RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Internet  

RB 2204

Bezoekers- en boekingsclaim geen weergave van werkelijkheid

RCC 17 juli 2014, RB 2204, dossiernr. 2014/00409 (Vrij Uit)
Gedeeltelijke Aanbeveling. Misleidende reclame. Het betreft de meldingen die tijdens het boekingsproces op adverteerders website www.vrijuit.nl (kunnen) verschijnen betreffende: a) het aantal nog beschikbare kamers (‘voorraadclaim’), b) het aantal personen dat een accommodatie bekijkt (‘bezoekersclaim’), c) het moment waarop die accommodatie voor het laatst is geboekt (‘boekingsclaim’). In het door klager overgelegde voorbeeld zijn bovengenoemde claims aldus verwoord: a) “Nog maar 1 kamer(s) beschikbaar!” b) “2 mensen bekijken deze accommodatie” c) “Laatste boeking: deze week”. Klager stelt dat de hiervoor weergegeven meldingen op de website geen weergave van de werkelijkheid zijn. De meldingen zijn misleidend, omdat consumenten daardoor onder druk gezet worden om sneller een accommodatie te boeken dan zij zouden doen als de meldingen niet werden getoond. De Commissie acht de uiting voor wat betreft de ‘bezoekersclaim’ en de ‘boekingsclaim’ in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC.

Het oordeel van de Commissie
De Commissie acht aannemelijk geworden dat de mededeling betreffende het aantal nog beschikbare kamers verschijnt indien op het moment van registratie nog maximaal 5 kamers (volgens een specifieke reisaanbieding) beschikbaar zijn, welke mededeling één maal per 24 uur wordt ververst. Als erkend is komen vast te staan dat boekingen die binnen 24 uur na het registratiemoment worden gedaan in die periode niet in de voorraadclaim verwerkt (kunnen) worden. Daardoor is het mogelijk dat de voorraadclaim niet de actuele situatie weergeeft, maar een te hoog aantal nog beschikbare kamers vermeldt. Hoewel op dat moment de weer-gegeven informatie dus niet juist is, betekent dit naar het oordeel van de Commissie niet dat de voorraadclaim misleidend is in de door klager gestelde zin. Als de claim een hoger aantal nog beschikbare kamers aangeeft dan waarvan in werkelijkheid op dat moment sprake is, wordt op de consument immers geen druk uitgeoefend om sneller te gaan boeken dan hij zou doen indien de voorraadclaim het juiste – lagere – aantal zou vermelden. Van oneigenlijke druk zou sprake kunnen zijn indien een lager aantal kamers wordt vermeld dan daadwerkelijk beschikbaar is, maar niet is gesteld of gebleken dat in de voorraadclaim een te laag aantal kamers wordt genoemd. Hierbij is van belang dat - naar adverteerder heeft verzekerd - een reisaanbod dat niet meer beschikbaar is direct van de website verwijderd wordt en dat hier-voor dus geen voorraadclaim meer getoond wordt.
Gelet op het voorgaande wordt het gedeelte van de klacht dat betrekking heeft op de voor-raadclaim afgewezen.

Voor zover de klacht betrekking heeft op de bezoekersclaim en de boekingsclaim treft deze naar het oordeel van de Commissie wel doel. De mededelingen “X mensen bekijken deze accommodatie” en “Laatste boeking: datum/tijdstip” (bijvoorbeeld X uur geleden / gisteren / eergisteren / deze week) wekken onmiskenbaar de indruk dat daarmee de tijdens het web-sitebezoek bestaande, actuele situatie wordt weergegeven en zullen door de gemiddelde con-sument ook in die zin worden opgevat. Gebleken is echter dat de bezoekersclaim een bere-kend gemiddelde van het aantal bezoekers voor een bepaalde accommodatie betreft, en dat de boekingsclaim het resultaat is van een berekende kans dat een accommodatie op een bepaalde dag wordt geboekt. Dit betekent dat de informatie die in de bezoekers- en boe-kingsclaims wordt weergegeven, anders dan wordt gesuggereerd, geen actueel inzicht biedt in het aantal mensen dat de accommodatie bekijkt respectievelijk in het tijdstip van de laatste boeking. Het betekent ook dat het mogelijk is dat een kleiner aantal bezoekers de website bekijkt en dat het langer geleden is dat de laatste boeking heeft plaatsgevonden dan de websi-te vermeldt. Nu deze laatste mogelijkheid zich voor kan doen, wordt de informatie misleidend geacht. Immers, als die mogelijkheid zich voordoet wordt op de consument druk uitgeoefend om sneller te gaan boeken dan hij zou doen als de bezoekersclaim en de boekingsclaim de juiste gegevens bevatten.
RB 2199

