Ambtshalve het oneerlijk karakter onderzoeken (arrest)
HvJ EU 14 juni 2012, zaak C-618/10 (Banco Español de Crédito tegen Joaquín Calderón Camino) - persbericht
Prejudiciële vragen gesteld door Audiencia Provincial de Barcelona.
In navolging van conclusie AG (RB 1295) en HvJ EU-overzicht Reclamerecht.
De nationale rechter kan de inhoud van een oneerlijk beding in een overeenkomst tussen een handelaar en een consument niet herzien Wanneer hij het bestaan daarvan vaststelt, mag hij het enkel buiten toepassing laten.
Vraag 6) Mag de nationale rechter bij gebreke van omzettingsbepalingen tegen de achtergrond van artikel 11, lid 2, van richtlijn 2005/29 ambtshalve toetsen of de praktijk om een beding over moratoire interesten in de overeenkomst op te nemen oneerlijk is?
Antwoord:
1) Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten moet aldus worden uitgelegd dat zij zich verzet tegen een regeling van een lidstaat zoals die in het hoofdgeding, op grond waarvan een rechter die om een betalingsbevel is verzocht, zelfs indien hij daartoe over de nodige gegevens ten aanzien van het recht en van de feiten beschikt, niet ambtshalve, wanneer de consument geen verzet heeft aangetekend, in limine litis of op enig ander ogenblik in de procedure kan nagaan of een beding over moratoire interesten in een overeenkomst tussen een handelaar en een consument oneerlijk is.
2) Artikel 6, lid 1, van richtlijn 93/13 moet aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een regeling van een lidstaat, zoals artikel 83 van Real Decreto Legislativo 1/2007 por el que se aprueba el texto refundido de la Ley General para la Defensa de los Consumidores y Usuarios y otras leyes complementarias (koninklijk wetsbesluit 1/2007 tot goedkeuring van de geconsolideerde tekst van de algemene wet ter bescherming van consumenten en gebruikers en overige aanvullende wetten) van 16 november 2007, op grond waarvan de nationale rechter, wanneer hij de nietigheid van een oneerlijk beding in een overeenkomst tussen een handelaar en een consument vaststelt, de betrokken overeenkomst kan aanvullen door de inhoud van dat beding te herzien.
Goede ervaringen zijn niet verifieerbaar
Reclame Code Commissie 12 juni 2012, dossiernr. 2012/00035 (Green Coffee 800+)
Productclaims. Op de website www.greencoffee800plus.nl wordt het afslank(ondersteundend)product Leptin aangeprezen.
De klacht bestaat erin dat er geen enkel bewijs is voor de werkzaamheid van het product en dat het product in het verleden van de markt gehaald is omdat het vevuild was met het medicament sibutramine. De Commissie heeft d.d. 6 maart 2012 overwogen dat de reclame-uiting in strijd is met artikel 7 NRC.
Tegen dit oordeel van de Commissie is een beroep ingesteld. Appellante beroept zich onder meer op de goede ervaringen van gebruikers. Het College oordeelt echter dat deze goede ervaringen niet verifieerbaar zijn en aldus de geclaimde werking van het afslank(ondersteunend)middel nog steeds onvoldoende aannemelijk is gemaakt.
Derhalve bevestigt het College de beslissing van de Commissie.
9. De beweerdelijk goede ervaringen van gebruikers waarop appellante zich beroept, zijn niet verifieerbaar en kunnen om die reden niet tot het oordeel leiden dat appellante de geclaimde werking van Green Coffee 800+ voldoende aannemelijk heeft gemaakt. Deze ervaringen kunnen ook niet worden beschouwd als empirisch onafhankelijk onderzoek. Terecht is de Commissie aan die ervaringen voorbijgegaan en heeft zij de bestreden uiting misleidend geacht zoals verwoord in de bestreden beslissing, nu de werking van het Green Coffee 800+ niet aannemelijk is gemaakt. Hieraan doet niet af dat appellante blijkbaar is uitgegaan van hetgeen de fabrikant van Green Coffee 800+ heeft meegedeeld. Het feit dat de uiting op haar website staat, impliceert dat appellante voor die uiting verantwoordelijk is, ook indien zij te goeder trouw op mededelingen van de fabrikant en gebruikers is afgegaan.
