RB

Media  

RB 873

Vectone tarieven misleidend

Voorzitter RCC 7 april 2011, Dossiernr. 2011/00146 (Vectone tarieven)

Reclamerecht. Smsbericht van 5 november 2010 waarin en website waarop staat dat voor 1ct/minuut naar vaste nummers in Marokka kan worden gebeld. Klager stelt dat hij op 6 november naar vast nummer in Marokko heeft gebeld, maar tarief nog niet was aangepast. Commissie leest deze klacht als dat het niet mogelijk was voor het tarief in genoemde sms naar Marokko te bellen. Nu adverteerder dit niet heeft betwist, is er volgens Commissie sprake van onjuiste informatie (art. 8.2 aanhef en onder d NRC en daarom misleidend. Voorzitter acht uitingen dus in strijd met art. 7 NRC en doet aanbeveling.

De voorzitter vat klagers bezwaar aldus op dat het, nadat adverteerder aan klager een sms bericht had gestuurd met de hierboven onder a bedoelde tekst, niet mogelijk was op voor 1 cent per minuut naar een vast nummer in Marokko te bellen.

Adverteerder heeft hetgeen klager stelt niet betwist, op grond waarvan de voorzitter van oordeel is dat adverteerder het geen hij in de advertentie stelt, niet is nagekomen.

Blijkens het voorgaande is onjuiste informatie verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef  en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden zijn beide  reclame-uitingen misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf).
Regeling: NRC art. 7 en art. 8.2 aanhef en onder d

RB 871

NavAudio omruilgarantie geen 100%

RCC 11 april 2011, Dossiernr. 2011/00199 (NavAudio)

Reclamerecht. Uiting op website navaudio.nl over 12 maanden omruilgarantie. Klager stelt dat verweerder cd/dvd speler niet wil omruilen nu apparaat niet meer werkt na 9 maanden. Verweerder stelt product te willen repareren, maar niet omruilen. "Omruilen is een gunst, geen moeten" volgens verweerder.

Commissie acht dat uiting doet vermoeden dat defect product vervangen en niet gerepareerd zal worden. Nu verweerder het product alleen wil repareren en niet vervangen, is er sprake van onjuiste informatie (art. 8.2 aanhef NRC). Commissie acht de uiting misleidend en dus in strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling.

Door het aanbod van “12 maanden NavAudio OMRUILGARANTIE” waarover onder meer wordt gesteld: “het defecte apparaat zal niet worden gerepareerd, maar direct vervangen worden door een nieuw exemplaar!” wordt gesuggereerd dat de consument er gedurende 12 maanden na aankoop op mag vertrouwen dat een defect apparaat zal worden vervangen in plaats van gerepareerd.  

Naar de Commissie begrijpt uit de klacht en het verweer heeft adverteerder zich binnen 12 maanden na aankoop van een navigatiesysteem, waarvoor de 12 maanden NavAudio OMRUILGARANTIE gold, niet bereid getoond om dit systeem te vervangen. Adverteerder heeft onder meer gesteld: “omruilgarantie is een gunst, geen moeten”. Aangezien de bestreden uiting anders doet vermoeden, gaat deze uiting gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de uiting de gemiddelde consument er bovendien toe kan brengen een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf).
Regeling: NRC art. 7 en art. 8.2 aanhef

RB 870

BMAir: vliegen naar Manilla voor 575 euro?

RCC 19 april 2011, Dossiernr. 2011/00251 (Vliegtickets naar Manilla voor 575 euro)

Reclamerecht. Op website wordt staat aanbieding voor vliegticket naar Manilla vanaf 575 euro. Klager stelt dat hij meerdere malen geprobeeerd heeft ticket voor deze prijs te boeken binnen 8 uur nadat aanbieding online kwam en dat het hem nooit gelukt is. Klager acht de uiting daarom misleidend. Verweerder stelt dat aanbieding geldt op basis van beschikbaarheid en in de door klager gekozen periode was vlucht met deze prijs niet beschikbaar.

Commissie leest de klacht als dat aanbieding feitelijk onmogelijk is door onvoldoende beschikbaarheid. Commissie acht onvoldoende aannemelijk dat verweerder in redelijke mate stoelen heeft gehad voor gestelde prijs, nu verweerder stelling klager niet heeft weersproken. Dat op website voorbehoud is gemaakt m.b.t. beschikbaarheid stoelen is niet voldoende aannemelijk geworden volgens Commissie. Strijd met art. V sub 1 RR.

De Commissie begrijpt de klacht in die zin dat volgens klager het boeken van een vliegreis naar Manilla vanaf Frankfurt voor de in de uiting genoemde prijs van € 575 feitelijk niet mogelijk is wegens onvoldoende beschikbaarheid.

