RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Pers/printmedia  

RB 2120

Bol van misleidende definitieve prijzen

RCC 11 maart 2014, dossiernr. 2014/00121 (prijs-express-aanvraagbewijs)
Agressieve reclame. Aanbeveling met Alert. Art. 14.2 bijlage 2 NRC, 7 NRC.   De uiting staat bol van misleidende “definitieve” prijzen, waardoor de suggestie wordt gewekt dat de geadresseerde een prijs heeft gewonnen. De tekst is zo opgesteld dat adverteerder achteraf, na ontvangst van een bijdrage van € 40,-, kan stellen dat er niets wordt uitgekeerd. Op ontoelaatbare wijze wordt misbruik gemaakt van “achteloze” lezers.

In een schijnbaar handgeschreven brief met daarbij een op naam van de klaagster gesteld ‘definitief prijscertificaat’, wekt adverteerder Baroness de Rothman de indruk dat de geadresseerde twee grote geldbedragen toegezonden zal krijgen. Enkel door het ‘beslist vandaag nog’ te antwoorden, het inzenden van enkele ‘certificaten’ en, zo blijkt, het betalen van een ‘bijdrage’ van 40 euro, zal zij de geldbedragen ontvangen.

Mede door het ontbreken van een reactie van adverteerder Baroness de Rothman acht de Commissie het niet onaannemelijk dat de in de brief gewekte indruk niet strookt met de werkelijkheid, en zij beschouwt deze wijze van reclame maken als agressieve en oneerlijke reclame. In de brief wordt tevens een ‘rijkdomstalisman’ beloofd die een ‘onuitputtelijke geldbron’ voor de geadresseerde zal zijn. Beweren dat producten het winnen van kansspelen vergemakkelijken is voorts misleidende reclame in de zin van de Nederlandse Reclame Code.

I. De Commissie acht het – mede gelet op het ontbreken van een reactie van adverteerder – niet onaannemelijk dat de door de uiting gewekte indruk dat klaagster definitief winnaar is van de twee genoemde geldbedragen niet strookt met de werkelijkheid. Voorts blijkt uit het “aannamecertificaat” dat niet kan worden volstaan met het insturen van de betreffende certificaten, maar dat een “bescheiden bijdrage van slechts 35 Euro” moet worden toegevoegd, “plus 5 Euro voor de veilige verzending, dus een totaal van 40 Euro”, welke “bijdrage onderdeel [is] van de onkosten voor de verwerking- en verzendingskosten”.

II. In de uiting wordt voorts meegedeeld dat adverteerder klaagster een “zeer bijzonder voorwerp [zal] schenken, dat u zal helpen regelmatig geld te winnen” c.q. een “magische rijkdomstalisman”, die voor klaagster “een onuitputtelijke geldbron” zal zijn. Krachtens artikel 8.5 in combinatie met punt 15 van Bijlage 1 bij de NRC betreft het beweren dat producten het winnen bij kansspelen kunnen vergemakkelijken onder alle omstandigheden misleidende reclame. Daardoor is de uiting ook op dit punt oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

III. In de uiting wordt in tekst en lettertype de indruk gewekt dat sprake is van een handgeschreven brief, hetgeen naar het oordeel van de Commissie het vermoeden rechtvaardigt dat de uiting met name op ouderen gericht is. Bovendien wordt in de uiting druk uitgeoefend op de geadresseerde om snel te reageren. In deze omstandigheden en in de ernst van de overtredingen van de NRC ziet de Commissie aanleiding om de uitspraak als Alert te verspreiden en aldus onder de aandacht te brengen van een breed publiek.
RB 2118

