RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Pers/printmedia  

RB 2155

Inruilactie wekt onjuiste indruk van inruilkorting

Vz. RCC 2 juni 2014, RB 2155, dossiernr. 2014/00354 (MyCom)
Voorzitterstoewijzing. Misleidende reclame. Het betreft een folder waarin op de voorpagina onder meer staat: “Inruilservice: Ruil uw oude notebook of pc in en ontvang 100.- inruilvoordeel”. Naast deze tekst staat een symbool met daaronder de tekst: “www.mycom.nl/inruilservice voor meer informatie”. Op de even pagina’s van de folder staat onder meer “100.- inruilvoordeel Als u nu uw oude notebook of pc inruilt voor een nieuw apparaat met Windows 8, profiteert u van inruilvoordeel t.w.v. 100.-. Dit geldt zowel bij de aanschaf van een nieuwe notebook, pc of tablet. Bij inruil ontvangt u gratis: ‘Office 365 Personal’-pakket, 'het boek ‘ontdek Windows 8.1’ en '100.- gratis kijk voor meer informatie op: www.mycom.nl/inruilservice”. Klager meende op grond van de onderhavige uiting dat hij in het kader van de inruilservice bij adverteerder een korting van 100 euro zou ontvangen bij de aanschaf van een nieuwe notebook of pc tegen inruil van een oud apparaat. Nu geen sprake is van een inruilkorting maar van twee gratis items met een waarde van 100 euro is de uiting volgens klager misleidend. De voorzitter wijst de klacht toe.

Het oordeel van de voorzitter
2) Naar het oordeel van de voorzitter zal de gemiddelde consument een actie waarbij men tegen inruil van een oud apparaat een bepaald bedrag aan voordeel ontvangt, associëren met een inruilactie in de gebruikelijke vorm, te weten een actie waarbij men door een oud apparaat in te ruilen korting op de aanschafprijs van een nieuw apparaat krijgt. Een dergelijke actie kan inmiddels algemeen gebruikelijk worden geacht en betreft in feite de standaard situatie die het verwachtingspatroon van de gemiddelde consument bepaalt.
3) De actie waar het in deze zaak om gaat, wijkt in zoverre af van de standaard inruilactie, dat men geen korting op de aanschafprijs krijgt, maar een voordeel ontvangt in de vorm van een softwarepakket en een boek. Nu een dergelijke actie afwijkt van de standaardsituatie, ligt het op de weg van adverteerder om voldoende duidelijk te maken dat geen sprake is van een korting op de aanschafprijs. Naar het oordeel van de voorzitter heeft adverteerder dit in onvoldoende mate gedaan. Door in het kader van een “inruilservice” te spreken over inruilvoordeel ter hoogte van € 100,-- dat men ontvangt bij de inruil van een oude notebook of pc, zal de gemiddelde consument immers aannemen dat sprake is van een korting op de aanschafprijs. Het door adverteerder bedoelde onderscheid tussen inruilkorting en inruilvoordeel zal de gemiddelde consument ontgaan. Ook voor klager was dit onderscheid niet duidelijk.
4) Eveneens zal het deze consument op basis van de toelichting op de even pagina’s ontgaan dat geen sprake is van een inruilkorting, maar van twee gratis items met een gezamenlijke waarde van kennelijk € 100,--. In de toelichting staat dat deze items gratis zijn, maar niet met zoveel woorden dat deze items gezamenlijk het inruilvoordeel vormen. Naar het oordeel van de voorzitter zou de consument kunnen denken dat men bij de inruil deze items gratis ontvangt naast inruilkorting. Aan die indruk draagt bij dat sprake is van een perfect rond getal (€ 100,--), hetgeen eerder op een korting wijst dan op de exacte waarde die de items vertegenwoordigen. Het ligt immers niet voor de hand dat de totale waarde precies € 100,-- is.
5) Dat volgens adverteerder op de website wel voldoende informatie over de actie staat, neemt de misleidende indruk die de folder wekt onvoldoende weg. Het had op de weg van adverteerder gelegen om reeds in de folder duidelijk en ondubbelzinnig de consument te informeren over het feit dat geen sprake is van inruilkorting, teneinde aldus onjuiste verwachtingen bij de consument te vermijden en hem in staat te stellen een geïnformeerd besluit over de transactie te nemen. Nu adverteerder dit heeft nagelaten, is sprake van het op onduidelijke wijze verstrekken van essentiële informatie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 2154