Artikel V sub 1 van de Reclamecode Reisaanbiedingen (RR) bepaalt, dat aanbieders (van reisdiensten) dienen te zorgen voor een redelijke beschikbaarheid van de door hen in reclame-uitingen aangeboden diensten voor de genoemde prijs. Voorts dienen aanbieders op grond van artikel VI RR de juistheid en beschikbaarheid van hun aanbiedingen aannemelijk te maken indien deze worden aangevochten.

De Commissie acht onvoldoende aannemelijk geworden dat BM Air Reizen in redelijke mate stoelen beschikbaar heeft (gehad) voor de aanbieding van een ticket vanaf Frankfurt naar Manilla voor de prijs van € 575,-. Daarbij neemt de Commissie in aanmerking dat door adverteerder is erkend dat voor de periode waarin klager wenste te vertrekken de aanbieding niet beschikbaar was, en bovendien door adverteerder klagers stelling dat het bij herhaling is voorgekomen dat al binnen enkele uren na het verschijnen van de aanbieding op internet een boeking tegen het aangeboden tarief van € 575 niet (meer) mogelijk blijkt, niet is weersproken. De mededeling van adverteerder dat op de website een voorbehoud is gemaakt met betrekking tot de beschikbaarheid van de aanbieding is niet met stukken onderbouwd en is om die reden naar het oordeel van de Commissie evenmin voldoende aannemelijk gemaakt. Gelet op het vorenstaande heeft adverteerder niet voldaan aan het bepaalde in artikel V sub 1 RR.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf).
Regeling: RR art. V sub 1, art. VI

RB 876

Reclame met citaten uit medische tijdschrift verboden?

HvJ EU 5 mei 2011, zaak C-249/09 (Novo Nordisk AS tegen Ravimiamet) Prejudiële vragen van Tartu ringkonna kohus, Estland.

Reclamerecht. Receptplichtige geneesmiddelen voor menselijk gebruik (UR-geneesmiddelen). Richtlijn 2001/83/EG. In medisch tijdschrift opgenomen geneesmiddelenreclame die is gericht op personen die gerechtigd zijn geneesmiddelen voor te schrijven of af te leveren (beroepsbeoefenaren). Mogelijkheid om informatie op te nemen die niet voorkomt in de van overheidswege goedgekeurde samenvatting van productkenmerken (SmPC). Geldt ook voor geneesmiddelenreclame richting beroepsbeoefenaren. Regels van toepassing op citaten ontleend aan medische tijdschriften of wetenschappelijke werken.

Verboden om in geneesmiddelenreclame gericht op beroepsbeoefenaren in tegenspraak met SmPC . Wat mag wel: beweringen die de in de SmPC opgenomen inlichtingen aanvullen, op voorwaarde dat deze beweringen de informatie uit de SmPC bevestigen of preciseren in een zin die ermee verenigbaar is en zonder de aard ervan te wijzigen, mits deze beweringen niet misleidend zijn (art. 87 lid 3 Richtlijn 2001/83/EG, vgl. 84 lid 4 Gw en art. 4.3 Gedragscode Geneesmiddelenreclame), deze beweringen het rationeel voorschrijfgedrag bevorderen door het objectief voor te stellen zonder de eigenschappen ervan te overdrijven (art. 87 lid 3 Richtlijn 2001/83/EG, vgl. art. 84 lid 3 Gw en art. 4.3 Gedragscode Geneesmiddelenreclame) en mits eventuele citaten, tabellen, illustraties etc. die zijn ontleend aan medische tijdschriften of wetenschappelijke werken getrouw worden weergegeven met de juiste bronvermelding (art. 92 lid 2 en 3 Richtlijn 2001/83/EG, vgl. art. 91 lid 4 Gw, art. 5.7 Gedragscode Geneesmiddelenreclame).

13. Bij beslissing van 6 juni 2008 heeft de Ravimiamet Novo Nordisk gelast de publicatie van de reclame voor het geneesmiddel Levemir te beëindigen en in de reclame voor dit geneesmiddel geen gegevens op te nemen die niet voorkomen in de samenvatting van de kenmerken van dit geneesmiddel (hierna: „bestreden beslissing”).

35. Gelet op een en ander, dient op de eerste vraag te worden geantwoord dat artikel 87, lid 2, van richtlijn 2001/83 aldus moet worden uitgelegd dat het tevens de aan medische tijdschriften of aan wetenschappelijke werken ontleende citaten omvat die voorkomen in reclame voor een geneesmiddel die gericht is op personen die gerechtigd zijn om geneesmiddelen voor te schrijven of af te leveren. (...)