Directe prijsvergelijk webshops na RCC gestaakt, kort geding laat gestart

Vzr. Rechtbank Overijssel 2 mei 2014, ECLI:NL:RBOVE:2014:2344 (Your Hosting tegen Strato)
Prijsvergelijk. RCC. Eiser vordert dat gedaagde een rectificatie plaatst van een volgens haar onjuiste advertentie die van 2 mei tot 13 augustus 2013 door gedaagde is gepubliceerd in de dagbladen Telegraaf en de Volkskrant en het maandblad Computer Totaal. Het betrof een directe prijsvergelijking met onder meer webshops. Zo genuanceerd als het betoog van Strato is, zo ongenuanceerd heeft Strato de onderhavige advertenties opgesteld. Voor die nuance is, gezien de wijze waarop de advertentie is vormgegeven, geen enkele ruimte. Hoewel de voorzieningenrechter met eiser van oordeel is dat de bedoelde reclame misleidend is geweest, wijst hij de vorderingen af bij gebrek aan (spoedeisend) belang van eiser; de advertentie wordt sinds 13 augustus 2013 niet meer gevoerd, na de beslissing van de RCC heeft Your Hosting enkele maanden gewacht en de gevolgen zijn niet (aangetoond) voelbaar.

4.4.Met Your Hosting is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat de reclame-uitingen van Strato in de periode 2 mei tot 13 augustus 2013 misleidend zijn geweest. Dit volgt al uit de beslissing van de Reclame Code Commissie van 21 oktober 2013, waarin is overwogen dat de uiting misleidend is en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Daarnaast heeft Strato ter zitting uitvoerig gepoogd de verschillen tussen partijen op het gebied van webshops uiteen te zetten. Zo genuanceerd als dit betoog van Strato is, zo ongenuanceerd heeft Strato de onderhavige advertenties opgesteld. Voor die nuance is dan ook, gezien de wijze waarop de advertentie is vormgegeven, geen enkele ruimte. Your Hosting heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij webshops aanbiedt. Met het plaatsen van een “x” onder de naam Your Hosting en achter “webshop” verkeert ook de door Strato aangehaalde “gemiddelde geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone beroeps- of bedrijfsoefenaar” in de – onjuiste – veronderstelling dat Your Hosting in het geheel geen webshops aanbiedt. Voor zover het betoog van Strato ertoe strekt dat de “x” zou betekenen dat Your Hosting een andere variant van webshops aanbiedt dan Strato, dan is dat – voor zover dat al het geval zou zijn, hetgeen door Your Hosting uitvoerig gemotiveerd is betwist – niet uit de advertentie op te maken.
4.5. Het vorenstaande leidt echter niet tot toewijzing van de vorderingen.

4.6. Ten eerste is het zeer de vraag of Your Hosting een spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen. (...)

4.7. Verder heeft Your Hosting niet voldoende aannemelijk gemaakt dat de gevolgen van de misleidende reclame op dit moment nog voelbaar zijn. (...)

4.8. Hieruit volgt dat een rectificatie op de door Your Hosting gevorderde wijze naar het oordeel van de voorzieningenrechter op dit moment geen redelijk doel (meer) dient. Daarbij betreft het een ingrijpende voorziening, gezien de daarmee gepaard gaande hoge kosten, die onomkeerbaar is.
RB 2114

Afwijzing klacht minimumleeftijd gelet op inspanningen Bavaria

RCC 19 maart 2014, dossiernummer 2014/00194 (Bavaria Bier Scepter)
Voorzittersafwijzing. Het betreft een billboardposter voor de “Bavaria Bier Scepter”, met daarop onder meer de tekst “Drink als een Prins!” en de slogan “Geen 16? Geen druppel”. Klager maakt bezwaar tegen de slogan “Geen 16? Geen druppel”, nu de minimumleeftijd voor het nuttigen van alcohol is verhoogd naar 18 jaar. De voorzitter neemt kennis van de inspanningen die adverteerder stelt te hebben gedaan om haar bedrijfsvoering op de nieuwe slogan af te stemmen. In dat kader heeft adverteerder, kort weergegeven, voldoende aannemelijk gemaakt dat zij: alle online content heeft aangepast naar de nieuwe slogan “Geen 18, geen alcohol”; de Abri campagne medio februari 2014 heeft beëindigd en alle posters meteen heeft laten verwijderen; alle horecarelaties die deze poster gebruiken schriftelijk heeft verzocht een sticker op de poster te plakken met daarop de juiste slogan.