10. Niet aannemelijk is overigens dat over het voorgaande anders zou moeten worden geoordeeld indien de uiting zou zijn getoetst aan de Claimsverordening, reeds omdat niet is gesteld of gebleken is dat voor (bepaalde ingrediënten of nutriënten van) Green Coffee 800+ (tijdig) een aanvraag is ingediend wegens een afslank(ondersteun)end effect. Derhalve kan, voor zover aan de orde, niet worden aangenomen dat sprake is van vermelding op de lijst die is bedoeld in artikel 13 lid 2 Claimsverordening respectievelijk artikel 13 lid 3 Claimsverordening.
Nieuw op checksrc.nl: voedingsclaims
Op de website www.checksrc.nl kan de reclamemaker stapsgewijs nagaan of zijn concept reclame-uiting voldoet aan de regels van de Nederlandse Reclame Code (NRC). De website is nu uitgebreid met het onderwerp Voedingsclaims.
Voor het gebruik van voedingsclaims in reclame gelden diverse eisen. Er mogen maar een beperkt aantal voedingsclaims worden gebruikt, en dan ook nog onder specifieke voorwaarden. Dit alles staat beschreven in Europese regelgeving die moeilijk is te doorgronden en te hanteren. Daardoor bestaat het gevaar dat in reclame op onjuiste wijze met voedingsclaims wordt omgegaan. Bij het adverterend bedrijfsleven bestaat de vraag naar meer duidelijkheid op dit gebied.
De Check Voedingsclaims is ontwikkeld om de regelgeving over voedingsclaims voor elke adverteerder toegankelijker te maken en zo het risico op onjuiste voedingsclaims te verminderen.
Gebittenreiniger niet conform productinformatie
RCC 9 mei 2012, dossiernr. 2012/00344 (productinformatie ultrasone gebittenreiniger)
In de uiting op postordershop.nl staat dat de gebittenreiniger niet alleen supersnel werkt, “maar ook zó brandschoon dat er geen geborstel en geen reinigingsvloeistoffen tegenop kunnen.” In de praktijk blijkt anders en klager betwijfelt daarom of het apparaat een ultrasone werking heeft.
In de in 2003 afgegeven Declaration of Confirmity wordt door een testinstituut verklaard dat sprake is van conformiteit van de geteste gebittenreiniger met de essentiële beveiligingseisen van de Europese Richtlijn 89/336/EEC. De ‘standards’ waaraan is getoetst betreffen, kort gezegd, normen op het gebied van emissie, immuniteit en meetmethodiek van elektromagnetische storingen. Er wordt niet aangetoond dat de onderhavige gebittenreiniger een ultrasone werking heeft.
Door adverteerder is erkend dat de zinsnede “dat er geen geborstel en geen reinigingsvloeistoffen tegenop kunnen” niet juist is. Bij de gemiddelde consument de indruk wekt dat het borstelen van het gebit en het gebruik van reinigingsvloeistoffen achterwege kunnen blijven om het gebit brandschoon te krijgen. Een aanbeveling volgt op basis van art. 7, 8.2 onder a en b NRC.
citaten:
Nu klager heeft bestreden dat de aangeprezen gebittenreiniger de ultrasone werking heeft die daaraan in de uiting wordt toegeschreven, ligt het op grond van artikel 15 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) op de weg van adverteerder om aannemelijk te maken dat daadwerkelijk sprake is van een ultrasone gebittenreiniger. Naar het oordeel van de Commissie is adverteerder, die in dit verband heeft verwezen naar de voor dit product afgegeven ‘Declaration of Conformity’, hierin niet geslaagd.
In de in 2003 afgegeven Declaration of Confirmity wordt door een testinstituut verklaard dat sprake is van conformiteit van de geteste gebittenreiniger met de essentiële beveiligingseisen van de Europese Richtlijn 89/336/EEC betreffende onderlinge aanpassing van de wetgeving van de lidstaten met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit (EMC). De ‘standards’ waaraan is getoetst betreffen, kort gezegd, normen op het gebied van emissie, immuniteit en meetmethodiek van elektromagnetische storingen. Met deze verklaring is echter naar het oordeel van de Commissie niet aangetoond dat de onderhavige gebittenreiniger een ultrasone werking heeft en niet alleen werkt door middel van trillingen, zoals door klager is verondersteld.
