RB
RB 3838
10 juni 2024
Artikel

Laatste plekken voor de Actualiteitenlunch Reclamerecht

 
RB 3837
3 juni 2024
Artikel

Vacature Simmons & Simmons: Advocaat-stagiaire IP / Life Sciences

 
RB 3836
31 mei 2024
Artikel

Pinsent Masons Amsterdam zoekt voor haar octrooi- en Life Sciences team junior en senior advocaat-medewerkers

 
RB 1442

Anti-snurkbeugel past niet iedereen

RCC 14 juni 2012, dossiernr. 2012/00313 (ZQuiet)

Misleidende reclame. Voornaamste kenmerken product. Medisch hulpmiddel.

In een televisiereclame voor het product ZQuiet wordt onder meer gezegd: “Heeft niets tot nu toe gewerkt en eindigt u vaak in verschillende slaapkamers om maar te kunnen slapen? Dat is nu voorgoed voorbij. Nu is er een fonkelnieuwe oplossing die in Amerika door honderdduizenden mensen wordt gebruikt en er gegarandeerd voor zal zorgen dat ook u direct met snurken zal stoppen” en “Tel Sell introduceert ZQuiet Comfortabel en eenvoudig in het gebruik” en “Nu is er eindelijk een apparaat dat u zonder pijn of moeite in kunt doen” en “Bestel voor een gegarandeerd stille nachtrust de ZQuiet”.

Klaagster stelt dat ten onrechte wordt gesuggereerd dat de beugel 'ZQuiet' tegen snurken bij iedereen past en voor iedereen werkt. Voor klaagster was duidelijk dat de ZQuiet niet in haar mond zou passen en niet om haar tanden zou kunnen sluiten. Als men het product niet in de mond kan doen, kan het niet werken.

De Commissie oordeelt dat niet voldoende duidellijk is dat het product niet voor een ieder bruikbaar is. De Commissie acht de reclame voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van de van het gebruikt van ZQuiet te verwachten resultaten. Er is sprake van misleidende reclame.

In de bestreden uiting wordt het product ZQuiet aangeprezen als oplossing voor het probleem van snurken.

In de uiting wordt weliswaar niet uitdrukkelijk gesteld dat ZQuiet voor iedereen geschikt is, maar wel wordt met grote stelligheid en zonder voorbehoud gezegd: “Heeft niets tot nu toe gewerkt en eindigt u vaak in verschillende slaapkamers om maar te kunnen slapen? Dat is nu voorgoed voorbij”, “een oplossing (..) die er gegarandeerd voor zal zorgen dat ook u direct met snurken zal stoppen”, “Nu is er eindelijk een apparaat dat u zonder pijn of moeite in kunt doen” en “voor een gegarandeerd stille nachtrust”. Aldus wordt naar het oordeel van de Commissie in te absolute bewoordingen gewezen op van het gebruik van ZQuiet te verwachten resultaten. Niet voldoende duidelijk is dat het product -naar adverteerder bij verweer heeft meegedeeld- niet voor een ieder bruikbaar is. In zoverre acht de Commissie de reclame voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van de van het gebruik van ZQuiet te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 1441

Roze zalm kan ook wilde zalm zijn

RCC 13 juni 2012, dossiernr. 2012/00356 (Lidl)

Misleidende reclame. Voornaamste kenmerken product.

In De Gelderlander staat de advertentie voor een aanbieding bij Lidl van 2 pakken Trawlic 'wilde zalmfilets' voor € 5,-, alsmede de verpakking.

Op de verpakking van dit product staat bij ingrediënten: 'wilde zalmfilet (100%)'. Er wordt medegedeeld dat uit de vermelding van de letter A of B bij de houdbaarheidsdatum kan worden afgeleid welke vissoort is gebruikt. In de advertentie en op de verpakking staat 'wilde zalm', maar of dit daadwerkelijk het geval is blijkt pas uit de code op de verpakking. Klaagster acht dit misleidend, vooral 'in verband met berichtgeving dat roze zalm kankerverwekkend zou zijn'.