De voorzitter ziet in het voorgaande aanleiding om te oordelen dat door het gebruik van de oude slogan in het onderhavige geval weliswaar op zichzelf genomen is gehandeld in strijd met artikel 33 lid 2 RVA, maar dat adverteerder zodanige maatregelen heeft genomen om haar bedrijfsvoering op de nieuwe slogan af te stemmen en het gebruik van de “oude” slogan door derden te laten beëindigen, dat al haar uitingen inmiddels voldoen aan dit artikel. Voorts gaat de voorzitter ervan uit dat slechts sprake was van een incidentele, op zichzelf staande overtreding van genoemd artikel. Onder deze omstandigheden acht de voorzitter het redelijk om rekening te houden met bedoelde inspanningen van adverteerder, mede gelet op de voorlichtingscampagnes die de leeftijd van 18 jaar benadrukken. Gelet hierop maakt de voorzitter gebruik van zijn bevoegdheid de klacht af te wijzen.

De beslissing van de voorzitter
De voorzitter wijst de klacht af.
RB 2107

Kraskaart, maar er wordt geen extra winkans gesuggereerd

Vz. RCC 1 april 2014, dossier 2014/00168 (Kraskaart)
Afwijzing. Kansspel. Vaststaat dat de uiting (een soort kraskaart) is voorzien van een aantal vakjes die kunnen worden opengekrast in verband waarmee wordt gezegd dat bij “3x Bingo” de kaart “geld waard” is. Adverteerder heeft onvoldoende gemotiveerd weersproken dat het openkrassen van de vakjes in feite een overbodige handeling is, nu men bij het openkrassen altijd “3x Bingo” ziet, en men ook zonder die vakjes open te krassen direct de code op de kaart kan invoeren op de in de uiting genoemde website.

Het voorgaande is evenwel onvoldoende om de uiting misleidend te achten. Er wordt immers in de uiting niet gezegd of gesuggereerd dat men een extra win(st)kans heeft bij drie gelijke symbolen. Daarnaast is de voorzitter, mede gelet op hetgeen adverteerder heeft aangevoerd, van oordeel dat in het onderhavige geval sprake is van een algemeen aanvaarde reclame- en marketingpraktijk die het vermogen van de gemiddelde consument om een geïnformeerd besluit te nemen, niet wezenlijk beperkt (vgl. considerans nr. 6 van Richtlijn 2005/ 29/EG). De klacht kan derhalve niet slagen.
RB 2104

Diabetes type 2-Folder aan huisartsen is geen reclame

CGR 10 april 2014, K14-001 (Van der Linde tegen MSD)
MSD heeft geen reclame gemaakt voor haar geneesmiddelen door aan huisartsen folders te sturen over de werking van haar middelen tegen diabetes.

6.3 In de onderhavige uiting wordt op pagina 1 en pagina 2 een weergave gegeven van de NHG-standaard Diabetes mellitus type 2 (2013) en op pagina 3 en pagina 4 de Position statement ADA/EASD (2012). In deze weergave worden geen merknamen van geneesmiddelen genoemd. De actieve stof sitagliptine van Januvia® en Janumet® wordt niet vermeld. Voorts is niet gebleken dat in de uiting aan de klasse van DPP-4 remmers een specifieke voorkeur wordt gegeven in de behandeling ten opzichte van andere bloedglucoseverlagende middelen. Tot slot worden in de uiting geen claims vermeld die een aanprijzend karakter hebben. De vermelding van MSD Diabetes op de achterzijde van de uiting maakt dit niet anders.

6.4 Alles overziende, daarbij rekening houdend met de context en de totaliteit van de uiting, komt de Codecommissie tot het oordeel dat de folder “De patiënt centraal in NHG-standaard Diabetes mellitus type 2 (2013) & Position statement ADA/EASD (2012)” geen aanprijzend karakter heeft en aldus niet is aan te merken als reclame in de zin van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame.
RB 2099

Uit "Lidl de beste in groente en fruit" blijkt niet dat GfK-onderzoek zich beperkt tot supermarkten

RCC 20 maart 2014, dossiernummer 2014/00137 (Lidl groente en fruit)
Aanbeveling. Misleiding. Het betreft a. een radioreclame waarin onder meer wordt gezegd: “Voor de vierde keer op rij, de beste in groente en fruit (…)” b. een gedrukte uiting, waarin staat “De beste in groente en fruit. GfK Versrapport 2010/2011/2012/2013”. Lidl zegt, onder verwijzing naar het GfK Versrapport dat jaarlijks wordt uitgevoerd, “de beste in groente en fruit” te zijn. Het GfK Versrapport is echter een rapport waarin producten in verschillende supermarkten met elkaar worden vergeleken. Andere verkoopkanalen, zoals groentespeciaalzaken, marktkoopmannen, boerderijwinkels en natuurwinkels worden buiten beschouwing gelaten. In voorgaande jaren noemde Lidl zich “de beste supermarkt in groente en fruit”, maar nu suggereert Lidl het beste verkoopkanaal te zijn en dat is nog niet getest.

