RB
DOSSIERS
Alle dossiers

kansspelen  

RB 974

iPad voor iedere kandidaat?

CVB 8 juni 2011, Dossiernrs. 2011/00183 en 2011/00183A (Vriendenloterij)

Reclamerecht. Aan klagers gerichte brief over Vriendenloterij Holland's Next Millionaire. Klagers stellen bij uitzending van programma te zijn geweest maar dat er geen iPad klaar lag voor hen en hun vijf vrienden, zoals beloofd in brief. Verweerder geeft aan dat uiting los staat van andere uitnodiging die klagers hebben gekregen om opnamedag op 14 februari bij te wonen.

Commissie oordeelt dat er sprake is van een omissie (art. 8.2 aanhef en onder c NRC) omdat in uiting niet wordt vermeld dat het uitsluitend gaat om deelnemers van de finale-aflevering. Strijd met art. 7 NRC en doet aanbeveling.
Grieven: Aflevering waaraan klagers deelnamen werd al voor einde actie van de uiting opgenomen, zij kunnen dus daaruit afleiden dat actie geen betrekking had op de door hen bijgewoonde aflevering. Extra lot moet geactiveerd worden bij deelname aan actie, wat klagers niet gedaan hebben.

CVB: samenloop van uitnodiging voor deelname aan uitzending en uiting voor deelname aan finale-aflevering is verwarrend voor consument, mede door ontbreken opnamedatum op uiting en vermelding van "mooi studiocadeau" in de eerdere uitnodiging. Echter niet aannemelijk dat mensen hierdoor extra loten zouden activeren voor de uitzending van 14 februari. In tegenstelling tot Commissie oordeelt de CVB dat er geen strijd is met art. 7 NRC en geen sprake is van een omissie (art. 8.3 aanhef en onder c NRC). Vriendenloterij heeft wel verwijtbaar gehandeld door mailing te zenden die verwarring veroorzaakt bij de consument. Hierdoor is vertrouwen in reclame geschaad (art. 5 NRC). CVB bevestigt aanbeveling met wijziging van de gronden: strijd met art. 5 NRC i.p.v. art. 7 NRC.

 2011/00183 en 2011/00183A5. Wel is het College van oordeel dat de Vriendenloterij verwijtbaar heeft gehan­deld door een mailing te verzenden die bij de consument verwarring veroorzaakt. De Vriendenloterij had deze verwarring kunnen voorkomen door degenen die reeds voor een opname waren uitgenodigd niet de onderhavige uiting te zenden dan wel duidelijker daarin te verwoorden dat uitsluitend degenen die een studioplaats win­nen voor de opname van - specifiek - aflevering 8 van het programma “Holland’s Next Millionai­re”, een iPad ontvangen, zo mogelijk onder vermelding van de datum van de opname van die afle­ve­ring. Door op dit punt onvoldoende maatregelen te nemen, heeft de Vriendenlote­rij het vertrou­wen in reclame ge­schaad. Reclame mag er immers niet toe leiden dat de consu­ment in gerechtvaardigde verwachtingen wordt teleurge­steld. Deze situatie doet zich in het onderhavige geval voor. Geïn­timeerde kon op grond van de samenloop van uitnodigingen en uiting menen dat hij na de televisie­opname waarvoor hij was uitgenodigd, een iPad zou ontvangen. Zijn standpunt dat de Vriendenloterij zijn belofte dient waar te maken, kan als een be­roep op artikel 5 NRC worden beschouwd. De Commissie had op grond van het voorgaande de klacht op deze grond dienen toe te wijzen.

Lees de gehele uitspraak 2011/00183 hier (link / pdf)
Lees de gehele uitspraak 2011/00183A hier (link / pdf)
Regeling: NRC art. 5, art. 7, art. 8.3 aanhef en onder c

RB 973

Vriendenloterij vergat updates Postfilter te checken

Vzr. RCC 26 mei 2011, Dossiernr. 2011/00266 (Postfilter)

Reclamerecht. Aan klager geadresseerde mailing van Vriendenloterij. Klager stelt dat hij zich bij Postfilter heeft ingeschreven maar toch mailing van Vriendenloterij heeft ontvangen. Verweerder stelt dat hij heeft nagelaten de updates van Postfilter te checken alvorens mailing te versturen. Zal voortaan wekelijks Postfilter checken.

Voorzitter is van oordeel dat Commissie klacht zal toewijzen. Op grond van art. 5.2 Code Postfilter moet Post Register altijd worden geraadpleegd alvorens post te versturen, binnen periode van 6 weken voor feitelijke verzending (art. 5.3 Code Postfilter). Dit is niet gebeurd dus strijd met genoemde artikelen. Doet aanbeveling.