41. Wat meer in het bijzonder artikel 87, lid 2, van deze richtlijn betreft, waarvan de uitlegging door de verwijzende rechter wordt gevraagd, dient vooreerst te worden vastgesteld dat de bewoordingen ervan verbieden dat in reclame voor een geneesmiddel beweringen worden opgenomen die in strijd zijn met de samenvatting van de kenmerken van het product.

42. De aspecten van reclame voor een geneesmiddel mogen met name nooit therapeutische indicaties, farmacologische eigenschappen of andere kenmerken suggereren die in tegenspraak zouden zijn met de samenvatting van de kenmerken van het geneesmiddel dat door de bevoegde autoriteit werd goedgekeurd bij de verlening van de vergunning voor het in de handel brengen van dit geneesmiddel.

43. Opgemerkt dient echter te worden dat de wetgever van de Unie in artikel 87, lid 2, van richtlijn 2001/83 niet heeft bepaald dat alle aspecten van reclame voor een geneesmiddel identiek moeten zijn aan die welke voorkomen in de samenvatting van de kenmerken van dit geneesmiddel. Deze bepaling vereist slechts dat de betrokken aspecten in overeenstemming zijn met deze samenvatting.

44. Wanneer het, zoals in het hoofdgeding, gaat om reclame die gericht is op beroepsbeoefenaars in de gezondheidssector, moet artikel 87, lid 2, van richtlijn 2001/83 gelezen worden in samenhang met de artikelen 91 et 92 van deze richtlijn. (…)

48. In die omstandigheden mag artikel 87, lid 2, van richtlijn 2001/83 niet aldus worden uitgelegd dat het vereist dat alle beweringen die voorkomen in reclame voor een geneesmiddel die gericht is op personen die gerechtigd zijn het voor te schrijven of af te leveren moeten voorkomen in de samenvatting van de kenmerken van het product of moeten kunnen worden afgeleid uit de in deze samenvatting verstrekte gegevens. Een dergelijke uitlegging zou immers zowel artikel 91, lid 1, als artikel 92 van deze richtlijn elke betekenis ontnemen. Deze bepalingen staan toe dat in reclame die gericht is op beroepsbeoefenaars in de gezondheidssector bijkomende gegevens worden verstrekt, onder voorbehoud van de verenigbaarheid ervan met bedoelde samenvatting.

49. Ten einde, overeenkomstig punt 47 van de considerans van richtlijn 2001/83, bij te dragen tot de voorlichting van personen die gerechtigd zijn om een geneesmiddel voor te schrijven of af te leveren en rekening houdend met de wetenschappelijke kennis waarover deze in vergelijking met het publiek in het algemeen beschikken, mag reclame voor een geneesmiddel die gericht is op dergelijke personen ook gegevens bevatten die verenigbaar zijn met de samenvatting van de kenmerken van het product, die een bevestiging of precisering zijn van de gegevens die, overeenkomstig artikel 11 van de betrokken richtlijn in de betrokken samenvatting voorkomen, op voorwaarde dat deze aanvullende gegevens in overeenstemming zijn met de in de artikelen 87, lid 3, en 92, leden 2 en 3, van deze richtlijn neergelegde eisen.

50. Deze gegevens mogen, met andere woorden, enerzijds niet misleidend zijn en moeten het rationele gebruik van een geneesmiddel bevorderen door het objectief voor te stellen zonder de eigenschappen ervan te overdrijven en moeten anderzijds exact, actueel, verifieerbaar en voldoende volledig zijn om de ontvanger in staat te stellen zich een eigen oordeel over de therapeutische waarde van het geneesmiddel te vormen. Ten slotte moeten citaten, tabellen en andere illustraties die aan medische tijdschriften of aan wetenschappelijke werken zijn ontleend getrouw worden weergegeven met de juiste bronvermelding zodat de beroepsbeoefenaar erover wordt geïnformeerd en ze kan controleren.

51. Gelet op het voorgaande moet op de tweede vraag worden geantwoord dat artikel 87, lid 2, van richtlijn 2001/83 aldus moet worden uitgelegd dat het verbiedt, in reclame voor een geneesmiddel die gericht is op personen die gerechtigd zijn het voor te schrijven of af te leveren, beweringen op te nemen die in tegenspraak zijn met de samenvatting van de kenmerken van het product, maar niet vereist dat alle in reclame voor een geneesmiddel opgenomen beweringen in de samenvatting van de kenmerken van het product voorkomen of uit die samenvatting kunnen worden afgeleid. Dergelijke reclame mag beweringen bevatten die de in artikel 11 van de betrokken richtlijn bedoelde gegevens aanvullen, op voorwaarde dat deze beweringen:
– de betrokken inlichtingen bevestigen of preciseren in een zin die ermee verenigbaar is en zonder de aard ervan te wijzigen, en
– in overeenstemming zijn met de in de artikelen 87, lid 3, en 92, leden 2 en 3, van deze richtlijn neergelegde eisen.

