RB

Media  

RB 2102

'11 HD-zenders' misleidend nu klager op basis van postcodecheck geen HD-zenders kan ontvangen

RCC 20 maart 2014, dossiernummer 2013/00952 (KPN Alles-in-1)
Gedeeltelijke aanbeveling. Het betreft: Een uiting op https://bestellen.kpn.com waarin na het uitvoeren door klager van een postcodecheck onder de aanhef “Alles-in-1 Standaard Internet, TV en Bellen van KPN” onder meer verscheen: “Geselecteerd: Alles-in-1 Thuis Standaard. Dit pakket is beschikbaar op jouw adres. In dit pakket zit: internet tot 40 Mb/s + draadloos modem (…) 60 tv-, 11 HD- en 90 radiozenders (…)”. De klacht: Door de beperkte bandbreedte kan op klagers adres (en op duizenden andere adressen) geen 40 Mb/s, maar slechts maximaal 13 Mb/s worden geleverd. Ook de beloofde 11 HD-zenders kunnen niet worden geleverd. Adverteerder heeft erkend dat klager geen HD-zenders kan ontvangen. Dat desondanks op basis van de postcodecheck in de uiting op de website is vermeld: “11 HD-zenders” betekent dat onjuiste informatie wordt verstrekt ten aanzien van de gebruiksmogelijkheden van het product als bedoeld in artikel 8.2 NRC aanhef en onder b. Uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

In de uiting op de website is op basis van de door klager uitgevoerde postcodecheck vermeld dat het pakket Alles-in-1 Thuis Standaard op klagers adres beschikbaar is, en wel met onder meer internet “tot 40 Mb/s” en “11 HD-zenders”.

Weliswaar wordt gesproken over “tot” 40 Mb/s, zodat duidelijk is dat mogelijk een geringere snelheid zal worden geleverd, maar adverteerder heeft niet weersproken dat op klagers adres slechts maximaal 13 Mb/s kan worden geleverd. Nu het begrip “tot” in de uiting op de website niet nader is toegelicht, terwijl de snelheid in werkelijkheid veel lager dan 40 Mb/s kan zijn, acht de Commissie de uiting voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van de gebruiksmogelijkheden van het product als bedoeld in artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) aanhef en onder b. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Adverteerder heeft erkend dat klager geen HD-zenders kan ontvangen. Dat desondanks op basis van de postcodecheck in de uiting op de website is vermeld: “11 HD-zenders” betekent dat onjuiste informatie wordt verstrekt ten aanzien van de gebruiksmogelijkheden van het product als bedoeld in artikel 8.2 NRC aanhef en onder b. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting ook in dit opzicht misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

De beslissing

Op grond van het voorgaande acht de Commissie de uiting op de website in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

De klacht tegen de televisiereclame wijst de Commissie af.

RB 2099

Uit "Lidl de beste in groente en fruit" blijkt niet dat GfK-onderzoek zich beperkt tot supermarkten

RCC 20 maart 2014, dossiernummer 2014/00137 (Lidl groente en fruit)
Aanbeveling. Misleiding. Het betreft a. een radioreclame waarin onder meer wordt gezegd: “Voor de vierde keer op rij, de beste in groente en fruit (…)” b. een gedrukte uiting, waarin staat “De beste in groente en fruit. GfK Versrapport 2010/2011/2012/2013”. Lidl zegt, onder verwijzing naar het GfK Versrapport dat jaarlijks wordt uitgevoerd, “de beste in groente en fruit” te zijn. Het GfK Versrapport is echter een rapport waarin producten in verschillende supermarkten met elkaar worden vergeleken. Andere verkoopkanalen, zoals groentespeciaalzaken, marktkoopmannen, boerderijwinkels en natuurwinkels worden buiten beschouwing gelaten. In voorgaande jaren noemde Lidl zich “de beste supermarkt in groente en fruit”, maar nu suggereert Lidl het beste verkoopkanaal te zijn en dat is nog niet getest.