De Commissie oordeelt dat het voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk is dat onder de aanduiding 'wilde zalm' de zalmsoorten worden verstaan die in zee zijn gevangen, in tegenstelling tot gekweekte zalm. Het wordt voldoende aannemelijk geacht dat de in de advertentie en op de verpakking gebruikte benaming betrekking heeft op gevangen en niet op gekweekte zalmsoorten. Niet is gebleken dat roze zalm geen wilde zalm kan zijn en wordt er uitdrukkelijk melding gemaakt van de 'zachtroze kleur' van de wilde zamfilets. De Commissie wijst de klacht af.

RB 1440

Maaltijd verzorgt door chef-kok, niet door top-kok

Vzr. RCC 13 juni 2012, dossiernr. 2012/00488 (KLM)

Misleidende reclame. Voornaamste kenmerken product.

Op www.klm.com/travel/nl staat onder de aanhef 'World Business Class' onder meer: “Geniet van uw keuze uit heerlijke driegangenmenu’s die speciaal zijn bereid zijn door Nederlandse topkoks. Alle maaltijden worden geserveerd op prachtig Marcel Wanders servies en met een uitstekend glas wijn of ander drankje. Heeft u speciale wensen, dan doen we er alles aan om die te vervullen”.

In de uiting wordt gesuggereerd dat de reiziger een driegangenmaaltijd van een Nederlandse top-kok geserveerd krijgt. Aan boord blijkt deze service niet te gelden voor vegetariërs. Klaagster vindt de reclame misleidend.

De voorzitter oordeelt dat de reclame gepaard gaat met onjuiste informatie ten aanzien van de voordelen van het product. De voorzitter acht de reclame-uiting misleidend.

Vast is komen te staan dat indien een klant speciale wensen heeft ten aanzien van het driegangenmenu, bijvoorbeeld omdat hij een vegetarische maaltijd verkiest, de maaltijd wordt voorbereid door een chefkok, en niet door een Nederlandse topkok. Nu echter in de uiting zonder voorbehoud wordt gesteld: “Geniet van uw keuze uit heerlijke driegangenmenu’s die speciaal zijn bereid zijn door Nederlandse topkoks” gaat de reclame gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de voordelen van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, acht de voorzitter de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 1439

Geen voorwaarde aan tijdstip van uitzenden

Vzr. RCC 13 juni 2012, dossiernr. 2012/00492 (Ziggo)

Pedagogisch onverantwoord.

In een televisiereclame vertelt een jongetje op een schoolplein aan andere kinderen wat je allemaal kunt doen om langer te kunnen opblijven. Intussen is te zien dat dat jongetje bij zijn ouders op de bank naar een film mag blijven kijken, nadat hij allerlei smoesjes heeft bedacht. Ten slotte zegt het jongetje: 'Ik vind het een hele leuke familiefilm'. De voice-over zegt: 'Volop keuze uit de allernieuwste films en series. Altijd iets voor jou'. 'Ziggo' verschijnt in beeld.

De klacht richt zich op het feit dat de reclame om 19:15 uur wordt uitgezonden. Zijn kinderen krijgen ongevraagd een reclame te zien, waarin een jongetje allerlei leugens verzint om op te blijven en het product van Ziggo te bekijken. Klager vindt de reclame pedagogisch onverantwoord en verzoekt tot het stellen van een voorwaarde aan het tijdstip van uitzenden.

De voorzitter oordeelt dat de grens van het toelaatbare niet is overschreden, ook niet voor zover (kleine) kinderen de uiting zien. De commercial is duidelijk humoristisch. De klacht wordt afgewezen.

RB 1438

Geen sprake van bangmakerij

RCC 11 juni 2012, dossiernr. 2012/00380 (California Primavera Lelli Kelly)

Subjectieve vormen. Bangmakerij. Kinderen.