Lees de uitspraak hier (link)

RB 869

C-1000 koffie-aanbieding

RCC 19 april 2011, Dossiernr. 2011/00237 (C-1000 DE koffie-aanbieding)

Reclamerecht. Televisiecommercial van C-1000 waarin aanbieding voor DE koffie wordt vermeld. Klager stelt dat niet duidelijk is in de uiting dat, maar max. 4 pakken koffie per klant kunnen worden gekocht en acht de uiting misleidend. Verweerder stelt dat  in de televisiecommercial onvoldoende tijd en ruimte beschikbaar is voor vermelden van de beperking. In de C-1000 reclamefolder wordt de beperking wel vermeld en verweerder vindt dat hiermee voldoende duidelijk is gecommuniceerd naar de klanten. De Commissie oordeelt dat de beperking van wezenlijk belang is en daarmee vermeld dient te worden in de televisiecommercial. Verwijzing naar folder is niet voldoende en Commissie ziet niet in waarom televisiecommercial niet voldoende ruimte biedt voor vermelden beperking. Daarom is volgens de Commissie sprake van een omissie (art. 8.3 aanhef en onder C NRC) en acht de uiting misleidend dus in strijd met art. 7 NRC. Commissie doet aanbeveling.

De Commissie is van oordeel dat de beperking van de aanbieding tot vier pakken koffie per klant wezenlijke informatie over de aanbieding betreft die in bestreden televisiecommercial niet mag ontbreken. Het gegeven dat de betreffende beperkende regel is opgenomen in de onder een breed publiek verspreide folder met weekaanbiedingen maakt dat niet anders, nu de televisiecommercial een op zichzelf staande reclame-uiting is, die geen enkele verwijzing naar het bestaan van beperkende voorwaarden bevat. De Commissie volgt adverteerder niet in diens stelling dat de televisiecommercial onvoldoende ruimte en tijd biedt voor het opnemen van (een verwijzing naar) de beperkende voorwaarde.

De bestreden uiting gaat aldus gepaard met een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de Commissie voorts van oordeel is dat de bestreden uiting de gemiddelde consument ertoe kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de gewraakte uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC: art. 7, art. 8.3 aanhef en onder c

RB 866

UK ASA Adjudications 4 mei 2011

Ook de Advertising Standards Authorization, de RCC in Groot-Britannië, heeft een bundel uitspraken gepubliceerd. Categorieën variëren van abonnementen voor mobieltjes, luchtreiniger, advocatenkantoor, panasonic winkels, baanmogelijkheden voor koeriers, vliegtuigmaatschappij, lijm voor elektronische onderdelen, tot multivitaminen bij krant.

Zie plaatje hieronder (klik voor vergroting), klik voor de directe site hier.

Telefonica O2 UK Ltd
A TV ad promoting mobile phone deals, broadcast in February 2011, at different times throughout the day, featured a faun standing beneath a tree in a fantastical, pastoral setting. He said "Welcome to O2's mind. What am I doing here? Well, they thought of me and here I am." Couples appeared in the background out of nowhere, along with the O2 Arena and some rubber ducks. The faun said "Being here I get to see everything O2 thinks about and they think a lot about you. Take Mel.” A woman...

Pressplay Ltd
A national press ad, for the Airganix air purifier, stated " ... Effective against: ALLERGENS ODOUR CIGARETTE SMOKE MOULD MILDEW ... The Natural Air 50+ unique air treatment process will effectively improve air quality by removing odours including pet and cooking odours, pollutants such as dust and cigarette smoke, and allergens including tree and flower pollen from your home, office or bedroom ...". Next to a picture of the purifier was the text "BI-POLAR IONISATION HOW DOES IT WORK?...

Winn Solicitors Ltd
A TV ad for a no-win-no-fee vehicle accident compensation service provided by Winn Solicitors Ltd. Scrolling text along the bottom of the screen repeated "100% compensation guaranteed. No excess to pay. No increase in insurance premiums".

Walter Williams (Woodseats) Ltd
A radio ad, for Panasonic Stores in Yorkshire, stated "2011 is digital switchover year in Yorkshire and, once it happens, your old analogue TV and video tuners will not work. The Panasonic Store in Sheffield and Chesterfield has access to all the data needed, to give you the best advice on the switchover and which TV to choose. And remember, at the Panasonic Store, every TV comes with a five year guarantee. The Panasonic Store ... Yorkshire's digital experts."

