RB
RB 3869
25 november 2024
Artikel

Laatste plekken: Jurisprudentielunch Merken-, Modellen- en Auteursrecht op woensdag 27 november 2024

 
RB 3867
11 november 2024
Uitspraak

HvJ EU: Parfümerie Akzente

 
RB 3866
8 november 2024
Artikel

Carly van der Beek treedt toe als Senior Associate bij Pinsent Masons Nederland

 
RB 1460

Claims met betrekking tot wetenschappelijk karakter

RCC 4 juli 2012, dossiernr. 2012/00479 (Parship)

Misleidende reclame. Voornaamste kenmerken product. Betreft een uiting op www.parship.nl. Daarin staat onder meer: “Onze wetenschappelijke basis. Als pionier op het gebied van wetenschappelijk onderzoek naar relaties heeft PARSHIP verschillende onderzoeksresultaten samengevoegd tot een unieke formule. Prof. Dr. Hugo Schmale, psycholoog en medeoprichter van PARSCHIP, voert sinds de jaren zestig onderzoek uit in dit veld.” en “Empirische studies die in de constructie van het PARSHIP-principe zijn opgenomen, komen van” waarna 4 professoren worden genoemd, onder wie Schmale “(Universiteit van Hamburg)” voornoemd.

Klaagster vindt de claim dat PARSHIP een wetenschappelijke basis heeft niet terecht. Deze indruk wordt versterkt omdat PARSHIP niet verwijst naar de wetenschappelijke output van het gestelde pionierswerk. De publicatielijst van mede-oprichter Schmale is volledig blanco en er ontbreken links naar de 'empirische studies' van de andere genoemde hoogleraren, evenals een wetensschap-fähige beschrijving van de methodiek, gebruikt bij de 'constructie' van het PARSIP-principe.

De Commissie oordeelt dat adverteerder niet is geslaagd in het bewijzen van de juistheid van de claims in de uiting. Er is geen toelichting gegeven op de in de uiting genoemde, tot een unieke formule samengevoegde 'onderzoeksresultaten' en op de gestelde 'empirische studies', noch zijn onderzoeksresultaten overgelegd. De reclame gaat volgens de Commissie gepaard met onjuiste informatie en is misleidend.

Klaagster heeft de juistheid van de in de bestreden uiting aan PARSHIP toegeschreven “wetenschappelijke basis” gemotiveerd bestreden. Vervolgens lag het op de weg van adverteerder om de juistheid van het in de uiting gestelde aan te tonen. Naar het oordeel van de Commissie is adverteerder daarin niet geslaagd. Meer in het bijzonder is geen toelichting gegeven op de in de uiting genoemde, tot een unieke formule samengevoegde “onderzoeksresultaten” en op de gestelde “empirische studies”, bijvoorbeeld wat betreft datum en omvang van het onderzoek/de onderzoeken, noch zijn onderzoeksresultaten overgelegd.
RB 1459

Affiche laat verwarrende, onsmakelijke indruk achter

RCC 28 juni 2012, dossiernr. 2012/00513 (theater Frascati)

Subjectieve normen.

Betreft een abri-affiche voor de theaterproductie 'hoer', geplaatst in Amsterdam. Het affiche toont een foto van de onderzijde van het onderlichaam van een man, gekleed in en witte damesonderbroek met kanten rand. Op de onderbroek en bovenbenen is sperma, althans een daarop lijkende substantie te zien. Onder de foto staat in grote letters: 'Hoer'.

De klacht richt zich op het feit dat de uiting een zeer aanstootgevende, onsmakelijke afbeelding voor volwassenen toont. Het affiche is in een nette en kinderrijke buurt geplaatst. Klaagster vindt de uiting zeer walgelijk, onfatsoenllijk en veel te seksueel getint en vindt het kwalijk om van jonge kinderen vragen over het affiche te moeten krijgen.

De Commissie acht de in het affiche opgenomen foto van dien aard dat het affiche, gegeven het feit dat dit is geplaatst op de openbare weg, in strijd met de goede smaak. De Commissie stelt dat de foto in combinatie met de tekst 'hoer' een expliciet seksueel karakter heeft en een verwarrende, onsmakelijke indruk acherlaat. De Commissie is van oordeel dat de uiting in strijd is met artikel 2 NRC.

