mei 2011, Dossiernr. 2011/00229 (KLM)

Reclamerecht. E-mail aan klager met tekst "Europa all-in retour 99 euro." Klager stelt dat er 10 euro reserveringskosten bijkomen, daarom is "all-in prijs" misleidend. Verweerder stelt dat er sprake is van een foutje en zal het aanpassen.
Voorzitter oordeelt dat Commissie klacht zal toewijzen. Verweerder heeft geen correcte en duidelijke prijs genoemd in uiting. Strijd met III lid 1 RR. Doet aanbeveling.

Nu niet is betwist dat in de gewraakte e-mail geen informatie stond over de bij­komende re­ser­veringskosten en wordt gesproken over een all-in prijs, heeft adverteer­der geen correcte en duidelijke prijs genoemd in de bestreden reclame-uiting. Aldus heeft adverteerder gehan­deld in strijd met het bepaalde onder III lid 1 RR. De voorzitter neemt er overigens nota van dat adverteerder heeft verklaard dat de uiting zal worden aangepast.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: RR III lid 1

RB 993

Registratie Postfilter vervalt na 5 jaar

RCC 30 mei 2011, Dossiernr. 2011/00356 (aanmelding Postfilter)

Reclamerecht. Klager heeft op 25 januari geadresseerde reclame ontvangen terwijl hij zich op 25 augustus 2010 bij Postfilter heeft aangemeld. Postfilter meldt dat de huidige registratie van klager van 26 januari 2011 is, oudere registratie is van 18 maart 2005 en is vervallen op 29 juni 2010. Verweerder stelt dat de Postfilter check op 23 december 2010 heeft plaatsgevonden en verweerder toen niet in Postfilter geregistreerd stond.

Commissie oordeelt dat niet is vast komen te staan dat klager ten tijde van verzending reclame was geregistreerd bij Postfilter. Niet gebleken van een registratie op 25 augustus 2010. Wijst klacht af.

Volgens de bij het Postfilter namens de Commissie ingewonnen informatie is er sprake van een registratie per 26 januari 2011 en is een eerdere registratie bij het Infofilter op 29 juni 2010 verwijderd. Van een registratie per 25 augustus 2010, zoals in de klacht gesteld, is niet gebleken.

Adverteerder heeft nog meegedeeld dat klager ten tijde van de selectie van adressen en de bijbehorende check met het Postfilter op 23 december 2010 niet was geregistreerd in het Postfilter.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)

RB 983

"Betreft uw reservering"

RCC 16 mei 2011, Dossiernr. 2011/00320 (Postcode Loterij)

Reclamerecht. Aan klager geadresseerde brief van Postcode Loterij met tekst op envelop: "betreft uw reservering." Klager vindt deze tekst misleidend, heeft geen reservering bij verweerder. Door kleur inkt en envelop niet duidelijk wie afzender was. Ook heeft klager meermaals aangegeven geen prijs te stellen op ontvangen post van verweerder. Verweerder stelt dat zij vrij is in manier van reclame maken en tekst leesbaar is want in 12 puntsletter weergegeven. Hierdoor is envelop voldoende als reclame herkenbaar. Teruggestuurde brieven van klager zijn onbekend bij verweerder.

Commissie oordeelt dat envelop met tekst "betreft uw reservering" verkeerde indruk wekt. Hierdoor niet duidelijk als reclame herkenbaar dus in strijd met art. 11.1 NRC. Ook heeft verweerder niet voldoende aannemelijk gemaakt dat zij is ingegaan op verzoek van klager om geen post meer te ontvangen dus strijd met art. 14 Code CBR. Doet aanbeveling.

Van de tekst: “BETREFT UW RESERVERING” gaat onmiskenbaar de suggestie uit dat de envelop informatie of documenten bevat met betrekking tot een reservering die door de geadresseerde is geplaatst. Eerst na het openen van de envelop blijkt dat deze uitsluitend reclame bevat voor de Nationale Postcode Loterij en in het geheel geen betrekking heeft op een reservering van de ontvanger van deze reclame.

Nu de envelop een verkeerde indruk wekt, acht de Commissie de uiting niet duidelijk als reclame herkenbaar en daardoor in strijd met artikel 11.1 Nederlandse Reclame Code (NRC).