Geen (extra) korting Total Body Scan

Vz. RCC 21 juli 2014, RB 2199, dossiernr. 2014/00449 (Prescan.nl)
Voorzitterstoewijzing. Misleidende reclame. Het betreft de website www.prescan.nl voor zover daarop ten tijde van het indienen van de klacht een banner stond met de tekst “Total Body Scan van € 1590,- nu € 945*,-“. Voorts werd de keuze geboden tussen de “officiële WK-bal” of “€ 50,- extra korting”. Klaagster stelt dat adverteerder de indruk wekt dat sprake is van een aanbieding waarbij men voor een Total Body Scan in plaats van € 1.590,-- slechts € 945,-- hoeft te betalen. Laatstgenoemd bedrag is evenwel de normale prijs, zoals blijkt uit de tarieven op de website van adverteerder. De zogenaamde extra korting van €50,-- is niet “extra” want er is überhaupt geen sprake van korting. De voorzitter acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC voor zover daarin staat “van € 1590,-“ en het feit dat het een “extra” korting betreft.

Het oordeel van de voorzitter
1) Als erkend is komen vast te staan dat het bedrag van € 1.590,-- in Nederland niet meer een feitelijke en realistische prijs voor de Total Body Scan is, en dat het bedrag van € 945,-- de reguliere prijs is. Anders dan in de uiting door het doorgestreepte bedrag van € 1.590,-- wordt gesuggereerd, is het bedrag van € 945,-- derhalve geen bijzondere actieprijs en is in werkelijkheid geen sprake van een reëel prijsvoordeel voor de consument. Aldus is geen juiste informatie verstrekt over het bestaan van een specifiek prijsvoordeel als bedoeld onder d van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting in zoverre misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

2) Om dezelfde reden als hiervoor genoemd is de uiting ook misleidend voor zover daarin wordt gesproken over een “extra” korting. Er is immers blijkens het voorgaande geen sprake van een als “extra” te beschouwen korting. Wel heeft adverteerder voldoende aannemelijk gemaakt dat zij € 50,-- korting geeft op het bedrag van € 945,--, zodat het gebruik van het woord korting als zodanig niet onjuist of misleidend kan worden geacht.

3) De voorzitter neemt nota van de mededeling van adverteerder dat de uitingen inmiddels zijn aangepast. De voorzitter zal met dit op zichzelf genomen te waarderen handelen rekening houden door de aanbeveling te doen voor zover nog nodig.
RB 2196

Verbeterde leeftomstandigheden voor Hollandse kip

RCC 15 juli 2014, RB 2196, dossiernr. 2014/00382A (Albert Heijn)
Afwijzing. Voeding. Zie eerder RB 2193. Het betreft uitingen op adverteerders website betreffende de introductie van de Hollandse kip, te weten de webpagina met de kop “De Hollandse Nieuwe is er!” (https://www.ah.nl/ appie/over/kip) en de webpagina met de kop “Steeds meer keuze in verantwoorde kip” en de subkop “Meer doen voor dierenwelzijn". De klacht: Albert Heijn misleidt de consument door de Hollandse kip aan te prijzen met de tekst “meer doen voor dierenwelzijn” en mee te delen dat dit nieuwe kippenras betere leefomstandigheden kent. Het verschil tussen de Hollandse kip en de huidige ‘plofkip’ betreft slechts twee kippen per m2 (19 in plaats van 21). Consumenten gaan meer betalen voor de Hollandse kip in de veronderstelling dat ze wellicht meewerken aan betere leefomstandigheden voor de dieren, terwijl dit “pertinent onzin” is. De Commissie wijst de klacht af.