DrivingUK.net
An e-mail offering job opportunities for specialist couriers stated "About two months ago Steve Simmonds applied for our 7 Day Fast-start Application at just £49. (Steve was in a hurry and printed off all the details from his computer right there and then). Apparently he spent all evening practically devouring every page. And do you know what? More than that he actually went out and did something about it ... 'THANK YOU so much, after being made redundant I really didn't know what to do. I...

Aurigny Air Services Ltd
A regional press ad and an e-mail for an airline: a. The press ad showed two Christmas trees adorned with baubles and was headlined “400,000 thank yous”. Text underneath stated “Thanks to you, we carried islanders on more than 400,000 journeys this year. Over four times as many as our nearest local rival. In fact, evidence suggests our local rival’s November passengers have fallen sharply. Our commitment to the islands is deep rooted. Over the last 43 years we’ve developed a strong network...

Preisvergleich.de Gmbh
A sponsored link, for an adhesive for electronic components, stated “Cold Solder Glue -48% Cold Solder Glue on sale now: Compare all shops & save up to 48%! www.cold-solder-glue.best-price.com".

Express Newspaper
A national press promotion and TV ad for free Superdrug vitamins for readers of The Daily Express:- a.  a front-page flash, on The Daily Express, stated "FREE A-Z MULTI-VITAMINS FOR EVERY READER AT Superdrug.  CUT OUT THE VOUCHER ON PAGE 34 AND GET YOURS TODAY".  Further details inside the paper stated "HOW TO CLAIM: Cut out the voucher (above) and present it today, January 12, 2011 (only), at your nearest Superdrug store to claim a free pack of Superdrug Multivitamins + Minerals ......

RB 864

Niet alle informatie van farmabedrijven is reclame

HvJ EU 5 mei 2011, zaak C-316/09 (MSD Sharp & Dohme GmbH tegen Merckle GmbH)

Prejudiciële vragen Bundesgerichtshof, Duitsland. Reclamerecht. Uitleg begrip “(geneesmiddelen)reclame” (art. 86 Richtlijn 2001/83/EG, vgl. art. 1 lid 1 onder xx Geneesmiddelenwet, art. I Gedragscode Geneesmiddelenreclame en art. 1 onder a Code voor de Publieksreclame voor Geneesmiddelen). Uitleg verbod op publieksreclame voor receptplichtige geneesmiddelen (art. 88 lid 1 onder a Richtlijn 2001/83/EG). Actieve search vs. passief platform, ‘push’- en ‘pull’-diensten. MSD heeft op haar website haar receptplichtige geneesmiddelen Vioxx, Fosamax en Singulair voorgesteld via een niet met een wachtwoord beveiligde, en dus voor eenieder vrij toegankelijke, link waarop zowel de verpakking van het product, de therapeutische indicatie, als de bijsluiter werden weergegeven.

Het Hof: verbod op publieksreclame voor receptplichtige geneesmiddelen (art. 88 lid 1 sub a Richtlijn 2001/83/EG) omvat niet de verspreiding via een website door een farmaceutische onderneming van informatie over receptplichtige geneesmiddelen, wanneer deze uitsluitend beschikbaar is voor wie ernaar op zoek gaat en enkel een getrouwe weergave omvat van de verpakking van het geneesmiddel en een letterlijke en onverkorte weergave van de bijsluiter of van de samenvatting van de productkenmerken (SmPC). Verboden is wel via dergelijke website selectie of wijziging van informatie voor reclamedoeleinden. Het is aan de nationale rechter om aan de hand van alle relevante omstandigheden en informatie af te wegen of er sprake is van reclame.

28. Artikel 86, lid 1, van richtlijn 2001/83 definieert het begrip ‘reclame voor geneesmiddelen’ als ‘alle vormen van colportage, marktverkenning of stimulering, die bedoeld zijn ter bevordering van het voorschrijven, het afleveren, de verkoop of het verbruik van geneesmiddelen’.

29. Uit de tekst van deze bepaling, en in het bijzonder uit de woorden ‘alle vormen’, volgt duidelijk dat het door de wetgever van de Unie gehanteerde begrip reclame voor geneesmiddelen zeer ruim is. Zoals uit punt 44 van de considerans van richtlijn 2001/83 blijkt, kan dit begrip de verspreiding via het internet van informatie over geneesmiddelen omvatten (zie in die zin arrest van 2 april 2009, Damgaard, C 421/07, Jurispr. blz. I 2629, punt 28). (…)

32. De definitie van artikel 86, lid 1, van richtlijn 2001/83 sluit dus in beginsel niet uit dat publicaties of boodschappen die enkel objectieve informatie bevatten, als reclame kunnen worden beschouwd. (…) Een zuiver informatieve mededeling zonder publicitair doel valt daarentegen niet onder de bepalingen van deze richtlijn inzake reclame voor geneesmiddelen.

