RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Reclame  

RB 2420

Slim Patch Geen wetenschappelijk bewijs afslankende werking ACAI bessen

Voorz. RCC 2 juni 2015, RB 2420; dossiernr. 2015/00299 (Slim Patch)
Toewijzing. Gezondheid. Misleidende voornaamste kenmerken product. De bestreden uiting Het betreft de website www.slimpatchproacai.nl voor zover hierop staat: “De Power Slim Patch is nieuw op het gebied van afslanken de laatste jaren." Klaagster stelt dat het twijfelachtig is of het sap van een handvol bessen via een pleister in het lichaam kan worden opgenomen. Aangenomen dat dit lukt, dan is er het probleem dat acai bessen niet afslankend werken. Blijkens een bij de klacht overgelegd artikel uit Wikipedia leveren de bessen 42% van het voedsel van Caboclo bewoners in het Amazonegebied van Brazilië. Het is een levensmiddel maar geen afslankmiddel. In PubMed is geen wetenschappelijk artikel te vinden over de werking van Slim Patch Pro Acai. Kennelijk zijn er geen wetenschappelijke artikelen over dit product verschenen en bestaat er geen bewijs omtrent de afslankende werking ervan.

2) Aan dit oordeel kan niet afdoen dat men niet direct via de bestreden website een bestelling voor het aangeprezen product kon plaatsen. Ook zonder bestelmechanisme kan een uiting immers als reclame-uiting worden gekwalificeerd. Dat inmiddels op de website staat dat verweerder is “gestopt met het voeren van dit product”, staat evenmin in de weg aan het oordeel dat sprake is van reclame. Voor dit oordeel is niet vereist dat de aanprijzing betrekking heeft op een product dat nog steeds door de verweerder op de markt wordt gebracht. De voorzitter heeft overigens geconstateerd dat het product wel door anderen nog steeds op de markt wordt gebracht.

3) Klaagster heeft gemotiveerd bestreden dat het product Slim Patch Pro Acai de daaraan in uiting toegeschreven werking heeft. Vervolgens heeft verweerder de juistheid van de gestelde werking niet aannemelijk gemaakt. Gelet op het bovenstaande gaat de reclame gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de van het gebruik van het product te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 NRC onder b. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
RB 2421

Agressieve reclame Dr. Kramer

Voorz. RCC 21 mei 2015, RB 2421; dossiernr. 2015/00311 (Dr. Kramer talisman)
Aanbeveling met Alert. Bijzondere Reclamecode Brievenbussampling. Dr. Kramer Agressieve reclame / talisman voor ontvangen geldbedragen / alleen postbusnummer in brievenbusreclame vermeld. Klaagster stelt dat zij tegen haar wil per week 2 à 3 van dergelijke brieven ontvangt van Dr. Kramer en andere adverteerders. Zij heeft ook tegen de van andere adverteerders afkomstige uitingen een klacht ingediend (bij de Commissie bekend onder de dossiernummers 2015/00292, 2015/00310 en 2015/00312). Zij wil dat de toezending van deze uitingen stopt, maar weet niet hoe zij dit kan bereiken. In de in dossier 2015/00292 ingediende klacht, die in de onderhavige klacht wordt genoemd, stelt klaagster dat ze 72 jaar is en er “weleens in [is] getrapt, het gaat ze alleen maar om die 45 euro”.

II. In de uiting wordt voorts meegedeeld dat adverteerder klaagster na ontvangst van haar antwoord “een klein voorwerp” zal toezenden, dat voor haar “een onuitputtelijke bron van geld” zal zijn en waardoor zij “steeds opnieuw mooie geldbedragen ontvangen” zal. De Commissie neemt aan dat adverteerder hierbij doelt op bij kansspelen te winnen geldprijzen.
Krachtens artikel 8.5 in combinatie met punt 15 van Bijlage 1 bij de NRC betreft het beweren dat producten het winnen bij kansspelen kunnen vergemakkelijken onder alle omstandigheden misleidende reclame. Daardoor is de uiting ook op dit punt oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

III. De bestreden uiting betreft geadresseerde reclame die via de brievenbus is verspreid. Op deze reclame is, naast de algemene bepalingen van de NRC, de Code Brievenbusreclame, huissampling en direct response advertising (CBR) van toepassing. Krachtens artikel 2 CBR dient de opdrachtgever zich in brievenbusreclame zodanig te identificeren, dat hij gemakkelijk kenbaar en daadwerkelijk bereikbaar is voor de ontvanger. Daartoe moeten naam en adres van de opdrachtgever worden vermeld en kan niet worden volstaan met de vermelding van het postbusnummer. Nu in de onderhavige uiting het adres van adverteerder ontbreekt en slechts een postbusnummer is vermeld, is de uiting in strijd met artikel 2 CBR.

IV. In de uiting wordt druk uitgeoefend op de geadresseerde om snel te reageren om niet de uitbetaling van de twee geldbedragen mis te lopen. In deze omstandigheid en in de ernst van de geconstateerde overtredingen van de toepasselijke regelgeving ziet de Commissie aanleiding om de uitspraak als Alert te verspreiden. Hierdoor wordt de uitspraak onder de aandacht gebracht van een breed publiek.
RB 2419

Chinese geneeskunde haakt aan op Germanwingsramp

RCC 1 juni 2015, RB 2419; dossiernr. 2015/00550 (Germanwings Chinese geneeskunde)
Aanbeveling. Gezondheid. Smaak en fatsoen. Klacht: In de advertentie wordt met een foto verwezen naar Andreas Lubitz, piloot van het fatale vliegtuigongeluk van Germanwings. Men denkt, gezien diens gelaatskleur, te weten dat hij een bepaalde ‘aandoening’ had, die volgens adverteerder te verhelpen zou zijn met Chinese geneeskunde en bijbehorende kruiden. Klaagster vindt het schandalig dat adverteerder van een grote tragedie gebruik maakt om zijn producten te promoten. Dit druist in tegen alle gevoel voor normen en waarden, aldus klaagster.