Het oordeel van de Commissie
De Commissie stelt voorop dat het door Albert Heijn opgestelde verweer zowel betrekking heeft op de onderhavige klacht als op de - anders geformuleerde - klacht die Wakker Dier heeft ingediend tegen onder meer dezelfde uiting op de website (dossiernummer 2014/00382). De onderhavige klacht is gericht tegen de volgende op de website van Albert Heijn staande mededelingen met betrekking tot (de introductie van) de Hollandse kip: “meer doen voor dierenwelzijn” en “betere leefomstandigheden”.
In haar beslissing in bovengenoemd dossier 2014/00382 heeft de Commissie als onweersproken vaststaand aangenomen dat de Hollandse kip zich wat betreft welzijnsniveau bevindt tussen de reguliere kip en de scharrelkip waaraan 1 Beter Leven ster van de Dierenbescherming is toegekend. Zo is gebleken dat in vergelijking met de reguliere kip, die voor de kipproducten van het Albert Heijn huismerk wordt gebruikt, bij de Hollandse kip het aantal kippen per m2 is teruggebracht van 21 naar 19, de Hollandse kip langzamer groeit en (enkele dagen) langer leeft en in de stallen van de Hollandse kip afleidingsmateriaal aanwezig is.

Deze verbeterde omstandigheden van de Hollandse kip ten opzichte van de reguliere kip rechtvaardigen naar het oordeel van de Commissie niet dat de Hollandse kip om die reden “verantwoord” mag worden genoemd en haar leefomstandigheden als “goed” mogen worden betiteld, zoals in de klacht van Wakker Dier was aangevoerd, zodat deze klacht gegrond is verklaard.

De onderhavige klacht is echter niet gericht tegen de aanduidingen “verantwoord” en “goed”, maar tegen de suggestie die de uiting volgens klaagster bij de consument wekt dat de Hollandse kip betere leefomstandigheden kent dan de reguliere kip, terwijl dat “pertinent onzin” is. Onder verwijzing naar hetgeen hiervoor is overwogen, acht de Commissie voldoende aannemelijk geworden dat sprake is van verbeterde leefomstandigheden van de Hollandse kip ten opzichte van de reguliere kip en dat Albert Heijn met de introductie van de Hollandse kip meer doet voor dierenwelzijn. Op grond hiervan komt de Commissie tot afwijzing van de onderhavige klacht.
RB 2194

Geen twee gratis brillen zonder bijbetaling

Vz. RCC 21 juli 2014, RB 2194, dossiernr. 2014/00429 (Zilveren Kruis)
Voorzitterstoewijzing. Zorgverzekering. Misleidende reclame. Het betreft de website www.zilverenkruis.nl voor zover daarop ten tijde van het indienen van de klacht stond: “Altijd 2 gratis brillen, zonder bijbetaling. Als u een aanvullende verzekering heeft, ontvangt u bij Specsavers altijd 2 complete brillen. Zonder bijbetaling. Deze aanbieding is een combinatie van onze vergoeding die in veel gevallen wordt verdubbeld door Specsavers.” Klager stelt, kort samengevat, dat sprake is van een verwarrende tekst, nu adverteerder, anders dan in de uiting staat, niet bereid is om haar aanbod van twee gratis brillen zonder bijbetaling na te komen. De voorzitter acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC.

Het oordeel van de voorzitter
2) Nu in de uiting in absolute zin staat dat men bij adverteerder “altijd” twee gratis brillen krijgt en hierbij niet naar laatstbedoelde voorwaarden wordt verwezen, is naar het oordeel van de voorzitter sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC

3) Dat adverteerder de uiting inmiddels heeft aangepast, doet aan het voorgaande niet af, nu de vraag of de uiting voor de gemiddelde consument onduidelijk is, dient te worden beoordeeld naar de situatie ten tijde van de indiening van de klacht. Wel zal de voorzitter met de aanpassing rekening houden door te bepalen dat de aanbeveling wordt gedaan voor zover nodig.
RB 2193

