RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Pers/printmedia  

RB 920

Multivitaminen zijn goede aanvulling op gezond eetpatroon

RCC 21 april 2011, Dossiernr. 2011/00252

Reclamerecht. Uiting in huis-aan-huis blad met de tekst: "multivitaminen kunnen een goede aanvulling zijn op een gezond en gevarieerd eetpatroon." Klager vindt dit misleidend, bij dergelijk patroon zijn geen aanvullende vitaminen nodig. Verweerder onderbouwt de uiting met resultaten van verschillende onderzoeken en vermeld dat uiting is voorzien van toelatingsnummer KAG.
Commissie vat klacht op als onjuiste informatie in de zin van art. 8.2 aanhef en onder b NRC. Wijst klacht af want verweerder heeft stelling in uiting voldoende aannemelijk gemaakt.

De Commissie vat klaagsters bezwaar tegen de bestreden uiting aldus op, dat in de advertentie onjuiste informatie wordt verstrekt over een van de voornaamste kenmerken van de aangeprezen multivitaminen, te weten de geschiktheid voor het gebruik en de van het gebruik te verwachten resultaten, als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code. De Commissie wijst de klacht af. Naar haar oordeel is door adverteerders voldoende aannemelijk gemaakt dat multivitaminen in bepaalde situaties een aanvulling op een gezond en gevarieerd eetpatroon kunnen zijn, zoals in de uiting wordt gesteld.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 8.2 aanhef en onder b

RB 918

Juweliersactie: elke tweede artikel 1 euro

Vz RCC 28 april 2011, Dossiernr. 2011/00094 (1 euro actie bij juwelier)

Reclamerecht. Advertentie in krant van juwelier over spectaculaire verbouwingsopruiming: elk tweede artikel 1 euro. Klager stelt dat deze actie alleen gold voor artikelen in etalage. Volgens verweerder is het logisch dat dit niet voor alle artikelen gold en waren artikelen die onder actie vielen voorzien van gele sticker.

Voorzitter oordeelt dat de Commissie klacht zal toewijzen. In uiting werd gesproken over "spectaculaire opruiming" en stond er geen beperking op "2e artikel 1 euro." Sprake van omissie (art. 8.3 aanhef en onder c NRC) en daarom in strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling.

De voorzitter is van oordeel dat de Commissie de klacht zal toewijzen. Hij overweegt daartoe het volgende. In de advertentie staat zonder uitzondering “2e artikel 1 euro!”. Op grond hiervan zal de ge­middelde consument aannemen dat de actie voor alle artikelen van de collectie geldt. Dat sprake is van een juwelierswinkel doet daaraan niet af. In de advertentie staat uitdrukkelijk dat sprake is van een “spectaculaire verbouwingsoperatie”. Indien der­ge­lijke woorden wor­den gebruikt ter omschrijving van een bijzondere actie, kan niet van het ge­bruikelijke ver­wachtingspatroon van de ge­mid­delde consument worden uitgegaan.

Niet weersproken is dat de actie een belangrijke beperkende voorwaarde heeft, te weten dat deze uitsluitend geldt voor bepaalde artikelen. Nu deze beperking niet uit de reclame-uiting blijkt, is sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Neder­landse Reclame Code (NRC).

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC art.7, art. 8.3 aanhef en onder c

RB 916

Sligro Dreft vaatwastabletten aanbieding onduidelijk

Voorzitter RCC 12 mei 2011, Dossiernr. 2011/00315 (Sligro aanbieding Dreft)

Reclamerecht. Aanbieding in folder: Dreft vaatwastabletten "2 halen, 1 betalen" en "van 17,95 voor 8,95." Klaagster meende voor 2 pakken 8,95 euro te moeten betalen, maar moest 17,95 euro neerleggen. Verweerder stelt dat per ongeluk twee actievormen door elkaar zijn gebruikt, waardoor uiting onduidelijk was. Heeft actie ondernomen om dit in de toekomst te voorkomen.

Voorzitter oordeelt dat Commissie klacht zal toewijzen. Acht dat er sprake is van onduidelijke informatie (art. 8.2 aanhef en onder d NRC) en daarom in strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling.