Oordeel: Naar het oordeel van de Commissie zijn die grenzen in het onderhavige geval overschreden. In de uiting wordt meegedeeld dat (onder andere) co-piloot Andreas Lubitz volgens de Chinese geneeskunde tot het constitutionele type ‘bloedstase’ behoort. Mensen met deze aanleg zijn volgens de uiting extra gevoelig voor westerse medicijnen en kunnen als gevolg van het innemen van slaaptabletten in een depressie raken, waardoor zij het vertrouwen in het leven verliezen en zich dan gaan misdragen of grote schade kunnen aanrichten. Door behandeling volgens de Chinese geneeskunde en met behulp van Chinese kruiden “wordt ongeveer 80% van de cliënten beter”, aldus de uiting.

Naar het oordeel van de Commissie gaat van de inhoud en de kop van de advertentie de sterke suggestie uit dat de ramp waarbij de co-piloot van het Germanwings toestel het vliegtuig heeft laten neerstorten en alle inzittenden zijn omgekomen, voorkomen had kunnen worden als de co-piloot zich volgens de Chinese geneeskunde had laten behandelen. De Commissie acht het in strijd met de goede smaak en het fatsoen dat adverteerder deze tragedie, die bij eenieder nog vers in het geheugen ligt, gebruikt voor het aanprijzen van zijn producten en diensten. De advertentie is om die reden niet in overeenstemming met artikel 2 NRC.
RB 2386

Green Tea Slim Patch op vijf fronten misleidend

RCC 25 maart 2015, RB 2386, dossiernr. 2014/00915 (Green Tea Slim Patch)
Gezondheidsclaim. Misleidend ten aanzien van beschikbaarheid. Totale prijs ontbreekt. Reviews van niet bestaande personen. Aanbeveling. De uiting: Het betreft een uiting voor Green Tea Slim Patch op adverteerders webpagina www.greenteaslimpatch.nl. De uiting heeft als kop “AFSLANKEN MET GROENE THEE Breng uw figuur in topvorm met Green Tea Slim Patch!” en bevat onder meer de aanbieding “PROBEER VANDAAG GRATIS! OP=OP!” en een online bestelformulier. De klacht: Klager heeft – kort samengevat – de volgende bezwaren tegen de uiting: 1) De claims dat Green Tea Slim Patch de vetverbranding verhoogt en de spijsvertering stimuleert zijn discutabel en onbewezen.

In de uiting wordt verwezen naar “een studie (waarvan verslag gedaan in de American Journal of Clinical Nutrition)” die heeft “aangetoond dat door de inname van het groene thee extract de verbranding van energie steeg” en dat “gedurende een periode van 24 uur groene thee extract de stofwisseling verhoogt met 4%”. Klager meent dat sprake is van misleiding, nu (a) de studie volgens hem laat zien dat het effect hooguit gemiddeld is (zie https://ajcn.nutrition.org/content/91/1/73.abstract) en (b) een promotieonderzoek laat zien dat je hooguit een enkele kilo afvalt van alleen groene thee (https://www.nu.nl/wetenschap/ 2484818/groene-thee-goed-lijn.html).

2) Volgens klager zijn de mededelingen “Probeer vandaag gratis! OP=OP”, “Nog beperkt beschikbaar” (bovenaan het bestelformulier) en “Nog [2] pakketten beschikbaar” (zichtbaar tijdens het bestelproces) niet op waarheid gebaseerd en slechts bedoeld om kopers te lokken.

3) In de uiting wordt niet vermeld dat als het “gratis” proefpakket niet binnen 14 dagen wordt geretourneerd, er drie zendingen van het product ten bedrage van € 59,95 per zending volgen. Deze voorwaarde zit verborgen achter de hyperlink “voorwaarden” die onderin het bestelformulier is opgenomen in de (aan te vinken) tekst: “Ik ga akkoord met de voorwaarden en wil het product gratis uitproberen. Ik betaal hiervoor 6,95 verzend- en verpakkingskosten. (…)”. In de uiting wordt niet meegedeeld dat je akkoord gaat met het ontvangen van vervolgzendingen, dit blijkt pas uit de niet in de uiting opgenomen voorwaarden.

4) In de uiting is een “Exclusief 3-staps afslank programma” opgenomen van “Gewichtsconsulent Dr. H. van Beek”. Nu klager deze gewichtsconsulent via Google niet heeft kunnen vinden en op adverteerders website geen contactgegevens van hem zijn vermeld, lijkt deze persoon niet te bestaan en ontstaat de indruk, aldus klager, dat een fictieve “Dr.” wordt gebruikt om aan de uiting gezag te verlenen en autoriteit uit te stralen.

Het oordeel:

De Commissie stelt voorop dat de klacht die klager op de website Klachtenkompas heeft gedaan, met (mede) als doel de door hem niet gewenste vervolgzendingen van Green Tea Slim Patch stop te laten zetten en afgeschreven betalingen van adverteerder terug te krijgen, er niet aan in de weg staat dat klager bij de Commissie een klacht kan indienen met betrekking tot de wijze van reclame maken door adverteerder en dat de Commissie de bestreden reclame-uiting toetst aan de Nederlandse Reclame Code (NRC).

Ad klacht 1) De Commissie vat dit onderdeel van de klacht aldus op dat klager bestrijdt dat het aangeprezen product Green Tea Slim Patch daadwerkelijk de (mate van) afslankende werking heeft die in de uiting wordt geclaimd. Klager heeft ter onderbouwing van zijn stelling onder meer verwezen (door middel van een link) naar een studie uit 2009 over het effect van groene thee catechinen met of zonder cafeïne op lichaamsgewicht en lichaamsomvang.

Nu klager de juistheid van de in de uiting geclaimde werking van Green Tea Slim Patch met – volgens de uiting – “gegarandeerd resultaat” gemotiveerd heeft bestreden, ligt het op de weg van adverteerder om de juistheid en eerlijkheid van de uiting aannemelijk te maken.