Het oordeel van de Commissie
Tussen partijen is niet in geschil dat in de Versrapporten van de jaren 2010 tot en met 2013, bevattende het resultaat van het door GfK jaarlijks onder bezoekers van supermarkten uitgevoerde onderzoek inzake de versproducten vlees, brood en groente en fruit, Lidl als “beste supermarkt in de categorie groente en fruit” uit het onderzoek is gekomen.

Het onderzoek van GfK beperkt zich dus tot supermarkten. Andere verkoopkanalen van groente en fruit blijven daarbij buiten beschouwing. Deze beperking blijkt niet uit de gewraakte reclame-uitingen, waarin Lidl, zonder enig voorbehoud, claimt “de beste in groente en fruit” te zijn. Gelet hierop is de gewraakte zinsnede onjuist en zijn de reclame-uitingen misleidend.

Met betrekking tot de gedrukte reclame-uiting beroept adverteerder zich op de bronvermelding, doch dit neemt het misleidend karakter van de uiting niet weg, aangezien, naar het oordeel van de Commissie, de gemiddelde consument er niet van op de hoogte is dat GfK zich in het Versrapport beperkt tot supermarkten.

Blijkens het voorgaande is onjuiste informatie verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden zijn de uitingen misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uitingen in strijd met artikel 7 NRC en beveelt zij adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
RB 2097

Vordering verboden onjuiste etikettering voedingssupplementen afgewezen

Vzr. Rechtbank Rotterdam 27 maart 2014, ECLI:NL:RBROT:2014:2601 (Omega Pharma tegen Procter & Gamble)
Procter & Gamble brengt sinds medio januari 2014 voedingssupplementen (multivitaminen) op de markt onder de naam Vibovit. Omega Pharma vordert een verbod onjuiste etikettering en misleidende claims, TVC en verpakkingen (tenzij afgestickerd), recall en meer. Het gaat om claims als "100% natuurlijke kleurstoffen" en "geen synthetische kunstmatige/kleurstoffen", "geen conserveringsmiddelen", Omega-3- en ijzerclaims en onjuiste etikettering voor "sucrose". De voorzieningenrechter wijst het gevorderde af.

Mede gelet op het zeer substantiële verschil tussen de aangewende hoeveelheid kaliumsorbaat en de hoeveelheid die nodig zou zijn om te kunnen spreken van een conserveermiddel, is naar voorlopig oordeel geen sprake van misleidende reclame.

“100% natuurlijke kleurstoffen” en “geen synthetische kunstmatige/ kleurstoffen
4.13. Omega Pharma stelt nog in haar pleitnota dat zij in voormelde productie 6 niet kan lezen dat het standpunt van de NVWA is dat titaniumdioxide en ijzeroxide niet synthetisch zijn. De voorzieningenrechter leest dat er echter wel in.

4.14. Aan het standpunt van NVWA en de Voedingsraad komt zwaarder gewicht toe dan aan dat van Omega Pharma. Dit zijn twee onafhankelijke organisaties.

“Geen conserveringsmiddelen” (kaliumsorbaat)
4.18 (...) Mede gelet op het zeer substantiële verschil tussen de aangewende hoeveelheid kaliumsorbaat en de hoeveelheid die nodig zou zijn om te kunnen spreken van een conserveermiddel, is naar voorlopig oordeel geen sprake van misleidende reclame.