De Code Postfilter is in werking getreden op 1 januari 2011. Adverteerder heeft de bewuste mailing blijkbaar eind januari 2011 verzonden. Op dat moment diende adverteerder de bepa­lingen in de Code Postfilter – die immers reeds in werking was getreden - in acht te nemen.

Op grond van artikel 5.2 van de Code Postfilter dient een adverteerder, voordat hij een adressenbestand met personen wil gebruiken voor het verzenden van Direct Mail, altijd het Post Register te raadplegen. Deze raadpleging dient op grond van artikel 5.3 van de Code Postfilter plaats te vinden binnen een periode van maximaal zes weken voor het feitelijk toesturen van Direct Mail.

Nu adverteerder de bewuste mailing eind januari 2011 aan klager heeft verzonden en niet is gesteld of gebleken dat adverteerder binnen een periode van maximaal zes weken voor het feitelijk toesturen van de mailing de op dat moment actuele inhoud van het Post Register heeft geraadpleegd, heeft adverteerder in strijd gehandeld met de genoemde bepalingen van de Code Postfilter.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: Code Postfilter art. 5.2; art. 5.3
Lees hier eerdere uitspraak over de Vriendenloterij: RB 758

RB 962

Recht van verzet ook in hoger beroep overeind

Hof Amsterdam 15 februari 2011, LJN BQ4006 (appelant tegen Nationale Postcode Loterij)

Parallel gepubliceerd IT 393. Met dank aan Herwin Roerdink, Van Doorne.

In navolging van IT 155. Verwijdering persoonsgegevens. Appelant verzocht verwijdering uit alle bestanden van de Nationale Postcode Loterij (NPL), waaronder het door de NPL aangehouden post-/mailweigeraarsbestand. Dit verzoek werd door de Rechtbank Amsterdam afgewezen. In hoger beroep bekrachtigt het hof deze beschikking. Immer om uitvoering te geven aan recht van verzet, is NPL verplicht een weigeraarsbestand aan te houden om te voorkomen dat de betrokkene (weer) wordt benaderd voor commerciële doeleinden, geen bestand zoals art. 41  Wbp.

3.4 In hoger beroep beperkt [appellant] zijn verzoek tot het mailweigeraarsbestand van NPL. Het beroep richt zich in de kern tegen het oordeel van de rechtbank dat het recht van verzet als bedoeld in artikel 41 Wbp zich niet uitstrekt tot het postweigeraarsbestand van NPL omdat dit geen commercieel doel dient. Volgens [appellant] dient het aanhouden van een weigeraarsbestand wel een commercieel doel omdat dit een instrument is waarmee het aanschrijven van non-respondenten, zijnde een verliespost, voorkomen wordt. Voorts heeft [appellant] tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat gelet op de woorden “in verband met” in de tekst van artikel 41 Wbp (“Indien gegevens worden verwerkt in verband met…” ) een weigeraarsbestand hieronder valt.
Subsidiair doet [appellant] een beroep op de overige artikelen van de Wbp, meer in het bijzonder op artikel 35 juncto 36 Wbp.

3.5 Het hof oordeelt als volgt.
Artikel 41 Wbp is een uitvloeisel van de keuze van de wetgever voor een systeem waarbij degene wiens gegevens worden verwerkt met het oog op werving voor commerciële doeleinden hiertegen bezwaar kan maken. Om uitvoering te kunnen geven aan dit recht van verzet is de verantwoordelijke, zoals NPL, verplicht om een weigeraarsbestand aan te houden om te voorkomen dat de betrokkene, zoals [appellant], (weer) wordt benaderd voor commerciële doeleinden. Naar ’s hofs oordeel legt NPL conform haar wettelijke plicht terecht een weigeraarsbestand aan. Indien, zoals [appellant] betoogt, het aanhouden van een weigeraarsbestand een commercieel doel zou dienen en daartegen dus de mogelijkheid van verzet zou openstaan, zou daarmee de nakoming door NPL van haar wettelijke plicht illusoir worden. Het weigeraarsbestand kan daarom niet worden aangemerkt als een bestand als bedoeld in artikel 41 Wbp.
Ook overigens ziet het hof in de tekst van artikel 41 Wbp geen aanknopingspunten voor de door [appellant] voorgestane uitleg.

3.6 Een beroep op artikel 36 Wbp kan evenmin slagen. Dit artikel heeft betrekking op vermelding van onjuiste persoonsgegevens. Niet gesteld of gebleken is dat daarvan in dit geval sprake is. Voor zover [appellant] een beroep doet op schending door NPL van enig ander artikel uit de Wbp, faalt dit beroep bij gebreke van enige feitelijke onderbouwing.