De Commissie vat de klacht op in die zin dat klaagster de uiting in strijd acht met de goede smaak en het fatsoen, gelet op de daarin opgenomen -volgens klaagster- “onsmakelijke” afbeelding in combinatie met het woord “Hoer” en de plaatsing van de uiting op straat, waar deze ook door kinderen kan worden gezien.

Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met de goede smaak en/of het fatsoen stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van die criteria. Het betreft criteria bij de interpretatie waarvan persoonlijke opvattingen een belangrijke rol spelen. Daarom wordt in een dergelijk geval volstaan met de beoordeling van de vraag of de uiting naar huidige algemene maatschappelijke opvattingen de grenzen van het toelaatbare overschrijdt. Wat betreft het bestreden affiche is dit laatste het geval. De Commissie acht de in het affiche opgenomen foto van dien aard dat het affiche, gegeven het feit dat dit is geplaatst op de openbare weg, waar voorbijgangers waaronder kinderen daarmee onverhoeds kunnen worden geconfronteerd, in strijd is met de goede smaak als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Daartoe wordt overwogen dat de foto in combinatie met de tekst “hoer” een expliciet seksueel karkater heeft en een verwarrende, onsmakelijke indruk achterlaat vanwege het mannenlichaam in damesonderbroek en de (suggestie van) spermasporen.

RB 1458

Aanprijzing VerbruiksManager app van Essent misleidend

RCC 28 juni 2012, dossiernr. 2012/00497 (VerbruiksManager van Essent)

Misleidende reclame. Voornaamste kenmerken product.

Betreft de aanprijzing van 'De Verbruiksmanager' van Essent op www.essent.nl en in een reclamefolder. Op de website staat onder andere 'Voorkom bijbetaling op uw jaarafrekening', '(...) Check uw voorschot met de gratis VerbruiksManager app en voorkom bijbetalen op uw jaarafrekening' en 'Nieuw: VerbruiksManager app van Essent' Het werkt heel simpel. U installeert de app op uw Apple of Android, loopt naar de meterkast en vult de meterstanden in. Vervolgens stelt u, als u dat wilt, met één vinger uw maandbedrag bij. Resultaat: nooit meer bijbetalen op uw jaarafrekening.' In de reclamefolder staat onder meer: 'Met de gratis VerbruiksManager controleert u of uw voorschot nog op schema ligt met uw energieverbruik. Indien nodig past u uw voorschotbedrag eenvoudig aan. Zo voorkomt u bijbetalen op uw jaarafrekening (...)'

Adverteerder beweert dat je nooit meer hoeft bij te betalen. Klager heeft bijna iedere maand de app gebruikt en een aantal keer de maandbedragen aangepast, zodat hij telkens niets bij hoefde te betalen of iets zou terugkrijgen. De laatste maand kon geen gebruik gemaakt worden van de app, aangezien Essent 'bezig was met de eindafrekening'. Vervolgens kreeg klager een afrekening waarbij hij alsnog € 82 moest bijbetalen.

De Commissie oordeelt dat adverteerder onjuiste informatie verstrekt ten aanzien van één van de voornaamste kenmerken van het product, de voordelen. De reclame is op dit punt misleidend. De mededelingen omtrent het voorkomen van bijbetalen op de jaarafrekening acht de Commissie niet ontoelaatbaar. De gemiddelde consument zal de mededelingen niet opvatten dat voor 100% wordt gegarandeerd dat men nooit hoeft bij te betalen. Het is niet onaannemelijk dat men kan voorkomen dat men moet bijbetalen op de jaarafrekening.

2.
De mededelingen “Voorkom bijbetalen op uw jaarafrekening”, “Een jaarafrekening zonder bijbetalen” en “Zo voorkomt u bijbetalen op uw jaarafrekening”, acht de Commissie in dit kader niet ontoelaatbaar. De gemiddelde consument zal de hier genoemde mededelingen niet aldus opvatten dat voor 100% wordt gegarandeerd dat men nooit hoeft bij te betalen. Deze mededelingen zullen worden gezien in het licht van de overige mededelingen in de uiting, waaruit duidelijk blijkt dat men met de VerbruiksManager het voorschotbedrag tussentijds kan controleren en eventueel aanpassen. Niet is onaannemelijk dat men op die manier kan voorkomen dat men moet bijbetalen op de jaarafrekening.

RB 1457

Aanprijzing erectiemiddel blijkt misleidend (Deel II)

RCC 28 juni 2012, dossiernr. 2012/00499 (EM5 Erectomedium, erectiemiddel)

Misleidende reclame. Voornaamste kenmerken product.