Claims in strijd met de Claimsverordening (Vo. nr. 116/2010): Omega 3-vetzuren
4.21. Bij deze stand van zaken is de voorzieningenrechter van oordeel dat Omega Pharma op dit onderdeel geen voldoende belang (meer) heeft. Procter & Gamble heeft pas recentelijk vernomen van de beleidswijziging van de KOAG/ KAG en spoedig daarop kon Procter & Gamble al de nieuwe, aangepaste verpakkingen tonen. Het is begrijpelijk dat Procter & Gamble zich heeft verlaten op het standpunt van de KOAG/KAG. In het oordeel wordt voorts betrokken dat de KOAG/ KAG kennelijk een zodanig gezag toekomt dat de NVWA, naar Procter & Gamble stelt en Omega Pharma erkent, althans lijkt te erkennen (in haar pleitnota sub 7.27), het beleid hanteert dat zij, de NVWA, geen sancties pleegt op te leggen aan ondernemingen die een reclame-uiting hebben gedaan die volgens de NVWA weliswaar niet door de beugel kan, maar die de KOAG/ KAG wel preventief heeft goedgekeurd. Het is overigens maar zeer de vraag of Omega Pharma in een eventuele bodemprocedure geoordeeld zal worden dat Procter & Gamble gehandeld heeft in strijd met de Claimsverordening.

claims in strijd met de Claimsverordening (Vo. nr. 116/2010): ijzer
De voorzieningenrechter ziet geen reden om te oordelen dat Procter & Gamble haar toezegging in deze niet zal waarmaken. Het eerder daaromtrent gegeven oordeel wordt hier overgenomen. Voorts is van belang dat Procter & Gamble zich ook hier heeft mogen verlaten op de preventieve toets door de Keuringsraad van de KOAG/KAG, die leidde tot goedkeuring op 29 maart 2013.

gebrekkige etikettering: sucrose
4.28. Afgezien hiervan is naar voorlopig oordeel het bezigen van de term “sucrose” niet ongeoorloofd. Artikel 15 van het -thans vigerende- Warenwetbesluit Suikers bepaalt hieromtrent, zulks ter uitvoering van de Richtlijn 2001/111/EG van de raad van 20 december 2001 inzake bepaalde voor menselijke voeding bestemde suikers (art. 2), respectievelijk van de Warenwet: (...)


RB 2095

Agressieve reclame dat 'handgeschreven' brief met spoed moet worden betaald voor 'gewonnen' prijs

RCC 11 maart 2014, dossiernummer 2014/00121 (Agressieve handgeschreven brief)
Aanbeveling met ALERT. Agressieve reclame. Misleiding. Het betreft een aan klaagster gerichte, schijnbaar handgeschreven brief van adverteerder, met daarbij gevoegd een op klaagsters naam gesteld “definitief prijscertificaat betreffende het bedrag van 28.750,00 Euro”, een “prijs-express-aanvraagbewijs voor u als begunstigde. Prijs: Geldbedrag van 28.750,00 Euro op uw naam” en een “Aannamecertificaat, om mijn bedrag van 1.500,00 Euro te ontvangen”. Volgens klager staat de uiting bol van misleidende “definitieve” prijzen, waardoor de suggestie wordt gewekt dat de geadresseerde een prijs heeft gewonnen. De tekst is zo opgesteld dat adverteerder achteraf, na ontvangst van een bijdrage van € 40,-, kan stellen dat er niets wordt uitgekeerd. Op ontoelaatbare wijze wordt misbruik gemaakt van “achteloze” lezers.

Het oordeel van de Commissie

I.

In zowel de brief als de bijlagen wordt naar het oordeel van de Commissie de stellige indruk gewekt dat klaagster - door snel te reageren - twee geldprijzen, van respectievelijk

€ 1.500,- en € 28.750,-, zal ontvangen.

Zo staat in de brief dat aan klaagster “de betaaldocumenten voor het bedrag van 1.500,00 Euro” worden toegezonden, welk bedrag zij “daarna in ontvangst kan nemen”, als klaagster de aanwijzingen op het “definitief prijscertificaat” opvolgt (van welk certificaat de Commissie overigens heeft geconstateerd dat het alleen betrekking heeft op de prijs van € 28.750) en zodra het “dringend aannamecertificaat” door adverteerder terug is ontvangen.