Voorts is de Commissie van oordeel, dat de zinsnede dat de aangeprezen gebittenreiniger zó brandschoon werkt “dat er geen geborstel en geen reinigingsvloeistoffen tegenop kunnen” bij de gemiddelde consument de indruk wekt dat het borstelen van het gebit en het gebruik van reinigingsvloeistoffen achterwege kunnen blijven om het gebit brandschoon te krijgen. Door adverteerder is erkend dat dit niet juist is.
Vroegboekkorting alleen voor vliegreizen
CvB 5 juni 2012, dossiernr. 2012/00251 (OAD vroegboekkorting)
In een tv-reclame wordt onder meer gezegd: “Zeg bent u al vakantieVIP? Dat word je als je nu bij OAD Reizen een heerlijke vakantie boekt. Maar wees er snel mee, want dan profiteer je van hele hoge vroegboekkortingen”.
Klacht: In geen van de bestreden uitingen is vermeld dat de vroegboekkortingen alleen gelden voor all-in vliegreizen en bestemmingen aan de Middellandse Zee.
RCC: Adverteerder heeft niet weersproken dat uit geen van de bestreden uitingen valt op te maken dat de vroegboekkortingen alleen gelden voor vliegreizen en reizen naar bestemmingen aan de Middellandse Zee en dus niet voor andere door OAD aangeboden reizen. Er wordt essentiële informatie verborgen gehouden.
Er worden drie grieven ingediend:
1) geen goede procesorde, omdat de SRC aan klaagster (in eerste instantie) twee mogelijke samenvattingen heeft aangeboden van haar klacht.
2) De beslissing wordt gewezen door een onbevoegd Commissielid, zij wordt niet op de website van de SRC vermeld.
3) OAD kon de klacht niet onderzoeken omdat bepaalde gegevens ontbraken. Volgens OAD is de datum van boeken bepalend voor de toepasselijkheid van de gewraakte uitingen.
De CVB bevestigt de aanbeveling:
1. OAD miskent het Reglement en de eigen procesregels dat geen verbod inzake het vragen van nadere inlichtingen bevat.
2. De secretaris is - volgens art. 5 lid 2 Reglement - bevoegd als plaatsvervangenr van elk van de Commissieleden.
3. Voor de beoordeling van deze klacht is niet relevant of geïntimeerde een reis heeft geboekt, en zo ja, op welke datum. Kern van de klacht is immers dat uit de uitingen niet blijkt dat de vroegboekkortingen alleen gelden voor all-in vliegreizen en bestemmingen aan de Middellandse Zee.
4. Er is niet inhoudelijk weersproken, dus onderschreid het college het oordeel van de commissie
citaten:
onder 1: (...) OAD stelt dat in een procedure voor de rechter een dergelijke handelwijze ongeoorloofd is. OAD miskent echter met dit betoog dat de procedure die volgt na het in behandelen nemen van een klacht door de Commissie, wordt beheerst door eigen procesregels, die zijn vastgelegd in het Reglement betreffende de Reclame Code Commissie en het College van Beroep, welke colleges zijn ingesteld ingevolge artikel 2 lid 2 van de Statuten van de Stichting Reclame Code. In het Reglement zijn beginselen van een behoorlijke klachtprocedure uitgewerkt. Het Reglement bevat geen verbod om naar aanleiding van een ingediende klacht nadere inlichtingen aan een klager te vragen. De door OAD bedoelde brief gaat het kader van een informatieverzoek niet te buiten. Van “helpen” van geïntimeerde bij het indienen van een correcte klacht is geen sprake. Het was blijkens de inhoud van de brief de bedoeling duidelijkheid te verkrijgen over de reikwijdte van de klacht teneinde die op efficiënte wijze te kunnen behandelen. OAD was hierbij ook gebaat, nu zij het verweer in eerste aanleg kon beperken tot datgene wat volgens het antwoord van geïntimeerde op voormelde brief de essentie van de klacht was. Aldus kan niet worden gezegd dat sprake is van schending van het Reglement en evenmin dat OAD door voormelde handelwijze in haar belangen is geschaad. Grief 1 faalt derhalve.