Claims over leefomstandigheden Hollandse kip misleidend

RCC 15 juli 2014, RB 2193, dossiernr. 2014/00382 (Albert Heijn)
Aanbeveling. Misleidende reclame. Voeding. Het betreft: 1. de krantenadvertentie met boven de afbeelding van een verpakking kipfilet de kop “De Hollandse Nieuwe is er!” 2. uitingen op de webpagina https://www.ah.nl/meerdoen/dierenwelzijn/kip met als titel “Steeds meer keuze in verantwoorde kip” en als subkop “Meer doen voor dierenwelzijn". De klacht: in de advertentie staan diverse mededelingen over de goede leefomstandigheden van de kippen. Het betreffen absolute claims die niet passen bij de thans geïntroduceerde Hollandse kip, die niet eens in aanmerking komt voor 1 van de 3 te verdienen Beter Leven-sterren van de Dierenbescherming. De Commissie acht de advertentie in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC en de website in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC en artikel 3 MRC.

Het oordeel van de Commissie
Ad I.
(...)
De Commissie begrijpt deze klacht aldus, dat Wakker Dier de aanduidingen “(100%) verantwoorde kip” en “goede leefomstandigheden” voor de Hollandse kip niet gerechtvaardigd acht gelet op de - volgens Wakker Dier - minimale verbeteringen in dierenwelzijn ten opzichte van de reguliere kip. Deze klacht treft doel.

Gelet op de context van de uitingen waarin de aanduiding “verantwoorde kip” wordt gebruikt, gaat de Commissie ervan uit dat de gemiddelde consument aan deze aanduiding ongeveer dezelfde betekenis zal geven als kip die is opgegroeid onder leefomstandigheden van een bepaald niveau, zodat ook in zoverre met name naar het welzijnsniveau van de Hollandse kip wordt verwezen.

Niet is weersproken dat de door Albert Heijn geïntroduceerde Hollandse kip zich wat betreft welzijnsniveau bevindt tussen de reguliere kip en de scharrelkip waaraan 1 Beter Leven ster van de Dierenbescherming is toegekend. Zo is gebleken dat in vergelijking met de reguliere kip, die voor de kipproducten van het Albert Heijn huismerk wordt gebruikt, bij de Hollandse kip het aantal kippen per m2 is teruggebracht van 21 naar 19, de Hollandse kip langzamer groeit en (enkele dagen) langer leeft en in de stallen van de Hollandse kip afleidingsmateriaal aanwezig is. Dat sprake is van verbeterde omstandigheden van de Hollandse kip ten opzichte van de reguliere kip betekent echter niet dat de Hollandse kip om die reden “verantwoord” mag worden genoemd en haar leefomstandigheden als “goed” mogen worden betiteld. De leefomstandigheden van de Hollandse kip zijn bijvoorbeeld voor de Dierenbescherming nog onvoldoende om de eerste van de drie te verkrijgen Beter Leven sterren toe te kennen. Ook de door Albert Heijn aangehaalde resultaten van het CAWA onderzoek en de door haar leverancier uitgevoerde steekproef vormen naar het oordeel van de Commissie, mede gelet op de gemotiveerde kritiek van Wakker Dier ter zake, onvoldoende basis om de absolute mededelingen dat de Hollandse kip “verantwoord” is en gehouden wordt onder “goede leefomstandigheden” te kunnen dragen.

Naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde consument de zinsnede “eind 2015 is alle kip 100% verantwoord” aldus opvatten dat eind 2015, als alle reguliere kip is vervangen door Hollandse kip, het totale assortiment kipproducten van Albert Heijn 100% verantwoord is. In deze mededeling ligt besloten dat volgens Albert Heijn de Hollandse kip 100% verantwoord is. Hetgeen hiervoor is overwogen ten aanzien van de claim “verantwoord” geldt te meer voor de nog stelliger claim “100% verantwoord”.