Met betrekking tot het bedrag van € 28.750,- wordt in de brief gesteld dat klaagster dit in ontvangst kan nemen zodra zij “het winnende ‘prijs-express-aanvraagbewijs’ aan adverteerders adres terugzendt. Benadrukt wordt dat klaagster “niets bijzonders hoeft te doen” om gebruik te maken van de “(gratis) hulp” van adverteerder, behalve “beslist vandaag nog beantwoorden”. In de bijlagen bij de brief wordt door de kop (“definitief prijscertificaat”, “prijs-express-aanvraagbewijs ”en “aannamecertificaat om mijn bedrag van 1.500,00 Euro te ontvangen”) en de inhoud de in de brief gewekte indruk versterkt dat klaagster de genoemde geldprijzen zal ontvangen door deze op te vragen door middel van het inzenden van de betreffende “certificaten”.

De Commissie acht het – mede gelet op het ontbreken van een reactie van adverteerder – niet onaannemelijk dat de door de uiting gewekte indruk dat klaagster definitief winnaar is van de twee genoemde geldbedragen niet strookt met de werkelijkheid. Voorts blijkt uit het “aannamecertificaat” dat niet kan worden volstaan met het insturen van de betreffende certificaten, maar dat een “bescheiden bijdrage van slechts 35 Euro” moet worden toegevoegd, “plus 5 Euro voor de veilige verzending, dus een totaal van 40 Euro”, welke “bijdrage onderdeel [is] van de onkosten voor de verwerking- en verzendingskosten”.

Gelet op het voorgaande dient de onderhavige wijze van reclame maken aangemerkt te worden als agressieve reclame als bedoeld in artikel 14.2 en in de aanhef en onder 2 van Bijlage 2 bij de Nederlandse Reclame Code (NRC), waarin is bepaald dat sprake is van onder alle omstandigheden agressieve reclame in het volgende geval:

De bedrieglijke indruk wekken dat de consument al een prijs heeft gewonnen of zal winnen dan wel door een bepaalde handeling te verrichten een prijs zal winnen of een ander soortgelijk voordeel zal behalen,  als er in feite geen sprake is van een prijs of voor een soortgelijk voordeel, dan wel als het ondernemen van stappen om in aanmerking te komen voor de prijs of voor een ander soortgelijk voordeel afhankelijk is van de betaling van een bedrag door de consument of indien daaraan voor hem kosten zijn verbonden.

Nu sprake is van agressieve reclame, is de uiting ook oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

II.

In de uiting wordt voorts meegedeeld dat adverteerder klaagster een “zeer bijzonder voorwerp [zal] schenken, dat u zal helpen regelmatig geld te winnen” c.q. een “magische rijkdomstalisman”, die voor klaagster “een onuitputtelijke geldbron” zal zijn. Krachtens artikel 8.5 in combinatie met punt 15 van Bijlage 1 bij de NRC betreft het beweren dat producten het winnen bij kansspelen kunnen vergemakkelijken onder alle omstandigheden misleidende reclame. Daardoor is de uiting ook op dit punt oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

III.

In de uiting wordt in tekst en lettertype de indruk gewekt dat sprake is van een handgeschreven brief, hetgeen naar het oordeel van de Commissie het vermoeden rechtvaardigt dat de uiting met name op ouderen gericht is. Bovendien wordt in de uiting druk uitgeoefend op de geadresseerde om snel te reageren. In deze omstandigheden en in de ernst van de overtredingen van de NRC ziet de Commissie aanleiding om de uitspraak als Alert te verspreiden en aldus onder de aandacht te brengen van een breed publiek.

