RB

Media  

RB 1142

Meerdere Orka's

CVB 27 september 2011, Dossiernr. 2011/00281-I (Meerdere orka's).

Reclamerecht, misleiding. Advertentie van Dolfinarium in tijdschrift van NS met tekst: "het thuis van haaien, orka's en andere zeedieren." Klager stelt dat er geen haaien of orka's in Dolfinarium zijn. Er is slechts één Orka, Morgan. RCC: Misleidende reclame en oneerlijk. CvB: vernietigd de beslissing van RCC en wijst klacht (alsnog) af.

Commissie: (...) De mededeling dat het Dolfinarium onder meer ‘het thuis van haaien en orka’s is’ acht de Commissie dermate absoluut dat NS deze, nu klager de inhoud hiervan betwist, aannemelijk dient te maken.
Ter onderbouwing van de gewraakte mededeling stelt adverteerder dat de orka Morgan - die, naar door klaagster onweersproken is gesteld, slechts in tijdelijke opvang in het Dolfinarium is - wel degelijk voor het publiek te zien is en dat haaien ‘vaak in verband zijn gebracht met het Dolfinarium’.
Deze onderbouwing rechtvaardigt naar het oordeel van de Commissie niet de mededeling dat het Dolfinarium het ‘thuis’ van deze zeedieren is, waarmee naar haar oordeel wordt gesuggereerd dat deze dieren standaard in het park aanwezig zijn, hetgeen niet het geval is.
De Commissie is van oordeel dat aldus onjuiste informatie is verstrekt over één van de voornaamste kenmerken van het product als bedoeld onder b van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consu¬ment door de reclame ertoe ge¬bracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te ne¬men, dat hij anders niet zou hebben genomen. Gelet op het voorgaande is de reclame misleidend en daar¬door oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Grieven: Er is geen sprake van reclame en als dit wel zo zou zijn, dan is het geen misleidende reclame. Dolfinarium huisvest haaien en een orka, die bezichtigd kunnen worden.

CVB:
3. (...) De opzet van het artikel en de wijze waarop het aldus is aan¬gekondigd, past bij een re¬dac-tioneel artikel. Ook het feit dat in het artikel diverse locaties worden beschre¬ven die voor wat betreft de gunst van de bezoeker als el¬kaars concurrenten kunnen wor¬den beschouwd, wijst op een redactioneel karakter.

4. (...) In het ar¬tikel wordt echter tevens naar het “spoor voor¬deelboekje” verwezen, waarbij mel-ding wordt gemaakt van een kor¬tings¬actie voor twee locaties, te weten de Apenheul en Avifauna. Aangenomen moet worden dat men uitsluitend als NS reiziger aanspraak kan maken op deze korting. Aldus wordt in het artikel on¬miskenbaar een verband gelegd tussen reizen per trein en de beschre¬ven locaties, zodat het artikel mede een indirecte aanprijzing van de dien¬sten van de NS bevat.

5. Op grond van het voorgaande, in combinatie met het feit dat reeds door de pu¬blica¬tie van de mede¬delingen over de locaties in het blad Spoor in enige mate de sug¬ges¬tie wordt gewekt om per trein naar deze locaties te reizen, is het College van oordeel dat het artikel, ondanks zijn redactionele karakter, toch op dusdanige wijze de diensten van de NS aanprijst, dat het als een reclame-uiting van de NS dient te worden aange¬merkt. Dit geldt derhalve ook voor de mededelingen over het Dolfina¬rium. (...)

6. De Commissie is, zoals uit het voorgaande blijkt, in haar beslissing er terecht van¬uit ¬gegaan dat de onderhavige uiting een reclame-uiting van de NS is. De Commis¬sie heeft deze uiting vervolgens misleidend geacht door het gebruik van de meer¬vouds¬vorm “orka’s” en de omschrijving van het Dolfinarium als “het thuis” van (onder meer) deze diersoort. Vaststaat dat hier het enkelvoud had moeten worden gebruikt. Eveneens is het onjuist om het tijdelijke verblijf van orka Morgan in het Dolfinarium zo te omschrijven, dat het Dolfinarium “het thuis” is van deze diersoort. Desalniette¬min acht het College het niet aannemelijk dat door deze onjuiste om-schrijvingen het economisch ge¬drag van de gemiddelde consument wezenlijk is of kan zijn ver-stoord. In het bijzon¬der acht het College het niet aannemelijk dat bezoe¬kers van het Dolfinarium van een bezoek per trein aan het Dolfinarium zouden af¬zien indien zij juist zouden zijn geïnformeerd over het feit dat er maar één orka tijdelijk in het Dolfi¬narium verblijft in plaats van dat het Dolfinarium “het thuis” is van “orka’s”.