3. Ten aanzien van de stelling van OAD dat zij de klacht niet kon onderzoeken omdat met betrekking tot de door geïntimeerde gemaakte boeking bepaalde gegevens ontbraken, is het College van oordeel dat deze stelling niet ter zake doet voor de beoordeling van de onderhavige klacht. Kern van de klacht is immers dat uit de uitingen niet blijkt dat de vroegboekkortingen alleen gelden voor all-in vliegreizen en bestemmingen aan de Middellandse Zee. Voor de beoordeling van deze klacht is niet relevant of geïntimeerde een reis heeft geboekt, en zo ja, op welke datum. Het gaat in deze procedure immers uitsluitend om de vraag of de gewraakte uitingen misleidend zijn voor de gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende consument.
4. De Commissie heeft geoordeeld dat niet is weersproken dat de in de klacht bedoelde informatie in de uitingen ontbreekt en dat om die reden sprake is van een verborgen houden van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen (...)
5. Het College neemt kennis van de stelling van OAD dat zij geïntimeerde een korting zal geven, ongeacht hoe de uitkomst van deze procedure zal luiden.
Pinnen in gemakswinkels geen tabaksreclame
Vz (afwijzing) RCC 22 mei 2012, dossiernr. 2012/00449 (Pin en win 2012 bij tabakswinkel)
Klacht: De aanbeveling om “bij uw gemaks- en tabakswinkel” te pinnen en kans te maken op een geldbedrag kan worden gezien als een indirecte reclame voor tabak. De commercial is daarom in strijd met “de reclamecode”.
Verweer: De commercial heeft tot doel het pinnen te stimuleren, ongeacht de hoogte van het bedrag en bij elk type zaak waar door consumenten wordt afgerekend, omdat pinnen veiliger en efficiënter is. Uit de actievoorwaarden (artikel 3.2) blijkt dat het in de gemaks- en tabakswinkel te winnen prijsbedrag van 250 euro niet mag worden besteed aan tabaksproducten.
Naar het oordeel van de voorzitter blijkt echter uit tekst en beeld voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk dat de televisiecommercial tot doel heeft het pinnen bij gemaks- en tabakswinkels te stimuleren en geen aanprijzing inhoudt van deze winkels en/of de in deze winkels verkrijgbare tabaksproducten. Met betrekking tot de pin-en-winactie kan evenmin worden geoordeeld dat sprake is van tabaksreclame, nu uit de actievoorwaarden, waarnaar in de commercial wordt verwezen, blijkt dat de te winnen prijs bestaat uit producten uit de betreffende gemakswinkel tot een bedrag van 250 euro met uitzondering van tabaksproducten en tabaksgerelateerde producten.
Nooit meer je trouwdag vergeten pas na 20:00
RCC 21 mei 2012, dossier 2012/00363 (nooit meer je trouwdag vergeten)
De uiting wordt uitgezonden om 17:00 en zou in strijd zijn met de goede smaak voor zover op dit tijdstip uitgezonden.
De uiting: Een man rijdt in een auto. Naast hem komt een andere auto rijden met op de plaats naast de bestuurder een gemaskerde man. Nadat de gemaskerde man eerst zwaait naar de hoofdpersoon, begint hij vervolgens met een mitrailleur te schieten op de hoofdpersoon. De hoofdpersoon komt met de schrik vrij. Eenmaal thuis treft hij een slang aan in de brievenbus, valt hij in een gat, en valt de gehele inhoud van een zoutvaatje in zijn eten, terwijl zijn vrouw zwijgend tegenover hem zit. Vervolgens zegt de voice-over: “Nooit meer je trouwdag vergeten. Bestel nu een mooie bos op Bloemen.nl”. YouTube.com.
De Commissie heeft oog voor de indringende en angstaanjagende beelden van de automobilist die van zeer dichtbij met een mitrailleur wordt beschoten. Van (kleine) kinderen kan niet worden verwacht dat zij de beelden van de schietpartij in de context van de gehele, humoristisch bedoelde uiting zullen plaatsen. De Commissie oordeelt onafhankelijk van een eventuele classificatie door NICAM/Kijkwijzer. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 2 NRC, voor zover deze wordt uitgezonden vóór 20.00 uur.
Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met de goede smaak stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van dat criterium. De Commissie begrijpt dat in de onderhavige aanprijzing van Bloemen.nl op humoristisch bedoelde wijze tot uitdrukking wordt gebracht dat men zijn trouwdag niet dient te vergeten, maar de wijze waarop dit gebeurt acht de Commissie niet in overeenstemming met de goede smaak, voor zover de uiting wordt uitgezonden op tijdstippen waarop aannemelijk is dat (kleine) kinderen deze kunnen zien. De Commissie heeft hierbij het oog op de naar haar oordeel indringende en angstaanjagende beelden van de automobilist die van zeer dichtbij met een mitrailleur wordt beschoten.
Dat de schutter eerst zwaait naar de hoofdpersoon en dat deze laatste ongedeerd blijft, leidt niet tot een ander oordeel. Van (kleine) kinderen kan niet worden verwacht dat zij de beelden van de schietpartij in de context van de gehele, humoristisch bedoelde uiting zullen plaatsen.
Het verweer dat programma’s met de NICAM/Kijkwijzer classificatie “6 jaar” op ieder moment van de dag mogen worden uitgezonden en dat een voorbeeld van zo’n programma, de jaren-80 serie The A-Team, veel beelden bevat waarin wordt geschoten met onder meer mitrailleurs doet evenmin aan het oordeel van de Commissie af. De Commissie oordeelt onafhankelijk van een eventuele classificatie door NICAM/Kijkwijzer.
Afwijzing zuigelingenvoedingreclame
Vz (afwijzing) 22 mei 2012, dossier 2012/00326 (Etos flesvoeding)
Op de website van Etos staat: "Baby’s en peuters in de groei verdienen natuurlijk het allerbeste. Daarom kies je voor Etos babyvoeding: flesvoeding en potjesvoeding van de hoogste kwaliteit. Goed afgestemd op de ontwikkeling van jouw kindje. Gezond, lekker en voordelig!". Klacht: Het niet toegestaan is reclame te maken voor flesvoeding voor baby’s onder de 6 maanden.
Verweer: Uit de tekst en de teneur van de bestreden webpagina en de daaraan gelieerde webpagina’s volgt dat de uiting is gericht op flesvoeding voor baby’s ouder dan 6 maanden. Niet wordt opgeroepen flesvoeding te verkiezen boven borstvoeding.
De voorzitter wijst de klacht af. De uiting in haar geheel beschouwd (tekst met oude baby en links naar informatie over flesvoeding voor baby's van 6 tot 12 respectievelijk 12+ maanden oud), levert geen schending van de reclamregels op.
De Voorzitter: Tussen partijen is niet in geschil dat geen reclame mag worden gemaakt voor volledige zuigelingenvoeding voor baby’s jonger dan 6 maanden. Naar het oordeel van de voorzitter is echter voldoende duidelijk dat de onderhavige uiting geen specifieke aanprijzing van dergelijke volledige zuigelingenvoeding betreft. Hierbij is van belang dat de uiting in haar geheel moet worden beschouwd, dat wil zeggen het bestreden tekstfragment in combinatie met de daarbij geplaatste foto van een baby die ouder lijkt dan 6 maanden en de link die leidt naar informatie over Etos flesvoeding bestemd voor “baby’s van 6 tot 12 maanden” en “baby’s van 12 maanden of ouder”.
Kruidvat eigen merk is (g)een A-merk
RCC 15 mei 2012, dossiernr. 2012/000148 (eigen merk/ het voordeligste A-merk)
Definitie van een A-merk. De klacht betreft de televisiereclame voor babyvoeding waarin onder meer wordt gezegd: “Van Kruidvat eigen merk, het voordeligste A-merk.” Echter, een echt A-merk blijft continu nieuwe producten ontwikkelen, zet de trend en heeft een distributiespreiding van 75%. Blijkens de door adverteerder overgelegde onderzoeken naar “onmisbare merken” geniet Kruidvat weliswaar grote naamsbekendheid doch niet is gebleken dat ook aan de overige, eerdergenoemde criteria is voldaan.
De voorzitter wijst de klacht toe en beveelt de adverteerder aan niet meer op dergelijke wijze reclame te maken. Blijkens de door adverteerder overgelegde onderzoeken naar “onmisbare merken” geniet Kruidvat weliswaar grote naamsbekendheid doch niet is gebleken dat ook aan de overige, eerdergenoemde criteria is voldaan.