De beslissing

De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

De Commissie zal de uitspraak als Alert laten verspreiden.
RB 2093

'Ook problemen met uw Packshot Creator' is kleinerende uitlating

RCC 20 maart 2014, dossiernummer 2013/00975 (Alphashot in TWiNKLE)

Aanbeveling. Vergelijkende reclame. Het betreft een uit 2 pagina’s bestaande advertentie voor “Alphashot”, “een compacte foto studio” in het blad “TWiNKLE”, met als ondertitel: “concreet over e-commerce”, van oktober 2013. Op de linkerpagina staat onder meer: “Ook problemen met uw Packshot Creator?” en daaronder: “Alphashot. Dé oplossing voor packshotfotografie”. Op de rechterpagina staat onder meer: “Alphashot is dé oplossing voor professionals die veel packshots fotograferen voor webshops, catalogi, brochures en on-line publicaties”. Klager is de dealer van Packshot Creator in de Benelux. In deze advertentie wordt de naam Packshot Creator zonder toestemming van adverteerder of van de “naameigenaar” (Sysnext in Parijs) denigrerend, kwetsend en suggestief gebruikt. Iedereen binnen de markt waar klager actief is, weet wat er met Packshot Creator bedoeld wordt.
Het oordeel van de Commissie

Klager heeft -samengevat- gesteld dat de woorden “Packshot Creator” een verwijzing inhouden naar een specifiek apparaat voor het maken van productfoto’s (packshots), van welk product klager de dealer is in de Benelux. Adverteerder heeft dit niet kunnen weerleggen. Adverteerder heeft onder verwijzing naar een aantal links weliswaar aannemelijk gemaakt dat “packshot” een algemene en in Nederlandstalige uitingen gebruikte benaming is voor een productfoto, maar niet aannemelijk is geworden dat het woord Packshot (met een hoofdletter) in combinatie met Creator (met een hoofdletter) een algemene benaming is voor een product waarmee packshots kunnen worden gemaakt. Het hoofdlettergebruik lijkt ook naar een specifiek product te verwijzen.

Gelet op het bovenstaande gaat de Commissie ervan uit dat de mededeling “Ook problemen met uw Packshot Creator?” voor de in aanmerking komende doelgroep uitdrukkelijk of impliciet verwijst naar het product waarvan klager de dealer is in de Benelux.

Nu deze mededeling wordt gedaan in een advertentie betreffende “Alphashot Dé oplossing voor packshotfotografie”, en klager derhalve kennelijk een concurrent van adverteerder is, is er sprake van vergelijkende reclame als bedoeld in artikel 13 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Vergelijkende reclame is, wat de vergelijking betreft, geoorloofd op voorwaarde dat wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 13 onder a tot en met h NRC.

Door de mededeling “Ook problemen met uw Packshot Creator?” wordt zonder enige toelichting gezinspeeld op problemen die “Ook” de lezer van de advertentie met zijn Packshot Creator zou hebben. Noch in de advertentie noch in de reactie op de klacht heeft adverteerder duidelijk gemaakt op wat voor problemen hier wordt gedoeld en wie die problemen zou ondervinden. Naar het oordeel van de Commissie gaat van deze mededeling onmiskenbaar de boodschap uit dat het product, waarvan klager de dealer in de Benelux is, een gebrekkig product is. Gelet hierop wordt niet voldaan aan de voorwaarde dat de vergelijking zich niet kleinerend uitlaat over het merk van een concurrent als bedoeld in artikel 13 onder e NRC.

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

De beslissing

Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 13 aanhef en onder e NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
RB 2092

Vroegboekkorting naar Hotel Radisson Aruba Resort blijkt niet te bestaan

RCC 12 maart 2014, dossiernummer 2014/00111 (Vroegboekkorting Radisson Aruba Ressort)
Voorzitterstoewijzing. Misleidend. Het betreft de volgende uitingen waarin wordt geadverteerd met “Vroegboekkorting”: Een aan klager op 15 januari 2014 verzonden e-mail; en poster in de etalage van een winkel van adverteerder; een advertentie in De Telegraaf van 25 januari 2014. Klager heeft, gelokt door de “Vroegboekkorting” van € 500,--, op de website van adverteerder gekeken, maar daar niet een reis met een dergelijke korting kunnen vinden. Via de Afdeling Support heeft klager een aanbieding gekregen voor “Hotel Radisson Aruba Resort”, maar van een korting van € 500,-- was geen sprake. Dezelfde reis is buiten de aanbiedingsperiode € 1.158,-- goedkoper. De korting blijkt niet te bestaan. Er is sprake van misleiding.