Ter onderbouwing van de geclaimde werking heeft adverteerder zich beroepen op een in de uiting niet nader aangeduide “studie waarvan verslag gedaan in de American Journal of Clinical Nutrition”. Blijkens het verweer wordt hiermee gedoeld op de studie “Efficacy of a green tea extract rich in catechin polyphenols and caffeine in increasing 24-h energy expenditure and fat oxidation in humans” uit 1999. Deze studie toont aan, aldus adverteerder, dat het juist is te stellen dat door de inname van het groene thee extract de verbranding van energie stijgt en dat gedurende een periode van 24 uur groene thee extract de stofwisseling verhoogt met 4%.

Wat er zij van de conclusies van genoemde studie, gebleken is dat bij dit onderzoek is uitgegaan van orale inname van groene thee extract (“Each subject (…) was randomly assigned to receive 1 of the following 3 treatments orally (in capsular form) 3 time/d …” Adverteerder heeft niet aangetoond of aannemelijk gemaakt dat het gebruik van de patches met groene thee extract hetzelfde resultaat opleveren als orale inname van dat extract.

Bovendien blijkt uit het door klager aangevoerde onderzoek uit 2009 dat het afslankende effect van groene thee, zo dat er al is, met name te danken is aan de aanwezigheid van cafeïne. Niet is gesteld of gebleken dat cafeïne ook voorkomt in de Green Tea Slim Patch.

Nu adverteerder de in de uiting geclaimde werking van Green Tea Slim Patch niet aannemelijk heeft gemaakt, wordt het ervoor gehouden dat deze uiting gepaard gaat met onjuiste informatie ten aanzien van de van het product te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de Commissie voorts van oordeel is dat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Ad klacht 2) In de uiting wordt op verschillende plaatsen en in verschillende bewoordingen meegedeeld dat sprake is van een beperkte beschikbaarheid van de aanbieding om Green Tea Slim Patch gratis te proberen. Als erkend is komen vast te staan dat de (aanvankelijk) tijdens het bestelproces getoonde mededeling over het exacte aantal nog verkrijgbare pakketten niet juist was. De Commissie heeft kennis genomen van de mededeling van adverteerder dat deze vermelding inmiddels niet meer wordt getoond.

Naar het oordeel van de Commissie heeft adverteerder ook de juistheid van de in de uiting staande mededelingen “Probeer vandaag gratis! OP=OP” en “Nog beperkt beschikbaar” niet aannemelijk gemaakt. Volgens adverteerder is de aanbieding in tijd beperkt, nu een voorraad voor drie maanden beschikbaar is en de website na drie maanden uit de lucht gaat. Vast is komen te staan dat de aanbieding ten tijde van de zitting (op 19 februari 2015), ruim drie maanden na de door klager op 14 november 2014 geplaatste bestelling, nog op de website staat. De beperking van de aanbieding tot een periode van drie maanden is daardoor niet komen vast te staan. Voor zover wel van een dergelijke beperking sprake is, moet ervan uitgegaan worden dat klager direct na plaatsing van de aanbieding op de website het product besteld heeft. Niet is aannemelijk dat op dat moment gezegd kan worden “Nog beperkt beschikbaar” of dat de consument moet worden aangespoord om snel Green Tea Slim Patch te bestellen.

Gelet op het voorgaande is de Commissie van oordeel dat in de uiting onjuiste informatie wordt verstrekt over de beschikbaarheid van het aangeprezen product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Nu de Commissie voorts van oordeel is dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting ook op dit punt misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Ad klacht 3)  Vast is komen te staan dat, indien men ingaat op het aanbod om het product Green Tea Slim Patch gratis te proberen, akkoord wordt gegaan met de voorwaarde dat bij het niet binnen 14 dagen retourneren van de zending een abonnement wordt aangegaan voor tenminste drie vervolgzendingen, ten bedrage van € 59,95 per zending, welk bedrag door middel van automatische incasso wordt afgeschreven.

Van belang is dat (het bestelformulier in) de onderhavige uiting een uitnodiging tot aankoop in verband met een overeenkomst op afstand betreft, waarvoor de in artikel 8.4 NRC (onder f t/m s) genoemde informatieverplichtingen gelden. In genoemd artikel is onder i onder meer bepaald dat de uiting de totale prijs van de zaak dient te bevatten inclusief, in geval van een overeenkomst die een abonnement inhoudt waarvoor een vast tarief van toepassing is, de totale maandelijkse kosten. Voorts is in artikel 8.4 onder p NRC bepaald dat de consument op een duidelijke en in het oog springende manier en onmiddellijk voordat hij zijn bestelling plaatst op deze informatie moet worden gewezen.

Aan deze verplichtingen is naar het oordeel van de Commissie niet voldaan. Zoals hiervoor is overwogen, krijgt men na ontvangst van het proefpakket automatisch (minimaal) drie vervolgzendingen toegestuurd waarvoor door middel van automatische incasso geld van de rekening wordt afgeschreven, tenzij men binnen een periode van 14 dagen na ontvangst van het proefpakket meedeelt geen prijs te stellen op deze vervolgzendingen. Dat in feite sprake is van een abonnement waarvan de maandelijkse kosten € 59,95 bedragen tenzij de consument actief, door middel van het retourneren van de zending, laat weten dat niet te willen, is naar het oordeel van de Commissie essentiële informatie die duidelijk in de uiting vermeld dient te zijn. Het opnemen van een link naar elders te raadplegen voorwaarden is daartoe niet voldoende, evenmin als de mededeling “Ik neem af bij tevredenheid en ontvang vervolgens zolang ik wil elke maand dit product”.