Gelet op het voorgaande wordt door Albert Heijn in de advertentie en op de website met de mededelingen “100% verantwoorde kip”, “verantwoorde kip” en “goede leefomstandigheden” onjuiste informatie verstrekt over de voordelen van het aangeprezen product als bedoeld in de aanhef en onder b van artikel 8.2 NRC. Nu de Commissie tevens van oordeel is dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie

- in dit geval de koop van Hollandse kip - te nemen dat hij anders niet had genomen, zijn de bestreden mededelingen misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Ad II.
Op de website wordt vermeld dat de Hollandse kip “100% verantwoorde soja” krijgt. In de uitingen wordt niet nader toegelicht wat Albert Heijn in dit verband met “100% verantwoord” bedoelt. Naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde consument deze woorden zo uitleggen dat sprake is van soja die is geproduceerd met zorg voor het milieu en de mens, zonder gebruik van genetische modificatie. Aldus is de mededeling “100% verantwoorde soja” aan te merken als een milieuclaim in de zin van artikel 1 van de Milieu Reclame Code (MRC). Op grond van artikel 3 MRC dient een adverteerder de juistheid van een milieuclaim aan te tonen, waarbij zwaardere eisen aan het bewijsmateriaal worden gesteld naarmate de claim absoluter is geformuleerd.

Naar het oordeel van de Commissie is Albert Heijn in dit bewijs niet geslaagd. Ter onderbouwing van de claim is verwezen naar de voor soja opgestelde RTRS-standaard en naar het gebruik van de term “verantwoord” voor RTRS-soja door het WNF, een van de initiatiefnemers van RTRS. De Commissie acht echter voldoende aannemelijk geworden, onder meer op grond van mededelingen op de website van WNF, dat de afgesproken RTRS-criteria moeten worden gezien als eerste stap in de richting van een verantwoorde sojateelt. Gelet hierop acht de Commissie de absolute aanduiding “100% verantwoord” voor de soja die gebruikt wordt voor de Hollandse kip niet juist en om die reden in strijd met artikel 3 MRC.

Ad III.
De mededeling “milieuvriendelijke mestafvoer” op de website dient te worden aangemerkt als een absolute milieuclaim in de zin van de MRC, waarvan adverteerder op grond van artikel 3 MRC de juistheid dient aan te tonen. Albert Heijn heeft erkend – op dit moment – aan die bewijslast niet te kunnen voldoen. De Commissie heeft nota genomen van de mededeling dat de claim “milieuvriendelijke mestafvoer” inmiddels van de website verwijderd is. Dit neemt echter niet weg dat ten tijde van het indienen van de klacht deze onbewezen milieuclaim op de website was opgenomen.

RB 2188

Aanbod “Earth, Wind & Fire Experience” tickets misleidend

RCC 7 juli 2013, RB 2188, dossiernr. 2014/00403 (www.tickettribune.nl)
Aanbeveling. Misleidende reclame. Het betreft adverteerders website www.tickettribune.nl waarop kaarten voor een concert worden aangeboden met de titel ‘Earth, Wind & Fire’. Onder de vetgedrukte kop “Earth, Wind & Fire” staat onder meer: “De Earth, Wind & Fire Experience, dat is een dertienkoppige band onder leiding van Al McKay.”.  Onderaan staat onder de kop: “Earth, Wind & Fire concert”: “Tickets voor Earth, Wind & Fire zijn razend populair. Tickets voor het concert van Earth, Wind & Fire zijn daarom snel uitverkocht. De liveoptredens zijn altijd zeer spraakmakend. Zorg daarom dat je op tijd Earth, Wind & Fire tickets bestelt...veel plezier bij het Earth, Wind & Fire concert.” De klacht: er wordt gesuggereerd dat men tickets kan bestellen voor een optreden van Earth, Wind & Fire. Dit bleek echter niet het geval. In de kleine letters staat dat het ‘de Earth, Wind & Fire Experience band’ betreft. Klager heeft deze tekst bij de bestelling niet gezien en is van mening dat adverteerder mensen om de tuin leidt door met deze advertentie een verkeerde voorstelling van zaken te geven. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC.