Het oordeel van de voorzitter

1) Vaststaat dat de vroegboekkorting van € 500,-- niet van toepassing was op het “Radisson Aruba Resort” waarnaar klager door de Afdeling Support werd verwezen en welk hotel ook in de voorwaarden van deze korting wordt genoemd. Men ziet deze voorwaarden door op de website van adverteerder te klikken op de banner genaamd “Vroegboekkorting”. Adverteerder stelt dat de korting wel gold voor de volgende hotels: het “Rixos The Palm” in Dubai, het “Emirates Palace” in Abu Dhabi en het “Jemeirah Beach” in Dubai. Adverteerder legt stukken over die haar standpunt voldoende aannemelijk maken. Dit neemt evenwel niet weg dat de consument die naar aanleiding van de uitingen meer informatie over de vroegboekkorting wenste, ten onrechte werd verwezen naar een hotel waarvoor die korting niet gold, alsmede dat niet duidelijk was ten aanzien van welke hotels wel gebruik kon worden gemaakt van de korting. Aldus heeft adverteerder niet op duidelijke wijze de essentiële informatie verschaft die de gemiddelde consument nodig heeft voor een geïnformeerd besluit over de transactie, als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

2) De voorzitter neemt kennis van de mededeling van adverteerder dat sprake is van een vergissing en dat zij de verwarring betreurt die daardoor is ontstaan, alsmede dat zij de gewraakte reclame-uitingen inmiddels heeft verwijderd. De voorzitter ziet hierin aanleiding de aanbeveling te doen uitsluitend voor zover nog nodig.

De beslissing van de voorzitter

Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de bestreden reclame-uitingen in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. De voorzitter beveelt adverteerder, uitsluitend voor zover nog nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
RB 2091

Prijs voor autorondreis 'Noorse fjorden' ANWB niet voor elke dag van vertrek

RCC 5 maart 2014, dossiernummer 2014/00085 (Noorse fjorden)
Voorzitterstoewijzing. Misleidend. Het betreft een advertentie in de Kampioen van de ANWB van januari 2014 waarin een 13-daagse autorondreis "Noorse fjorden” wordt aangeboden. In de uiting worden de aangeboden reizen in de periode na 15 juni 2014 -de voorzitter vermoedt dat klager bedoeld heeft 18 juni 2014- voor € 1209,- aangeboden. Deze prijs geldt alleen indien men op een woensdag vertrekt. Voor vertrek op een zondag moest klager voor 2 personen € 2518,- betalen. Dit blijkt niet uit de advertentie.

Het oordeel van de voorzitter van de Commissie

Adverteerder erkent dat in de advertentie niet staat dat de prijs kan variëren al naar gelang de dag van vertrek. Adverteerder verwijst voor de juiste prijzen naar de website die zo is ingericht dat men, indien gekozen is voor vertrek op een zondag, de daarbij behorende prijs verschijnt.

Nu de in de uiting vermelde prijs echter niet voor iedere dag van vertrek geldt, is de advertentie te absoluut ten aanzien van de prijsvermelding van de reizen.

Blijkens het voorgaande is onjuiste informatie verstrekt ten aanzien van de prijs als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code NRC’. Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De beslissing

Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame uiting in strijd met artikel 7 NRC en beveelt hij adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
RB 2083

Misleidende kortingsactie Gamma '0% BTW op alles'

