RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Pers/printmedia  

RB 995

25% winst of 20% voordeel?

CVB 9 juni 2011, Dossiernr. 2011/00117 (Recreatiecentra Nederland)

Reclamerecht. Uitingen in Recreatiekrant over RCN daalders: waarde is 150 euro, betaal maar 120 euro dus 25% winst. Klager stelt dat daalders slechts 20% voordeel opleveren, dus ten onrechte gesproken van 25% winst. Verweerder stelt dat er winst wordt gemaakt van 30 euro dus 25%.

Commissie oordeelt dat er geen sprake is van winst, want men kan niet een bedrag van 150 euro krijgen, alleen producten t.w.v. 150 euro. Wel is er sprake van 20% voordeel want maar 120 echte euro's uitgegeven. Sprake van onjuiste informatie (art. 8.2 aanhef en onder b NRC) dus strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling.
Grief: men betaalt 120 euro voor munten en kan daarmee producten en diensten voor 150 euro kopen. Dit staat gelijk aan 25% winst. Uitleg Commissie is onjuist.

CVB: de term "winst" als uitgelegd in de Van Dale komt overeen met de omschrijving van het voordeel van de RCN munt. Niet onjuist of misleidend om dit voordeel te omschrijven als 25% winst. Vernietigt beslissing Commissie en wijst klacht alsnog af.

2. In het Van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal wordt “winst” onder meer omschreven als: “verkregen voordeel, opbrengst boven de bestede kosten, wat men wint”. Uitgaande hiervan en van de verwachting van de gemiddelde con­sument, dient de term “winst” als omschrijving van het voor­deel dat de RCN-daal­der biedt, juist te worden geacht. Uit de toelichting bij de uitingen blijkt bovendien hoe deze “winst” tot stand komt, te weten door de aankoop van de RCN-daalder voor € 1,20 respectievelijk € 120,-- en de aan­koop daarmee van producten en diensten tot een bedrag van € 1,50,-- respectievelijk € 150,--, zodat ook hierom geen mis­ver­stand over de hoogte van het te behalen voordeel mogelijk is. Het feit dat RCN dit voordeel vertaalt met de woorden “25% winst” of soortgelijke mededelingen, kan op grond van het voorgaande niet onjuist of misleidend worden geacht.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: NRC art. 7, art. 8.2 aanhef en onder b

RB 993

Registratie Postfilter vervalt na 5 jaar

RCC 30 mei 2011, Dossiernr. 2011/00356 (aanmelding Postfilter)

Reclamerecht. Klager heeft op 25 januari geadresseerde reclame ontvangen terwijl hij zich op 25 augustus 2010 bij Postfilter heeft aangemeld. Postfilter meldt dat de huidige registratie van klager van 26 januari 2011 is, oudere registratie is van 18 maart 2005 en is vervallen op 29 juni 2010. Verweerder stelt dat de Postfilter check op 23 december 2010 heeft plaatsgevonden en verweerder toen niet in Postfilter geregistreerd stond.

Commissie oordeelt dat niet is vast komen te staan dat klager ten tijde van verzending reclame was geregistreerd bij Postfilter. Niet gebleken van een registratie op 25 augustus 2010. Wijst klacht af.

Volgens de bij het Postfilter namens de Commissie ingewonnen informatie is er sprake van een registratie per 26 januari 2011 en is een eerdere registratie bij het Infofilter op 29 juni 2010 verwijderd. Van een registratie per 25 augustus 2010, zoals in de klacht gesteld, is niet gebleken.

Adverteerder heeft nog meegedeeld dat klager ten tijde van de selectie van adressen en de bijbehorende check met het Postfilter op 23 december 2010 niet was geregistreerd in het Postfilter.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)

RB 990

Reflexzone Voetenmasseur

Vz RCC 26 mei 2011, Dossiernr. 2011/00248 (Compleet Comfort)

Reclamerecht. Advertentie in magazine voor Reflexzone Voetenmasseur. Dit product zorgt voor verdwijning van pijnlijke voeten, activering bloedcirculatie en is pijnstillend. Klaagster stelt dat er medische claims in advertentie staan die niet steunen op wetenschappelijk bewijs. Adverteerder stelt dat het de productie heeft gestaakt en voert geen inhoudelijk verweer.

De voorzitter oordeelt dat Commissie klacht zal toewijzen. Apparaat heeft niet de werking die in de uiting aan het wordt toegeschreven. Sprake van onjuiste informatie (art. 8.2 aanhef en onder b NRC). Strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling. Voorzitter laat in het midden of uiting ook medische claims bevatte, nu klaagster dit niet specifiek heeft gemaakt.