Nu adverteerder naar het oordeel van de Commissie niet heeft voldaan aan de onder i en p van artikel 8.4 NRC opgenomen verplichtingen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Ad klacht 4) Als erkend is komen vast te staan dat ten onrechte de in de uiting genoemde gewichtsconsulent is aangeduid als “Dr.”. Aldus gaat de uiting gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in de aanhef van artikel 8.2 NRC. Omdat dit ertoe kan leiden dat voor de gemiddelde consument meer waarde aan het ‘afslankprogramma’ van de gewichtsconsulent wordt toegekend, waardoor deze consument ertoe gebracht kan worden een besluit over de aanschaf van Green Tea Slim Patch te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Ad klacht 5) Naar het oordeel van de Commissie heeft adverteerder niet aannemelijk gemaakt dat de in de uiting opgenomen reviews waarheidsgetrouwe beoordelingen van bestaande personen betreffen. De enkele opmerking dat de namen van deze personen op Facebook te vinden zijn, is hiertoe niet voldoende. Gelet op het voorgaande wordt het ervoor gehouden dat de uiting ook op dit punt gepaard gaat met onjuiste informatie als bedoeld in de aanhef van artikel 8.2 NRC, op grond waarvan de uiting misleidend is en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

 

RB 2360

Magnetische technologie "Backed by independent clinical trials” heeft adverteerder ook niet aannemelijk gemaakt

RCC 13 maart 2015, RB 2360, dossiernr. 2014/00884, (Trion:Z)
Misleidend. Voornaamste kenmerken product. Aanbeveling. De uiting: Het betreft een advertentie in GolfWeekly, nummer 29 van 30 oktober 2014. Daarin staat onder het kopje “Performance Perfected With Trion:Z” onder meer: “ARMBANDEN MET MAGNETISCHE TECHNOLOGIE DIE DE BLOEDSOMLOOP VERBETEREN EN PRESTATIES VERHOGEN” en “Betere aanvoer van zuurstof”. Links onderin de advertentie die een foto bevat van golfer Joost Luiten, die kennelijk een Trion:Z armband draagt, staat: “Backed by independent clinical trials”.

De klacht:
De uiting bevat “gezondheidsclaims” waarvoor in de literatuur geen wetenschappelijke onderbouwing is te vinden. Klager haalt deze claims als volgt aan: “De magnetische armbanden verbeteren de bloedsomloop, geven een betere aanvoer van zuurstof en verhogen prestaties”. Ook de mededeling “Backed by independent clinical trials” is nergens op gebaseerd en dus misleidend. Het bedrijf verwijst op haar website naar een in Engeland uitgevoerde “studie” met 211 deelnemers, waaruit de geclaimde werking zou blijken. Het bedrijf heeft deze studie (het invullen van een vragenlijst door gebruikers) zelf uitgevoerd, niet echt onafhankelijk derhalve. De Britse ASA heeft een klacht tegen een vergelijkbare advertentie van adverteerder in oktober 2014 gegrond verklaard, omdat geen gedegen bewijs kon worden geleverd voor de gebruikte gezondheidsclaims.

Het oordeel:
De Commissie stelt voorop dat zij niet bevoegd is om zich uit te laten over de ter zitting namens adverteerder gestelde vraag, op welke wijze adverteerder “reclame mag maken”. De Commissie heeft tot taak te beoordelen of reclame wordt gemaakt in overeenstemming met de Nederlandse Reclame Code (NRC), hetgeen betekent dat de Commissie reeds gemaakte reclame toetst aan de NRC.

Klager heeft gemotiveerd weersproken dat de in de bestreden uiting aangeprezen armbanden de werking hebben die daaraan in de advertentie wordt toegeschreven. Meer in het bijzonder heeft klager gesteld dat wat betreft het onderhavige product in de literatuur geen wetenschappelijke onderbouwing is te vinden van de mededelingen: “armbanden met magnetische technologie die de bloedsomloop verbeteren en prestaties verhogen” en “Betere aanvoer van zuurstof”.

Het lag op de weg van adverteerder om de juistheid van voornoemde mededelingen aan te tonen. Daarin is adverteerder naar het oordeel van de Commissie niet geslaagd. Uit het bij het verweer overgelegde onderzoeksrapport “A clinical study to test the effects of static magnets on pain, stiffness and ease of daily functioning” heeft de Commissie niet kunnen afleiden dat voornoemde mededelingen juist zijn. Dit valt evenmin op te maken uit de bij het verweer overgelegde stukken omtrent -samengevat- notificatie van producten van adverteerder als medisch hulpmiddel klasse I.

Gelet op het bovenstaande gaat de reclame gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de van het gebruik van het product te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Ook de juistheid van de door klager bestreden mededeling “Backed by independent clinical trials” heeft adverteerder niet aannemelijk gemaakt, reeds omdat deze mededeling duidt op verschillende, onafhankelijke onderzoeken, en adverteerder bij verweer slechts naar één onderzoek heeft verwezen. Ten aanzien van dit onderzoek heeft adverteerder klagers mededeling bij repliek, dat de betreffende studie niet onafhankelijk is, niet weersproken.

In dit opzicht gaat de reclame gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 2356

Ongewenste e-mails zonder afmeldlink

RCC 16 maart 2015, RB 2356, dossiernr. 2014/00923 (VGZ ongewenste e-mail)
Code Reclame via e-mail 2012. Ongewenste e-mail. Zonder afmeldlink. Gedeeltelijke aanbeveling. Uiting: Het betreft een op 1 december 2014 aan klager toegezonden e-mail. Daarin staat boven het zogenaamde “Van-veld”: “Goede zorg én een scherpe premie? Regel het nu bij VGZ!”. In de uiting staat onder meer: “Basisverzekering VGZ Goede Keuze Nog 30 dagen om voor over te stappen € 95,95 naar VGZ!” per maand. Beste (naam geadresseerde), Kies in 2015 voor VGZ. Dan bent u verzekerd van goede zorg, ruime vergoedingen én een scherpe premie. Voor € 95,95 per maand het u al de basisverzekering VGZ Goede Keuze. Regel het snel, u hebt nog tot en met 31 december!”. Onderaan de uiting staat: “U ontvangt deze eenmalige e-mail, omdat u zich hebt aangemeld voor de VGZ premiemelder”.

Klacht:

Klager heeft zich aangemeld om de nieuwe premie te ontvangen. Deze premie heeft klager ontvangen bij (de bij de klacht overgelegde) e-mail van 11 november 2014. Deze e-mail, (...) eindigt met: “U ontvangt deze eenmalige e-mail, omdat u zich hebt aangemeld voor de VGZ premiemelder” (...)

