RB
RB 3869
25 november 2024
Artikel

Laatste plekken: Jurisprudentielunch Merken-, Modellen- en Auteursrecht op woensdag 27 november 2024

 
RB 3867
11 november 2024
Uitspraak

HvJ EU: Parfümerie Akzente

 
RB 3866
8 november 2024
Artikel

Carly van der Beek treedt toe als Senior Associate bij Pinsent Masons Nederland

 
RB 2116

Gebruik bij levensbedreigende ziektes en aandoeningen (kanker en aids), ongefundeerd

RCC 28 april 2014, dossiernr 2014/00233 (Natufarm gezondheidssacrament 2000)
Aanbeveling. Gezondheidsproduct MMS gepresenteerd als geneesmiddel/geen handelsvergunning/strijd met Geneesmiddelenwet. Op www.natufarm.nl staat onder de aanhef “MMS Protocol 2000” onder meer: “Gezondheids Sacrament 2000 – Gebruik dit protocol in geval van levensbedreigende ziekten en aandoeningen zoals kanker en aids”

Informatie KOAG/KAG
De onderhavige reclame valt onder de competentie van de KAG en is niet ter preventieve toetsing aan de KAG voorgelegd. Indien dit wel was gebeurd, zou de reclame niet van een toelatingsstempel zijn voorzien, aangezien de uiting op diverse punten in strijd is met artikel 10 van de Code voor de Aanprijzing van Gezondheidsproducten (CAG). Een voorbeeld hiervan is:
“Gebruik dit protocol in geval van levensbedreigende ziekten en aandoeningen zoals kanker en aids”.

Deze claim die (indirect) betrekking heeft op het voedingssupplement MMS is ook in strijd met artikel 84 van de Geneesmiddelenwet: er worden geneeskundige eigenschappen toegeschreven aan een product dat niet is geregistreerd als een geneesmiddel.

Het oordeel van de Commissie
Naar het oordeel van de Commissie wordt MMS in de bestreden uiting, door de verwijzing naar kanker en aids, gepresenteerd als zijnde geschikt voor het genezen of voorkomen van een ziekte bij de mens en dient dit om die reden te worden aangemerkt als een geneesmiddel als bedoeld in artikel 1 lid 1 onder b van de Geneesmiddelenwet. Niet is gebleken dat voor dit geneesmiddel een handelsvergunning is verleend. Gelet daarop acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 84 lid 1 Geneesmiddelenwet, ingevolge welke bepaling reclame voor een geneesmiddel waarvoor geen handelsvergunning is verleend, is verboden.

De Commissie heeft nota genomen van de mededeling bij verweer dat verweerder er voor wil zorgen dat de website “in de toekomst verschoond blijft van medische claims”.

De beslissing

Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 2 NRC. Zij beveelt verweerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 2115

Potter's 'original' dient ter onderscheiding van milde variant

RCC 24 maart 2014, dossiernummer 2014/00042 (Potter's droppastilles)
Afwijzing. Het betreft de tekst op een blikje Potter’s droppastilles, die luidt: “Verbeterde formule Potter’s Verfrissende droppastilles Original”. Een pottertje is een halfhard kussenvormig dropje met een mentholachtige smaak. Sinds ongeveer een jaar zitten er ronde kogeltjes in het blikje die qua smaak wel wat weg hebben van een pottertje, maar die uiteenspatten als glas als men erop kauwt. Dit zijn in de beleving van klager en iedereen die hij daarnaar vroeg, geen pottertjes meer. Op het laatste blikje dat klager kocht, in de hoop dat de pottertjes weer als vanouds zouden smaken, stond dat de “Potter’s Original” een “verbeterde formule” hebben. Dit is onjuist want ofwel het pottertje is “original”, te weten zacht en vierkant, of er is sprake van een “verbeterde formule”. Voor de huidige “pottertjes” behoort de naam “Potter’s” niet langer te worden gebruikt en het is misleidend deze “original” te noemen nu de formule is gewijzigd.

Het oordeel van de Commissie
Naar adverteerder stelt is de receptuur van de pottertjes niet gewijzigd en de Commissie heeft geen reden aan de juistheid van deze mededeling te twijfelen. De mededeling “verbeterde formule” ziet, aldus adverteerder, alleen op het feit dat is overgeschakeld op een ander productieproces om te bereiken dat de pottertjes niet of minder kleven. In dit licht acht de Commissie de mededeling “verbeterde formule” niet misleidend.
Dat door dit andere productieproces, naast een iets gewijzigde vorm, het mondgevoel van de pottertjes iets anders is geworden, betekent niet dat het product dat al sinds 1960, ter onderscheiding van de milde variant in een rode verpakking, “Potter’s original” wordt genoemd, niet langer aldus mag worden aangeduid.