Het oordeel van de Commissie
Tussen partijen is niet in geschil dat in de Versrapporten van de jaren 2010 tot en met 2013, bevattende het resultaat van het door GfK jaarlijks onder bezoekers van supermarkten uitgevoerde onderzoek inzake de versproducten vlees, brood en groente en fruit, Lidl als “beste supermarkt in de categorie groente en fruit” uit het onderzoek is gekomen.

Het onderzoek van GfK beperkt zich dus tot supermarkten. Andere verkoopkanalen van groente en fruit blijven daarbij buiten beschouwing. Deze beperking blijkt niet uit de gewraakte reclame-uitingen, waarin Lidl, zonder enig voorbehoud, claimt “de beste in groente en fruit” te zijn. Gelet hierop is de gewraakte zinsnede onjuist en zijn de reclame-uitingen misleidend.

Met betrekking tot de gedrukte reclame-uiting beroept adverteerder zich op de bronvermelding, doch dit neemt het misleidend karakter van de uiting niet weg, aangezien, naar het oordeel van de Commissie, de gemiddelde consument er niet van op de hoogte is dat GfK zich in het Versrapport beperkt tot supermarkten.

Blijkens het voorgaande is onjuiste informatie verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden zijn de uitingen misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uitingen in strijd met artikel 7 NRC en beveelt zij adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
RB 2097

Vordering verboden onjuiste etikettering voedingssupplementen afgewezen

Vzr. Rechtbank Rotterdam 27 maart 2014, ECLI:NL:RBROT:2014:2601 (Omega Pharma tegen Procter & Gamble)
Procter & Gamble brengt sinds medio januari 2014 voedingssupplementen (multivitaminen) op de markt onder de naam Vibovit. Omega Pharma vordert een verbod onjuiste etikettering en misleidende claims, TVC en verpakkingen (tenzij afgestickerd), recall en meer. Het gaat om claims als "100% natuurlijke kleurstoffen" en "geen synthetische kunstmatige/kleurstoffen", "geen conserveringsmiddelen", Omega-3- en ijzerclaims en onjuiste etikettering voor "sucrose". De voorzieningenrechter wijst het gevorderde af.

Mede gelet op het zeer substantiële verschil tussen de aangewende hoeveelheid kaliumsorbaat en de hoeveelheid die nodig zou zijn om te kunnen spreken van een conserveermiddel, is naar voorlopig oordeel geen sprake van misleidende reclame.

“100% natuurlijke kleurstoffen” en “geen synthetische kunstmatige/ kleurstoffen
4.13. Omega Pharma stelt nog in haar pleitnota dat zij in voormelde productie 6 niet kan lezen dat het standpunt van de NVWA is dat titaniumdioxide en ijzeroxide niet synthetisch zijn. De voorzieningenrechter leest dat er echter wel in.

4.14. Aan het standpunt van NVWA en de Voedingsraad komt zwaarder gewicht toe dan aan dat van Omega Pharma. Dit zijn twee onafhankelijke organisaties.

“Geen conserveringsmiddelen” (kaliumsorbaat)
4.18 (...) Mede gelet op het zeer substantiële verschil tussen de aangewende hoeveelheid kaliumsorbaat en de hoeveelheid die nodig zou zijn om te kunnen spreken van een conserveermiddel, is naar voorlopig oordeel geen sprake van misleidende reclame.