In Happinez staat een advertentie: “KINDEREN: hier zijn de schoenen die je leren veters strikken”. “In de internationale pers is een onderzoek verschenen, uitgevoerd door AGI/AVG, gespecialiseerd in onderzoeken via internet, waaruit blijkt dat kinderen van vandaag vóór een bepaalde leeftijd niet in staat zijn om een eenvoudige handeling zoals het strikken van hun schoenveters uit te voeren. Dat is niet onbelangrijk: het leren strikken van schoenveters binnen de juiste leeftijdsgrenzen (volgens de experts is dit 4 of 5 jaar), maakt deel uit van de correcte psychomotorische ontwikkeling” en “In tegenstelling tot wat het geval zou moeten zijn, kan slechts 11% zijn schoenveters strikken vóór de leeftijd van 11 jaar” en “Het kan gebeuren dat schoenveters niet kunnen worden gestrikt vanwege dyspraxie, een aandoening die vaak wordt verward met onhandigheid, maar die echter een tijdige diagnose vereist” en “Als u merkt dat uw kind echt grote moeilijkheden heeft om zijn schoenveters te strikken, doet u er goed aan een arts te raadplegen om na te gaan of er geen complexere problemen aan de basis liggen”.

Volgens klager is er sprake van bangmakerij en leidt de uiting bij mensen die daar gevoelig voor zijn tot extra kosten in de zorg.

Volgens de Commissie is er geen sprake van een advertentie die appelleert aan gevoelens van angst. Het feit dat adverteerder naar dyspraxie verwijst en het advies geeft om eventueel een arts te raadplegen noch de wijze waarop dit gebeurt leidt tot een ander oordeel. Dat de advertentie tot 'extra kosten in de zorg' zou leiden betekent niet dat de uiting in strijd is met de NRC.

De Commissie wijst de klacht af.

De Commissie vat de klacht in de eerste plaats op in die zin dat door de uiting zonder te rechtvaardigen redenen wordt geappelleerd aan gevoelens van angst als bedoeld in artikel 6 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

In de bestreden uiting vestigt adverteerder de aandacht op veterschoenen en op het belang voor kinderen om in het kader van hun psychomotorische ontwikkeling te leren om schoenveters te strikken. In dit verband wordt een onderzoek over “kinderen van vandaag” en het op een bepaalde leeftijd (nog niet) kunnen strikken van veters aangehaald en wordt gesteld dat het (gemakkelijke en praktische) gebruik van schoenen met klittenband het aanleren van het strikken van schoenveters vertraagt. Aan het slot van de advertentie wordt de lezer aangemoedigd kinderen te leren schoenveters te strikken, onder verwijzing naar methodes van vroeger en wordt gesteld: “Oefenen is belangrijk –zegt Mariella Attilieni, Vice-presidente van Lelli Kelly– en dit kan alleen door schoenen met veters te dragen in plaats van met klittenband”.

In de uiting wordt ook ingegaan op een mogelijke andere oorzaak van het niet kunnen strikken van schoenveters, te weten de aandoening dyspraxie. Noch het feit dat adverteerder naar deze aandoening verwijst en het advies geeft om eventueel een arts te raadplegen noch de wijze waarop dat gebeurt, leidt tot het oordeel dat in de bestreden advertentie, die in haar geheel moet worden beoordeeld, wordt geappelleerd aan gevoelens van angst als bedoeld in artikel 6 NRC.

RB 1437

Het goede erin, het slechte eruit

RCC 11 juni 2012, dossiernr. 2012/00336 (Céréal Choco Delight)

Misleidende reclame. Voornaamste kenmerken product.

In Psychologie Magazine staat een advertentie: “HET GOEDE ERIN, HET SLECHTE ERUIT”. “Als je iets lekkers wilt, dan wil je iets lekkers. En dus geen troep in je lijf. Kleurstoffen, geraffineerde suikers, verzadigd vet … daar heb je toch geen zin in? Die rommel komt er bij onze koekjes dan ook niet in. Daar is ook geen plek voor. Want ze zitten al vol. Met echte, natuurlijke ingrediënten. Zoals vezels, cacao en mineralen. Onze koekjes zijn dus niet alleen goed voor de lekkere trek, maar ook goed voor jou. Veel lekkerder toch? Op cereal.nl lees je meer”. Daaronder is een deel van de verpakking van het product Céréal Choco Delight afgebeeld.

Klager stelt zich op het standpunt dat er kunstmatige zoetstoffen in het aangeprezen product zitten, die kunnen niet als natuurlijk worden aangemerkt.

De Commissie oordeelt dat reclame gepaard gaat met onjuiste informatie over de samenstelling van het product waardoor de uiting misleidend en oneerlijk is. Het verweer van adverteerder dat de gemiddelde consument zal begrijpen dat de slogan 'Het goede erin, het slechte eruit' een vorm van overdrijven is doet hier niet aan af. Het is niet duidelijk dat er sprake is van overdrijving.