In navolging van RB 1355.

Betreft de aanprijzing van het erectiemiddel EM5 Erectomedium op de websites www.erectomedium.nl en www.gezondheidaanhuis.nl.

Op 6 januari 2012 heeft klaagster al eerder een klacht ingediend. De reclame zou misleidend zijn omdat 'het effectieve' ingrediënt geen bewezen effect heeft als erectiemiddel en dat er geen enkel bewijs is dat welke soort epimedium dan ook actief is als erectiemiddel. Op 13 maart 2012 heeft de Commissie de advertentie misleidend geoordeeld. Adverteerder heeft zich daarvan niets aangetrokken.

De Commissie oordeelt nogmaals dat niet is aangetoond of voldoende aannemelijk is gemaakt dat EM5 de werking heeft die daaraan in de uitingen wordt toegeschreven. Om die reden oordeelt de Commissie dat er sprake is van het verstrekken van onjuiste informatie. De reclame is misleidend en daardoor oneerlijk.

Zoals reeds is bepaald in de eerder genoemde uitspraak van de Commissie van 13 maart 2012 (dossier 2012/00074), betekent het verlenen van een toelatingsnummer dat de onderbouwing van de claims in de verpakkingstekst voldoet aan de door de Keuringsraad daarvoor gehanteerde richtlijnen. Dit houdt echter niet in, zoals eveneens is meegedeeld in de eerder genoemde uitspraak, dat de geclaimde werking voldoende wetenschappelijk onderbouwd is.

Adverteerder heeft geen stukken overgelegd ter onderbouwing van de werking van het product EM5.

Gelet op het voorgaande is niet aangetoond of voldoende aannemelijk gemaakt dat EM5 de werking heeft die daaraan in de uitingen wordt toegeschreven. Om die reden oordeelt de Commissie dat in de uitingen onjuiste informatie wordt verstrekt over de van het gebruik van het product te verwachten resultaten als bedoeld onder b van artikel 8.2 NRC. Nu de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 1456

Goedkeuring slagzinnen door het GVR

De GVR/Slagzinnencommissie heeft recentelijk de onderstaande slagzinnen goedgekeurd en opgenomen in het GVR/Slagzinnenregister.

1.    Hooghoudt. Natuurlijk het lekkerst. – Hooghoudt B.V.
2.    Omdat mensen tellen. – BDO Nederland
3.    VSM, We halen onze kracht uit de natuur. VSM Geneesmiddelen BV
4.    Beleef waar een klein land groot in is – Madurodam BV
5.    Wat je ook doet Volkoren is altijd goed – Voorlichtingsbureau Brood
6.    Pasta e Basta Sounds Delicious – Pasta e Basta
7.    Opening Solutions – Teamplast B.V.
8.    DRV Accountants en Adviseurs. Stilletjes één van de beste kantoren van Nederland.

“De GVR/Slagzinnencommissie beoordeelt niet op creativiteit, maar op uniekheid in relatie tot product en uiting. Die uniekheid wordt getoetst aan de hand van het Reglement, zodat elke zin zo redelijk en billijk mogelijk beoordeeld wordt.”

RB 1455

Marktonderzoeksbureau naar pre-roll advertising voldaan aan zorgplicht

Rechtbank Amsterdam 16 mei 2012, LJN BX0775 (Intomart GfK B.V. tegen Zoom.In B.V.)

Als randvermelding. Vonnis met betrekking tot online marktonderzoek naar pre-rolladvertising. GfK is een marktonderzoekbureau. Zoom.In (ZI) levert online (nieuws)videofilmpjes aan derden en exploiteert de advertentieruimte voor deze filmpjes, zogeheten pre-roll advertising. Ten behoeve van de groep mediabureaus Group M heeft ZI GfK Daphne benaderd voor een marktonderzoek, waarbij het bereik en effectiviteit van pre-roll advertising wordt vergeleken met het bereik en effectiviteit van adverteren op televisie. De facturen blijven deels onbetaald en GfK start een procedure tegen ZI. In reconventie stelt ZI dat GfK onrechtmatig heeft gehandeld als gevolg van niet deugdelijke/tijdige nakoming en stelt zij dat GfK haar zorgplicht heeft geschonden.