Klaagster heeft onweersproken gesteld dat het apparaat niet de daaraan in de reclame-uiting toegeschreven werking heeft. Aldus heeft adverteerder geen juiste informatie verschaft over de van het gebruik van het apparaat te verwachte resultaten, een van de belangrijkste eigen­schappen van het product als bedoeld in artikel 8.2 aan­hef en onder b van de Neder­landse Reclame Code (NRC).

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: NRC art. 7, art. 8.2 aanhef en onder b

RB 983

"Betreft uw reservering"

RCC 16 mei 2011, Dossiernr. 2011/00320 (Postcode Loterij)

Reclamerecht. Aan klager geadresseerde brief van Postcode Loterij met tekst op envelop: "betreft uw reservering." Klager vindt deze tekst misleidend, heeft geen reservering bij verweerder. Door kleur inkt en envelop niet duidelijk wie afzender was. Ook heeft klager meermaals aangegeven geen prijs te stellen op ontvangen post van verweerder. Verweerder stelt dat zij vrij is in manier van reclame maken en tekst leesbaar is want in 12 puntsletter weergegeven. Hierdoor is envelop voldoende als reclame herkenbaar. Teruggestuurde brieven van klager zijn onbekend bij verweerder.

Commissie oordeelt dat envelop met tekst "betreft uw reservering" verkeerde indruk wekt. Hierdoor niet duidelijk als reclame herkenbaar dus in strijd met art. 11.1 NRC. Ook heeft verweerder niet voldoende aannemelijk gemaakt dat zij is ingegaan op verzoek van klager om geen post meer te ontvangen dus strijd met art. 14 Code CBR. Doet aanbeveling.

Van de tekst: “BETREFT UW RESERVERING” gaat onmiskenbaar de suggestie uit dat de envelop informatie of documenten bevat met betrekking tot een reservering die door de geadresseerde is geplaatst. Eerst na het openen van de envelop blijkt dat deze uitsluitend reclame bevat voor de Nationale Postcode Loterij en in het geheel geen betrekking heeft op een reservering van de ontvanger van deze reclame.

Nu de envelop een verkeerde indruk wekt, acht de Commissie de uiting niet duidelijk als reclame herkenbaar en daardoor in strijd met artikel 11.1 Nederlandse Reclame Code (NRC).

Dat op de achterzijde van de envelop voor het geval van onbestelbaarheid de Nationale Postcode Loterij wordt genoemd, leidt niet tot een ander oordeel. Voor zover deze mededeling al niet over het hoofd wordt gezien, doet deze onvoldoende af aan bovenbedoelde onjuiste indruk.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regelingen: NRC art. 11.1; Code CBR art. 14
Lees eerdere uitspraken over de Postcode Loterij hier: RB 771; RB 739; RB 684; RB 674; RB 673

RB 981

Postfilter niet voldoende geraadpleegd

RCC 12 mei 2011, Dossiernr. 2011/00267 (Bankgiroloterij)

Reclamerecht. Klager heeft zich op 14 oktober 2010 ingeschreven bij Postfilter en o.a. categorie Loterijen aangevinkt. Toch ontving hij op 8 januari een uiting van de Bankgiroloterij (BGL). Klager heeft geen reactie van verweerder ontvangen over zijn klacht hierover. Verweerder stelt dat het Postfilter bestand van 13 oktober 2010 heeft gebruikt. N.a.v. klagers brief is deze op 9 januari in het 'recht van verzet' bestand terecht gekomen. Ook is verweerder van mening dat Code Postfilter (in werking getreden op 1 jan 2011) niet moet worden toegepast op deze zaak, i.v.m. overgang naar nieuwe regeling.
Commissie oordeelt dat Code Postfilter van toepassing is omdat mailing verzonden is op 7 januari. Strijd met art. 5.2 en art. 5.3 Code Postfilter want Postfilter voor het laatst geraadpleegd op 13 oktober. Doet aanbeveling.

Op grond van artikel 5.2 van de Code Postfilter dient een adverteerder, voordat hij een adressenbestand met personen wil gebruiken voor het verzenden van Direct Mail, altijd het Post Register te raadplegen. Deze raadpleging dient op grond van artikel 5.3 van de Code Postfilter plaats te vinden binnen een periode van maximaal zes weken voor het feitelijk toesturen van Direct Mail.