Dat op de achterzijde van de envelop voor het geval van onbestelbaarheid de Nationale Postcode Loterij wordt genoemd, leidt niet tot een ander oordeel. Voor zover deze mededeling al niet over het hoofd wordt gezien, doet deze onvoldoende af aan bovenbedoelde onjuiste indruk.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regelingen: NRC art. 11.1; Code CBR art. 14
Lees eerdere uitspraken over de Postcode Loterij hier: RB 771; RB 739; RB 684; RB 674; RB 673

RB 982

Verkeerd telefonisch ingelicht

RCC 12 mei 2011, Dossiernr. 2011/00322 (Vriendenloterij)

Reclamerecht. Klager is telefonisch benaderd door Vriendenloterij met aanbod voor twee gratis loten. Herhaaldelijk werd gezegd dat uitsluitend ging om deze twee loten en klager nergens aan vast zou zitten. Twee weken later ontving klager brief met mededeling dat hij deelnemer was en betaald nummer moest bellen om op te zeggen. Ook werd later geld afgeschreven zonder machtiging van klager. Verweerder stelt dat klager niet juist is ingelicht. Biedt excuses aan.

Commissie oordeelt dat klager verkeerd is ingelicht en dus sprake van onbehoorlijke en misleidende benadering, strijd met art. 7 lid 2 CTM. Doet aanbeveling.

Naar adverteerder heeft erkend, is klager namens adverteerder verkeerd ingelicht met betrekking tot de voorwaarden van de betreffende actie. Naar klager stelde is hem meegedeeld dat zijn deelnemerschap automatisch zou aflopen, terwijl dit in werkelijkheid niet het geval was.

Aldus is naar het oordeel van de Commissie sprake van onbehoorlijke en misleidende benadering en derhalve van strijd met artikel 7 lid 2 CTM.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: Code Telemarketing (CTM) art. 7 lid 2
Lees eerdere uitspraken over de Vriendenloterij: RB 973; RB 758

RB 981

Postfilter niet voldoende geraadpleegd

RCC 12 mei 2011, Dossiernr. 2011/00267 (Bankgiroloterij)

Reclamerecht. Klager heeft zich op 14 oktober 2010 ingeschreven bij Postfilter en o.a. categorie Loterijen aangevinkt. Toch ontving hij op 8 januari een uiting van de Bankgiroloterij (BGL). Klager heeft geen reactie van verweerder ontvangen over zijn klacht hierover. Verweerder stelt dat het Postfilter bestand van 13 oktober 2010 heeft gebruikt. N.a.v. klagers brief is deze op 9 januari in het 'recht van verzet' bestand terecht gekomen. Ook is verweerder van mening dat Code Postfilter (in werking getreden op 1 jan 2011) niet moet worden toegepast op deze zaak, i.v.m. overgang naar nieuwe regeling.
Commissie oordeelt dat Code Postfilter van toepassing is omdat mailing verzonden is op 7 januari. Strijd met art. 5.2 en art. 5.3 Code Postfilter want Postfilter voor het laatst geraadpleegd op 13 oktober. Doet aanbeveling.

Op grond van artikel 5.2 van de Code Postfilter dient een adverteerder, voordat hij een adressenbestand met personen wil gebruiken voor het verzenden van Direct Mail, altijd het Post Register te raadplegen. Deze raadpleging dient op grond van artikel 5.3 van de Code Postfilter plaats te vinden binnen een periode van maximaal zes weken voor het feitelijk toesturen van Direct Mail.

Nu adverteerder de bewuste brief op 7 januari 2011 aan klager heeft verzonden, terwijl zij op 13 oktober 2010 voor het laatst het Post Register had geraadpleegd, heeft adverteerder in strijd gehandeld met de genoemde bepalingen.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: Code Postfilter art. 5.2, art. 5.3
Zie eerdere uitspraken over BGL: RB 956; RB 833; RB 791

RB 974

iPad voor iedere kandidaat?

CVB 8 juni 2011, Dossiernrs. 2011/00183 en 2011/00183A (Vriendenloterij)

Reclamerecht. Aan klagers gerichte brief over Vriendenloterij Holland's Next Millionaire. Klagers stellen bij uitzending van programma te zijn geweest maar dat er geen iPad klaar lag voor hen en hun vijf vrienden, zoals beloofd in brief. Verweerder geeft aan dat uiting los staat van andere uitnodiging die klagers hebben gekregen om opnamedag op 14 februari bij te wonen.

Commissie oordeelt dat er sprake is van een omissie (art. 8.2 aanhef en onder c NRC) omdat in uiting niet wordt vermeld dat het uitsluitend gaat om deelnemers van de finale-aflevering. Strijd met art. 7 NRC en doet aanbeveling.
Grieven: Aflevering waaraan klagers deelnamen werd al voor einde actie van de uiting opgenomen, zij kunnen dus daaruit afleiden dat actie geen betrekking had op de door hen bijgewoonde aflevering. Extra lot moet geactiveerd worden bij deelname aan actie, wat klagers niet gedaan hebben.