Het College vernietigt de beslissing van de Commissie voor zover in beroep, en wijst de klacht tegen de NS alsnog af.

RB 1138

LinkedIn antwoorden

Aanhangsel Handelingen II, 2011-12, nr. 86; 2011Z16964 Antwoord vragen Van Dam en Recourt over inbreuk op de privacy door LinkedIn

2. Hanteert het College bescherming persoonsgegevens (Cbp) specifieke richtlijnen voor de omgang met en het beschermen van persoonsgegevens door sociale netwerksites? Zo ja, wat zijn deze regels? Zo nee, waarom niet? Bent u in dat laatste geval voor of tegenstander van nadere regelgeving?

Desgevraagd heeft het Cbp mij laten weten dat het de volgende richtlijnen hanteert met betrekking tot de omgang en het beschermen van persoonsgegevens door sociale netwerksites:
45 de standaardinstellingen van sociale netwerksites dienen op privacyvriendelijk te staan;
45 voor de beoordeling van de vraag of sprake is van ondubbelzinnige toestemming van de betrokkene, zoals vereist in de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) dient de toestemming in vrijheid gegeven te zijn en specifiek op een bepaalde gegevensverwerking betrekking te hebben;
45 de betrokkene dient vooraf over de noodzakelijke inlichtingen te beschikken om de toestemming te kunnen geven;
45 het uitblijven van een reactie (opt-out) staat niet gelijk aan het geven van toestemming.
Voornoemde uitgangspunten zijn tevens terug te vinden in een gemeenschappelijk standpunt over het begrip toestemming van 13 juli 2011 van de Europese privacytoezichthouders, verenigd in de Artikel 29-werkgroep (zie met name pagina 35).1

3. Deelt u de mening dat, los van deze specifieke casus, het principeel onjuist is indien sociale netwerksites persoonlijke gegevens van hun gebruikers zonder (expliciete) toestemming vooraf voor reclame dan wel andere commerciële doeleinden gebruiken?

Eén van de eisen die de Wbp stelt aan de verwerking van persoonsgegevens is de aanwezigheid van een grondslag voor de gegevensverwerking. De Wbp bevat een aantal rechtsgeldige grondslagen, waaronder ondubbelzinnige toestemming van de betrokkene voor de verwerking. Sociale netwerksites moeten zich bij de verwerking van persoonsgegevens te allen tijde houden aan de eisen van de Wbp.

4. Deelt u tevens de mening dat, indien het sociale netwerksites binnen de huidige richtlijnen van het Cbp is toegestaan accountinstellingen van hun gebruikers ongevraagd te wijzigen teneinde persoonsgegevens te gebruiken voor commerciële doeleinden, dit ongewenst is? Zo ja, bent u bereid het Cbp op te dragen deze te wijzigen. Zo nee,
waarom niet?

Het Cbp vult haar toezicht- en handhavingsbevoegdheden nader in via handhavingsbeleid. Met betrekking tot de omgang met en bescherming van persoonsgegevens door sociale netwerksites hanteert het Cbp richtlijnen zoals in mijn antwoord op vraag 2 weergegeven. Daaruit leid ik af dat het Cbp al diverse kwalitatieve eisen stelt aan de omgang van en de bescherming van persoonsgegevens door sociale netwerksites, in het bijzonder waar het de invulling van het begrip
ondubbelzinnige toestemming betreft.
Overigens heeft het Cbp een wettelijk gegarandeerde onafhankelijke positie. Gelet hierop beschik ik
niet over bevoegdheden om het Cbp voor te schrijven hoe zich te gedragen in individuele
toezichtszaken. 

1 Zie https://www.cbpweb.nl/downloads_int/wp187_en.pdf

RB 1136

Startende publiek media-instelling

CvdM 20 augustus 2011, Kenmerk: 24884/201101204 (Sanctie WNL ten aanzien van het item Palazzo Dinershow in het programma Ochtendspits)

In't kort. Aan Wakker Nederland (WNL) wordt een administratieve boete van € 40.000,- opgelegd voor het tonen van niet toegestane vermijdbare reclame-uitingen in het item over de Palazzo Dinershow in het programma Ochtendspits.