Nu adverteerder de bewuste brief op 7 januari 2011 aan klager heeft verzonden, terwijl zij op 13 oktober 2010 voor het laatst het Post Register had geraadpleegd, heeft adverteerder in strijd gehandeld met de genoemde bepalingen.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: Code Postfilter art. 5.2, art. 5.3
Zie eerdere uitspraken over BGL: RB 956; RB 833; RB 791

RB 980

Gratis stroom

RCC 30 mei 2011, Dossiernr. 2011/00401 (E.ON)

Reclamerecht. Verschillende uitingen van E.ON die onderdeel uitmaken van de campagne "E.ON stroomstootje" met de tekst "tot 6 maanden gratis stroom." Klager stelt hierover het volgende: Uit actievoorwaarden op website blijkt dat 6 maanden gratis stroom achteraf wordt verrekend bij jaarnota. Strijd met art. 8.5 jo. bijlage 1 sub 19 NRC. Banner verwijst niet naar actievoorwaarden, dus sprake van onjuiste informatie (art. 8.1 jo. 8.2 NRC). Advertentie in Metro over "speciale Metro lezersaanbieding" is niet alleen speciaal voor die doelgroep dus strijd met art. 8.5 jo. bijlage 1 sub 7 en/of 17 NRC. Klager acht uitingen aldus misleidend en in strijd met art. 7 NRC. Verweerder heeft klacht gemotiveerd weersproken.

Commissie: 1. Korting wordt maandelijks in voorschot opgenomen en bij de jaarnota definitief vastgesteld a.d.h.v. daadwerkelijk verbruik. Klacht treft in zoverre geen doel. 2. Sprake van onduidelijke informatie (art. 8.2 aanhef NRC) omdat actie niet kan worden aangeduid met "gratis" leveren van stroom doordat de wijze van verrekenen dit niet rechtvaardigt. Strijd met art. 7 NRC. 3. Klacht over actie voor Metro lezers treft geen doel, geen strijd met art. 8.5 bijlage 1 punt 7 of 17 want uiting valt niet onder deze punten. 4. Geen aanleiding om uitspraak onder aandacht van breed publiek te brengen (art. 17 lid 1 onder h jo. art. 18 lid 4 Reglement betreffende RCC en CVB). Commissie oordeelt dat uitingen in strijd zijn met art. 7 NRC en doet aanbeveling. Wijst voor het overige klacht af.

 

2.
Klaagster maakt voorts bezwaar tegen het gebruik van de woorden “tot 6 maanden gratis stroom” in de genoemde uitingen, in verband met de informatievoorziening over de actie. De Commissie vat dit bezwaar aldus op, dat be­doelde woor­den volgens klaagster een onjuist althans onvolledig beeld geven van de inhoud van de actie. In verband daarmee zal de Commissie de uitingen toetsen aan de meer alge­mene mis­leidingsbepalingen van de artikelen 7 en 8 van deze Code.

Naar het oordeel van de Commissie zal de consument bij de mededeling dat hij een aantal maanden gratis stroom kan krijgen, denken aan een actie waarbij hij gedurende enige tijd in het geheel geen vergoeding voor de verbruikte stroom verschuldigd is. De onderhavige actie wijkt hiervan af. Weliswaar ontvangt de consument elke maand enige korting op het verschuldigde termijnbedrag, maar deze korting kan uitsluitend indien zij over een bepaalde periode wordt opgeteld tot een som leiden die gelijk is aan een maand stroom. Het op deze wijze verrekenen van een korting op de elektriciteitskosten gevolgd door een jaarlijkse vaststelling van de daadwerkelijk te betalen kosten, kan naar het oordeel van de Commissie niet worden aangeduid met het “gratis” le­ve­ren van stroom, zoals in de reclame-uitingen wordt gedaan en zoals dit begrip door de gemiddelde consument zal worden opgevat. Het ge­bruik van het woord “gra­tis” voor een der­gelijke wijze van verrekenen geeft een verkeerd beeld van de actie. De consument zal immers niet ver­wach­­ten dat in werkelijkheid sprake is van een kortingsactie, verspreid over een langere periode en in de vorm van een korting op het termijnbedrag, waarvan de hoogte achteraf definitief wordt vastgesteld.