De RCC komt tot een ander oordeel, omdat de gemiddelde consument zal begrijpen dat met de gewraakte zinsnede “het voordeligste A-merk” wordt bedoeld dat de producten van het eigen merk van Kruidvat dezelfde (goede) kwaliteit hebben als A-merken. Niet is gesteld of gebleken dat deze mededeling niet juist is.
Verweer:
De omschrijving die klager geeft van een A-merk is subjectief. Het is te verdedigen dat adverteerder zijn Kruidvat-producten als A-merk aanduidt, zodat de slogan niet misleidend is. Adverteerder verricht het nodige onderzoek naar zijn producten. Daarnaast blijkt uit onderzoek van onder meer AC Nielsen dat producten onder het Kruidvat merk als hoogste scoren op het gebied van goede kwaliteit-eigen merk, goede prijs-kwaliteit verhouding en goede prijs-eigen merk. Daarnaast geniet Kruidvat als merknaam grote naamsbekendheid en heeft het een goede reputatie, hetgeen tevens blijkt uit het resultaat van een “merk onmisbaarheidsonderzoek” uit 2010 en 2011, waarin Kruidvat respectievelijk als derde en tweede eindigde en waarvan adverteerder kopieën overlegt. Kruidvat is derhalve een merk dat men niet zou willen missen. Voorts is de “brand awareness” van Kruidvat 97%. Producten met de merknaam Kruidvat kunnen derhalve terecht als A-merk worden gekwalificeerd. Een gemiddeld geïnformeerde consument zal zich door deze zinsnede niet misleid voelen en weten dat hij een Kruidvat-product koopt nu dit letterlijk gezegd wordt.
Oordeel van de commissie:
Naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde consument de reclame-uiting, waarin juist het ‘eigen merk’ van Kruidvat wordt aangeprezen, niet aldus opvatten dat sprake is van A-merk producten in de door klager bedoelde zin, maar zal hij begrijpen dat met de gewraakte zinsnede “het voordeligste A-merk” wordt bedoeld dat de producten van het eigen merk van Kruidvat dezelfde (goede) kwaliteit hebben als A-merken. Niet is gesteld of gebleken dat deze mededeling niet juist is.Aldus is naar het oordeel van de Commissie geen sprake van misleidende reclame en dient de klacht alsnog te worden afgewezen.
Decemberzegelsvoorwaarden
RCC 1 maart 2012, dossiernr. 2012-00071-I (kras-en-win = gebeld door NPL)
Op de achterzijde van een vel post.nl-decemberzegels staat een kras-en-win-actie, de actievoorwaarden vermelden dat zij akkoord dient te gaan met de voorwaarde dat zij eenmalig gebeld mag worden door de Postcode Loterij (hoewel geregistreerd in het 'bel-me-niet'-register.
De adverteerders verweren zich door te stellen dat er geen duidelijke klacht is, maar eerder een mening en dat adverteerders aan de deelname aan acties voorwaarden mag stellen. Er wordt verweer gevoerd op zowel 'ontbreken van essentiële informatie' als 'misleiding'.
De Commissie vat de in klaagsters e-mails van 21 en 22 december 2011 neergelegde bezwaren op in die zin dat klaagster bezwaar maakt tegen de voor de onderhavige actie gehanteerde voorwaarde dat men als deelnemer akkoord dient te gaan met eenmalige telefonische benadering door NPL. De klacht is niet gericht tegen de wijze van communiceren van deze voorwaarde.
Het enkele feit dat voornoemde voorwaarde geldt, leidt niet tot het oordeel dat de Nederlandse Reclame Code is overtreden.
De klacht: Bij het invullen van de code op de post.nl/2012 bleek dat klaagster, om te weten te komen of zij een prijs had gewonnen, diende aan te vinken dat zij gebeld mag worden voor reclame. Aangezien klaagster niet gebeld wil worden ten behoeve van reclame, heeft zij zich aangemeld bij het ‘Bel-me-niet’register. Klaagster meent dat men te weten moet kunnen komen of men een prijs heeft gewonnen, zonder het vakje aan te vinken dat men gebeld mag worden. Onder het bewuste vakje staat: “Je kunt alleen meedoen met deze actie door de Postcode Loterij toestemming te geven je eenmalig per telefoon te benaderen met een vrijblijvend kennismakingsaanbod. Ga je daarmee akkoord? Vink dan het vakje aan”.