Ad a.
Adverteerder heeft niet weersproken dat het product Céréal Choco Delight per 100 gram 10,5 gram verzadigde vetten bevat. Nu in de bestreden uiting met betrekking tot (onder meer) verzadigd vet wordt gesteld: “Die rommel komt er bij onze koekjes dan ook niet in” gaat de reclame gepaard met onjuiste informatie over de samenstelling van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Ad b.
In de advertentie wordt met betrekking tot de koekjes van adverteerder gesteld: “(…) ze zitten al vol. Met echte, natuurlijke ingrediënten”. Adverteerder heeft niet, althans onvoldoende weersproken dat Céréal Choco Delight maltitol in poeder, gedroogde maltitolstroop en sucralose bevat en dat dit kunstmatige zoetstoffen zijn. Met betrekking tot maltitol heeft adverteerder slechts meegedeeld dat in het product Céréal Choco Delight de gewone suiker hoofdzakelijk wordt vervangen door de suikervervanger maltitol, dat maltitol een polyol is en van oorsprong wordt gewonnen uit tarwe of maïs en dat maltitol om die reden “aan de basis” een natuurlijke oorsprong heeft. Op klagers stelling omtrent sucralose is adverteerder niet ingegaan. Gelet op het bovenstaande heeft adverteerder de juistheid van de mededeling “(…) ze zitten al vol. Met echte, natuurlijke ingrediënten” niet aangetoond. Gelet hierop gaat de reclame gepaard met onjuiste informatie over de samenstelling van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Ad c.
Adverteerder heeft niet weersproken dat de zoetstoffen maltitol in poeder, gedroogde maltitolstroop en sucralose, ten aanzien van welk stoffen adverteerder niet heeft bestreden dat deze deel uitmaken van Céréal Choco Delight, worden gemaakt van geraffineerde suiker. Gelet hierop is de Commissie van oordeel dat de reclame, voor zover daarin staat: “geraffineerde suikers ( … ) daar heb je toch geen zin in? Die rommel komt er bij onze koekjes dan ook niet in” gepaard gaat met onjuiste informatie over de samenstelling van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Het verweer dat de gemiddelde consument zal begrijpen dat de slogan “Het goede erin, het slechte eruit” en de tekst daaronder niet bedoeld zijn als een objectieve, op onderzoek gebaseerde weergave over de producten van Céréal, maar als een vorm van overdrijving die aan reclame eigen is, leidt niet tot een ander oordeel. Niet duidelijk is dat er sprake is van overdrijving. Het verweer dat in de advertentie wordt verwezen naar de website cereal.nl leidt evenmin tot een ander oordeel. Deze verwijzing neemt bovenbedoelde onjuiste informatie niet weg.

RB 1436

SP mag geen bekend voorbeeld van acquisitiefraude noemen

Vzr. Rechtbank Utrecht 29 juni 2012, LJN BX0083 (Telefoongids.com tegen Socialistische Partij)

Als randvermelding. Rapport over acquisitiefraude waarin staat: "Een geraffineerde werkwijze is het gebruik van naamsbekendheid van een ander. Een bekend voorbeeld hiervan is de Telefoongids.com, die de indruk wekte te bellen namens de bekende Telefoongids.nl van KPN."

Passage uit op de website van SP gepubliceerde rapport over acquisitiefraude moet door gedaagden worden verwijderd. De gewraakte passage staat niet op zichzelf maar maakt onderdeel uit van een rapport over acquisitiefraude. De in de passage beschreven werkwijze wordt onmiskenbaar in verband gebracht met de in het rapport op andere plaatsen genoemde kwalificaties als “malafide praktijken” en “boeven” en dergelijke. Niet gebleken is dat de auteurs van het rapport een eigen onderzoek hebben verricht, dan wel dat de bij het Landelijk Steunpunt Acquisitiefraude binnengekomen meldingen over eiser op hun inhoud zijn onderzocht.

De geuite beschuldigingen of verdachtmakingen kunnen door SP niet worden gestaafd, zijn onvoldoende concreet onderbouwd en moeten om genoemde redenen als onrechtmatig worden aangemerkt. De SP dient de passage te verwijderen.