De voorzitter is van oordeel dat de Commissie de klacht zal toewijzen. Hij overweegt daar-toe het volgende.
Niet in geschil is dat de reclame-uiting de indruk wekt dat men voor de twee afgebeelde Mega Packs Dreft afwastabletten in totaal € 8,95 hoeft te betalen, terwijl deze Packs in werkelijkheid in totaal € 17,95 kosten.
Aldus heeft adverteerder geen juiste, althans geen duidelijke informatie verstrekt over de prijs van het product en het bestaan van een speci­fiek prijsvoordeel als bedoeld in artikel 8.2 aan­hef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oor­deel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 7 en art. 8.2 aanhef onder d

RB 915

D-reizen prijsafspraken reclame

Voorzitter RCC 2 mei 2011, Dossiernr. 2011/00167 (D-reizen)

Reclamerecht. Advertentie van D-reizen over prijsafspraken. Klager meent dat de uiting in strijd is met goede smaak en fatsoen. Verweerder stelt dat het geen andere reisbureaus zwart wil maken en de advertentie een knipoog naar de NMa was en dat deze inviel bij D-Reizen (hier en hier).

Voorzitter stelt zich bij beoordeling goede smaak en fatsoen terughoudend op en acht de grens van het toelaatbare niet overschreden. Wijst de klacht af.

Bij de beoordeling van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met de goede smaak en/of het fatsoen, stelt de Commissie zich terughoudend op, gezien het subjectieve karakter van deze criteria. Deze terughoudendheid in acht nemende, is de voorzitter van oordeel dat de grens van het toelaatbare niet is overschreden.

Op onmiskenbaar humoristisch bedoelde wijze stelt adverteerder dat hij de consument in staat stelt om bij hem een reis te boeken voor een gunstige prijs. Niet kan in ernst worden geoordeeld dat adverteerder zich in het licht van het door het NMa gestarte onderzoek naar verboden prijsafspraken binnen de reisbranche op de borst klopt of dat hij zich afzet tegen andere reisorganisaties. 

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)

RB 913

Nee/Nee-sticker ook niet gerespecteerd door Pizzalijn

Voorzitter RCC 2 mei 2011, Dossiernr. 2011/00242 (folder Pizza lijn) 

Reclamerecht. Folder Pizzalijn in brievenbus met Nee/Nee-sticker gedeponeerd. Voorzitter maakt gebruik van bevoegdheid art. 12 lid 1 aanhef en onder a Reglement RCC en CVB. Klacht is niet weersproken en afzender heeft niet gereageerd op e-mail klager. Voorzitter acht art. 3.1 Code VOR overtreden en doet aanbeveling.

Aangezien klager onweersproken heeft meegedeeld dat de bewuste reclame-uiting is gede­poneerd in klagers brievenbus, die voorzien is van een NEE/NEE-sticker - naar de voorzitter aanneemt een sticker als vermeld in bijlage 1 bij de Code Verspreiding Ongeadresseerd Reclamedrukwerk (Code VOR) – en afzender niet heeft gereageerd op de e-mail die klager op 26 januari 2011 aan afzender heeft verzonden naar aanleiding van de ontvangst van de folder, is artikel 3.1 Code VOR overtreden. 

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: Reglement RCC en CVB art. 12 lid 1 aanhef en onder c; Code VOR art. 3.1
Zie eerdere Nee/Nee-sticker uitspraken: RB 820; RB 737; RB 677

RB 912

Nee/Nee-sticker niet gerespecteerd door Catch!

Voorzitter RCC 2 mei 2011, Dossiernr. 2011/00019 (Nee/Nee-sticker) 

Reclamerecht. Folder in brievenbus met Nee/Nee-sticker gedeponeerd. Verweerder is ervan overtuigd dat zijn medewerkers dit niet hebben gedaan. Voorzitter maakt gebruik van bevoegdheid art. 12 lid 1 aanhef en onder a Reglement RCC en CVB. Nu klacht onweersproken is, acht voorzitter art. 3.1 Code VOR overtreden. Doet aanbeveling. 