Aldus wordt naar het oordeel van de Commissie in de uitingen zoals genoemd onder I t/m IV geen duidelijke informatie verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument door de reclame-uitingen ertoe gebracht kan worden een besluit over een trans­ac­tie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regelingen: NRC art. 7, art. 8.1, art. 8.2 aanhef, art. 8.5 bijlage 1 sub 7, sub 17, sub 19; Reglement betreffende RCC en CVB art. 17 lid 1 onder h, art. 18 lid 4
Lees eerdere uitspraak over E.ON: RB 849

RB 977

Avenue de Baobab

RCC 16 mei 2011, Dossiernr. 2011/00268 (Baoblad)

Reclamerecht. Baoblad pagina 48 en 49. Klager was deelnemer aan reis naar Madagaskar georganiseerd door verweerder. In Baoblad staat foto afgebeeld van 'Avenue de Baobab'. Hierdoor wordt indruk gewekt dat deze straat zal worden bezocht tijdens reis, dit blijkt echter niet het geval. Sprake van misleiding.
Commissie oordeelt dat pagina's 48 en 49 van Baoblad algemene informatie over de baobab bevatten. Gemiddelde consument zal alvorens reis te boeken website raadplegen om het volledige programma te bekijken, waaruit dan blijkt dat 'Avenue de Baobab' niet bezocht zal worden. Geen sprake van misleidende reclame. Wijst klacht af.

De Commissie is van oordeel dat de gemiddelde consument, alvorens hij naar aanleiding van dit aanbod een besluit neemt om een reis te boeken, de genoemde website zal raadplegen om het ‘volledige programma, vertrekdata en prijzen’ te bekijken. Dan zal, zo blijkt uit de klacht, blijken dat  een bezoek aan de in de folder op pagina 49 afgebeelde ‘avenue de baobab’ niet bij het programma is inbegrepen. Gelet hierop is geen sprake van misleidende reclame.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)

RB 975

Aanprijzing gemeentelijke plannen

RCC 18 mei 2011, Dossiernr. 2011/00327 (Gemeente Gouda)

Reclamerecht. Uiting op gemeentepagina van de Goude Post en persbericht van gemeente Gouda over winkelketen H&M in centrum. Klager vindt dat beide uitingen als aanprijzing van de denkbeelden van de gemeente voor particulier initiatief. Uitingen zijn subjectief, deels onjuist en misleidend. Indruk wordt gewekt dat project is goedgekeurd. Verweerder stelt dat uitingen toelichting zijn op de plannen voor die locatie. Geen sprake van reclame, maar van gemeentelijke informatieverstrekking.

Commissie oordeelt dat er sprake is van reclame (art. 1 NRC) want door de vorm, kleurgebruik en tekst is er sprake van aanprijzing. Dat uitingen op gemeentepagina en gemeentelijke website zijn geplaatst leidt niet tot ander oordeel. In uitingen wordt niet gesteld dat er sprake is van goedkeuring project, er wordt uitdrukkelijk gewezen op mogelijkheid tot reageren. Geen sprake van onjuiste informatie. Commissie wijst klacht af.

1) De Commissie is van oordeel dat de bestreden uitingen niet alleen feitelijke informatie bevatten over de bestuurlijke plannen van de gemeente Gouda, maar door de vorm, het kleurgebruik (in het artikel in de Goudse Post) en de tekst (mede) een aanprijzing inhouden van het winkelaanbod in de binnenstad van de gemeente Gouda, dat door het ontwikkelingsproject aan de Kleiweg 27-31”nog leuker” wordt. Om die reden dienen de uitingen te worden aangemerkt als reclame-uitingen in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Het feit dat de uitingen zijn geplaatst op de gemeentepagina van de Goudse Post en de gemeentelijke website leidt niet tot een ander oordeel.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: NRC art. 1

RB 974

iPad voor iedere kandidaat?

CVB 8 juni 2011, Dossiernrs. 2011/00183 en 2011/00183A (Vriendenloterij)

Reclamerecht. Aan klagers gerichte brief over Vriendenloterij Holland's Next Millionaire. Klagers stellen bij uitzending van programma te zijn geweest maar dat er geen iPad klaar lag voor hen en hun vijf vrienden, zoals beloofd in brief. Verweerder geeft aan dat uiting los staat van andere uitnodiging die klagers hebben gekregen om opnamedag op 14 februari bij te wonen.

Commissie oordeelt dat er sprake is van een omissie (art. 8.2 aanhef en onder c NRC) omdat in uiting niet wordt vermeld dat het uitsluitend gaat om deelnemers van de finale-aflevering. Strijd met art. 7 NRC en doet aanbeveling.
Grieven: Aflevering waaraan klagers deelnamen werd al voor einde actie van de uiting opgenomen, zij kunnen dus daaruit afleiden dat actie geen betrekking had op de door hen bijgewoonde aflevering. Extra lot moet geactiveerd worden bij deelname aan actie, wat klagers niet gedaan hebben.