In conventie worden de vorderingen door de rechtbank toegewezen.In reconventie oordeelt de rechtbank dat GfK heeft voldaan aan zijn zorgplicht en verwerpt de argumenten van ZI op dit punt.

De rechtbank wijst de vorderingen van GfK toe en reconventionele vorderingen van ZI worden verworpen. ZI wordt veroordeelt in de proceskosten.

4.21. ZI stelt daarnaast dat GfK Daphne eerder had moeten controleren of ZI de tags in de Campina-campagne correct had geplaatst. Het is niet gesteld of gebleken dat partijen een dergelijke controle zijn overeengekomen, dat ZI daar in dit geval uitdrukkelijk om heeft gevraagd of dat daar in dit geval een duidelijke aanleiding voor was. Het valt dan ook niet zonder meer in te zien waarom op GfK Daphne de plicht zou rusten een dergelijke controle uit te voeren. Dat zij een gerenommeerd bureau is en dat de belangen voor ZI groot waren, is daarvoor onvoldoende. Van ZI had juist – in het licht van deze belangen – verwacht mogen worden dat zij een dergelijke controleplicht desgewenst uitdrukkelijk zou zijn overeengekomen of zo nodig tussentijds zou hebben afgesproken. Bovendien heeft GfK gemotiveerd gesteld dat zij een controle van de plaatsing van de tags alleen steekproefsgewijs had kunnen uitvoeren en dat dit zeer tijdrovend zou zijn geweest. Michel Plugge, sales en marketing directeur bij ZI, heeft dit laatste ter zitting uitdrukkelijk bevestigd.

4.22. ZI stelt ten slotte dat van GfK Daphne verwacht mag worden dat zij haar waarschuwt als er onjuistheden in de opdracht voorkomen. Hoewel dit standpunt in algemene zin juist is, zal de rechtbank deze stelling passeren, omdat ZI onvoldoende heeft gemotiveerd over welke onjuistheden in de opdracht GfK Daphne haar had moeten waarschuwen. Voor zover zij hiermee bedoelt te verwijzen naar de problemen met het plaatsen van de tags, verwijst de rechtbank naar hetgeen zij daarover hiervoor heeft overwogen.

4.23. Gelet op het bovenstaande heeft GfK Daphne – zowel voor wat betreft de begeleiding bij het plaatsen van de tags als het moment van controle daarvan – de deskundigheid en zorgvuldigheid, die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mogen worden verwacht, in acht genomen en zal de rechtbank de andersluidende stellingen van ZI verwerpen.

4.33. ZI heeft onvoldoende gesteld en evenmin is gebleken dat de uitoefening door GfK Daphne van haar opschortingsrecht op enige andere grond onrechtmatig zou zijn of dat dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Dit betekent dat de rechtbank de stellingen van ZI in dit verband zal verwerpen.

4.34. Dat ZI door de vertraging in de onderzoeken schade heeft geleden, waaronder schade als gevolg van het feit dat zij niet langer de eerste is die de resultaten van deze onderzoeken kan publiceren, is geenszins ondenkbaar, maar vergt gelet op het bovenstaande geen nadere beoordeling meer.

RB 1454

Commercial Comedy Central uitzenden op ander tijdstip

RCC 26 juni 2012, dossiernr. 2012/00477 (Comedy Central)

Subjectieve normen. In strijd met goede smaak/fatsoen.

Het betreft een radio-commercial en een televisie-commercial voor het op Comedy Central uitgezonden satirische voetbalprogramma “Hihahondenlul - voetbal krijgt weer ballen”. In de televisie-commercial worden verschillende scènes uit het programma getoond en wordt gezegd: “Ik naai ze gewoon kneiterhard terug in hun eigen reet”.

De klacht bestaat in het feit dat de commercials worden uitgezonden op tijden dat kinderen ook naar de televisie kijken en naar de radio luisteren. De uitspraken die gedaan worden zijn ontoelaatbaar op deze tijden.

De Commissie oordeelt dat de in de commercial gebruikte zin: “Ik naai ze gewoon kneiterhard terug in hun eigen reet” niet geschikt is voor het oor van jonge kinderen. Deze terminologie is dermate grof, dat voor zover de uiting wordt uitgezonden op tijdstippen dat deze kinderen ook nog televisie kijken, de grenzen van hetgeen toelaatbaar wordt geacht zijn overschreden, voor zover deze wordt uitgezonden vóór 20:00 uur. De Commissie zal voorwaarden stellen aan het tijdstip van uitzending, dat het programma als zodanig door het Nicam geschikt is bevonden leidt niet tot een ander oordeel. Met betrekking tot de term 'Hihahondenlul' die in beide uitingen is te horen, oordeelt de Commissie dat dit een algemeen bekende uitdrukking uit het voetbal is en doorgaans wordt bedoeld als verwensing met humoristische ondertoon. De klacht wordt op dit punt afgewezen.