Op 2 november 2010 heeft WNL het programma Ochtendspits uitgezonden. Een terugkerend item in het programma is ‘De Rode Loper.’ Op 2 november 2010 wordt hierin aandacht besteed aan de Palazzo Dinershow. Besproken wordt dat Herman den Blijker op dit evenement kookt. Hij wordt geïnterviewd waarin versneden beelden van het evenement worden getoond en wordt vermeld dat het zeer zeker de moeite waard is om te bezoeken. Omdat WNL startende publieke media-instelling is, wordt de boete met € 10.000 verlaagd.

9. In het item over de Palazzo Dinershow wordt het Palazzo (beeld)merk meerdere malen in beeld gebracht. Naast een extreme close-up van het bord Palazzo waarbij de letters beeldvullend in beeld gebracht worden, wordt als snijshot in het interview  met Herman den Blijker een foto van de tent gebruikt. Links en rechts staan daarbij grote borden in beeld met de naam Palazzo. Op deze foto wordt ook nog eens ingezoomd. Voor een specifieke beschrijving van de wijze waarop het Palazzo (beeld)merk in beeld wordt gebracht en de duur van die uitingen wordt verwezen naar bijlage 2 bij dit sanctiebesluit.

10. Na de extreme close-up van het bord Palazzo volgt een pan (draai met de camera naar rechts) naar Marjolein Horst die zegt: “Voor een unieke en spectaculaire avond uit met lekker eten moet je bij de Palazzo Dinershow zijn.” Herman den Blijker sluit zijn interview af met de woorden: “Vanaf aanstaande zaterdag, zes dagen in de week, het is zeer serieus, heel serieus, zeer zeker de moeite waard, het is écht een avond uit!” Hierbij richt hij zich direct tot de kijker door tijdens het uitspreken van de tekst recht in de camera te kijken, iets dat in dit item verder niet gebeurt.

37. Bij de vaststelling van de hoogte van de boete wordt in beginsel uitgegaan van het  midden van die bandbreedte (€ 50.000). 

38. Conform artikel 2.12 van de Beleidsregels Sanctiemaatregelen ziet het Commissariaat aanleiding, in verband met de omstandigheid dat WNL op het moment dat de overtreding plaatshad een startende publieke media-instelling was, de boete te verlagen met € 10.000.

RB 1133

Geopende post

Vz RCC 15 september 2011, dossiernr. 2011/00775 (Geopende post)

Uiting die eruitziet als reeds geopende post, overleg met NL Post was gepleegd om verwarring bij postbodes te voorkomen. Klaagster heeft Nee/Nee sticker. Reclame is anoniem gestuurd en niet als zodanig herkenbaar (11.1 NRC); geopende post-mededeling is in strijd met de waarheid (2 NRC).

Uiting een  reeds geopende vensterenveloppe. Deze enveloppe zat in een doorzichtig plastic hoesje dat eveneens was opengemaakt en waarop een sticker was geplakt met de tekst  “Geopende post”.

Voorzitter: Met betrekking tot klaagsters bezwaar dat deze reclame-uiting haar, zoals zij stelt, in een anonieme enveloppe is toegestuurd, overweegt de voorzitter dat de reclame-uiting niet als zodanig herkenbaar is, als bedoeld in artikel 11.1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Aan het vereiste van herkenbaarheid is in het geval van een geadresseerde reclame-uiting voldaan, als uit de informatie op de enveloppe zonder moeite kan worden vastgesteld dat het om een reclame-uiting gaat. Indien de ontvanger pas na het openen van de enveloppe kan zien dat deze reclame bevat, is in ieder geval niet voldaan aan het bepaalde in artikel 11.1 NRC. Aangezien op de gewraakte  enveloppe, afgezien van “Post Betaald” en het “postnl”-vignet in de rechter bovenhoek, alleen staat “Postbus 160, 3640 AD Mijdrecht”, is deze uiting in strijd met artikel 11.1 NRC.

Voorts overweegt de voorzitter met betrekking tot de op de beschadiging aangebrachte sticker met de tekst “Geopende post” dat deze doet vermoeden dat de enveloppe abusievelijk door een daartoe niet bevoegde persoon is geopend. Daarvan is in dit geval geen sprake, nu de uiting door adverteerder reeds zelf geopend, is verstuurd. Aangezien  de tekst “Geopende post” hier niet in de gebruikelijk betekenis daarvan is gebruikt, acht de voorzitter de uiting in strijd met de waarheid en om die reden in strijd met artikel 2 NRC.    
 