RCC 5 maart 2013, dossiernummer 2014/00080 (Gamma '0% BTW op alles')
Aanbeveling. Misleidend. Het betreft (a) de per post verspreide reclame in de vorm van een kaart en (b) de televisiecommercial, in welke uitingen de Gamma-actie “0% BTW op alles” wordt aangeprezen. In de televisiecommercial wordt, voor zover hier van belang, gezegd: “Van 2 tot en met 5 januari betaalt u bij Gamma 0% BTW op verf, 0% BTW op gereedschap, 0% BTW op [..]. Eigenlijk betaal je op ons hele assortiment 0% BTW.” In beeld verschijnt de tekst: “0% BTW op alles”. Klager wilde cellenbetonblokken met korting kopen. In de Gamma vestiging bleek echter dat dit product niet onder de actie viel. Verwezen werd naar de actiekaart, waarvan de lettertjes echter zo klein zijn dat deze niet leesbaar zijn. Klager acht de reclame misleidend, omdat bij de mededeling “0% BTW op alles” geen asterisk staat, dus geen duidelijk zichtbare aankondiging van beperkingen. Het was juister en eerlijker geweest indien was gezegd “op bijna alles”.

Het oordeel van de Commissie
De mededeling “0% BTW op alles” in beide uitingen wekt de indruk van een absoluut aanbod, welke indruk in de televisiecommercial nog wordt versterkt door de mededeling “Eigenlijk betaal je op ons hele assortiment 0% BTW”. Vast is echter komen te staan dat het aanbod “0% BTW op alles” in belangrijke mate beperkt wordt doordat (onder andere) producten uit het ‘extra goedkoop assortiment’ van de kortingsactie uitgesloten zijn. Deze beperking van het aanbod “0% BTW op alles” is essentiële informatie die uitdrukkelijk in de uitingen dient te worden vermeld. Dit geldt temeer nu consumenten er niet op bedacht hoeven te zijn dat ondanks de aanduiding “op alles” de actie op een aanzienlijk deel van het assortiment niet van toepassing is. Dat EGA-producten - volgens Gamma - altijd uitgesloten zijn van kortingsacties maakt dit niet anders, nu dit geen gegeven is dat bij de gemiddelde consument op wie de uitingen zijn gericht bekend mag worden verondersteld.

De beperking van het actieaanbod wordt naar het oordeel van de Commissie in de uitingen niet of onvoldoende duidelijk meegedeeld.

Aan het eind van de commercial staat gedurende 3 seconden, tegelijk met de tekst “0% BTW op alles”, onderin beeld in zeer kleine lettertjes (voor zover de Commissie deze heeft kunnen lezen) een toelichting op de invulling van de actie en een verwijzing naar adverteerders website gamma.nl. Voor het wijzen op de hiervoor bedoelde essentiële informatie kan niet worden volstaan met een algemene verwijzing naar (voorwaarden op) de website.

Op de kaart staat weliswaar dat verschillende artikelen en productgroepen van de actie uitgesloten zijn, maar deze in kleine letters weergegeven disclaimer valt nauwelijks op in verhouding tot de door de lettergrootte sterk de aandacht trekkende mededeling “0% BTW op alles”, vooral nu niet uitdrukkelijk naar deze disclaimer verwezen wordt. De gemiddelde consument wordt aldus onvoldoende attent gemaakt op het feit dat met “alles” in dit verband alleen wordt gedoeld op alles waarvoor geen beperking ten aanzien van de actie geldt.

Gelet op het voorgaande is sprake van het te laat of op een onduidelijke wijze verstrekken van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in de aanhef en onder c van artikel 8.3 NRC. Omdat de gemiddelde consument door de uitingen ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, acht de Commissie de uitingen misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Gelet op het vorenstaande wordt als volgt beslist.

De beslissing
De Commissie acht de reclame-uitingen in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
RB 2080

Durex ballonbeestensex onmiskenbaar humoristisch bedoeld

RCC 5 maart 2014, dossiernummer 2014/00159 (Durex ballonbeestensex)
Voorzittersafwijzing. Het betreft een commercial voor Durex condooms waarin animatiefiguren in de vorm van ballonbeesten seks met elkaar lijken te hebben, waarbij geluiden zijn te horen die lijken op tegen elkaar schurende ballons. Volgens klager is de commercial op 6 november 2013 uitgezonden op RTL5 en is deze ook te zien op YouTube. Klager stelt, kort samengevat, dat het acceptabel is dat adverteerder reclame voor condooms maakt. De samenhang met piepende beestjes kan echter niet door de beugel. Dieren hebben niks met Durex te maken en dit kan consumenten op verkeerde ideeën brengen.