Op 1 december 2014 ontving klager “verdere nieuwsbrieven” (......) Hiervoor heeft hij geen toestemming gegeven.

Met de bestreden mail worden de volgende artikelen overtreden:

1. Artikel 5.1 Code Reclame via e-mail 2012, omdat klager geen mogelijkheid wordt geboden om zich af te melden.

2. Artikel 2.3 Code Reclame via e-mail 2012, omdat het e-mailadres van de afzender (tevens reply to-adres) geen werkend antwoordadres is. Mails aan dit adres bouncen niet, maar leveren een “Automatisch antwoord”, inhoudende onder meer:

“Uw reactie wordt via dit e-mailadres niet gelezen” (zo blijkt uit de door klager bij repliek overgelegde afdruk van dit antwoord).

Oordeel:

Als niet weersproken staat vast dat klager via www.vgz.nl/premiemelder toestemming heeft gegeven om een e-mail te ontvangen als de premies voor 2015 bekend zouden zijn. Blijkens de in het verweer opgenomen tekst van het bewuste onderdeel van de website van adverteerder staat daarin onder het kopje “Benieuwd naar uw premie voor 2015?” onder meer:

“U ontvangt een e-mail als de nieuwe premie bekend is”, waarna de belangstellende onder meer zijn naam en e-mailadres kan invullen en verzenden.

Gelet hierop zal de gemiddelde consument ervan uitgaan dat hij door het verstrekken van zijn gegevens aan VGZ, toestemming geeft om een e-mail van VGZ te ontvangen, inhoudende de nieuwe premie.

Met de e-mail van 11 november 2014 heeft adverteerder gevolg gegeven aan klagers verzoek om bovenbedoelde e-mail te ontvangen. Onderin deze e-mail wordt bevestigd dat het om een eenmalige e-mail gaat: “U ontvangt deze eenmalige e-mail, omdat u zich hebt aangemeld voor de VGZ premiemelder”. Niets wijst erop dat nog een e-mail zou kunnen volgen.

Bij verweer heeft adverteerder meegedeeld dat de tweede aan klager gezonden e-mail van 1 december 2014 louter een correctie op de eerste betreft en dat er geen sprake is van ongevraagde reclame in de zin van de Code Reclame via e-mail 2012. Dit verweer kan niet slagen. Ten eerste wijst de tekst van de tweede e-mail er niet op dat het om een correctie van de eerste e-mail gaat. Dit zou men hoogstens kunnen opmaken uit het feit dat een ander maandbedrag is vermeld. Ten tweede houdt de tweede e-mail ten opzichte van de eerste een extra aanprijzing in; de uiting bevat de aansporingen:

“Regel het nu bij VGZ!”,

“Nog 30 dagen om over te stappen naar VGZ!”

en

“Regel het snel, u hebt nog tot en met 31 december!”.

Aldus is er sprake van reclame via e-mail en naar het oordeel van de Commissie ziet vorenbedoelde toestemming via www.vgz.nl/premiemelder niet (mede) op het ontvangen van deze reclame.

Gelet op het bovenstaande is de Code Reclame via e-mail 2012 van toepassing.

Nu één bezwaar van klager luidt dat hij geen toestemming heeft gegeven om “verdere nieuwsbrieven” (kennelijk is bedoeld: de e-mail van 1 december 2014) te ontvangen, vat de Commissie de klacht mede op in die zin dat artikel 1.3 onder a Code Reclame via e-mail 2012 is overtreden.

Gelet op hetgeen hiervoor overwogen acht de Commissie dit onderdeel van de klacht gegrond. Artikel 1.3 onder a Code Reclame via e-mail 2012 luidt, voor zover hier van belang:

“Reclame via e-mail is in beginsel toegestaan als de geadresseerde van reclame via e-mail daarvoor aan de bestandseigenaar door middel van een actieve handeling vooraf toestemming heeft verleend (..)”.

In de e-mail van 1 december 2014 ontbreekt de mogelijkheid van het recht van verzet als bedoeld in artikel 5.1 Code Reclame via e-mail 2012. Derhalve is de uiting in strijd met deze bepaling.

De Commissie acht de uiting niet in strijd met artikel 2.3 Code Reclame via e-mail 2012; naar haar oordeel is er sprake van een werkend antwoordadres waarop response kan worden ontvangen, nu via het bewuste adres het bij repliek overgelegde “Automatisch antwoord” is verzonden. In dit antwoord staat weliswaar “Uw reactie wordt via dit e-mailadres niet gelezen”, maar VGZ biedt klager daarin ook de gelegenheid om zich via de in het antwoord vermelde links door VGZ te laten helpen.
RB 2352

NOS niet verantwoordelijk voor commerciële zenders

CvB 5 maart 2015, RB 2352, dossiernr. 2014/00809 (Stop de ebolaramp)
Niet-commerciele reclame. Tijdstip uitzending. Verantwoordelijkheid uitzenden door commerciële zenders. Gedeeltelijke aanbeveling. Uiting: Het betreft een televisiereclame voor Giro 555 van de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) met als onderwerp “Stop de ebolaramp”. De uiting toont onder meer beelden van mensen met ebola, onder wie een - kennelijk - stervende man die kronkelend in een plas op straat ligt. Ook zijn beelden te zien van een witte zak met daarin kennelijk een overledene, welke zak door mensen in witte pakken en met handschoenen aan in een kuil wordt geworpen. Tijdens de beelden wordt gezegd: “Ebola is een humanitaire ramp die in West-Afrika meer dan een miljoen mensen treft. Complete samenlevingen zijn ontwricht. Duizenden kinderen hebben hun ouders verloren. We moeten de slachtoffers nú helpen. Er is dringend behoefte aan medische zorg, voorlichting, veilige begrafenissen, opvang van wezen en voedsel. Stop de ebolaramp. Steun de nationale actie en geef op Giro 555.”