4.2.  Vooropgesteld moet worden dat het een maatschappelijk belang is dat wordt opgetreden tegen acquisitiefraude en andere oneerlijke handelspraktijken. Het staat SP dan ook in beginsel vrij om zich over dergelijke praktijken kritisch uit te laten, daarbij man en paard te noemen en daarover een mening te geven of te publiceren.

Daarbij dienen echter de grenzen die de zorgvuldigheid in het maatschappelijk verkeer met zich brengt niet te worden overschreden. Van een dergelijke overschrijding kan sprake zijn, indien de gepubliceerde uitlatingen feitelijk onjuist of onnodig grievend zijn.

4.3.  Door Telefoongids.com is betoogd, dat de in het rapport gewraakte passage onjuist is en dat er geen sprake is van misleiding, oplichting dan wel van acquisitiefraude. Telefoongids.com heeft haar werkwijze toegelicht en heeft verwezen naar een aantal uitspraken van verschillende rechtbanken waarin in diverse kwesties is geoordeeld dat aan de door haar gevolgde werkwijze voor de totstandkoming van een overeenkomst geen gebreken kleven. Ook heeft Telefoongids.com aangevoerd dat het onjuist en onnodig grievend is dat het rapport haar onderneming over één kam scheert met ondernemingen die spooknota’s sturen en derhalve geen enkele dienst verrichten. Dat de aanduiding van “de fraudeurs” is vervangen door “ deze ‘dienstverlener’ ”, heft, naar zij heeft betoogd, de onrechtmatigheid van de hiervoor bedoelde passage niet op.

Telefoongids.com heeft ten slotte gesteld dat zij door deze publicatie reputatieschade en omzetderving ondervindt, hetgeen versterkt wordt door het feit dat de beschuldigingen zijn geuit door een politieke partij waardoor er voor de gemiddelde lezer veel autoriteit en betrouwbaarheid van die beschuldigingen uitgaat.


4.4.  SP heeft betwist dat de in dat rapport gebezigde termen als “malafide praktijken”,“geraffineerde werkwijze”, “boeven”, “vorm van fraude” en “oplichting” in verband zijn gebracht met de activiteiten van Telefoongids.com. SP stelt dat er slechts een kleine passage aan Telefoongids.com is gewijd en dat de daarin geuite beschuldigingen niet onjuist zijn en steun vinden in het feit dat er bij het Landelijk Steunpunt Acquisitiefraude meer dan 1200 klachten tegen Telefoongids.com zijn ingediend en dat MKB Nederland heeft gemeend een procedure tegen Telefoongids.com te moeten starten ter beantwoording van de vraag of haar werkwijze als misleidend en onrechtmatig moet worden aangemerkt.


4.5. De voorzieningenrechter acht de gewraakte passage onrechtmatig jegens Telefoongids.com. Daarbij zijn de volgende overwegingen van belang.

4.6. De gewraakte passage staat niet op zichzelf maar maakt onderdeel uit van een rapport over acquisitiefraude. Door het enkele vermelden van de handelsnaam van Telefoongids.com wordt zij, gelet op de context van deze passage, derhalve direct in verband gebracht met deze vorm van fraude. De uitlating “een geraffineerde werkwijze” brengt de beschreven werkwijze onmiskenbaar in verband met de in het rapport op andere plaatsen genoemde kwalificaties als “malafide praktijken” en “boeven” en dergelijke.

Daarnaast wordt in de beschreven werkwijze van Telefoongids.com de indruk gewekt dat de overeenkomst via een telefoongesprek tot stand komt, hetgeen door Telefoongids.com gemotiveerd is betwist. Ook is niet gebleken dat de auteurs van het rapport een eigen onderzoek hebben verricht, dan wel dat de bij het Landelijk Steunpunt Acquisitiefraude binnengekomen meldingen op hun inhoud zijn onderzocht. De geuite beschuldigingen of verdachtmakingen kunnen door SP niet worden gestaafd, zijn onvoldoende concreet onderbouwd en moeten om genoemde redenen als onrechtmatig worden aangemerkt.