Het oordeel van de Commissie
Naar het oordeel van de Commissie blijkt uit de uiting onvoldoende duidelijk dat er tickets worden aangeboden voor een concert van ‘The Earth, Wind & Fire Experience van Al McKay’s band’ en niet voor een concert van Earth, Wind & Fire.
Gelet op de gehele uiting waarbij zowel de koptekst, de tussenkoppen als bij de benaming, aanprijzing en oproep tot de snelle aanschaf van de tickets uitsluitend wordt gesproken over “Earth, Wind & Fire”, kan verwacht worden dat consumenten in de veronderstelling verkeren tickets van de band Earth, Wind & Fire te kopen, terwijl dit niet het geval is.
Gelet op het voorgaande gaat de bestreden uiting gepaard met voor de gemiddelde consument onduidelijke informatie ten aanzien van de aard van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder a van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, acht de Commissie de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.


RB 2186

Reclame voor spionnenpen zet aan tot strafbaar gebruik

Vz. RCC 14 Juli 2014, RB 2186, dossiernr. 2014/00464 (REC Pen)
Voorzitterstoewijzing. Strijd met wet. Het betreft: 1) een televisiecommercial waarin de zogenaamde REC Pen wordt aangeprezen. Dit betreft een ballpoint die is voorzien van een videocamera. In de televisiecommercial worden een aantal situaties nagespeeld waarin het nuttig zou zijn de REC Pen te gebruiken 2) de website www.teltv.com voor zover het betreft de aanprijzing van de hiervoor genoemde ballpoint. Op de website staat een link naar een commercial en onder meer de volgende tekst: “Met deze spionnenpen maakt u ongemerkt opnames!”. Klager stelt, samengevat, dat met de REC Pen in het geheim video opnamen kunnen worden gemaakt van personen in de privé-sfeer, dit zet aan tot wetsovertreding. De voorzitter acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 2 NRC.

Het oordeel van de voorzitter
1) De voorzitter constateert dat in de bestreden televisiecommercial en de commercial die op de bestreden webpagina kan worden geopend, het gebruik van de REC Pen in het bijzonder wordt aangeprezen als een mogelijkheid om daarmee heimelijk personen te filmen. De voorzitter verwijst naar de in de commercial getoonde scenes waarin personen in woningen en andere niet-publieke plaatsen worden gefilmd zonder dat dit kennelijk duidelijk vooraf is aangekondigd en met de bedoeling achter bepaalde geheimen te komen. Het betreft een moeder die op deze wijze ontdekt dat haar dochter een relatie met een leraar heeft, respectievelijk het ontdekken van het feit dat men door collega’s stiekem wordt uitgelachen en het ontdekken van schoenendiefstal. Het op een dergelijke wijze gebruiken van de REC Pen, dat wil zeggen zonder dat dit duidelijk vooraf is aangekondigd, kan ertoe leiden dat in strijd met artikel 139f Wetboek van Strafrecht wordt gehandeld. Nu het onderhavige product specifiek wordt aangeprezen voor een gebruik dat op zichzelf genomen verboden kan worden geacht, is de voorzitter van oordeel dat de onderhavige commercials in strijd zijn met de goede smaak en het fatsoen. Derhalve heeft adverteerder ten aanzien van de commercials gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
2) Ten aanzien van de tekst op de website ligt het voorgaande in zoverre anders, dat in deze tekst op meer algemene wijze wordt gewezen op de mogelijkheid de pen ongemerkt te gebruiken. Dit neemt evenwel niet weg dat deze tekst dient te worden bezien in samenhang met de commercial die op de website kan worden aangeklikt. Als gevolg van dit laatste zal de consument ook de tekst in deze zin uitleggen dat de REC Pen in het bijzonder geschikt is om daarmee heimelijk personen in een besloten ruimte te filmen. Ook bedoelde tekst dient, gelet op de hiervoor bedoelde commercial, in strijd met artikel 2 NRC te worden geacht.
3) Voor zover klager nog stelt dat de REC Pen zelf aanzet tot wetsovertreding, merkt de voorzitter op dat het adverteerder vrijstaat om reclame te maken voor het onderhavige product, mits deze reclame niet oproept of aanzet tot een gebruik dat een strafbaar feit kan opleveren en de reclame ook verder voldoet aan de eisen van de Nederlandse Reclame Code.
4) Ten aanzien van het verzoek van adverteerder om een termijn van 4 tot 6 weken te krijgen voor aanpassing van de reclame-uitingen, volstaat de voorzitter met op te merken dat dit verzoek niet aan de orde kan zijn, reeds omdat voorkomen moet worden dat de consument op grond van de uitingen de REC Pen zal kopen om daarmee heimelijk in woningen en andere niet-publieke plaatsen mensen te filmen, waardoor hij mogelijk een strafbaar feit zal begaan.