Grieven:

De NOS stelt beroep in voor zover de beslissing ziet op haar verantwoordelijkheid voor uitzendtijdstippen op andere zenders dan die van de NPO en voert daartoe het volgende aan. De NOS heeft de onderhavige commercial samengesteld in overleg met de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO). De NPO heeft de commercial vervolgens op haar zenders uitgezonden. Daarbij is ervoor gekozen om de commercial niet rondom kinderprogramma’s uit te zenden. Het oordeel van de Commissie dat het uitzenden van de commercial in strijd is met de goede smaak en het fatsoen, ziet op de uitzendingen op andere (niet-NPO) zenders. De keuze van die zenders (zoals RTL4 en SBS) om de commercial uit te zenden en op welke tijdstippen, is een autonome beslissing van hen. Het is ondenkbaar dat de publieke omroep de programmering van een commerciële zender (mede) kan bepalen. De inhoud van de commercial was bekend bij de zenders en hiermee kon rekening worden gehouden bij het bepalen van de uitzendtijdstippen. De NOS heeft de commercial ook niet (mede) in opdracht van andere zenders gemaakt.

Oordeel:

1. De NOS heeft het oordeel van de Commissie dat de onderhavige commercial niet voor 20.00 uur had mogen worden uitgezonden niet bestreden. Dit staat derhalve in beroep als onbestreden vast. Evenmin heeft de NOS bestreden dat zij verantwoordelijk is voor zover de commercial, die door haar in overleg met SHO is samengesteld, op zenders van de NPO vóór 20.00 uur is uitgezonden. Kern van het geschil in beroep is of de NOS ook verantwoordelijk is voor het feit dat andere zenders, zoals RTL4 en SBS, eveneens de commercial vóór 20.00 uur hebben uitgezonden.

2. De NOS heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zenders autonoom konden beslissen of zij de onderhavige commercial zouden uitzenden en op welke tijdstip. De NOS en de NPO konden hierdoor de programmering voor andere zenders dan die van de NPO derhalve niet (mede) bepalen. De Commissie heeft dit in haar beslissing niet miskend. De Commissie overweegt immers met zoveel woorden dat de NOS niet het tijdstip van het uitzenden van de commercial op andere dan de publieke zenders kon bepalen. De Commissie heeft desalniettemin geoordeeld dat dit niet wegneemt dat de NOS (mede) verantwoordelijk is voor het feit dat de andere zenders de commercial vóór 20.00 uur hebben uitgezonden. Dat de NOS geen voorwaarden kan verbinden aan het tijdstip van uitzenden, brengt volgens de Commissie mee dat zij aan andere zenders dan die van de NPO een versie van de commercial beschikbaar had dienen te stellen die de onderhavige - voor kinderen te schokkend geachte - beelden niet bevat. Het College oordeelt hierover als volgt.

3. In de commercial, die als onderwerp heeft “Stop de ebola-ramp”, wordt opgeroepen geld te storten op Giro 555 ten behoeve van SHO. De NOS kan in dit verband niet als adverteerder worden aangemerkt, zodat zij niet om die reden verantwoordelijk is voor het feit dat geen aangepaste versie van de commercial aan andere zenders dan die van de NPO is verstrekt. Naar het oordeel van het College kan het, anders dan de Commissie heeft geoordeeld, ook overigens niet tot de verantwoordelijkheid van de NOS gerekend worden om zelfstandig een versie zonder schokkende beelden te ontwikkelen en uitsluitend deze versie aan te bieden aan die zenders. De NOS kan derhalve niet verantwoordelijk worden gehouden voor zover de commercial op andere zenders dan die van de NPO vóór 20.00 uur is uitgezonden.

4. De grieven treffen doel. Derhalve wordt beslist als volgt.

Beslissing:

Het College vernietigt de bestreden beslissing voor zover de Commissie de NOS verantwoordelijk heeft geacht voor het feit dat de onderhavige commercial op andere zenders dan die van de NPO vóór 20.00 uur is uitgezonden. Wijst in zoverre de klacht alsnog af.

Handhaaft de beslissing van de Commissie voor al het overige.
RB 2350

Vliegwinkel.nl is niet meer dan 25 jaar online

RCC 24 februari 2015, RB 2350, 2015/00087A, (Vliegwinkel.nl al 25 jaar online boeken)
Misleiding, zonder oplegging aanbeveling. Uiting: Het betreft een radiocommercial waarin wordt gezegd en gezongen: “Voordelige vluchten boekt u al meer dan 25 jaar op vliegwinkel.nl”.

Klacht: Adverteerder claimt in de radiocommercial dat het al 25 jaar mogelijk is online een vlucht te boeken op haar website. Adverteerder biedt deze mogelijkheid echter nog geen tien jaar zoals blijkt uit een door klager overgelegde uitdraai van een zogenaamde “whois aanvraag” op het domein van adverteerder.

Oordeel:

1)  Niet in geschil is dat de mededeling in de radiocommercial dat men al “meer dan 25 jaar” vluchten kan boeken op vliegwinkel.nl feitelijk onjuist is. Adverteerder heeft gesteld dat zij met deze mededeling eigenlijk bedoelt te verwijzen naar het feit dat het merk Vliegwinkel stamt uit 1989, toen adverteerder haar eerste winkel opende in Haarlem. Met de radiocommercial heeft adverteerder derhalve willen zeggen dat het merk Vliegwinkel 25 jaar bestaat en dat klanten al 25 jaar vliegtickets bij haar kunnen kopen. Nu deze bedoeling voor de gemiddelde consument echter niet voldoende duidelijk uit de commercial blijkt, zal deze uitgaan van de letterlijke tekst daarvan en daardoor een verkeerde uitleg aan de uiting geven, te weten dat men bij adverteerder, handelend als Vliegwinkel.nl, al 25 jaar online vluchten kan boeken. Aldus heeft adverteerder geen duidelijke informatie verstrekt in de zin van artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

2)  De voorzitter neemt nota van de mededeling van adverteerder dat zij per direct heeft besloten de radiocommercial niet meer te doen uitzenden en deze zal vervangen door een nieuwe commercial waarin niet meer wordt gesproken over 25 jaar Vliegwinkel.nl. Om die reden zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep en een aanbeveling achterwege laten.