CVB: samenloop van uitnodiging voor deelname aan uitzending en uiting voor deelname aan finale-aflevering is verwarrend voor consument, mede door ontbreken opnamedatum op uiting en vermelding van "mooi studiocadeau" in de eerdere uitnodiging. Echter niet aannemelijk dat mensen hierdoor extra loten zouden activeren voor de uitzending van 14 februari. In tegenstelling tot Commissie oordeelt de CVB dat er geen strijd is met art. 7 NRC en geen sprake is van een omissie (art. 8.3 aanhef en onder c NRC). Vriendenloterij heeft wel verwijtbaar gehandeld door mailing te zenden die verwarring veroorzaakt bij de consument. Hierdoor is vertrouwen in reclame geschaad (art. 5 NRC). CVB bevestigt aanbeveling met wijziging van de gronden: strijd met art. 5 NRC i.p.v. art. 7 NRC.

 2011/00183 en 2011/00183A5. Wel is het College van oordeel dat de Vriendenloterij verwijtbaar heeft gehan­deld door een mailing te verzenden die bij de consument verwarring veroorzaakt. De Vriendenloterij had deze verwarring kunnen voorkomen door degenen die reeds voor een opname waren uitgenodigd niet de onderhavige uiting te zenden dan wel duidelijker daarin te verwoorden dat uitsluitend degenen die een studioplaats win­nen voor de opname van - specifiek - aflevering 8 van het programma “Holland’s Next Millionai­re”, een iPad ontvangen, zo mogelijk onder vermelding van de datum van de opname van die afle­ve­ring. Door op dit punt onvoldoende maatregelen te nemen, heeft de Vriendenlote­rij het vertrou­wen in reclame ge­schaad. Reclame mag er immers niet toe leiden dat de consu­ment in gerechtvaardigde verwachtingen wordt teleurge­steld. Deze situatie doet zich in het onderhavige geval voor. Geïn­timeerde kon op grond van de samenloop van uitnodigingen en uiting menen dat hij na de televisie­opname waarvoor hij was uitgenodigd, een iPad zou ontvangen. Zijn standpunt dat de Vriendenloterij zijn belofte dient waar te maken, kan als een be­roep op artikel 5 NRC worden beschouwd. De Commissie had op grond van het voorgaande de klacht op deze grond dienen toe te wijzen.

Lees de gehele uitspraak 2011/00183 hier (link / pdf)
Lees de gehele uitspraak 2011/00183A hier (link / pdf)
Regeling: NRC art. 5, art. 7, art. 8.3 aanhef en onder c

RB 973

Vriendenloterij vergat updates Postfilter te checken

Vzr. RCC 26 mei 2011, Dossiernr. 2011/00266 (Postfilter)

Reclamerecht. Aan klager geadresseerde mailing van Vriendenloterij. Klager stelt dat hij zich bij Postfilter heeft ingeschreven maar toch mailing van Vriendenloterij heeft ontvangen. Verweerder stelt dat hij heeft nagelaten de updates van Postfilter te checken alvorens mailing te versturen. Zal voortaan wekelijks Postfilter checken.

Voorzitter is van oordeel dat Commissie klacht zal toewijzen. Op grond van art. 5.2 Code Postfilter moet Post Register altijd worden geraadpleegd alvorens post te versturen, binnen periode van 6 weken voor feitelijke verzending (art. 5.3 Code Postfilter). Dit is niet gebeurd dus strijd met genoemde artikelen. Doet aanbeveling.

De Code Postfilter is in werking getreden op 1 januari 2011. Adverteerder heeft de bewuste mailing blijkbaar eind januari 2011 verzonden. Op dat moment diende adverteerder de bepa­lingen in de Code Postfilter – die immers reeds in werking was getreden - in acht te nemen.

Op grond van artikel 5.2 van de Code Postfilter dient een adverteerder, voordat hij een adressenbestand met personen wil gebruiken voor het verzenden van Direct Mail, altijd het Post Register te raadplegen. Deze raadpleging dient op grond van artikel 5.3 van de Code Postfilter plaats te vinden binnen een periode van maximaal zes weken voor het feitelijk toesturen van Direct Mail.

Nu adverteerder de bewuste mailing eind januari 2011 aan klager heeft verzonden en niet is gesteld of gebleken dat adverteerder binnen een periode van maximaal zes weken voor het feitelijk toesturen van de mailing de op dat moment actuele inhoud van het Post Register heeft geraadpleegd, heeft adverteerder in strijd gehandeld met de genoemde bepalingen van de Code Postfilter.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: Code Postfilter art. 5.2; art. 5.3
Lees hier eerdere uitspraak over de Vriendenloterij: RB 758