Claims in strijd met de Claimsverordening (Vo. nr. 116/2010): Omega 3-vetzuren
4.21. Bij deze stand van zaken is de voorzieningenrechter van oordeel dat Omega Pharma op dit onderdeel geen voldoende belang (meer) heeft. Procter & Gamble heeft pas recentelijk vernomen van de beleidswijziging van de KOAG/ KAG en spoedig daarop kon Procter & Gamble al de nieuwe, aangepaste verpakkingen tonen. Het is begrijpelijk dat Procter & Gamble zich heeft verlaten op het standpunt van de KOAG/KAG. In het oordeel wordt voorts betrokken dat de KOAG/ KAG kennelijk een zodanig gezag toekomt dat de NVWA, naar Procter & Gamble stelt en Omega Pharma erkent, althans lijkt te erkennen (in haar pleitnota sub 7.27), het beleid hanteert dat zij, de NVWA, geen sancties pleegt op te leggen aan ondernemingen die een reclame-uiting hebben gedaan die volgens de NVWA weliswaar niet door de beugel kan, maar die de KOAG/ KAG wel preventief heeft goedgekeurd. Het is overigens maar zeer de vraag of Omega Pharma in een eventuele bodemprocedure geoordeeld zal worden dat Procter & Gamble gehandeld heeft in strijd met de Claimsverordening.

claims in strijd met de Claimsverordening (Vo. nr. 116/2010): ijzer
De voorzieningenrechter ziet geen reden om te oordelen dat Procter & Gamble haar toezegging in deze niet zal waarmaken. Het eerder daaromtrent gegeven oordeel wordt hier overgenomen. Voorts is van belang dat Procter & Gamble zich ook hier heeft mogen verlaten op de preventieve toets door de Keuringsraad van de KOAG/KAG, die leidde tot goedkeuring op 29 maart 2013.

gebrekkige etikettering: sucrose
4.28. Afgezien hiervan is naar voorlopig oordeel het bezigen van de term “sucrose” niet ongeoorloofd. Artikel 15 van het -thans vigerende- Warenwetbesluit Suikers bepaalt hieromtrent, zulks ter uitvoering van de Richtlijn 2001/111/EG van de raad van 20 december 2001 inzake bepaalde voor menselijke voeding bestemde suikers (art. 2), respectievelijk van de Warenwet: (...)


RB 2095

Agressieve reclame dat 'handgeschreven' brief met spoed moet worden betaald voor 'gewonnen' prijs

RCC 11 maart 2014, dossiernummer 2014/00121 (Agressieve handgeschreven brief)
Aanbeveling met ALERT. Agressieve reclame. Misleiding. Het betreft een aan klaagster gerichte, schijnbaar handgeschreven brief van adverteerder, met daarbij gevoegd een op klaagsters naam gesteld “definitief prijscertificaat betreffende het bedrag van 28.750,00 Euro”, een “prijs-express-aanvraagbewijs voor u als begunstigde. Prijs: Geldbedrag van 28.750,00 Euro op uw naam” en een “Aannamecertificaat, om mijn bedrag van 1.500,00 Euro te ontvangen”. Volgens klager staat de uiting bol van misleidende “definitieve” prijzen, waardoor de suggestie wordt gewekt dat de geadresseerde een prijs heeft gewonnen. De tekst is zo opgesteld dat adverteerder achteraf, na ontvangst van een bijdrage van € 40,-, kan stellen dat er niets wordt uitgekeerd. Op ontoelaatbare wijze wordt misbruik gemaakt van “achteloze” lezers.

Het oordeel van de Commissie

I.

In zowel de brief als de bijlagen wordt naar het oordeel van de Commissie de stellige indruk gewekt dat klaagster - door snel te reageren - twee geldprijzen, van respectievelijk

€ 1.500,- en € 28.750,-, zal ontvangen.

Zo staat in de brief dat aan klaagster “de betaaldocumenten voor het bedrag van 1.500,00 Euro” worden toegezonden, welk bedrag zij “daarna in ontvangst kan nemen”, als klaagster de aanwijzingen op het “definitief prijscertificaat” opvolgt (van welk certificaat de Commissie overigens heeft geconstateerd dat het alleen betrekking heeft op de prijs van € 28.750) en zodra het “dringend aannamecertificaat” door adverteerder terug is ontvangen.