RB 2349

Gratis tablet niet bij alle NTI-cursussen

Vz. RCC 2 maart 2015, RB 2349; 2015/00120 (NTI gratis tablet)
Voorzitterstoewijzing. Omissie.  Uiting: Het betreft: 1) een televisiecommercial waarin onder meer wordt gezegd: “Start nu met een cursus van NTI en ontvang 40% korting en een gratis tablet”. In beeld verschijnen onder meer de mede-delingen: “Nu 40% korting op cursussen” en “Gratis tablet!”. 2) de website www.nti.nl voor zover op een pagina mededelingen staan in verband met “70 jaar NTI: Unieke tablet actie” (www.nti.nl/campagnes-70-jaar-nti) en in verband met een cursus Frans de mededeling verschijnt: “Tablet cadeau” (www.nti.nl/talen/frans/frans-voor-beginners).

Klacht:

Klager verwijst in de eerste plaats naar een aanbieding met 40% jubileumkorting van adverteerder die hij in 2012 ontving omdat adverteerder 70 jaar bestond. Adverteerder biedt nog steeds jubileumkorting aan en klager acht dit misleidend. Er is niks tijdelijks aan de aanbieding en het jubileum is voorbij. Voorts stelt klager dat hij naar aanleiding van de mededelingen in de televisiecommercial en op de website over korting op cursussen en een gratis tablet heeft besloten een cursus bij adverteerder te volgen. Op de website staat dat men op alle cursussen korting krijgt en daarbij een tablet cadeau ontvangt. Toen klager zich aanmeldde voor een cursus, bleken er actievoorwaarden te gelden waarin staat dat men alleen bij cursussen vanaf € 250,-- een tablet ontvangt. De cursus Frans waarvoor klager zich wilde aanmelden, kost minder en komt derhalve niet voor de gratis tablet in aanmerking. Toch staat op de website bij deze cursus een plaatje met de tekst “Tablet cadeau”. Voorts blijkt uit de actievoorwaarden dat men de tablet niet cadeau krijgt omdat men € 9,75 aan administratie- en verzendkosten moet betalen. De uiting is op grond van het voorgaande misleidend.

Oordeel:

1) Klager vermeldt in het online klachtenformulier dat hij bezwaar maakt tegen de hierboven omschreven televisiecommercial. In zijn toelichting op de klacht bestrijdt klager voorts de hierboven genoemde webpagina’s. De voorzitter gaat daarom ervan uit dat de klacht ziet op zowel de televisiecommercial als de genoemde webpagina’s. Ook adverteerder heeft de klacht aldus opgevat.

2) Ten aanzien van de kwestie van de jubileumkorting maakt klager kennelijk bezwaar tegen het woord jubileumkorting en het feit dat deze korting al sinds 2012 zou worden gegeven. Het enkele gebruik van het woord jubileumkorting op een specifieke pagina in verband met “70 jaar NTI” acht de voorzitter echter onvoldoende om de reclame misleidend te achten. Aangenomen moet worden dat de gemiddelde consument vooral acht zal slaan op de hoogte van de korting in plaats van de naam die adverteerder daaraan geeft. De voorzitter constateert voorts dat in de uitingen sprake is van verschillende kortingspercentages. In de televisie-commercial wordt immers 40% korting genoemd en op de website, onder verwijzing naar 70 jaar NTI, 50% korting, hetgeen blijkbaar de door klager bedoelde jubileumkorting is. Klager heeft, mede gelet hierop, onvoldoende onderbouwd dat adverteerder steeds dezelfde korting geeft op haar cursussen. Dit gedeelte van de klacht treft derhalve geen doel.

3) Niet in geschil is dat men niet bij elke cursus van adverteerder een gratis tablet ontvangt. De televisiecommercial wekt echter onmiskenbaar een andere, onjuiste indruk nu hierin zonder verdere toelichting wordt meegedeeld dat men bij adverteerder een gratis tablet ontvangt. Hetzelfde geldt voor de “jubileumpagina” nu hierop eveneens zonder toelichting staat dat men zonder betaling een tablet ontvangt (“Tablet cadeau”). De gemiddelde consument zal op grond hiervan menen dat men bij elke cursus die men bij adverteerder gaat volgen een gratis tablet ontvangt. Op geen enkele wijze blijkt uit de uitingen dat voor het ontvangen van een gratis tablet een minimum besteding aan cursusgeld geldt en dat sommige cursussen, inclusief de cursus Frans voor beginners waarbij eveneens wordt gezegd “Tablet cadeau”, niet boven het minimumbedrag uitkomen en om die reden niet onder de actie vallen.

4) Het had op de weg van adverteerder gelegen om duidelijk te maken dat het afhankelijk is van het bedrag van de cursus of men een tablet ontvangt en welk bedrag het betreft. Zonder deze informatie mist de gemiddelde consument essentiële informatie die hij nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen. Aldus is sprake van het ontbreken van essentiële informatie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Overigens acht de voorzitter het tevens in strijd met de eisen van professionele toewijding dat in de uitingen wordt meegedeeld dat men een gratis tablet ontvangt, terwijl niet wordt gecommuniceerd dat dit niet voor alle cursussen geldt. Bij een cadeau-actie als de onderhavige, waarbij sprake is van een gratis tablet en derhalve van een item met een relatief hoge waarde, mag in beginsel van de adverteerder een grote mate van zorgvuldigheid worden verwacht met betrekking tot de informatie over de voorwaarden. Aangenomen moet immers worden dat dit item in sterke mate de beslissing van de consument om bij adverteerder een cursus te volgen kan beïnvloeden. Om die reden had adverteerder in de uitingen juiste en volledige informatie behoren te geven op grond waarvan de gemiddelde consument zich een goed beeld zou kunnen vormen over de vraag of hij voor het gratis item in aanmerking komt. Aan deze eis is niet voldaan. Op grond van het voorgaande zijn de uitingen misleidend en oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