De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.
RB 2114

Afwijzing klacht minimumleeftijd gelet op inspanningen Bavaria

RCC 19 maart 2014, dossiernummer 2014/00194 (Bavaria Bier Scepter)
Voorzittersafwijzing. Het betreft een billboardposter voor de “Bavaria Bier Scepter”, met daarop onder meer de tekst “Drink als een Prins!” en de slogan “Geen 16? Geen druppel”. Klager maakt bezwaar tegen de slogan “Geen 16? Geen druppel”, nu de minimumleeftijd voor het nuttigen van alcohol is verhoogd naar 18 jaar. De voorzitter neemt kennis van de inspanningen die adverteerder stelt te hebben gedaan om haar bedrijfsvoering op de nieuwe slogan af te stemmen. In dat kader heeft adverteerder, kort weergegeven, voldoende aannemelijk gemaakt dat zij: alle online content heeft aangepast naar de nieuwe slogan “Geen 18, geen alcohol”; de Abri campagne medio februari 2014 heeft beëindigd en alle posters meteen heeft laten verwijderen; alle horecarelaties die deze poster gebruiken schriftelijk heeft verzocht een sticker op de poster te plakken met daarop de juiste slogan.

De voorzitter ziet in het voorgaande aanleiding om te oordelen dat door het gebruik van de oude slogan in het onderhavige geval weliswaar op zichzelf genomen is gehandeld in strijd met artikel 33 lid 2 RVA, maar dat adverteerder zodanige maatregelen heeft genomen om haar bedrijfsvoering op de nieuwe slogan af te stemmen en het gebruik van de “oude” slogan door derden te laten beëindigen, dat al haar uitingen inmiddels voldoen aan dit artikel. Voorts gaat de voorzitter ervan uit dat slechts sprake was van een incidentele, op zichzelf staande overtreding van genoemd artikel. Onder deze omstandigheden acht de voorzitter het redelijk om rekening te houden met bedoelde inspanningen van adverteerder, mede gelet op de voorlichtingscampagnes die de leeftijd van 18 jaar benadrukken. Gelet hierop maakt de voorzitter gebruik van zijn bevoegdheid de klacht af te wijzen.

De beslissing van de voorzitter
De voorzitter wijst de klacht af.
RB 2113

Geen kristallen maar gewone glazen

RCC 20 maart 2014, dossier 2013/00981 (Gall en Gall)
Aanbeveling. Misleiding. Het betreft adverteerders televisiereclame waarin onder meer wordt gezegd: “Bij Gall & Gall spaar je nu gratis voor kristallen glazen”. In beeld verschijnt de tekst “Spaar voor gratis kristallen glazen”. De glazen die men in het kader van deze actie kan sparen zijn gewone glazen van Schott Zwiesel. Anders dan in de uiting wordt gezegd, zijn dit geen kristallen glazen. De Commissie stelt dat op grond van bijlage 1 bij de Richtlijn de door adverteerder benoemde glazen wellicht wel tot één van de categorieën Kristalglas behoren, maar moeten deze glazen – gegeven de samenstelling daarvan – worden aangeduid als “sonoorglas”. In dat geval is de aanduiding “kristallen glazen” onjuist en daardoor misleidend. De gemiddelde consument zal onder die aanduiding immers glas verstaan dat volgens de Richtlijn wel als “kristal” mag worden aangeprezen, te weten glas met een bepaalde hoeveelheid lood daarin.

De Commissie bevestigt de beslissing van de voorzitter en acht de gewraakte reclame-uiting in strijd zin met artikel 7 NRC. De Commissie beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 2112

Misleidende advertentie "Rots-Vast Groep wordt DOMICA"

Rechtbank Oost-Brabant 23 april 2014, IEF 13787 (Vereniging Professionele Woningbemiddelaars tegen Domica c.s.)
Uitspraak ingezonden door Wim Maas en Eelco Bergsma, Deterink. Franchise. Geen merkinbreuk. Misleidende mededeling. VPW is houdster van woordmerk Rots-Vast Groep en exploiteert een franchiseformule. Tot het vonnis van de Rechtbank Amsterdam waren de franchisenemers gerechtigd tot gebruik van dit merk. Gedaagden hebben hun best gedaan om alles van internet te verwijderen en hebben, gelet op hun investeringen in de nieuwe naam, geen belang meer bij gebruik van het teken, aldus Domica c.s. Er is geen sprake van inbreuk. Met de advertentie "Rots-Vast Groep wordt DOMICA" heeft de vestiging in Amsterdam een misleidende mededeling gedaan in de zin van artikel 6:194 BW.