RB 2185

Aanduiding "advocatenkantoor" verwijst naar soort dienstverlening

Vz. RCC 14 juli 2014, RB 2185, dossiernr. 2014/00420 (Advocatenkantoor)
Voorzittersafwijzing. Geen misleidende reclame. Het betreft de websites www.telefoonboek.nl, www.insolad.nl, www.pro-deo-advocaat.nl, www.dels.nl, www.advocatenoverzicht.nl, www.advocatenzoeken.nl en www.curatoren.nl, telkens voor zover verweerder daar staat aangeduid als “advocatenkantoor”. Tevens de LinkedIn profielpagina van [naam betrokkene] voor zover hierop staat dat genoemde persoon op het “advocatenkantoor” van verweerder werkt. Klager stelt, samengevat, dat verweerder als “advocatenkantoor” adverteert terwijl hij als eenmanszaak staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Nu verweerder de enige advocaat op het kantoor is, is sprake van volksverlakkerij. De voorzitter wijst de klacht af.

Het oordeel van de voorzitter
1) Klager heeft diverse uitingen overgelegd die afkomstig zijn van internet, zonder dat evenwel steeds duidelijk is welke specifieke websites het betreft, nu op de uitingen een vermelding van het internetadres ontbreekt. Wel staat in deze uitingen telkens “Advocatenkantoor [naam]”. Verweerder heeft gesteld dat de uitingen geen reclame-uitingen zijn, althans geen reclame-uitingen door of ten behoeve van hem. Daarnaast stelt verweerder dat hij zijn kantoor in taalkundig opzicht mag aanduiden als “advocatenkantoor”.
4) Naar het oordeel van de voorzitter zal de gemiddelde consument het woord “advocatenkantoor” ook niet aldus opvatten dat binnen dat kantoor altijd meer dan één advocaat is gevestigd. Ook voor deze consument verwijst het woord “advocatenkantoor” naar de soort dienstverlening en niet naar het aantal binnen dat kantoor werkzame advocaten. Dit zou anders kunnen zijn indien het woord advocatenkantoor gepaard zou gaan met enige andere omschrijving of verwijzing die de suggestie wekt dat naast verweerder ook een of meer andere advocaten binnen het kantoor zijn gevestigd. Hiervan is echter geen sprake.
5) Ten aanzien van de LinkedIn profielpagina van [naam betrokkene], oordeelt de voorzitter dat deze pagina niet als reclame-uiting van verweerder kan worden beschouwd, zodat reeds hierom aan deze uiting dient te worden voorbijgegaan.
6) Het voorgaande voert tot de slotsom dat, voor zover sprake zou zijn van een reclame-uiting door of ten behoeve van verweerder, geen sprake is van misleiding. De klacht kan derhalve niet slagen.


RB 2184

Onjuiste informatie over samenstelling en werking afslankdrankje

RCC 10 Juli 2014, RB 2184, dossiernr. 2014/00250 (Tommy Teleshopping)
Aanbeveling. Afslankdrank. Onjuiste informatie. Het betreft de uitingen voor ‘Alcachofa de Laon’ afslankdrankjes: 1. Een tv-uitzending van 15 minuten, met onder meer testimonials. Deze testimonials zijn te downloaden via de website www.tommyteleshopping.com (hierna: uiting 1). 2. Uitingen op de website www.tommyteleshopping.com (hierna: uiting 2). 3. De gebruiksaanwijzing van ‘Alcachofa de Laon’, te downloaden via de website www.tommyteleshopping.com (hierna: uiting 3). De klager heeft bezwaren over uitingen die worden gedaan over de werking en (medische) claims van het product. De Commissie acht de uitingen 1 en 3 in strijd met artikel 2 NRC en uiting 2 in strijd met de artikelen 2 en 7 NRC.