Ontbreken essentiële voorwaarden gebruik cadeaukaart

RCC 2 juni 2014, RB 2154, dossiernr. 2014/00328 (HelloFresh)
Aanbeveling. Misleidende reclame. Ontbrekende informatie. Het betreft een cadeaukaart van HelloFresh ter waarde van € 20,-, een folder en twee uitingen op de website www.hellofresh.nl bestemd voor deelnemers van “Test Exclusive”. De klacht: klaagster kreeg twee cadeaukaarten, elk ter waarde van € 20,-. Een cadeaukaart was geldig bij een minimale afname van 2 HelloFresh Boxen hetgeen, aldus de actievoorwaarden, impliceert dat men een abonnement neemt. Toen klaagster een abonnement had genomen, bleek zij de tweede cadeaukaart niet te kunnen verzilveren omdat deze alleen geldig is voor de eerste bestelling. Dit bleek inderdaad in hele kleine lettertjes op de achterkant van de kaart te staan. Om die reden besloot klaagster “het hierbij“ te laten. Een paar dagen later deed klaagster mee aan een test op internet en ontving zij als dank een actiecode waarmee zij “€ 20,- korting op een maaltijdbox” zou krijgen. Ook van deze korting kon klaagster geen gebruik maken omdat ze al lid was. Deze voorwaarde is niet vermeld. Wel staat er dat men minimaal 2 boxen moet afnemen om van de korting gebruik te kunnen maken. Gezien het vorenstaande had adverteerder de kaarten beter welkomstkaarten kunnen noemen. De Commissie acht de uitingen in strijd met artikel 7 NRC en beveelt de adverteerder aan niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Het oordeel van de Commissie
Op grond van het feit dat klaagster in haar e-mail van 28 maart 2014, waarin zij bezwaar maakt tegen de wijze waarop adverteerder reclame maakt, met betrekking tot de cadeaukaart constateert dat zij de voor de cadeaukaart geldende beperkende voorwaarden in kleine lettertjes op de achterkant van de cadeaukaart zag staan en zij daaraan toevoegt “Dus ik laat het hierbij”, is de Commissie van oordeel dat haar bezwaar tegen de cadeaukaart geen onderdeel van de aan de Commissie voorgelegde klacht (meer) is. Met betrekking tot de op de website van adverteerder staande tekst in de “Test Exclusive”-uitingen heeft adverteerder erkend dat daarin ten onrechte niet staat dat de korting van € 20,- alleen geldt voor de eerste HelloFresh Box, zodat diegenen die een HelloFresh abonnement hebben geen gebruik kunnen maken van deze korting. Aldus is in deze uitingen sprake van een verborgen houden van een essentiële voorwaarde die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in artikel 8.3 onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, zijn de uitingen misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
RB 2150

Logo Vriendenloterij op 'Tjoep' voor kinderen niet toegestaan

RCC 27 mei 2014, RB 2150, dossiernr. 2014/00341 (Vriendenloterij)
Aanbeveling. Bijzondere Reclamecode. Kansspelen. Reclame gericht op kinderen. Het betreft de afbeelding van het logo van de VriendenLoterij op de ‘tjoep’ die bij de Koningsspelen 2014 is uitgedeeld aan alle deelnemende kinderen. Het is regel dat kansspelaanbieders zich met hun reclame niet richten op de jeugd. Klager acht het daarom onbegrijpelijk en onjuist dat kinderen door middel van het logo van de VriendenLoterij op de gratis uitgedeelde tjoep moedwillig worden geconfronteerd met reclame voor een gokspel. Ondanks de sponsoring van de Koningsspelen door de VriendenLoterij hoort haar reclame niet thuis op de tjoep. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel III.1 RVK. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken

Het oordeel van de Commissie
In de eerste plaats dient de vraag beantwoord te worden of sprake is van een reclame-uiting van de VriendenLoterij, nu dit door de VriendenLoterij wordt betwist. De Commissie beantwoordt deze vraag bevestigend. Op de tjoep staat onder het grote logo van de Koningsspelen 2014 kleiner, maar duidelijk zichtbaar, het logo van de VriendenLoterij, tussen de -minder duidelijke- logo’s van de twee organiserende stichtingen. De afbeelding van het logo van de VriendenLoterij kan naar het oordeel van de Commissie niet anders opgevat worden dan als een openbare aanprijzing van de VriendenLoterij met het doel de (naams)bekendheid van de loterij te vergroten en de deelname aan de loterij te bevorderen. Aldus is sprake van reclame waarop – krachtens de (toelichting op de) algemene bepaling – de Reclamecode voor Kansspelen die worden aangeboden door vergunninghouders ingevolge de Wet op de kansspelen (RVK) 2013 van toepassing is.
Nu voor de reclame gebruik gemaakt is van de tjoep die tijdens de Koningsspelen 2014 is uitgedeeld aan deelnemende basisschoolleerlingen, heeft de VriendenLoterij reclame gemaakt in strijd met artikel III.1 RVK 2013, waarin is bepaald dat kansspelaanbieders hun reclame voor kansspelen niet specifiek op minderjarigen richten.
RB 2148

Opname kosten ruimbagage niet vereist in geadverteerde prijs

Vz. RCC 27 mei 2014, RB 2148, dossiernr. 2014/00229 (SRC cultuurvakanties)
Voorzittersafwijzing. Bijzondere Reclamecode. Reizen. Het betreft de Reisgids SRC Cultuurvakanties en dan in het bijzonder de beschrijving van een pakketreis met chartervlucht naar Sardinië en Corsica op pagina’s 128 en 129 van die gids. In het informatiekader op pagina 129 staat onder meer: “Niet inbegrepen Toeslag ruimbagage transavia.com”. Klaagster stelt dat ruimbagage bij een rondreis onvermijdbaar is en dat de kosten daarvan in de geadverteerde prijs inbegrepen dienen te zijn. Volgens klaagster is het feitelijk niet mogelijk bij een rondreis te volstaan met handbagage, zodat men noodgedwongen ruimbagage dient mee te nemen. De voorzitter wijst de klacht af.

Het oordeel van de voorzitter
Adverteerder stelt terecht dat het aan de consument is om te kiezen of hij al dan niet ruimbagage meeneemt. Deze kostenpost is derhalve naar zijn aard vermijdbaar. Dat consumenten in veel gevallen bij een rondreis wel ruimbagage zullen meenemen, is onvoldoende om de daaraan verbonden kosten als onvermijdbaar aan te merken. Dit impliceert dat adverteerder, zoals zij in het onderhavige geval ook heeft gedaan, kan volstaan met een vermelding waaruit blijkt dat eventuele ruimbagage afzonderlijk in rekening zal worden gebracht en een verwijzing naar de website waar de daaraan verbonden kosten zijn te vinden. De voorzitter heeft ambtshalve geconstateerd dat deze kosten (met enige moeite) op de in de uiting genoemde website (www.transavia.com) zijn te vinden en dat de hoogte daarvan varieert naar gewicht. Op grond van het voorgaande kan de klacht niet slagen.
RB 2144

Pijprokende stripdokter valt niet onder Reclamecode voor Tabaksproducten

RCC 20 mei 2014, RB 2144, dossiernr. 2014/00205 (Brabants Dagblad)
NIB bevestigd. Afwijzing. Tabak. Het betreft de strip “Elsje” in het Brabants Dagblad van 27 februari 2014. Daarin zegt Elsje tegen de dokter: “Dokter, m`n hond denkt nog steeds dat ie een kat is”. De klacht is dat de dokter een pijp rookt, en dat gebeurt regelmatig in de onderhavige strip, die in meer bladen van het Wegener concern verschijnt, zoals bijvoorbeeld De Stem. Klager acht de uiting in strijd met de artikelen 8.1 en 8.2 van de Reclamecode voor Tabaksproducten (RvT) en misleidend. De Commissie bevestigt de beslissing van de voorzitter, inhoudende afwijzing van de klacht.