Aangezien klager onweersproken heeft meegedeeld dat de bewuste reclame-uiting is gede­poneerd in klagers brievenbus, die voorzien is van een NEE/NEE-sticker - naar de voorzitter aanneemt een sticker als vermeld in bijlage 1 bij de Code Verspreiding Ongeadresseerd Reclamedrukwerk (Code VOR) - is artikel 3.1 Code VOR overtreden. De voorzitter houdt afzender hiervoor verantwoordelijk, nu het om een uiting van hem gaat die op de bewuste datum door medewer­kers van hem is verspreid. Afzender heeft niet specifiek toegezegd maatregelen te nemen om verdere overtreding van artikel 3.1 Code VOR te voorkomen. 

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: Reglement RCC en CVB art. 12 lid 1 aanhef en onder a; Code VOR art. 3.1
Zie ook eerdere uitspraken over Nee/Nee-sticker: RB 820; RB 737; RB 677

RB 911

Nee/Ja-sticker niet nageleefd door [een acupuncturist]

Voorzitter RCC 2 mei 2011, Dossiernr. 2011/00249 ([een acupuncturist])

Reclamerecht. Folder [een acupunturist] is in brievenbus met Nee/ Ja-sticker gedeponeerd. Voorzitter maakt gebruik van bevoegdheid in art. 12 lid 1 aanhef en onder a Reglement RCC en CVB. Klacht is onweersproken en verweerder heeft niet gereageerd op brief klager. Voorzitter beslist dat art. 3.1 Code VOR is overtreden en doet aanbeveling.

Aangezien klager onweersproken heeft meegedeeld dat de bewuste reclame-uiting is gede­poneerd in klagers brievenbus, die voorzien is van een NEE/JA-sticker - naar de voorzitter aanneemt een sticker als vermeld in bijlage 1 bij de Code Verspreiding Ongeadresseerd Reclamedrukwerk (Code VOR) – en afzender niet heeft gereageerd op de brief die klager op 11 januari 2011 aan afzender heeft verzonden naar aanleiding van de ontvangst van de folder, is artikel 3.1 Code VOR overtreden.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: Reglement RCC en CVB art. 12.1 lid 1 aanhef en onder a; Code VOR art. 3.1
Zie ook eerdere uitspraken over Nee/Ja-sticker: RB 830; RB 819; RB 783; RB 509

RB 910

AH Bonusactie Syoss misleidend

Voorzitter RCC 12 mei 2011, Dossiernr. 2011/00202 (AH Bonus Syoss)

Reclamerecht. Bonusfolder AH met actie tweede product gratis van Syoss. Klager stelt dat uiting indruk wekt dat alle Syoss producten onder de actie vallen, echter de hairspray was uitgesloten. Verweerder erkent de klacht en wil product aan klager vergoeden. Voorzitter oordeelt dat Commissie klacht zal toewijzen. Overweegt dat er sprake is van onjuiste informatie (art. 8.2 aanhef en onder d NRC) en daarom in strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling.

 De voorzitter is van oordeel dat de Commissie de klacht zal toewijzen. Hij overweegt daartoe het volgende.

Adverteerder heeft erkend dat de advertentie als misleidend kan worden opgevat, nu deze ten onrechte de indruk wekt dat de actie “2e gratis” ook geldt voor andere Syoss producten dan de twee in de Bonusfolder afgebeelde Syoss producten Gelet hierop is sprake van on­juiste informatie over het bestaan van een specifiek prijsvoordeel als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting mislei­dend en daar­door oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 7, art. 8.2 aanhef en onder d
Zie ook eerdere uitspraak over AH Bonus actie tweede product gratis (RB 887)

RB 917

Steekproef: te kleine groep

Hof 's-Gravenhage 17 mei 2011, KG ZA 09-1645 (Architectenweb B.V. tegen Sdu Uitgevers B.V.) met dank aan Lars Bakers en Floor de Ruijter, Bingh Advocaten

In navolging van IEF 8857 en IEF 8510. Reclamerecht. Architectenweb stelt dat SDU zich van misleidende reclame heeft bediend bij aanprijzen vakblad De Architect. (6:194 BW) Vorderingen afgewezen in eerste instantie (IEF 8510). Steekproef als bewijs. Te kleine groep (82 v/d 9.699 in het 'architecten-segment'), nalaten melding van bredere context in brochure. Crossmediaal bereik komt vrijwel geheel voor rekening van het vakblad.