1. De in de televisie-commercial gebruikte zin: “Ik naai ze gewoon kneiterhard terug in hun eigen reet” acht de Commissie niet geschikt voor jonge kinderen om te horen. Zij is van oordeel dat deze terminologie voor jonge kinderen dermate grof is dat, voor zover de uiting wordt uitgezonden op tijdstippen dat deze kinderen ook nog televisie kijken, de grenzen van hetgeen toelaatbaar moet worden geacht zijn overschreden. Op grond van het voorgaande acht de Commissie de uiting in strijd met de goede smaak en/of het fatsoen, voor zover deze wordt uitgezonden vóór 20.00 uur. De Commissie zal dan ook, gebruik makend van haar bevoegdheid in artikel 17 lid 1 sub i van het Reglement betreffende de Reclame Code Commissie en het College van Beroep, voorwaarden stellen aan het tijdstip van uitzending van de reclame.

Dat het programma als zodanig door het Nicam geschikt is bevonden om op elk tijdstip van de dag uit te zenden leidt niet tot een ander oordeel.

2. De term “Hihahondenlul”, die – als onderdeel van de naam van het programma - in beide uitingen is te horen, is, ook bij kinderen, voor zover deze zich al realiseren wat er precies gezegd wordt, een algemeen bekende uitdrukking uit het voetbal. Deze term wordt doorgaans bedoeld als een verwensing met een humoristische ondertoon en aldus is duidelijk dat deze term niet wordt gebruikt in de letterlijke betekenis. Op dit punt wijst de Commissie de klacht daarom af.

RB 1453

Voedingssuppelementen genezen geen oogziekte

Vzr. RCC 26 juni 2012, dossiernr. 2012/00426 (Life Natural)

Claims. Zwarte lijst (misleiding).

Deze zaak heeft betrekking op een mailing waarin onder meer staat:
• “Age-related deteriorating eyesight can be prevented or reversed.”
• “Failing eyesight need not to be an unavoidable part of your life. You can see clearly again using completely natural ingredients.”
• “Age-related Macula Degeneration can cause distress and depression (…) But don’t despair. Sight Restorer will make a dramatic difference to your eyesight and therefore enhance the quality of your life”
• “Prevent or reverse eyesight problems completely naturally”
• “Using Sight Restorer will:
Prevent deteriorating eyesight caused by the ageing process; Replenish damaged cells vital for clear vision; Allow you to see glorious detail; Restore central vision by boosting nutrients vital for the retina; Prevent depression through restored or maintained visual stimulation”

De klacht richt zich op het feit dat de adverteerder in de uiting de onverantwoorde en misleidende claim maakt dat het product macula degeneratie kan voorkomen en de effecten van deze ziekte ongedaan kan maken. Voor zover er wetenschappelijk bewijs is dat het dieet een bepaalde rol speelt bij de ooggezondheid, is dat niet van toepassing op het aangeprezen product, nu dat een andere samenstelling heeft dan de onderzochte preparaten. Uit geen enkel onderzoek blijkt dat voedingssupplementen macula degeneratie kunnen genezen.

De voorzitter oordeelt dat nu de adverteerder in de uiting beweert dat het aangeprezen product de oogziekte macula degeneratie kan genezen en de juistheid van deze claim op geen enkele wijze is onderbouwd, de reclame-uiting misleidend is.

RB 1452

Absolute milieuclaims door Citroën

RCC 28 juni 2012, dossiernr. 2012/00491 (Citroën)

Bijzondere Reclamecode. Milieu.

Deze zaak betreft een reclame op de website www.citroen.nl.

Het bezwaar van de klager betreft de claim dat sprake zou zijn van 'absolute milieuvriendelijke onderhoudsproducten' ’, alsmede de afbeelding van de auto en de verwijzing naar het ‘speciale logo’ op de productverpakking dat ‘staat voor de betrokkenheid van Citroën bij het milieu’. Er is sprake van strijd met de artikelen 1, 2, 3 en 7 van de Milieu Reclame Code (MRC).

