Gaswasser wijkt af van de bijbehorende specificaties
Vzr. Rechtbank Limburg 3 februari 2015, RB 2316; ECLI:NL:RBLIM:2015:883 (Robos tegen Inno+)
Misleidende reclame. Art. 6:194 BW. Partijen zijn elkaars concurrenten fabriceren, leveren en onderhouden zogenoemde luchtwassers, soms gaswasser genoemd en adverteren met BWL-nummers. Een BWL-nummer wordt toegekend nadat het betreffende type luchtwasser is getest en deugdelijk is bevonden. Buro Blauw, een onafhankelijk ingenieursbureau in luchtkwaliteit, concludeert dat de Inno+-producten op twee essentiële punten afwijkt van de BWL-nummer behorende specificaties. Robos vordert met succes dat Inno+ verboden wordt reclame te maken dat de Junior en inbouwluchtwasser gekwalificeerd zijn als biologische gaswassers en door de overheid zijn erkend.
2.6.
Buro Blauw is een onafhankelijk ingenieursbureau in luchtkwaliteit. Op verzoek van Robos heeft ir. [naam ingenieur] van Buro Blauw een door Inno+ gebouwde en als van het type BWL 2009.12.V1 verkochte luchtwasser onderzocht en daarvan op 14 november 2014 verslag gedaan (productie 2 bij exploot). Op pagina 5 van dat verslag concludeert Buro Blauw dat de luchtwasser op twee essentiële punten afwijkt van de bij dat BWL-nummer behorende specificaties. Aldaar schrijft Buro Blauw:
“De inbouwwasser wijkt op enkele essentiële punten af van het aangeboden type gaswasser BWL2009.12.V1, te weten:
1. Er is sprake van een horizontale luchtstroom door de wasser, die alleen aan de onderzijde van het filterpakket in verticale richting wordt omgebogen. Bij gaswasser BWL.2009.12.V1 wordt de luchtstroom 2 keer van richting veranderd:
-
één keer bij de ingang van de wasser.
-
één keer bij de onderzijde van het filterpakket.
2. De sproei-installatie is aangebracht ter hoogte van de onderzijde van het filterpakket. De luchtstroom passeert de sproei-installatie in horizontale richting. Bij de systeemomschrijving van wasser BWL2009.12.V1 staat beschreven dat het watergordijn een lengte heeft van 1,5m. De stromingsrichting van de lucht ter hoogte van het watergordijn is verticaal.
Doordat de inbouwwasser van de ondernemer op 2 essentiële ontwerpvereisten afwijkt van de systeembeschrijving van de biologische gaswasser BWL.2009.12.V1, kan deze inbouwwasser niet gekwalificeerd worden als zijnde een biologische gaswasser van het type BWL.2009.12.V1. Er kan dan ook niet vanuit gegaan worden dat de inbouwwasser zorgt voor een verwijdering van ammoniak, fijnstof en geur van 85%.”
4.6.
Robos heeft haar stelling dat Inno+ luchtwassers aanbiedt die door haar ten onrechte worden aangeprezen als luchtwassers van het type BWL 2009.12/BWL 2009.12V1 onderbouwd met het hiervoor onder 2.6. aangehaalde rapport van Buro Blauw. Buro Blauw concludeert niet alleen dat de onderzochte, door Inno+ geplaatste luchtwasser op twee essentiële punten afwijkt van het aangeboden type, maar ook dat er niet van kan worden uitgegaan dat de luchtwasser zorgt voor een verwijdering van ammoniak, fijnstof en geur van 85%. Daarmee heeft Robos het door haar gestelde misleidende karakter van de mededelingen door Inno+ op haar website met betrekking tot de luchtwassers van het type BWL 2009.12/BWL 2009.12V1 voldoende onderbouwd.
4.7.