Met betrekking tot het bedrag van € 28.750,- wordt in de brief gesteld dat klaagster dit in ontvangst kan nemen zodra zij “het winnende ‘prijs-express-aanvraagbewijs’ aan adverteerders adres terugzendt. Benadrukt wordt dat klaagster “niets bijzonders hoeft te doen” om gebruik te maken van de “(gratis) hulp” van adverteerder, behalve “beslist vandaag nog beantwoorden”. In de bijlagen bij de brief wordt door de kop (“definitief prijscertificaat”, “prijs-express-aanvraagbewijs ”en “aannamecertificaat om mijn bedrag van 1.500,00 Euro te ontvangen”) en de inhoud de in de brief gewekte indruk versterkt dat klaagster de genoemde geldprijzen zal ontvangen door deze op te vragen door middel van het inzenden van de betreffende “certificaten”.

De Commissie acht het – mede gelet op het ontbreken van een reactie van adverteerder – niet onaannemelijk dat de door de uiting gewekte indruk dat klaagster definitief winnaar is van de twee genoemde geldbedragen niet strookt met de werkelijkheid. Voorts blijkt uit het “aannamecertificaat” dat niet kan worden volstaan met het insturen van de betreffende certificaten, maar dat een “bescheiden bijdrage van slechts 35 Euro” moet worden toegevoegd, “plus 5 Euro voor de veilige verzending, dus een totaal van 40 Euro”, welke “bijdrage onderdeel [is] van de onkosten voor de verwerking- en verzendingskosten”.

Gelet op het voorgaande dient de onderhavige wijze van reclame maken aangemerkt te worden als agressieve reclame als bedoeld in artikel 14.2 en in de aanhef en onder 2 van Bijlage 2 bij de Nederlandse Reclame Code (NRC), waarin is bepaald dat sprake is van onder alle omstandigheden agressieve reclame in het volgende geval:

De bedrieglijke indruk wekken dat de consument al een prijs heeft gewonnen of zal winnen dan wel door een bepaalde handeling te verrichten een prijs zal winnen of een ander soortgelijk voordeel zal behalen,  als er in feite geen sprake is van een prijs of voor een soortgelijk voordeel, dan wel als het ondernemen van stappen om in aanmerking te komen voor de prijs of voor een ander soortgelijk voordeel afhankelijk is van de betaling van een bedrag door de consument of indien daaraan voor hem kosten zijn verbonden.

Nu sprake is van agressieve reclame, is de uiting ook oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

II.

In de uiting wordt voorts meegedeeld dat adverteerder klaagster een “zeer bijzonder voorwerp [zal] schenken, dat u zal helpen regelmatig geld te winnen” c.q. een “magische rijkdomstalisman”, die voor klaagster “een onuitputtelijke geldbron” zal zijn. Krachtens artikel 8.5 in combinatie met punt 15 van Bijlage 1 bij de NRC betreft het beweren dat producten het winnen bij kansspelen kunnen vergemakkelijken onder alle omstandigheden misleidende reclame. Daardoor is de uiting ook op dit punt oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

III.

In de uiting wordt in tekst en lettertype de indruk gewekt dat sprake is van een handgeschreven brief, hetgeen naar het oordeel van de Commissie het vermoeden rechtvaardigt dat de uiting met name op ouderen gericht is. Bovendien wordt in de uiting druk uitgeoefend op de geadresseerde om snel te reageren. In deze omstandigheden en in de ernst van de overtredingen van de NRC ziet de Commissie aanleiding om de uitspraak als Alert te verspreiden en aldus onder de aandacht te brengen van een breed publiek.

De beslissing

De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

De Commissie zal de uitspraak als Alert laten verspreiden.
RB 2093

'Ook problemen met uw Packshot Creator' is kleinerende uitlating

RCC 20 maart 2014, dossiernummer 2013/00975 (Alphashot in TWiNKLE)

Aanbeveling. Vergelijkende reclame. Het betreft een uit 2 pagina’s bestaande advertentie voor “Alphashot”, “een compacte foto studio” in het blad “TWiNKLE”, met als ondertitel: “concreet over e-commerce”, van oktober 2013. Op de linkerpagina staat onder meer: “Ook problemen met uw Packshot Creator?” en daaronder: “Alphashot. Dé oplossing voor packshotfotografie”. Op de rechterpagina staat onder meer: “Alphashot is dé oplossing voor professionals die veel packshots fotograferen voor webshops, catalogi, brochures en on-line publicaties”. Klager is de dealer van Packshot Creator in de Benelux. In deze advertentie wordt de naam Packshot Creator zonder toestemming van adverteerder of van de “naameigenaar” (Sysnext in Parijs) denigrerend, kwetsend en suggestief gebruikt. Iedereen binnen de markt waar klager actief is, weet wat er met Packshot Creator bedoeld wordt.
Het oordeel van de Commissie