Waar klaagster vermeldt dat haar brievenbus voorzien is van een nee/nee sticker, overweegt de voorzitter dat deze sticker in acht genomen dient te worden bij de verspreiding van ongeadresseerd reclamedrukwerk en daarvan is in dit geval geen sprake.

RB 1132

Gratis reparatie

Vz.RCC 7 september 2011, Dossiernr. 2011/00730 (Ruitschade)

Reclamerecht. Gratis. Televisiecommercial over reparatie ruitschade: goed verzekerd, kost het je niets. Klager stelt dat reparatie niet gratis is, want zijn verzekeraar wilde hem hierdoor geen bonustreden geven.

Voorzitter: De voorzitter is van oordeel dat de klacht de Commissie geen aanleiding zal geven een aanbeveling te doen. Hij overweegt daartoe het volgende.
Uit de mededeling “(…) u bent goed verzekerd, kost u helemaal niets” blijkt dat de vraag of een reparatie niets kost, afhankelijk is van het feit of men “goed verzekerd” is. Aangezien, naar adverteerder stelt en ook voldoende aannemelijk is, niet bij iedere verzekeringsmaatschappij c.q. verzekeringspolis het laten uitvoeren van de in de uiting genoemde reparatie van invloed is op de hoogte van de premie die men bij verlenging van de verzekering moet betalen, acht de voorzitter de klacht ongegrond.

Op grond van het hierboven overwogene wijst de voorzitter de klacht af.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)

RB 1131

Contanten voor Caravan

RCC 6 september 2011, Dossiernr. 2011/00660 (Contant geld voor caravan)

Reclamerecht. Misleiding. Advertentie op marktplaats met tekst: "wij geven contant geld voor uw caravan." Klager heeft caravan naar adverteerder gebracht maar is, na herhaaldelijke pogingen, niet uitbetaald.

Commissie: De Commissie is van oordeel dat door de reclame-uiting de indruk wordt gewekt dat door adverteerder direct na inlevering van de caravan, contant geld wordt betaald. Zowel door de gebruikte afbeeldingen als door de tekst wordt gesuggereerd dat sprake is van een direct af te sluiten transactie, waarbij na inleveren van de caravan onmiddellijk wordt overgegaan tot uitbetaling. Gebleken is echter dat adverteerder, ook omdat hij daarvoor niet de middelen in huis heeft, niet direct uitbetaalt, maar dat hij pas betaalt op het moment dat de caravan verkocht is.

Daargelaten klagers stelling dat de caravan in het geheel niet wordt verkocht, is de Commissie, gelet op het voorgaande, van oordeel dat de uiting gepaard gaat met onjuiste dan wel voor de gemiddelde consument onduidelijke informatie zoals bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC). (...) de reclame-uiting (is) misleidend en daar­door oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)

RB 1129

De winnaar betaalt

RCC 1 september 2011, Dossiernr. 2011/00625 (Ringaling SMS)

Reclamerecht. SMS code. Kansspel. Folder in omroepgids met kansspel, bij winnen moet je smsen. Klager stelt dat het onduidelijk is dat als je smst, je lid wordt en 9 euro per week moet betalen.

Commissie: (...) Klager stelt terecht dat uit de uiting onvoldoende blijkt dat deze in feite reclame voor een abonnement op een betaalde SMS-dienst betreft. Op de voorzijde van de uiting wordt sterk de aandacht gevestigd op de promotionele actie en de prijzen die men daarbij kan winnen. De tekst dat men alleen kan winnen “Als je lid wordt van onze mobiele abonnement-club” en dat men alleen kans heeft op het winnen van “geweldige prijzen (--) als je lid wordt van het Ringaling Mobile VIP content-netwerk” acht de Commissie onvoldoende opvallend en ook verder in het geheel van de uiting onvoldoende informatief voor de ge­middelde consument. Elke verwijzing naar het afsluiten van een abonnement op een betaalde dienst ontbreekt. Ook op de achterzijde (...). Tevens ontbreekt het logo als bedoeld in bijlage 3 van de Reclamecode Sms-dienstverlening. Ook hierdoor is onvoldoende duidelijk dat de reclame betrekking heeft op een betaalde SMS-abonne­ments­dienst. Op grond van het voorgaande heeft adverteerder gehandeld in strijd met de artikelen 3.1, 3.3, 3.4, 4.1 sub c en 5.1 van de Reclamecode Sms-dienstverlening.
(...) De Commissie beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)

RB 1128

Old Amsterdam echt oud?