Ingevolge artikel 6:195 BW rust de bewijslast ter zake van de juistheid of volledigheid van de feiten die op haar website staan omtrent de eigenschappen van haar luchtwassers op Inno+. Inno+ heeft weliswaar gemotiveerd uiteengezet dat haar luchtwassers naar haar mening wel degelijk voldoen aan de omschrijving BWL 2009.12/2009.12V1, maar heeft deze uiteenzetting niet onderbouwd met enige verklaring van een (onafhankelijk) deskundige. Tegenover de stellingen van Robos en de bevindingen van Buro Blauw staan dus slechts de eigen inzichten van Inno+. Daarmee heeft Inno+ niet voldaan aan de op haar rustende bewijslast en moet het er in dit kort geding voor worden gehouden dat haar mededeling dat haar luchtwassers voldoen aan de omschrijving BWL 2009.12/2009.12V1 misleidend en daarmee jegens Robos onrechtmatig zijn.
Uitspraak ingezonden door Bram Duivenvoorde & Daniël Haije,
Aanbeveling. 2.3 Code e-mail. De uiting: Het betreft een nieuwsbrief van afzender met als onderwerp: “Ga bricken en win een auto!”. De klacht: Klager is ex-klant. Op zijn vraag waarom hij de nieuwsbrief ontvangt, volgt een “bounce”.
Voorzitterstoewijzing. Aanbeveling. Goede smaak en fatsoen. Art. 2 NRC. De uiting: Het betreft de website www.funda.nl voor zover ten aanzien van de woning aan de [adres] wordt meegedeeld: “Droomhuis gevonden? Slaap er eerst een nachtje!”. De klacht: De reclame suggereert dat een belangstellende in de woning kan overnachten. Dit is intimiderend voor de huizenbezitter, in dit geval de twee bejaarde ouders van klager. Zij zijn zich niet bewust van het feit dat hun woning wordt ingezet voor deze reclame-uiting.
Boetebesluit AFM naar aanleiding van de uitzending van een reclamespotje over een beleggingsproduct, waarin onvoldoende duidelijk is gewaarschuwd voor mogelijke risico’s. Artikel 51, derde lid, MiFID-richtlijn. Toetsingskader artikelen 1:97 en 1:98 Wft. De artikelen 1:97 en 1:98 Wft moeten richtlijnconform worden toegepast. Dit betekent dat het College thans van oordeel is, anders dan in eerdere uitspraken is overwogen, dat moet worden getoetst of het besluit van AFM om tot publicatie van het boetebesluit over te gaan geen onevenredige schade toebrengt aan de betrokken partijen. In het onderhavige geval is daarvan geen sprake.
Aanbeveling. Misleidende kwalificaties. De uiting: Het betreft een uiting op de website www.gebrsimonsduivencenter.nl Daarin staat onder meer: “Beste kweekstation van Europa, Europese Prijs, (naam)”. De klacht: Op de site staat dat adverteerder het beste (duiven)kweekstation van Europa is, maar nergens staat een bronvermelding van deze normering. De reclame-uiting is misleidend. De beslissing: De Commissie acht op grond van het voorgaande de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Het oordeel van de Commissie:
Aanbeveling. Misleiding. Voornaamste kenmerken product. Oneerlijke reclame. De uitingen: 1.Uitingen (a. homepage en b. handleiding) op de website www.tommyteleshopping.com en 2. een televisiereclame. De klacht: De uitingen gaan gepaard gaan met onjuiste informatie ten aanzien van de van het gebruik van het product (Reduform methode) en de te verwachten resultaten. De beslissing: Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uitingen in strijd met artikel 7 NRC. 
Voorzitterstoewijzing. De uiting: Het betreft een poster waarop een aankondiging van een “Black and White Party” staat die door adverteerder (Café ’t Sinterkläöske) wordt georganiseerd “voor alle jeugd 11 van 14 jaar”. Op de poster staat voorts herhaaldelijk het gecombineerde woord/beeldmerk Lindeboom in combinatie met de afbeelding van een vol glas bier en de mededeling “t Bier van Hier”. De poster is in een basisschool opgehangen. De klacht: Klager stelt, samengevat, dat de onderhavige uiting een expliciete alcoholreclame is die is gericht op 11 tot 14 jarigen teneinde ze “naar het café te krijgen”. De poster hangt in een basisschool. Volgens klager is sprake van overtreding van de regels voor alcoholreclame.