33. Of het verstrekken van bepaalde informatie al dan niet een reclamedoelstelling nastreeft, moet door de nationale rechter worden vastgesteld op basis van een concreet onderzoek van alle relevante omstandigheden van het betrokken geval.

34. Wat de identiteit van de verspreider van informatie over een geneesmiddel betreft, valt inderdaad niet te ontkennen dat de fabrikant van het geneesmiddel een economisch belang heeft bij de commercialisering ervan, maar toch kan uit de enkele omstandigheid dat de fabrikant deze informatie zelf heeft verstrekt, als zodanig niet de conclusie worden getrokken dat hij hiermee een reclamedoelstelling nastreefde. Een dergelijke omstandigheid kan slechts als doorslaggevende aanwijzing voor de kwalificatie van deze verstrekking als reclame dienen, indien uit de gedragingen, initiatieven en handelingen van deze fabrikant zijn voornemen blijkt om door middel van deze informatieverstrekking het voorschrijven, het afleveren, de verkoop of het verbruik van dit geneesmiddel te bevorderen (zie naar analogie arrest van 28 oktober 1992, Ter Voort, C 219/91, Jurispr. blz. I 5485, punt 26). (…)

37. Uiteraard kan niet worden uitgesloten dat een verzoek van een geïnformeerde patiënt de arts ertoe brengt een ander geneesmiddel voor te schrijven dan hetgeen hij aanvankelijk wilde voorschrijven en dat de feitelijke informatie bijgevolg, al is het maar in zeer geringe mate, aan de stijging van de verkoopcijfers bijdraagt. Een dergelijke mogelijkheid volstaat evenwel niet om tot de conclusie te komen dat het de fabrikant van het geneesmiddel erom te doen is de afzet te bevorderen.

38. Dat een patiënt vroegtijdig, dus reeds voor een medisch onderzoek, toegang heeft tot objectieve informatie uit betrouwbare bronnen kan in voorkomend geval bovendien bijdragen aan het voorschrijven van een geschikte behandeling, voor zover een meer vruchtbare dialoog tussen de arts en de geïnformeerde patiënt in de hand wordt gewerkt. (…)

40.  Wat de inhoud van de mededeling betreft, blijkt uit de verwijzingsbeslissing dat MSD op haar website haar producten voorstelde door middel van een afbeelding van de verpakking van de betrokken geneesmiddelen, een opsomming van de therapeutische indicaties en een vermelding van instructies uit de bijsluiter.

41      In dit verband moet worden opgemerkt dat artikel 61 van richtlijn 2001/83 bepaalt dat alle gegevens op de verpakking en de bijsluiter van een geneesmiddel moeten zijn voorgelegd aan en goedgekeurd door de daartoe bevoegde autoriteit bij de aanvraag om een vergunning voor het in de handel brengen. Deze informatie is dus niet enkel objectief en vormt a priori geen gevaar voor de consument, maar is ook goedgekeurd en moet overeenkomstig de artikelen 54 en 59 van deze richtlijn verplicht op de verpakking en de bijsluiter worden vermeld.

42      Bovendien mogen de buitenverpakking en de bijsluiter volgens artikel 62 van richtlijn 2001/83 geen elementen bevatten die de afzet kunnen bevorderen. (…)

45. Tot de andere omstandigheden die relevant zijn om te beoordelen of de in het hoofdgeding aan de orde zijnde mededeling als reclame dient te worden aangemerkt, behoren in casu de groep van adressaten en de technische kenmerken van het voor de informatieverstrekking gebruikte communicatiemiddel.

46. In dit verband moet worden opgemerkt dat de in het hoofdgeding aan de orde zijnde informatie volgens de aanwijzingen van de verwijzende rechter inderdaad voor eenieder beschikbaar is, aangezien MSD de toegang ertoe niet tot bepaalde groepen, zoals beroepsbeoefenaars in de gezondheidssector, heeft beperkt.

47. Deze informatie is echter enkel beschikbaar op de website van de fabrikant, volgens het systeem van de zogenaamde „pull”diensten, zodat internetgebruikers ze enkel kunnen raadplegen indien zij er actief naar op zoek gaan en iemand die geen belangstelling voor het betrokken geneesmiddel heeft niet ongewild met deze informatie te maken krijgt. Dergelijke informatieverstrekking via een passief platform is in beginsel niet hinderlijk en dringt zich niet onaangekondigd op aan een breed publiek. Daarin verschilt zij van de zogenaamde „push”diensten, waarbij de internetgebruiker met zulke inhoud te maken krijgt zonder er zelf naar te hebben gezocht, doordat op zijn scherm ongevraagd vensters verschijnen, zogenaamde „pop-ups”, waaruit blijkt dat het zeer waarschijnlijk om reclame gaat.