5) Eveneens is de voorzitter van oordeel dat het op de weg van adverteerder lag om duidelijk te maken dat aan het verzenden van de tablet kosten zijn verbonden. Deze informatie had uit de uiting dienen te blijken, zodat ook hierom de uiting in strijd is met artikel 7 NRC wegens het ontbreken van essentiële informatie. Tevens heeft adverteerder gehandeld in strijd met het bepaalde in punt 19 van de bij artikel 8.5 NRC behorende bijlage 1. Het in rekening brengen van verzendkosten is weliswaar toegestaan zonder afbreuk te doen aan het “gratis” aanbod, maar adverteerder brengt, naar uit de voorwaarden en het verweer blijkt, daarnaast administratiekosten in rekening welke blijkbaar eveneens zijn inbegrepen in het bedrag van € 9,75 dat de consument voor de “gratis” tablet dient te betalen. Het in rekening brengen van administratiekosten verdraagt zich niet met een gratis aanbod. De voorzitter verwijst naar de Leidraad voor de tenuitvoerlegging/toepassing van richtlijn 2005/29/eg betreffende oneerlijke handelspraktijken van de Europese Commissie, voor zover hierin staat: “Dientengevolge mogen handelaren geen kosten in rekening brengen voor verpakking, behandeling of administratie.” Ook in zoverre is de uiting in strijd met artikel 7 NRC.

6) Adverteerder heeft meegedeeld de uitingen op enkele punten te zullen aanpassen. Nu deze toezegging geen betrekking heeft op alle onderdelen van de uitingen die in strijd met de Nederlandse Reclame Code zijn geacht, ziet de voorzitter geen aanleiding gebruik te maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep. Derhalve wordt beslist als volgt.

RB 2321

Reclame voor bourgondisch Zuid-Limburg toegestaan

RCC 26 januari 2015, RB 2321; 2014/00880 en 00880A (Zuid-Limburg)
Afwijzing van klacht. Het betreft een televisiereclame, waarin wordt gezegd: “Zuid-Limburg, je zal d’r maar wonen. Bloeiende bedrijven, drie innovatieve campussen, Chemelot, health, smart services, volop kansen voor je kinderen. Zuid-Limburg, je zal d’r maar wonen. Ga naar Zuid-Limburg.nl”.

Klacht: 1. Gesuggereerd wordt dat het in Zuid-Limburg zo mooi is, en dat er genoeg werk is. Dat geldt echter alleen voor mensen met een HBO- of WO-opleiding en dat voor slechts 1200 banen. Zuid-Limburg bevindt zich “aan de top van de werkeloosheid in Nederland”. Gesteld wordt: “volop kansen voor je kinderen”. Kinderen die elders in het land gaan studeren, blijven daar echter, omdat ze daar wel kans hebben op een baan.

Klager woont in Zuid-Limburg, maar werkt in Veldhoven, omdat er in Limburg geen werk is te vinden. Als hij ‘s morgens naar zijn werk rijdt, is het een uittocht van Limburgers, die buiten Limburg moeten gaan werken. De uiting toont een autosnelweg die geheel leeg is. Deze opname zal wel een zondag tijdens de feestdagen betreffen.

2. Om in Zuid-Limburg in een groot huis met een mooie tuin te wonen, moet minimaal € 500.000,- worden betaald.

Het oordeel van de Commissie

In de bestreden uiting wordt in het kort en met enige in reclame niet ongebruikelijke overdrijving de aandacht gevestigd op positieve aspecten van wonen in Zuid-Limburg, meer in het bijzonder wat betreft werkgelegenheid (deels in nader genoemde branches) en onderwijs. Dat in Zuid-Limburg niet voor iedereen een geschikte baan te vinden zal zijn, betekent niet dat de uiting om die reden in strijd is met de Nederlandse Reclame Code (NRC).

Voor zover klager zijn bezwaar, dat de uiting misleidend is, baseert op de stelling dat minimaal € 500.000,- moet worden betaald voor “een groot huis met een mooie tuin”, overweegt de Commissie dat in de uiting geen suggesties besloten liggen omtrent grootte en prijzen van huizen in Zuid-Limburg.

Verweer:

Namens adverteerder is onder meer het volgende meegedeeld.

Adverteerder werkt aan het imago van Zuid-Limburg. Geprobeerd wordt de beeldvorming over Zuid-Limburg als een louter toeristische en bourgondische regio aan te vullen, ten behoeve van een realistischer beeld: een regio waar “goed leven” samengaat met innovatie en carrièrekansen.

De TV-spots van adverteerder verwijzen naar vacatures op zuidlimburg.nl. Dat zijn er altijd minimaal 1250 binnen 1 uur reistijd vanuit Zuid-Limburg. Als kwaliteitsindicatie voegt adverteerder “HBO/WO” toe aan de verwijzing naar vacatures. Er zijn echter ook MBO-vacatures te vinden.

Het werkloosheidspercentage dat het CBS per kwartaal vaststelt, is op dit moment 7,3% (Q3, 2014). Daarmee heeft Limburg na Zeeland en Utrecht de laagste werkloosheid. Juist door dit verschil in beeldvorming (klager: “top van de werkeloosheid in Nederland”) en de werkelijkheid is het nodig aan het imago van Zuid-Limburg te werken, en wordt aandacht besteed aan carrièrekansen.

De mededeling “volop kansen voor je kinderen” verwijst naar de in de uiting genoemde drie campussen, waar bedrijven en onderwijsinstellingen samen baanbrekend onderzoek verrichten, en het uitstekende onderwijs. Adverteerder wijst op de net verschenen lijst best presterende middelbare scholen van RTL Nieuws, met twee vermeldingen uit Zuid-Limburg.

Blijkens adverteerders website met het onafhankelijke aanbod van Funda.nl zijn ruime woningen op ruime percelen wel degelijk betaalbaar, waarbij betaalbaarheid en ruimte uiteraard subjectieve begrippen zijn. Funda.nl toont momenteel bijna 200 woningen onder de € 200.000,- met percelen groter dan 500 m2.