RB 1435

Duidelijk humoristisch bedoeld

CVB 26 juni 2012, dossiernr. 2012/00428 (Nederlandse Energiemaatschappij)

Subjectieve normen. Energie. Humor. Europees Kampioenschap.

In een televisiereclame wordt via Google de zoekterm 'Ukraïn woman' aangeklikt. Op het computerscherm verschijnen diverse foto’s van dames in lingerie, en in uitdagende poses, waarop de vrouw die de zoekterm heeft aangeklikt, reageert met onder meer “wat”, “hè” en “gat”. Henk Spaan zit thuis op de bank voetbal te kijken en er verschijnt in beeld: “HOU ‘M THUIS”. Henk Spaan zegt: “Ja, dag”. De voice-over zegt onder meer: “Dames, stap nu over naar een drie- of vijfjarig contract van de Nederlandse Energie Maatschappij en krijg de EK Thuistap cadeau! Komt iedereen graag bij jou thuis kijken!”

De klager, een Oekraïnse vrouw, voelt zich in haar eer en waardigheid aangetast en vindt de reclame een belediging voor alle Oekraïnse vrouwen. De voorstelling van de Oekraïnse vrouw is ver bezijden de waarheid. Er is sprake van stigmatisering van de Oekraïnse vrouw.

De Commissie wijst de klacht af nu de uiting duidelijk humoristisch en niet serieus bedoeld is en de grens van het toelaatbare niet is overschreden. De klacht wordt afgewezen. Het College oordeelt dat de beelden van Oekraïnse vrouwen niet los kunnen worden gezien van de verdere inhoud van de commercial.

De beelden houden verband met een humoristisch bedoelde aanprijzing van een actie van NLE in verband met het Europese kampioenschap voetbal. De beelden maken deel uit van de 'grap' en zijn ondergeschikt aan de boodschap. Deze beelden zullen door de consument niet worden opgevat als zijnde een realistisch beeld van de Oekraïen­se vrouw. Los van het feit dat het College oordeelt dat als algemeen bekend kan worden verondersteld dat een zoekopdracht als getoond niet geschikt is om een representatief beeld te krijgen van inwoners van een land. De uiting is niet in strijd met de waarheid. Dat de uiting enige seksuele lading heeft, betekent niet dat de uiting in strijd is met de hedendaagse opvattingen noch dat deze kwetsend is. De reclame is niet bedoeld om een negatief beeld te schetsen noch dat de Nederlandse consument zal menen dat de in de uiting getoonde vrouwen representatief zijn voor Oekraïnse vrouwen.

De beslissing van de Commissie wordt bevestigd.

2. Appellante stelt dat de gewraakte uiting een onjuist beeld schetst van de Oekraïen­se vrouw. In dit kader is van belang dat de uiting aanvangt met beelden waarin te zien is hoe via Google de zoekopdracht “Ukrain woman” wordt gegeven, waarna diverse dames in beeld verschijnen die in lingerie en in uitdagende poses zijn ge­fo­togra­feerd. Naar het oordeel van het College kunnen deze beelden niet los wor­den gezien van de verdere inhoud van de televisiecommercial. Daaruit blijkt dui­delijk dat deze beelden niet op zichzelf staan, maar verband houden met een humo­ris­tisch bedoelde aanprijzing van een actie van NLE in verband met het Euro­pese kam­pioen­schap voetbal. De boodschap van de televisiecommercial is derhal­ve niet ge­richt op het verspreiden van een bepaald denkbeeld omtrent vrouwen uit de Oekraïne, maar betreft een commerciële aanprijzing van een actie die de con­su­ment dient te bewegen een contract af te sluiten met NLE. De beelden van de vrou­wen maken onderdeel uit van “de grap” en zijn verder duidelijk ondergeschikt aan de commerciële boodschap. Deze beelden zullen door de consu­ment ook niet zo worden opgevat dat zij een realistisch beeld (beogen te) geven van de Oekraïen­se vrouw, nog los van het feit dat naar het oordeel van het College als algemeen be­kend kan worden verondersteld dat een zoekop­dracht als ge­toond evident niet ge­schikt is om een representatief beeld te krijgen van inwoners van een land. Het voorgaande impliceert dat niet ter zake doet of de in de tele­visie­commer­cial getoon­de foto’s daadwerkelijk zijn te zien bij een zoekopdracht naar “Ukrain woman” en evenmin of deze foto’s een realistisch beeld geven van vrouwen uit de Oekraïne. De grief die is ge­baseerd op de stelling dat de uiting in strijd is met de waarheid faalt derhalve.