Volgens de Commissie is er sprake van absolute milieuclaims. Adverteerder heeft de juistheid van deze claims niet aangetoond en de gemiddelde consument kan niet proefondervindelijk vaststellen in hoeverre deze claims waar zijn, de uiting is in strijd met de artikelen 2 en 3 MRC. Met betrekking tot de afbeelding van de auto en het logo op de verpakking treft de klacht geen doel, nu er geen sprake is van een milieuaanduiding of milieusymbool.

Nu zonder nuancering wordt gesproken van milieuvriendelijke producten, is onmiskenbaar sprake van absolute milieuclaims. Nu adverteerder de juistheid van deze claims niet heeft aangetoond en de gemiddelde consument niet zelf proefondervindelijk kan vaststellen in hoeverre deze claims waar zijn, acht de Commissie de uiting in strijd met de artikelen 2 en 3 van de MRC.

Weliswaar zal gelden dat de bedoelde producten wellicht milieuvriendelijker zijn dan andere reinigings- en of onderhoudsproducten en staat het adverteerder vrij om in reclame daarop de aandacht te vestigen, maar dit maakt niet dat zij mag stellen dat haar producten in absolute zin milieuvriendelijk zijn.

RB 1451

Voor reclameslogans geen ruimere criteria dan voor andere tekens

HvJ EU 12 juli 2012, zaak C-311/11 P (Smart Technologies tegen OHIM)

Gemeenschapsmerkenrecht.

Hogere voorziening ingesteld na Gerecht EU T-523/09, waarin het Gerecht EU heeft geoordeeld dat het woordmerk 'WIR MACHEN DAS BESONDERE EINFACH' (klasse 9) niet zal worden ingeschreven. Hiertegen wordt door de aanvrager van het merk een hogere voorziening ingesteld. Middel: er is wel sprake van onderscheidend vermogen.

Het Hof oordeelt dat het merk elk onderscheidend vermogen mist. Het Gerecht EU heeft het merk als reclameslogan aangemerkt. Voor slogans gelden geen ruimere criteria dan voor andere tekens. Het Hof oordeelt dat bij de concrete beoordeling van het onderscheidend vermogen de rechtspraak zich niet baseerd op de aanname dat het voor reclameslogans moeilijker is om onderscheidend vermogen vast te stellen, dan voor andere woordtekens.

Het Hof wijst de hogere voorziening af.

34 Het Gerecht heeft in punt 29 van het bestreden arrest niet alleen uitdrukkelijk verwezen naar de in de punten 44 en 45 van het arrest Audi/BHIM vermelde factoren, maar heeft in de punten 32 en volgende van het bestreden arrest aan de hand daarvan het onderscheidend vermogen van het aangevraagde merk ook onderzocht. Zoals uit punt 40 van het bestreden arrest blijkt, is het Gerecht op grond van dat onderzoek met name tot de conclusie gekomen dat het relevante publiek in dit merk buiten de verkoopbevorderende boodschap dat de betrokken waren de uitvoering van een complexe taak eenvoudig maken, geen aanduiding van de specifieke commerciële herkomst zal zien.

41 Ten slotte heeft het Gerecht het aangevraagde merk weliswaar als reclameslogan aangemerkt, maar heeft het bij de beoordeling van het onderscheidend vermogen ervan in geen geval andere criteria gehanteerd dan voor andere woordtekens. Zoals duidelijk blijkt uit punt 25 van het bestreden arrest, gelezen in samenhang met de punten 24 en 28 daarvan, heeft het Gerecht daarentegen geoordeeld dat voor slogans geen strengere criteria dienden te worden gehanteerd dan voor andere tekens.

43 Wat het tweede deel van dit onderdeel betreft, moet erop worden gewezen dat het Gerecht in de punten 26 en 27 van het bestreden arrest weliswaar de in de punten 26 en 27 van het onderhavige arrest in herinnering gebrachte rechtspraak van het Hof heeft aangehaald, volgens welke niet valt uit te sluiten dat het onder bepaalde voorwaarden voor reclameslogans moeilijker kan zijn om het onderscheidend vermogen vast te stellen, maar dat het zich bij de concrete beoordeling van het onderscheidend vermogen van het aangevraagde merk niet heeft gebaseerd op de aanname dat het voor dit teken moeilijker is om het onderscheidend vermogen vast te stellen dan voor andere woordtekens.