4.13. (...) De rechtbank begrijpt waarom Amsterdam zich genoodzaakt zag te reageren op de onjuiste mededeling die vanuit de Rots-Vast Groep is verzonden aan alle makelaars in Amsterdam, maar zij had vervolgens niet op haar beurt ook een onjuiste mededeling mogen doen. Amsterdam had moeten uitleggen dat zij vanaf hetzelfde adres haar activiteiten zou blijven uitvoeren, maar dan vanwege het feit dat zij de franchiseketen Rots-Vast had verlaten onder een nieuwe naam. Nu de advertentie onjuiste informatie bevat en daardoor de suggestie wekt dat de Rots-Vast Groep in zijn geheel onderdeel is geworden van Domica, rechtvaardigt de eerdere onjuiste mededeling vanuit Rots-Vast Groep deze advertentie niet.
RB 2111

Zending reclame naar overleden geadresseerde in strijd met Code Postfilter

RCC 28 maart 2014, dossiernummer 2014/00103 (Reclame overleden geadresseerde)
Voorzitterstoewijzing. Code Postfilter. Het betreft een aan [naam betrokkene] geadresseerde mailing van afzender. De geadresseerde is overleden. Ten onrechte verzendt afzender nog steeds reclame die op haar naam is geadresseerd. Het overlijden van geadresseerde is niet in de administratie van afzender doorgevoerd en afzender heeft bovendien geadresseerde administratief verhuisd naar het huidige adres van klager. Afzender heeft gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 5.1 van de Code Postfilter. De voorzitter beveelt afzender, uitsluitend voor zover nog nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Op grond van artikel 5.1 van de Code voor het gebruik van Postfilter (Code Postfilter) dient een afzender, voordat hij een adressenbestand met personen of prospects wil gebruiken voor het verzenden van Direct Mail, altijd het Nationaal Overledenen Register te raadplegen, en is het hem niet toegestaan een persoon te benaderen van wie de gegevens zijn opgenomen in dat register. Uit de door de administratie van de Stichting Reclame Code bij Stichting Postfilter opgevraagde informatie blijkt dat geadresseerde sinds 9 januari 2013 staat ingeschreven in het Nationaal Overledenen Register. Vaststaat derhalve dat afzender de onderhavige mailing niet op naam van geadresseerde had mogen verzenden.

De voorzitter neemt kennis van de mededeling van afzender dat zij naar aanleiding van de klacht haar administratie direct heeft aangepast, zodat er geen post meer op naam van de geadresseerde wordt verzonden, alsmede van het feit dat zij excuses aanbiedt. Dit op zichzelf genomen te waarderen handelen kan evenwel niet afdoen aan het feit dat op grond van het voorgaande de klacht gegrond dient te worden geacht. Wel zal de voorzitter met het voorgaande rekening houden door te bepalen dat de aanbeveling wordt gedaan uitsluitend voor zover nog nodig.
RB 2109

Uit informatie-icoontje blijkt dat er toelichting is bij de uiting FREE CANCELLATION

RCC 2 april 2014, dossiernr. 2014/00164 (FREE cancellation)
Afwijzing. Reizen. Klager acht de uiting misleidend omdat daarin onvoldoende duidelijk wordt gemaakt dat de geadverteerde “free cancellation” slechts geldt tot twee dagen voor het geboekte verblijf. Deze klacht kan niet slagen. In de uiting staat direct achter de mededeling “FREE cancellation” een informatie-icoontje. De gemiddelde consument wordt aldus op een algemeen bekende wijze erop attent gemaakt dat er een nadere toelichting op de inhoud van het aanbod van “free cancellation” is.

Vast is komen te staan dat onder het icoontje wordt meegedeeld dat voor een annulering van de boeking tot twee dagen voor de aankomstdatum geen kosten in rekening worden gebracht en bij annulering op een later moment de eerste nacht in rekening wordt gebracht.

Voorts acht de Commissie voldoende aannemelijk gemaakt dat deze voorwaarde voor kosteloze annulering ook in het vervolg van het boekingsproces, bij de bevestiging van de boeking en bij het annuleren van de reservering duidelijk wordt meegedeeld.