Het Hof (Derde kamer) verklaart voor recht: Artikel 88, lid 1, sub a, van richtlijn 2001/83/EG [geneesmiddelen voor menselijk gebruik- IEF], zoals gewijzigd bij richtlijn 2004/27/EG (…) moet aldus worden uitgelegd dat het de verspreiding via een website door een farmaceutische onderneming van informatie over receptplichtige geneesmiddelen niet verbiedt, wanneer die informatie op deze website uitsluitend beschikbaar is voor wie ernaar op zoek gaat en enkel een getrouwe weergave omvat van de verpakking van het geneesmiddel, overeenkomstig artikel 62 van richtlijn 2001/83, zoals gewijzigd bij richtlijn 2004/27, en een letterlijke en onverkorte weergave van de bijsluiter of van de samenvatting van de productkenmerken, zoals door de bevoegde autoriteiten inzake geneesmiddelen goedgekeurd. Verboden is daarentegen het via een dergelijke website verstrekken van informatie over een geneesmiddel, die door de fabrikant is geselecteerd of gewijzigd, indien dit uitsluitend door reclamedoeleinden kan worden verklaard. Het staat aan de verwijzende rechter om vast te stellen of en in hoeverre de in het hoofdgeding aan de orde zijnde activiteiten reclame vormen in de zin van richtlijn 2001/83, zoals gewijzigd bij richtlijn 2004/27.

Lees het arrest hier.

RB 863

Gratis Eredivisie Live bij gratis DVD van AH Bonusactie

RCC 18 april 2011, Dossiernr. 2011/00198 (Eredivisie Live bij bonusactie AH)

Reclamerecht. Televisiereclame en uiting op verpakking DVD betreft twee maanden gratis Eredivisie Live bij gratis DVD van Bonusactie AH. Klager stelt dat de actievoorwaarden niet duidelijk zijn in televisieuiting en op verpakking DVD. Klager kon geen gebruik meer maken van actie, omdat hij recent al een keer had meegedaan met dezelfde actie. Verweerder stelt dat op achterkant DVD en in de winkel naar actievoorwaarden wordt verwezen op de website van Eredivisie. Volgens de Commissie is de restrictie dat niet tweemaal in korte tijd van dezelfde actie gebruik kan worden gemaakt gebruikelijk en dient klager daarop bedacht te zijn, zeker nu er sprake is van een "introductieaanbod". De Commissie wijst derhalve de klacht af.

Naar het oordeel van de Commissie treft de klacht geen doel. Vaststaat dat klager geen gebruik heeft kunnen maken van de actieaanbieding, omdat hij dat recent al had gedaan. De restrictie dat niet binnen korte tijd tweemaal van dezelfde actie gebruik kan worden gemaakt, is zo gebruikelijk, dat van de gemiddelde consument verwacht mag worden dat hij zich tevoren op dit punt laat informeren. Klager had temeer op deze beperking bedacht moeten zijn, nu kennelijk sprake is van een introductieaanbod – er wordt immers gesproken van de eerste 2 maanden – en hij van dit aanbod al gebruik heeft gemaakt.

Het achterwege laten van de bedoelde restrictie in de bestreden uitingen maakt deze naar het oordeel van de Commissie niet misleidend.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)

RB 862

Belplafond instellen toch niet zo Simpel!

RCC 18 april 2011, Dossiernr. 2011/00164 (Simpel belplafond)

Reclamerecht. Televisiereclame van Simpel waarin gesteld wordt dat er een belplafond kan worden ingesteld. Klager stelt dat dit onjuist is. Volgens klager kan er pas vanaf 15 euro een plafond worden ingesteld en kan het plafond overschreden omdat Simpel afhankelijk is van door derden aangeleverde informatie. Verweerder verwijst naar website waar de voorwaarden van het belplafond vermeld staan en oordeelt dat er geen sprake is van onjuiste informatie. Daar klager maar eenmalig 24 cent boven het plafond is uitgekomen, vindt verweerder het plafond naar behoren werken.