Het oordeel van de Commissie
Ad b.
Door adverteerder is niet gesteld noch is de Commissie gebleken dat er sprake is van één of meer goedgekeurde gezondheidsclaim(s) in de zin van de Claimsverordening waar het betreft enerzijds artisjok/cynarine en/of L-carnitine en anderzijds het afslankende of gewichtsbeheersende effect of een vermindering van het hongergevoel. Evenmin is gesteld of gebleken dat adverteerder zich kan beroepen op de overgangsregeling van 28 lid 6 aanhef en onder b van de Claimsverordening, in die zin dat er sprake is van één of meer zogenaamde “on hold claim/s” en van een bepaalde aanbevolen dagdosering.
Gelet op het bovenstaande zijn de uitingen in strijd met artikel 10 lid 1 Claimsverordening, voor zover daarin een verband wordt gelegd tussen (de ingrediënten van) Alcachofa de Laon enerzijds en een afslankend of gewichtsbeheersend effect of een vermindering van het hongergevoel anderzijds, zoals bijvoorbeeld in de mededelingen:
“Je verliest (..) je overgewicht” in uiting 1;
“Stilt de honger” in uiting 2;
“Bevordert de vetverbranding” in uiting 2;
“(…) cynarine, het (…) meest krachtige gewichtssupplement ooit bekend” in uiting 2 en
“(…) artisjokextract (…) het helpt bij gewichtsbeheersing” in uiting 3.
Voorts zijn de claims die zinspelen op de snelheid of mate van gewichtsverlies, zoals bijvoorbeeld: “Ik ben 13 kg kwijtgeraakt in 1 maand” in uiting 1, “cynarine, het snelste en meest krachtige gewichtsverliessupplement ooit bekend” in uiting 2 en “een verschillend aantal kilo’s afvallen” in uiting 3 in strijd met artikel 12 sub b van de Claimsverordening.
Ad c.
Adverteerder heeft niet weersproken dat het product een kunstmatige zoetstof bevat, namelijk sucralose. Gelet hierop acht de Commissie is de mededeling “Alcachofa de Laon ingrediënten zijn 100% natuurlijk” in uiting 2 onjuist. Aldus gaat de uiting gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de samenstelling van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, zijn de uitingen misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.



RB 2182

'Gratis' ooglaseren met kosten voor oogcontrole

RCC 7 juli 2014, RB 2182, dossiernr. 2014/00374 (Vision)
Aanbeveling. Ooglaserbehandeling. Misleidende reclame. Het betreft een uiting op www.vision-ooglaseren.nl. Daarin staat onder de aanhef “Win een ooglaserbehandeling” onder meer: "Ieder kwartaal verloten wij een gratis ooglaserbehandeling! Wilt u in aanmerking komen voor een gratis ooglaserbehandeling? Vul dan het formulier hieronder in” en een aan te vinken hokje met de tekst: “Ik ga akkoord met de voorwaarden van de winactie”. De klacht: na het invullen van het formulier wordt men telefonisch of per e-mail bericht dat men een oogcontrole dient te ondergaan. De kosten van deze oogcontrole, € 75,-, dient men zelf te betalen. Klaagster acht de reclame misleidend, ook al wordt in de voorwaarden op de kosten van € 75,- gewezen. Bij een winactie voor “gratis ooglaseren” verwacht men niet dat eerst € 75,- moet worden betaald. Op deze wijze heeft adverteerder de “gratis” ooglasering er snel uit. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC.

Het oordeel van de Commissie
Om in aanmerking te komen voor de in de uiting bedoelde “gratis ooglaserbehandeling” dient men een vooronderzoek te ondergaan, waarvoor in beginsel € 75,- moet worden betaald. Deze kosten zijn alleen dan niet verschuldigd, indien men, nadat blijkt dat men niet heeft gewonnen, toch een ooglaserbehandeling laat uitvoeren.
De verplichting om een vooronderzoek van in beginsel € 75,- te ondergaan, acht de Commissie dermate essentieel voor het onderhavige aanbod, dat hier in de uiting direct op had moeten worden gewezen, en niet pas in nog te raadplegen “voorwaarden”. Nu dat niet is gebeurd, is er sprake van een verborgen houden van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.