CVB: samenloop van uitnodiging voor deelname aan uitzending en uiting voor deelname aan finale-aflevering is verwarrend voor consument, mede door ontbreken opnamedatum op uiting en vermelding van "mooi studiocadeau" in de eerdere uitnodiging. Echter niet aannemelijk dat mensen hierdoor extra loten zouden activeren voor de uitzending van 14 februari. In tegenstelling tot Commissie oordeelt de CVB dat er geen strijd is met art. 7 NRC en geen sprake is van een omissie (art. 8.3 aanhef en onder c NRC). Vriendenloterij heeft wel verwijtbaar gehandeld door mailing te zenden die verwarring veroorzaakt bij de consument. Hierdoor is vertrouwen in reclame geschaad (art. 5 NRC). CVB bevestigt aanbeveling met wijziging van de gronden: strijd met art. 5 NRC i.p.v. art. 7 NRC.

 2011/00183 en 2011/00183A5. Wel is het College van oordeel dat de Vriendenloterij verwijtbaar heeft gehan­deld door een mailing te verzenden die bij de consument verwarring veroorzaakt. De Vriendenloterij had deze verwarring kunnen voorkomen door degenen die reeds voor een opname waren uitgenodigd niet de onderhavige uiting te zenden dan wel duidelijker daarin te verwoorden dat uitsluitend degenen die een studioplaats win­nen voor de opname van - specifiek - aflevering 8 van het programma “Holland’s Next Millionai­re”, een iPad ontvangen, zo mogelijk onder vermelding van de datum van de opname van die afle­ve­ring. Door op dit punt onvoldoende maatregelen te nemen, heeft de Vriendenlote­rij het vertrou­wen in reclame ge­schaad. Reclame mag er immers niet toe leiden dat de consu­ment in gerechtvaardigde verwachtingen wordt teleurge­steld. Deze situatie doet zich in het onderhavige geval voor. Geïn­timeerde kon op grond van de samenloop van uitnodigingen en uiting menen dat hij na de televisie­opname waarvoor hij was uitgenodigd, een iPad zou ontvangen. Zijn standpunt dat de Vriendenloterij zijn belofte dient waar te maken, kan als een be­roep op artikel 5 NRC worden beschouwd. De Commissie had op grond van het voorgaande de klacht op deze grond dienen toe te wijzen.

Lees de gehele uitspraak 2011/00183 hier (link / pdf)
Lees de gehele uitspraak 2011/00183A hier (link / pdf)
Regeling: NRC art. 5, art. 7, art. 8.3 aanhef en onder c

RB 973

Vriendenloterij vergat updates Postfilter te checken

Vzr. RCC 26 mei 2011, Dossiernr. 2011/00266 (Postfilter)

Reclamerecht. Aan klager geadresseerde mailing van Vriendenloterij. Klager stelt dat hij zich bij Postfilter heeft ingeschreven maar toch mailing van Vriendenloterij heeft ontvangen. Verweerder stelt dat hij heeft nagelaten de updates van Postfilter te checken alvorens mailing te versturen. Zal voortaan wekelijks Postfilter checken.

Voorzitter is van oordeel dat Commissie klacht zal toewijzen. Op grond van art. 5.2 Code Postfilter moet Post Register altijd worden geraadpleegd alvorens post te versturen, binnen periode van 6 weken voor feitelijke verzending (art. 5.3 Code Postfilter). Dit is niet gebeurd dus strijd met genoemde artikelen. Doet aanbeveling.

De Code Postfilter is in werking getreden op 1 januari 2011. Adverteerder heeft de bewuste mailing blijkbaar eind januari 2011 verzonden. Op dat moment diende adverteerder de bepa­lingen in de Code Postfilter – die immers reeds in werking was getreden - in acht te nemen.

Op grond van artikel 5.2 van de Code Postfilter dient een adverteerder, voordat hij een adressenbestand met personen wil gebruiken voor het verzenden van Direct Mail, altijd het Post Register te raadplegen. Deze raadpleging dient op grond van artikel 5.3 van de Code Postfilter plaats te vinden binnen een periode van maximaal zes weken voor het feitelijk toesturen van Direct Mail.

Nu adverteerder de bewuste mailing eind januari 2011 aan klager heeft verzonden en niet is gesteld of gebleken dat adverteerder binnen een periode van maximaal zes weken voor het feitelijk toesturen van de mailing de op dat moment actuele inhoud van het Post Register heeft geraadpleegd, heeft adverteerder in strijd gehandeld met de genoemde bepalingen van de Code Postfilter.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: Code Postfilter art. 5.2; art. 5.3
Lees hier eerdere uitspraak over de Vriendenloterij: RB 758