Geen verbod brochure, wegens ontbreken spoedeisend belang, brochure wordt niet (meer) openbaar gemaakt. Onvoldoende gespecificeerd verbod op mededelingen met overeenkomende strekking. Eisvermeerderingen, ongeoorloofde reclame in mailing, feitelijk onjuiste mededeling gebruikers op website en onrechtmatige wijze profiteren dmv domeinnaamregistratie) worden allen afgewezen. Ook geen overige onrechtmatig handelen. Wel rectificatie gedurende twee maanden op o.a. www.dearchitect.nl.

12. (...) Volgens Sdu is 82 dus ruim voldoende. Sdu laat evenwel na te vermelden deze dezelfde bladzijde, één zin later, wordt aanbevolen om een steekproefgrootte van minimaal 100 te nemen; dan is 82 dus ruim onvoldoende. Wat hier ook verder van zij, dergelijke algemene uitspraken zijn niet toegesneden op het onderhavige geval. Het hof gaat hier aan voorbij. In de derde plaats blijkt volgens Sdu uit de uitgevoerde non-response analyse dat 82 een representatieve steekproefgrootte is. Deze analyse is echter niet in het geding gebracht, zodat het hof ook deze stelling als onvoldoende onderbouwd passeert.

13. Uit het voorgaande volgt dat de gebruikte steekproefgrootte van 82 naar gebruikelijke normen te klein is om verantwoord de gewraakte uitspraak over de onderhavige populatie (de mededeling in de brochure) te kunnen doen.

14. (...) Architectenweb heeft aangevoerd dat 'architect' in Nederland een beschermd beroep en een beschermde titel is (Stb. 1987, 347), en dat het desbetreffende onderzoek van The Choice niet uitsluitend onder architecten heeft plaatsgevonden. De enquêtes zijn name afgenomen onder 82 respondenten 'binnen het segment architect, zo blijkt uit het rapport van The Choice (blz. 16). Het onderzoek blijkt te zijn gedaan onder diverse typen beroepen die in de architectenbranche voorkomen, zoals tekenaars, managers en secretaresses. Uit de vragenlijst blijkt ook niet dat specifiek naar beroep of registratie is gevraagd (rapport The Choice, blz. 4). Derhalve is niet uitgesloten dat ook niet-architecten in de (toch al te kleine) steekproef van 82 respondenten zijn opgenomen. (...)

Lees de uitspraak hier (pdf - let op: 5,7 Mb)

RB 899

Verzekering bij ONVZ

RCC 21 april 2011, Dossiernr. 2011/00238 (ONVZ)

Reclamerecht. Uiting van zorgverzekeraar over optimale keuzevrijheid. Klager acht uiting niet juist, nu zij geweigerd is na medeling alternatieve circuit te bezoeken. Verweerder zegt dat in uiting wezenlijk kenmerk van verzekering onder de aandacht wordt gebracht. Acht acceptatiebeleid van algemene bekendheid waardoor dit niet vermeld hoeft te worden in reclame. Commissie oordeelt dat de niet-acceptatie van klaagster de uiting niet misleidend maakt. Wijst de klacht af.

In de bestreden uiting wordt de ‘optimale vrijheid in de keuze van medicijnen, het ziekenhuis en welke arts of specialist u wilt inschakelen’ van ONVZ-verzekeringen aangeprezen. Het enkele feit dat klaagster kennelijk niet is geaccepteerd voor een (aanvullende) verzekering van ONVZ in verband met het consulteren van een mesoloog maakt - nog afgezien van de vraag of een mesoloog als arts of specialist moet worden beschouwd – de bestreden uiting niet misleidend.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)