De Commissie acht voldoende aannemelijk dat bovengenoemde informatie ook zichtbaar is indien men voor het boeken en/of het annuleren gebruik maakt van een iPad. Klagers enkele mededeling dat dit niet het geval is, is door adverteerder uitdrukkelijk en gemotiveerd bestreden.
RB 2108

Boetebesluit voor negeren Bel-me-niet Register

Boetebesluit 26 maart 2014, zaaknr.  13.1119.32  (Essent Retail Energie)
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft energiebedrijf Essent beboet voor het overtreden van de telemarketingregels. Essent Retail Energie B.V. heeft grote aantallen consumenten gebeld met een commercieel aanbod. Essent heeft verzuimd adressen uit het belbestand te verwijderen van consumenten die stonden ingeschreven bij het Bel-me-niet Register. ACM heeft Essent boetes opgelegd van in totaal EUR 47.500.

RB 2107

Kraskaart, maar er wordt geen extra winkans gesuggereerd

Vz. RCC 1 april 2014, dossier 2014/00168 (Kraskaart)
Afwijzing. Kansspel. Vaststaat dat de uiting (een soort kraskaart) is voorzien van een aantal vakjes die kunnen worden opengekrast in verband waarmee wordt gezegd dat bij “3x Bingo” de kaart “geld waard” is. Adverteerder heeft onvoldoende gemotiveerd weersproken dat het openkrassen van de vakjes in feite een overbodige handeling is, nu men bij het openkrassen altijd “3x Bingo” ziet, en men ook zonder die vakjes open te krassen direct de code op de kaart kan invoeren op de in de uiting genoemde website.

Het voorgaande is evenwel onvoldoende om de uiting misleidend te achten. Er wordt immers in de uiting niet gezegd of gesuggereerd dat men een extra win(st)kans heeft bij drie gelijke symbolen. Daarnaast is de voorzitter, mede gelet op hetgeen adverteerder heeft aangevoerd, van oordeel dat in het onderhavige geval sprake is van een algemeen aanvaarde reclame- en marketingpraktijk die het vermogen van de gemiddelde consument om een geïnformeerd besluit te nemen, niet wezenlijk beperkt (vgl. considerans nr. 6 van Richtlijn 2005/ 29/EG). De klacht kan derhalve niet slagen.
RB 2106

Gebruik van hamsters is parodiërend gebruik

RCC 31 maart 2014, dossiernr. 2014/00123 (Hamsters voor Wakker Dier)
Bevestiging afwijzing door voorzitter. Het betreft de radioreclame waarin Wakker Dier, onder verwijzing naar de “Hamsterweken” van Albert Heijn, de verkoop door Albert Heijn van zogenaamde “plofkippen” aan de orde stelt. De (radio)commercial is onderdeel van de “plofkip”-campagne van Wakker Dier, die erop is gericht consumenten de gevolgen van goedkope kip voor het dier te laten zien. De wijze waarop Wakker Dier zich in de onderhavige commercial verzet tegen de verkoop van de “plofkip” door de supermarkten van Albert Heijn acht de Commissie niet in strijd met de NRC. Niet is gesteld of gebleken dat de uiting onjuist is. Het gebruik van de “hamsters” is een parodiërend gebruik, waarbij de grenzen van het toelaatbare niet zijn overschreden.

De Commissie stelt voorop dat onder de definitie van reclame in artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) ook wordt verstaan - naast de door klager bedoelde aanprijzing van goederen en diensten - de openbare en/of systematische directe dan wel indirecte aanprijzing van denkbeelden door een adverteerder. In de onderhavige commercial is sprake van aanprijzing van de denkbeelden van Wakker Dier. Wakker dier zet zich onder meer in voor het welzijn van dieren. Zoals reeds eerder door de Commissie is geoordeeld en door de voorzitter in de bestreden beslissing is herhaald, staat het Wakker Dier in beginsel vrij om ter bevordering van haar doelstelling in een reclame-uiting haar mening te geven over het lot van hetgeen zij aanduidt als de “plofkip”, en mag Wakker Dier ook vermelden dat deze “plofkip” in - al dan niet met name genoemde - supermarkten te koop is. De wijze waarop Wakker Dier zich in de on¬derhavige commercial verzet tegen de verkoop van de “plofkip” door de supermarkten van Albert Heijn acht de Commissie niet in strijd met de NRC. Niet is gesteld of gebleken dat de uiting onjuist is. Het gebruik van de “hamsters” is een parodiërend gebruik, waarbij de grenzen van het toelaatbare niet zijn overschreden.