Klager heeft -samengevat- gesteld dat de woorden “Packshot Creator” een verwijzing inhouden naar een specifiek apparaat voor het maken van productfoto’s (packshots), van welk product klager de dealer is in de Benelux. Adverteerder heeft dit niet kunnen weerleggen. Adverteerder heeft onder verwijzing naar een aantal links weliswaar aannemelijk gemaakt dat “packshot” een algemene en in Nederlandstalige uitingen gebruikte benaming is voor een productfoto, maar niet aannemelijk is geworden dat het woord Packshot (met een hoofdletter) in combinatie met Creator (met een hoofdletter) een algemene benaming is voor een product waarmee packshots kunnen worden gemaakt. Het hoofdlettergebruik lijkt ook naar een specifiek product te verwijzen.

Gelet op het bovenstaande gaat de Commissie ervan uit dat de mededeling “Ook problemen met uw Packshot Creator?” voor de in aanmerking komende doelgroep uitdrukkelijk of impliciet verwijst naar het product waarvan klager de dealer is in de Benelux.

Nu deze mededeling wordt gedaan in een advertentie betreffende “Alphashot Dé oplossing voor packshotfotografie”, en klager derhalve kennelijk een concurrent van adverteerder is, is er sprake van vergelijkende reclame als bedoeld in artikel 13 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Vergelijkende reclame is, wat de vergelijking betreft, geoorloofd op voorwaarde dat wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 13 onder a tot en met h NRC.

Door de mededeling “Ook problemen met uw Packshot Creator?” wordt zonder enige toelichting gezinspeeld op problemen die “Ook” de lezer van de advertentie met zijn Packshot Creator zou hebben. Noch in de advertentie noch in de reactie op de klacht heeft adverteerder duidelijk gemaakt op wat voor problemen hier wordt gedoeld en wie die problemen zou ondervinden. Naar het oordeel van de Commissie gaat van deze mededeling onmiskenbaar de boodschap uit dat het product, waarvan klager de dealer in de Benelux is, een gebrekkig product is. Gelet hierop wordt niet voldaan aan de voorwaarde dat de vergelijking zich niet kleinerend uitlaat over het merk van een concurrent als bedoeld in artikel 13 onder e NRC.

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

De beslissing

Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 13 aanhef en onder e NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
RB 2091

Prijs voor autorondreis 'Noorse fjorden' ANWB niet voor elke dag van vertrek

RCC 5 maart 2014, dossiernummer 2014/00085 (Noorse fjorden)
Voorzitterstoewijzing. Misleidend. Het betreft een advertentie in de Kampioen van de ANWB van januari 2014 waarin een 13-daagse autorondreis "Noorse fjorden” wordt aangeboden. In de uiting worden de aangeboden reizen in de periode na 15 juni 2014 -de voorzitter vermoedt dat klager bedoeld heeft 18 juni 2014- voor € 1209,- aangeboden. Deze prijs geldt alleen indien men op een woensdag vertrekt. Voor vertrek op een zondag moest klager voor 2 personen € 2518,- betalen. Dit blijkt niet uit de advertentie.

Het oordeel van de voorzitter van de Commissie

Adverteerder erkent dat in de advertentie niet staat dat de prijs kan variëren al naar gelang de dag van vertrek. Adverteerder verwijst voor de juiste prijzen naar de website die zo is ingericht dat men, indien gekozen is voor vertrek op een zondag, de daarbij behorende prijs verschijnt.

Nu de in de uiting vermelde prijs echter niet voor iedere dag van vertrek geldt, is de advertentie te absoluut ten aanzien van de prijsvermelding van de reizen.

Blijkens het voorgaande is onjuiste informatie verstrekt ten aanzien van de prijs als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code NRC’. Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De beslissing

Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame uiting in strijd met artikel 7 NRC en beveelt hij adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.