Het oordeel van de voorzitter
Adverteerder betwist dat de onderhavige commercial in november 2013 op RTL5 zou zijn uitgezonden. Uit navraag door het secretariaat van de Reclame Code Commissie bij RTL5 blijkt dat de commercial inderdaad destijds niet door deze omroep is uitgezonden. Op grond hiervan gaat de voorzitter ervan uit dat de commercial waartegen de klacht zich richt uitsluitend op YouTube is te zien.

Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met criteria zoals de goede smaak of het fatsoen, zoals kennelijk met de klacht is bedoeld, stelt de (voorzitter van de) Reclame Code Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van die criteria. Met inachtneming van deze terughoudendheid acht de voorzitter de onderhavige, onmiskenbaar humoristisch bedoelde commercial, niet van dien aard dat de grens van het toelaatbare wordt overschreden. Het feit dat adverteerder voor de aanprijzing van zijn product beeldtaal gebruikt in de vorm van ballonbeesten, leidt niet tot een ander oordeel. Of adverteerder verantwoordelijk is voor de verspreiding van de commercial via YouTube, doet bij deze uitkomst niet meer ter zake en kan daarom in het midden blijven.

De beslissing van de voorzitter

Gelet op het bovenstaande wijst de voorzitter de klacht af.
RB 2076

Groupon-actie Disneyland en hotel met toegang tot themapark toch duurder

RCC 3 maart 2014, dossiernummer 2014/00036 (Groupon actie Disneyland)
Aanbeveling. Misleidend en oneerlijk. Het betreft de aanbieding op adverteerders website www.groupon.nl (subpagina https://travel.groupon.nl) met de kop: “ Verblijf bij Disneyland® Paris Magisch verblijf in het Algonquin Explorers-hotel naar keuze met toegang tot de thema-parken (vanaf € 89 voor 4 personen)”.

Toen klaagster één nacht in het hotel en één dag toegang tot Disneyland Parijs voor vier personen wilde boeken, bleek de prijs niet € 89,- te bedragen, zoals zij naar aanleiding van de kop van de uiting verwachtte, maar € 349,-. De genoemde prijs van € 89,- geldt indien alleen een overnachting in het hotel wordt geboekt. Pas bij het verder naar beneden scrollen in de uiting wordt duidelijker beschreven dat de aanbieding het hotel betreft en dat er een mogelijkheid is om toegangskaartjes voor Disneyland Parijs erbij te kopen.

De aanbieding “Magisch verblijf in het Algonquin Explorers-hotel naar keuze met toegang tot de themaparken (vanaf € 89 voor 4 personen)” wekt naar het oordeel van de Commissie de indruk dat de genoemde vanaf-prijs van € 89,- de laagste prijs is waarvoor men een hotelovernachting voor vier personen naar keuze kan combineren met toegangskaarten voor Disneyland Parijs. Als erkend is echter komen vast te staan dat de geadverteerde (vanaf)prijs van € 89,- alleen betrekking heeft op een overnachting in het genoemde hotel, zonder toegang tot de themaparken. Nu dit niet blijkt uit de kop, die door de grote, vetgedrukte letters sterk de aandacht trekt, acht de Commissie de uiting onduidelijk ten aanzien van de prijs van het aangeboden product als bedoeld in de aanhef en onder d van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument door de kop van de aanbieding ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Dat in het vervolg van de uiting de verschillende opties met bijbehorende prijzen worden vermeld, neemt het misleidende karakter van de kop van de aanbieding niet weg.

De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.