Het oordeel van de Commissie
Naar het oordeel van de Commissie betreft de bestreden uiting een uiting van redactionele aard in het Brabants Dagblad en geen reclame in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame (NRC). De tekening van een deel van een stripfiguur, die kennelijk een pijp rookt, en als dokter wordt aangeduid, betekent niet dat de uiting een aanprijzing inhoudt van goederen, diensten en/of denkbeelden door een adverteerder of geheel of deels ten behoeve van deze.
RB 2143

Vacaturekrant verstuurt ongewenste reclame per e-mail

Vz. RCC 19 mei 2014, RB 2143, dossiernr. 2014/00308 (reclame per e-mail)
Voorzitterstoewijzing. Direct marketing. E-mail. Het betreft een vacaturekrant die zonder toestemming reclame per e-mail verzend. Klager maakt bezwaar tegen het feit dat hij reclame per e-mail van afzender blijft ontvangen hoewel hij aan afzender kenbaar heeft gemaakt dat hij niet meer door afzender benaderd wil worden. De voorzitter is van oordeel dat afzender heeft gehandeld in strijd met artikel 1.3 sub a in verbinding met artikel 5.1 Code e-mail.

Het oordeel van de voorzitter

De voorzitter is, ook na het gevoerde verweer, van oordeel dat de klacht de Commissie aanleiding zal geven een aanbeveling te doen. Hij overweegt daartoe het volgende.

Als erkend is komen vast te staan dat afzender in strijd met artikel 1.3 sub a in verbinding met artikel 5.1 van de Code reclame via e-mail 2012 (Code e-mail) reclame via e-mail aan klager heeft verzonden, zodat de klacht zal worden toegewezen.

Van schending van de Code e-mail als gevolg van een structurele oorzaak of onwil aan de zijde van afzender is op grond van hetgeen afzender heeft aangevoerd geen sprake. Voorts begrijpt de voorzitter dat klager inmiddels niet meer in de database van afzender staat, zodat een nieuwe fout zich niet meer zou moeten kunnen voordoen. Op grond hiervan en mede gelet op het feit dat afzender excuses heeft aangeboden, zal de hierna te vermelden aanbeveling worden gedaan uitsluitend voor zover nog nodig.
RB 2136

Suitsupply zoekt met reclame grenzen van toelaatbaarheid op

RCC 12 mei 2014, RB 2136, dossiernr. 2014/00182 (Suitsupply)
NIB bevestigd. Afwijzing. Grenzen toelaatbare reclame. Het betreft adverteerders website www.suitsupply.com met een reclame-uiting betreffende de “Spring/Summer 2014 New Collection”. Daarop staat een man in pak, die omringd wordt door vrolijke dames in bikini. In de linkerbovenhoek wordt de mogelijkheid geboden om te klikken op “show uncensored”. Als men daarop klikt komt wederom een man in pak in beeld, maar nu is de man omgeven door dames met ontbloot bovenlichaam. De klacht: de impliciete boodschap lijkt te zijn dat wie een pak van adverteerder koopt, succes zal hebben bij vrouwen. De voorzitter vat de klacht aldus op dat klager de uiting in strijd acht met de goede smaak of het fatsoen. Met inachtneming van de terughoudendheid die geboden is bij beantwoording van de vraag of een uiting met deze criteria in strijd is, is de voorzitter van oordeel dat de grens van het toelaatbare niet wordt overschreden. Bovendien ziet men de vrouwen die een ontbloot bovenlichaam hebben alleen als men bewust kiest voor de “uncensored” versie van de website. De Commissie bevestigt de beslissing van de voorzitter en wijst de klacht af.

Het oordeel van de Commissie
De Commissie stelt voorop dat zij uitsluitend zal oordelen over adverteerders websitepagina aangezien, ingevolge Bijlage 1 behorende bij artikel 11 van het Reglement betreffende de Reclame Code Commissie en het College van Beroep, reclame die ais door middel van digitale marketing communicatie, in dit geval internet, dient te voldoen aan de regels van het land waarin de adverteerder is gevestigd, in dit geval Nederland.

Ten aanzien van de in de etalage van adverteerders winkel in België aangebrachte uiting geldt dat deze in overeenstemming dient te zijn met de regels die gelden in het land waarin de uiting openbaar is gemaakt, in dit geval België.