RCC 1 september 2011, Dossiernr. 2011/00585 (Old Amsterdam)

Reclamerecht. Misleiding. Vertrouwen. Televisiecommercial en website van Old Amsterdam met Amsterdamse beelden uit 1910-1930. Klager acht uitingen misleidend want product wordt neergezet als 'heritage brand' maar bestaat pas sinds 1985 en komt niet uit Amsterdam.

Commissie: Vast staat dat de bestreden commercial filmbeelden bevat van Amsterdam uit (ongeveer) de jaren ’20 of ’30 (...), waarin de naam van het kaasmerk Old Amsterdam is gemonteerd. Naar het oordeel van de Commissie wordt hierdoor niet de onjuiste indruk gewekt dat Old Amsterdam kaas in die periode reeds bestond. De gemiddelde consument zal de nostalgische beelden, (...), opvatten als romantische sfeertekening die de naam, de smaak en het karakter van de oude kaas Old Amsterdam verbeeldt en onderstreept. (...)

Dat in de bestreden uitingen wordt verwezen naar de stad Amsterdam, zonder dat de kaas in Amsterdam wordt gemaakt, betekent niet dat de uitingen daardoor ontoelaatbaar zijn. Deze verwijzing geschiedt kennelijk in verband met de naam “Old Amsterdam”, en in geen van de uitingen ligt de suggestie besloten dat de kaas ook in Amsterdam gemaakt wordt.

Gelet op het vorenstaande acht de Commissie de commercial en de bestreden uitingen op de website niet in strijd met de waarheid en/of misleidend in de zin van de (door klager aangehaalde) artikelen 8.2 en 10 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Evenmin is sprake van het schaden van vertrouwen in reclame in de zin van artikel 5 NRC.

De Commissie wijst de klacht af.

Lees de uitspraak hier (link / pdf)

RB 1127

Prijswinnaar van 40.000 euro

RCC 1 september 2011, Dossiernr. 2011/00677 (Garant-o-Matic Zoektocht naar de winnaar)

Reclamerecht. Misleiding. Kansspel. Verzonden mailing over promotioneel kansspel: op zoek naar de winnaar van 40.000 euro. Klaagster vindt uiting misleidend en betitelt het als chantage, alsof je de gegarandeerde winnaar van 40.000 euro bent.

Commissie: De Commissie begrijpt klaagsters bezwaar tegen de bestreden reclame-uiting aldus, dat zij de uiting misleidend acht omdat deze de ontvanger van de mailing ertoe aanzet iets te bestellen om vervolgens de gegarandeerde prijs van € 40.000,00 in ontvangst te nemen. Naar het oordeel van de Commissie is voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk dat in de mailing aan de geadresseerde een deelnamenummer wordt toegekend, waarmee hij kan deelnemen aan de Zomertrekking 2011 en waarmee betrokkene, indien ook aan de voorwaarde van een tijdige bestelling is voldaan, kans maakt op het winnen van de ter beschikking gestelde prijs. In de mailing wordt niet gesteld dat de geadresseerde gegarandeerd winnaar van deze prijs is. De klacht dient daarom te worden afgewezen.

Voor zover de klacht ook gericht zou zijn tegen de aan deelname gekoppelde aankoopverplichting treft deze evenmin doel, nu deze koppeling niet in strijd is met bepalingen van de Nederlandse Reclame Code.

De Commissie wijst de klacht af.

Lees de uitspraak hier (link / pdf)

RB 1126

Prijs zonder reserveringskosten

RCC 1 september 2011, Dossiernr. 2011/00612 (KRAS reizen / 3 dgn v.a. €49 onjuist reis excl toeristenbelasting + calamiteitenfonds)

Reclamerecht. Onduidelijke prijs. Advertentie in krant: 3-daagse autoreis voor 49 euro. Klager stelt dat totaalbedrag hoger is dan 49 euro omdat er ook reserveringskosten, toeristenbelasting en bijdrage Calamiteitenfonds moet worden betaald.

Commissie: Adverteerder heeft aangetoond dat de reis die voor € 49,- per persoon wordt aangeboden voor dit bedrag ook werkelijk kan worden geboekt, mits voldaan is aan de duidelijk in de uiting gestelde voorwaarden. Ten aanzien van de toeristenbelasting overweegt de Commissie dat de klacht ook op dit punt ongegrond is, nu onder het kopje “Exclusief” deze kostenpost is vermeld alsmede het vermoedelijke bedrag dat terzake daarvan ter plaatse moet worden betaald,
De Commissie wijst de klacht af.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)