3. Bij de toetsing aan de subjectieve normen waarop appellante zich eveneens heeft beroepen, heeft de Commissie zich terecht terug­houdend opgesteld. Bij dergelijke normen is de invulling afhan­ke­lijk van de persoon­lijke waar­dering en opvattingen van degene die met de uiting wordt ge­con­fron­teerd. In een dergelijk geval dient te worden vol­staan met te beoordelen of naar de huidige algemene maatschappelijke opvattingen de uiting de grenzen van het toe­laat­ba­re te buiten gaat. Toepassing van dit uitgangspunt in de onderhavige zaak brengt mee dat de Com­mis­sie terecht de uiting niet in strijd met de desbetreffende bepalingen van de Nederlandse Recla­me Code heeft geacht. Wel­iswaar is sprake van een uiting met enige seksuele la­ding, nu vrouwen zijn te zien die in lingerie zijn gekleed en in uitdagende poses, maar het College acht de uiting niet in strijd met hetgeen naar de hedendaagse op­vattingen toelaatbaar dient te worden geacht. Evenmin kan de uiting nodeloos kwet­send wor­den geacht, nu deze onmiskenbaar niet is bedoeld om een negatief beeld te schetsen van vrou­wen uit de Oekraïne, en niet aanne­melijk is dat de Ne­derland­se consu­ment zal menen dat de in de uiting getoonde vrouwen representatief zijn voor vrouwen uit de Oekraïne. Voorts roept de commercial niet op tot bepaald ge­drag ten opzichte van Oekraïense vrouwen. Van (aanzetten tot) discriminatie of racisme is geen sprake.

4. Het College heeft er overigens begrip voor dat appellante op grond van haar per­soon­lijke perceptie als Oekraïense de on­der­havige uiting niet kan waarderen. Dit kan evenwel niet tot een ander oordeel leiden.

RB 1434

Gelijke envelop als door bank-instellingen gebruikt

RCC 11 juni 2012, dossiernr. 2012/00361 (BankGiro Loterij)
RCC 11 juni 2012, dossiernr. 2012/00362 (BankGiro Loterij)

Misleidende reclame. Herkenbaarheid reclame. Envelop van bank-instellingen.

In een aan klager gerichte brief van 22 maart 2012 staat: “Betreft: een eerste storting voor u”. “Wilt u weten hoeveel er op uw card staat? Activeer deze dan en speel mee met een lot in de BankGiro Loterij, zolang u zelf wilt”. Op de brief is een “card” geplakt, onder meer voorzien van een “Card number”, klagers naam en een sticker met de tekst: “Let op! Card is nog niet geactiveerd. Activeer uw card op www.bankgiroloterij.nl/storting of bel gratis 0800-1144”.
Op 28 maart 2012 ontvangt klager een brief met de aanhef: 'Herinnering: gegarandeerde geldstorting.'

De klachten richten zich op het feit dat de brieven moeilijk te onderscheiden zijn van een 'pasbrief' van een bancaire instelling, welke wordt verstuurd als de klant een nieuwe bankpas of creditcard heeft besteld. De brief vermeld dat men recht heeft op een geldbedrag wanneer de 'card' wordt geactiveerd. Behalve vermelding van kleine letters op de achterzijde van de brief wordt niet vermeld dat men zich inschrijft voor 14 trekkingen van de BankGiro Loterij à € 10,50 per trekking. De reclame is misleidend.

De Commissie oordeelt dat de vorm en uitvoering van de envelop gelijk is aan het soort enveloppen dat door bank-instellingen gebruikt wordt om passen en/of pincodes te verzenden (met een af te knippen strip over de gehele breedte van de envelop en het gebruik van speciaal papier waardoor de envelop, ook als deze tegen het licht gehouden wordt, niet doorzichtig is). Gelet op het gebruik van deze envelop acht de Commissie de uiting niet duidelijk als reclame herkenbaar als bedoeld in artikel 11.1 NRC.Dat na het openen van de envelop en het lezen van de inhoud ervan het duidelijk is dat  het gaat om een reclame-uiting van BGL, doet hier niet aan af.