Met betrekking tot adverteerders websitepagina, die klager in strijd acht met de eisen van goede smaak en/of fatsoen en/of de goede zeden, overweegt de Commissie dat zij zich bij de beoordeling van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met (één van) deze criteria terughoudend opstelt, gezien het subjectieve karakter daarvan. Met inachtneming van deze terughoudendheid is de Commissie van oordeel dat de grens van wat toelaatbaar moet worden geacht niet is overschreden. Het feit dat de op de gewraakte websitepagina in pak geklede man wordt omringd door vrolijke in bikini geklede dames, doet de uiting niet in strijd zijn met eerdergenoemde criteria.

Ook met betrekking tot de afbeelding die in beeld komt indien men geklikt heeft op de in de linkerbovenhoek van deze websitepagina staande tekst “show uncensored”, is de Commissie van oordeel dat, met inachtneming van eerdergenoemde terughoudendheid, niet kan worden geoordeeld dat de grens va het toelaatbare is overschreden. Afgezien hiervan verschijnt deze afbeelding eerst nadat men bewust gekozen heeft voor de “uncensored” versie.

De Commissie heeft er overigens begrip voor dat de hiervoor besproken uitingen niet door iedereen worden gewaardeerd en worden ervaren op de door klager omschreven wijze, maar dat leidt niet tot een ander oordeel.

Het vorenstaande in aanmerking nemende acht de Commissie de gewraakte uitingen niet in strijd met de NRC.
RB 2131

HEMA kraskaart is gezamenlijke actie met Nationale Postcodeloterij

RCC 6 mei 2014, RB 2131, dossiernr. 2014/0222 (Hema en Nationale Postcodeloterij)
Ontbrekende informatie kraskaart. Persoonlijke gegevens. Afwijzing. Het betreft de gedurende de actie ‘HEMA Winweken’ bij aanschaf van HEMA producten verstrekte kraskaart met wincode voor “Gratis kans op 1 jaar gratis winkelen of één van de andere prijzen”. De klacht: het lot moet worden geactiveerd via de website hemawinweken.nl. Dit suggereert, ondanks de kleine afbeelding van het logo van de NPL op het lot, dat sprake is van een actie van de HEMA. Op het lot wordt niet vermeld dat het een gezamenlijke actie van HEMA en NPL is. Bij het activeren van de wincode op de website wordt gevraagd om telefoonnummer en e-mailadres in te vullen. Hoewel in de voorwaarden staat dat het invullen van deze gegevens optioneel is, kan alleen na het opgeven van e-mailadres en telefoonnummer worden bekeken of je een prijs hebt gewonnen. Zo krijg je dus “de postcodeloterij op je dak” en “eenmaal bekend bij de postcodeloterij kom je er niet meer van af”. De voorzitter heeft de klacht afgewezen.

Het oordeel van de voorzitter
De voorzitter begrijpt de klacht aldus dat volgens klaagster op de bestreden kraskaart de indruk wordt gewekt dat sprake is van een actie van de HEMA, terwijl niet aan de actie deelgenomen kan worden zonder persoonlijke gegevens achter te laten die door NPL gebruikt worden voor een ander doel dan deze actie.

Naar het oordeel van de voorzitter blijkt door de afbeelding van het logo van NPL op de kraskaart voldoende dat bij de HEMA Winwekenactie sprake is van (een zekere) samenwerking met NPL. Op de website hemawinweken.nl, waarop de wincode geactiveerd kan worden, wordt vervolgens toegelicht waaruit de samenwerking met NPL bestaat. Op deze site wordt voorts, onder de links ‘Zo werkt het’ en ‘Actievoorwaarden’, voldoende duidelijk gemaakt dat voor het meedoen aan de actie geen verplichting bestaat om een lot van NPL aan te schaffen en dat de deelnemer optioneel via opt-in akkoord kan gaan met telefonische benadering door NPL voor een aanbod tot deelname aan de loterij en/of benadering via e-mail door NPL of HEMA. De voorzitter acht voldoende aannemelijk dat het opgeven van telefoonnummer en e-mailadres dient voor de afhandeling van de actie en dat deze gegevens niet dienen voor benadering van de deelnemer door NPL (en/of HEMA) met een aanbod indien daartoe niet door middel van de betreffende opt-in toestemming is gegeven. Daarom kan niet worden gezegd dat men door het meedoen aan de HEMA Winwekenactie “aan de postcodeloterij vast zit”.
RB 2128