Commissie: uiting bevat onjuiste informatie (art. 8.2 aanhef NRC) nu de reclame geen melding maakt van mogelijkheid dat belplafond overschreden kan worden, wat door verweerder wordt erkend op de website. Uiting is daarmee in strijd met art. 7 NRC. Ook oordeelt de Commissie dat er sprake is van verborgen houden van essentiële informatie (art. 8.3 onder c NRC) nu niet in de uiting vermeld wordt dat het plafond pas vanaf 15 euro is in te stellen. Dit is tevens in strijd met art. 7 NRC. De Commissie beveelt aan niet meer op dergelijke wijze reclame te maken en brengt deze uitspraak onder de aandacht van breed publiek nu zij al eerder aanbevolen had niet op dergelijke wijze reclame te maken (zie Dossiernr. 2010/00043).

1.In de bestreden televisiereclame wordt de aandacht gevestigd op problemen in huis als gevolg van door kinderen gemaakte hoge kosten voor de mobiele telefoon. In dat kader wordt gewezen op de mogelijkheid om bij Simpel een belplafond in te stellen en wordt ten aanzien van een dochter gezegd: “Bepaalt u voor hoeveel ze mag bellen en sms-en”.

Aldus wordt de indruk gewekt dat ouders kunnen bepalen tot welk bedrag de telefoonrekening kan oplopen. Dat blijkt echter niet altijd het geval te zijn. Zoals immers bij verweer is meegedeeld, kan men door verschillende oorzaken boven het belplafond uitkomen, bijvoorbeeld door het met vertraging aanleveren van gegevens over het gebruik van de mobiele telefoon. Deze mogelijke overschrijding van het belplafond is volgens het verweer vermeld op www.simpel.nl, maar valt niet op te maken uit de bestreden televisiereclame. 

Gelet op het bovenstaande gaat de reclame gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de uiting de gemiddelde consument er bovendien toe kan brengen een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

 

2.Voorts heeft adverteerder niet weersproken dat het belplafond kan worden ingesteld vanaf € 15,- boven de belbundel. Volgens het verweer  staat op www.simpel.nl:
“Het minimum bedrag dat je kunt instellen is € 15,-”. Aangezien niets in de uiting op dit minimale bedrag wijst, en wat betreft kosten alleen wordt gesteld: “Bijvoorbeeld 100 belminuten voor maar € 2,50 per maand”, is er sprake van een verborgen houden van  essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in artikel 8.3 onder c NRC. Nu de uiting de gemiddelde consument er bovendien toe kan brengen een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting ook op dit punt misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 7, art. 8.2 aanhef, art. 8.3 onder c

RB 859

Gouden Garantie van Montel misleidend

RCC 11 april 2011, Dossiernr. 2011/00185 (Gouden Garantieplan Montèl)

Reclamerecht. Aanbod Gouden Garantieplan 2011 in Montèl catalogus 2011. Klager stelt dat niet wordt vermeld dat garantieplan extra kosten met zich meebrengt en vindt de uiting daarom misleidend. Verweerder stelt dat prijs inderdaad niet vermeld wordt. Stelt dat aangezien deze catalogus alleen wordt verspreid in besloten verkoopgesprekken, klanten worden voorzien van aanvullende informatie, waardoor aankoopbeslissing verantwoord is.

Commissie vat het verweer op dat uiting niet als reclame moet worden aangemerkt en dat eenieder die verkoopgesprek voert, een catalogus kan bemachtigen. Commissie stelt dat nu uiting aanprijzing inhoudt van product van verweerder, deze dient te worden aangemerkt als reclame, zowel in de definitie van voor 1 januari 2011 als definitie van na 1 januari 2011. Commissie verwijst naar beide definities nu de klacht voor 1 januari 2011 is ingediend. Commissie stelt dat uiting in strijd is met art. 7 NRC, nu verweerder de kosten van het garantieplan niet heeft weersproken en deze niet vermeld worden in de catalogus. Aanvullende informatie in de winkel leidt volgens de Commissie niet tot een ander oordeel en doet aanbeveling.

Verweerder stelt dat de catalogus in de winkels van Montèl wordt aangeboden in het kader van een verkoopgesprek. De Commissie leidt hieruit af dat niet alleen klager de mogelijkheid heeft (gehad) om in het bezit te komen van de catalogus, maar dat dat geldt voor eenieder, die een verkoopgesprek voert/heeft gevoerd in een winkel van Montèl.

Gelet hierop en nu de uiting een aanprijzing inhoudt van een product van verweerder, moet de uiting worden aangemerkt als reclame in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code, zowel volgens de definitie van “reclame” vóór 1 januari 2011, als volgens de definitie van “reclame” vanaf 1 januari 2011.

Gelet op de geldende overgangsregeling wijst de Commissie op beide definities, nu de klacht is ingediend vóór 1 januari 2011, en niet is komen vast te staan of de catalogus alleen in 2010 is verstrekt, dan wel in 2010 en ook in 2011.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)

Regeling: NRC art. 7, art. 8.3 aanhef en onder c