De Commissie acht het voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk dat het gaat om een aanbod van een loterij en dat men, indien men ingaat op het aanbod, gaat meespelen in de BankGiro Loterij. Dat de brief moeilijk te onderscheiden is van een 'pasbrief' van een bancaire instelling wordt afgewezen.

Op de achterzijde van de envelop die deel uitmaakt van de bestreden uiting is vermeld: “Indien onbestelbaar s.v.p. retourneren aan: BankGiro Loterij, Postbus 456, 2400 AL Alphen a/d Rijn”. Deze vermelding duidt erop dat de uiting afkomstig is van de BankGiro Loterij, maar noch uit deze enkele vermelding noch uit de rest van de envelop valt voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk op te maken dat het een reclame-uiting van de BankGiro Loterij betreft. Daarbij speelt ook een rol dat de vorm en uitvoering van de envelop (met een af te knippen strip over de gehele breedte van de envelop en het gebruik van speciaal papier waardoor de envelop, ook als deze tegen het licht gehouden wordt, niet doorzichtig is) gelijk is aan het soort enveloppen dat door bank-instellingen gebruikt wordt om passen en/of pincodes te verzenden. Gelet op het gebruik van deze envelop acht de Commissie de uiting niet duidelijk als reclame herkenbaar als bedoeld in artikel 11.1 NRC.

Aan dit oordeel doet niet af dat na het openen van de envelop en het lezen van de inhoud daarvan -zoals hierna ook overwogen- duidelijk wordt dat het gaat om een reclame-uiting van BGL.

ii. Met betrekking tot klagers bezwaar dat de uiting moeilijk valt te onderscheiden van een ‘pas-brief’ van een bancaire instelling overweegt de Commissie het volgende.

Weliswaar kan de uiting in eerste instantie, gezien de daarop geplakte card en termen als “eerste storting voor u” en “BankGiro card” de gedachte doen postvatten dat het een uiting van een bankinstelling betreft, maar bij lezing van de gehele uiting, daaronder begrepen de achterzijde van de brief met de aanhef: “Hoe het werkt”, acht de Commissie het voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk dat het gaat om een aanbod van een loterij, te weten BGL. Voldoende duidelijk is ook dat men, indien men op het aanbod ingaat, gaat meespelen in de BankGiro Loterij, waarbij maandelijks een bedrag van de rekening wordt afgeschreven. In zoverre wijst de Commissie de klacht af.

RB 1433

Recensies bevatten medische claims

RCC 5 juni 2012, dossiernr. 2012/00322 (Fitforme)


Gezondheid. Medische claims. Strijd met de wet.

Het betreft hier een uiting op www.fitforme.nl, waar onder het kopje “Overgang Balans | Ervaringen van klanten” staat : “Ik ben tevreden over het product Balans vrouwen in de overgang. Klachten, zoals nachtelijk zweten, gewrichtsklachten zijn verdwenen” en “Het product is erg goed. Binnen een paar dagen waren de klachten al veel minder... opvliegers, transpireren, stemmingswisselingen, hoofdpijn!!!” en “Mijn klachten (opvliegers) zijn helemaal over”.

De klacht richt zich op deze loftuitingen, die volgens klager waarschijnlijk  zijn geschreven door adverteerder of een persoon in dienst van adverteerder, ter ondersteuning van valse beloften. Het gebruik van recensies is bij wet verboden, zeker indien de auteur “in dienst” schrijft. Vele recensies zijn aan te merken als medische claims.

De Keuringsraad KOAG/KAG heeft laten weten dat de recensies niet van een toelatingsnummer zouden zijn voorzien, indien zij zouden zijn voorgelegd, omdat er gebruik wordt gemaakt van medische claims.

De Commissie oordeelt met betrekking tot de uitingen dat het product wordt gepresenteerd als zijnde geschikt voor het genezen of voorkomen van een gebrek bij de mens, waardoor het product dient te worden aangemerkt als een geneesmiddel. Omdat er geen sprake is van een verleende handelsvergunning, oordeelt de Commissie dat de uiting in strijd is met artikel 84 Geneesmiddelenwet en artikel 2 NRC.