Arrangement is iets anders dan alleen kaarten voor de Toppers

RCC 13 mei 2014, dossiernr. 2014/00249 (Arrangement Toppers)
Loterij. Misleiding. Waarheid. Het betreft de in de Telegraaf van 5 maart 2014 geplaatste uiting waarin onder de aanhef: “Van harte gefeliciteerd! 655.916 winnaars in de trekking van februari 2014” staat welke prijzen er zijn gewonnen, gevolgd door de postcodes waarop die prijzen zijn gevallen. De klacht |Op klaagsters postcode bleek een “Arrangement Toppers Arena voor 2 personen” te zijn gevallen. Toen klaagster het arrangement via verweerders website wilde reserveren, werd melding gemaakt van “kaarten” in plaats van een “arrangement”. Vervolgens bleek dat klaagster zelf een parkeerkaart moest kopen evenals eten en drinken. Gelet hierop acht klaagster de uiting misleidend voor wie een “arrangement” heeft gewonnen. Inmiddels is verweerders website veranderd en wordt daarop nu gesproken over “kaarten” en niet meer over een “arrangement”.

 

Het oordeel van de Commissie

In de eerste plaats dient te worden beoordeeld of de uiting een reclame-uiting is in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), nu verweerder dit bestrijdt.

 

De Commissie beantwoordt deze vraag in positieve zin en overweegt daartoe het volgende. De uiting bevat niet alleen een zuiver feitelijke berichtgeving inzake de postcodes waarop bij de trekking van februari 2014 een prijs is gevallen, maar heeft door zijn opmaak, waarbij de prijzen, in tegenstelling tot de postcodes, groot en duidelijk zijn vermeld en in het midden een afbeelding van gewonnen BMW staat, ook een wervend karakter ten aanzien van verweerders Postcode Loterij. De uiting is daardoor een reclame-uiting in de zin van artikel 1 NRC, die de Commissie bevoegd is aan de NRC te toetsen.

Met betrekking tot klaagsters bezwaar, luidende dat zij meende een “arrangement” voor Toppers in Arena te hebben gewonnen terwijl zij in werkelijkheid twee kaarten daarvoor heeft gewonnen, overweegt de Commissie dat de gemiddelde consument onder een “arrangement” voor een bepaald concert iets anders zal verstaan dan alleen “kaarten” voor dat concert. Daarbij zal men denken aan speciaal voor de winnaar(s) bestemde extra’s bovenop de gratis toegangskaarten voor het concert. De door verweerder genoemde omstandigheid dat er die avond alleen winnaars van de Loterij in de Arena zitten en er enkele speciale teksten ten gehore worden gebracht en beelden van de Postcode Loterij worden getoond betreffen de inhoud van het concert en rechtvaardigen niet het gebruik van het woord “arrangement” voor deze avond. Het ontvangen van een “Loterij sjaaltje” zal door de gemiddelde consument evenmin worden opgevat als een zodanige “extra” dat van een “arrangement” gesproken kan worden.

Nu een “Arrangement Toppers Arena voor 2 personen” bij de gemiddelde consument andere verwachtingen wekt ten aanzien van die avond, dan hetgeen de winnaars die avond in werkelijkheid te beurt valt, acht de Commissie het onjuist om deze prijs als “Arrangement Toppers Arena voor 2 personen” aan te duiden en acht zij de uiting om die reden in strijd met artikel 2 NRC.
RB 2124

Milieuclaims over schone bussen in Utrecht

RCC 22 april 2014, dossiernr. 2014/00014 (Schone bussen in Utrecht)
Milieuclaims. Openbaar vervoer. Gedeeltelijke aanbeveling. Ingevolge artikel 3 van de Milieu Reclame Code (MRC) dient een milieuclaim aantoonbaar juist te zijn. Bij adverteerder zijn meetrapporten van de emissies van de bussen opgevraagd, maar deze waren niet voorhanden.

Commissie: 1. De Commissie stelt voorop dat de claims “Schone bus: 50% minder fijnstof” en “Schone bus: 80% minder stikstof” milieuclaims zijn in de zin van artikel 1 van de Milieu Reclame Code (MRC) aangezien daarin expliciet wordt gerefereerd aan milieuaspecten van de in Utrecht rijdende OV-bussen waarop deze claims zijn aangebracht. Ingevolge artikel 2 MRC mogen milieuclaims geen mededelingen bevatten waardoor de consument misleid kan worden over aan de bussen verbonden milieuaspecten en ingevolge artikel 3 MRC dient de adverteerder de juistheid van de gebezigde claims aan te tonen.

2. De gebezigde milieuclaims zijn aangebracht op een aantal van de nieuwe sinds 8 december 2013 in Utrecht rijdende bussen van het type Mercedes Citaro Euro 6 en deze bussen zijn, naar adverteerder stelt, voorzien van een certificaat dat de voertuigen voldoen aan de Euro 6-norm. Voorts heeft de leverancier Daimler/EvoBus Nederland eigen testresultaten ter beschikking gesteld van de motoren van het type OM936h 220 kW, waaruit blijkt dat de NOx-uitstoot ruim binnen de 400 of 460 mg-limiet blijft en de PM- of fijnstofuitstoot ruim beneden de grens van 10 mg/kWh blijft. Klager stelt dat de overgelegde meetgegevens van de motoren er niet als deugdelijk bewijsmateriaal uitzien, maar de Commissie acht het voldoende aannemelijk dat deze gegevens afkomstig zijn van de leverancier van de motoren, waaronder de motor van het type OM 936h 220kW, waarmee de bewuste Euro 6-norm bussen zijn uitgerust. Naar het oordeel van de Commissie heeft adverteerder aannemelijk gemaakt dat de nieuwe Euro 6-norm bussen voldoen aan de typegoedkeuringstest en dat de emissie van NOx en fijnstof blijft binnen de hiervoor vermelde grenswaarden. De Commissie wil voorts aannemen dat volgens de meetresultaten uitgevoerd op een testbank de nieuwe Euro 6-norm bussen vergeleken met de oude Euro 5-norm bussen een uitstoot van “50% minder fijnstof” en “80% minder stikstof” tot gevolg hebben.

3. Wat partijen echter verdeeld houdt is het feit dat adverteerder op de bussen het resultaat heeft vermeld, gemeten in een laboratorium op een testbank, terwijl - naar klager niet dan wel onvoldoende weersproken heeft gesteld - de uitstoot die de bussen in de praktijk tot gevolg hebben, (aanzienlijk) minder gunstig is dan de vermelding op de bussen doet vermoeden. Op zichzelf acht de Commissie het toelaatbaar dat adverteerder zich bij de vermelding van uitstootgegevens in de uitingen heeft gebaseerd op resultaten gemeten op een testbank, aangezien deze tot stand zijn gekomen op basis van binnen Europa gestandaardiseerde metingen. Nu deze resultaten echter - naar algemeen bekend verondersteld mag worden - een positiever beeld geven van de uitstoot dan waarvan in de praktijk sprake is, dient bij de vermelding op de bussen een verwijzing te zijn opgenomen naar een website of anderszins, waar men een toelichting kan vinden op de gewraakte mededelingen. Nu een dergelijke verwijzing ontbreekt, acht de Commissie de mededelingen “50% minder fijnstof” en “80% minder stikstof” onvolledig en daardoor te absoluut en in strijd met artikel 2 MRC.

4. Voorts maakte klager bezwaar tegen het gebruik van het woord “stikstof” aangezien het in werkelijkheid gaat om de uitstoot van stikstofoxiden. Ten aanzien hiervan overweegt de Commissie dat de gemiddelde consument deze mededeling, gezien het kader waarin deze wordt gedaan, zal opvatten in de door adverteerder bedoelde zin, namelijk als stikstofoxiden. Om die reden wijst de Commissie dit onderdeel van de klacht af.

De beslissing
Op grond van het hierboven onder 3 overwogene acht de Commissie de reclame-uitingen in zoverre in strijd met artikel 2 MRC en beveelt zij adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.