Lees de uitspraak hier (link / pdf)

RB 956

BankGiro Loterij Card mailing voldoende duidelijk

RCC 21 maart 2011, Dossiernrs. 2011/00004 en 2011/00004A (BankGiro Loterij)

Reclamerecht. Een aan klager geadresseerde brief van de BankGiro Loterij (BGL) met een "card" die nog geactiveerd moet worden. Klager 1 acht brief misleidend nu logo ING wordt gebruikt en het lijkt alsof het om creditcard gaat. Na activering blijkt dat het om deelname aan loterij gaat. Klager 2 stoort zich eraan dat zijn gegevens op card vermeld staan en onbevoegden hier misbruik van kunnen maken. Verweerder stelt dat brief voldoende duidelijk maakt dat het om deelname aan BGL gaat en verwijst naar eerdere uitspraken (2010/00481 en 2010/00620B). "Card" is geen officieel betaalmiddel dus misbruik niet mogelijk.

Commissie acht brief voldoende duidelijk dat het gaat om deelname BGL. Acht klacht 2 onvoldoende specifiek. Wijst klachten af.

2011/00004. De Commissie heeft kennis genomen van de originele door klager overgelegde uiting.
Weliswaar kan de uiting in eerste instantie, gezien de daarop geplakte card en tekstgedeelten als “BankGiroLoterij”, “eerste storting voor u”, “BankGiro card” en de verwijzing naar uitbetaling door ING, inclusief het logo van ING, de gedachte doen postvatten dat het een uiting van een bankinstelling betreft, maar bij lezing van de gehele uiting, daaronder begrepen de achterzijde van de brief met de aanhef: “Hoe het werkt”, acht de Commissie het voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk dat het gaat om een aanbod van een loterij, te weten de BankGiro Loterij.

2011/00004A. 3. Klagers bezwaar betreffende de vermelding van gegevens op de card acht de Commissie onvoldoende specifiek, althans leidt dit bezwaar niet tot de conclusie dat de uiting -gezien de vermelding van een cardnummer en klagers naam- in strijd is met de Nederlandse Reclame Code.

Lees de gehele uitspraak 2011/00004 hier (link / pdf)
Lees de gehele uitspraak 2011/00004A hier (link / pdf)
Vergelijkbare uitspraken over de BGL: RB 833 en RB 791

RB 938

Evenwichtig kwantitatief wervings- en reclamebeleid

Holland Casino: naleving overheidsbeleid, Kamerstukken II 2010/11, 32 636, nr. 4.

37. Heeft het kabinet inmiddels gereageerd op de in 2010 aangescherpte Gedrags- en reclamecode kansspelen? Zo ja, wat was zijn reactie?

Ik ben nog met het Nederlands Kansspel Platform in overleg over de aanscherping van de Gedrags- en reclamecode kansspelen. Ik zal de Kamer hierover binnenkort nader informeren.

38. Zijn er in de huidige regelgeving beperkingen opgenomen voor de hoeveelheid reclame die kansspelaanbieders mogen maken? Zo ja, welke? Zo niet, waarom is dit niet het geval? Staat er regelgeving op stapel met daarin beperkingen voor de hoeveelheid reclame die gemaakt mag worden?

De Gedrags- en reclamecode kansspelen bevat een aantal kwalitatieve bepalingen maar geen bepalingen die beperkingen opleggen ten aanzien van de hoeveelheid reclame die kansspelaanbieders mogen maken.

39 t/m 41. Waarom oefent het ministerie van Veiligheid en Justitie geen preventief toezicht uit op reclame-uitingen van Holland Casino en andere kansspelaanbieders? Is preventief toezicht niet effectiever om een evenwichtig wervings- en reclamebeleid te garanderen? Wat is de reden dat er geen preventief toezicht wordt uitgeoefend op de Gedrags- en reclamecode door het ministerie van Veiligheid en Justitie? Waarom wordt er vooral achteraf een terughoudend marketingbeleid door Holland Casino toegepast? Is het kabinet van plan om het marketingbeleid vooraf te laten monitoren en toetsen?

Bij de regulering van wervings- en reclameactiviteiten van de landelijke vergunninghouders is indertijd bewust gekozen voor het instrument van zelfregulering. Zelfregulering leidt tot vermindering van de regeldruk, vergroot het draagvlak bij de betrokkenen organisaties en draagt bij aan de bereidheid tot naleving van de regels. Een systeem van preventief toezicht op reclame-uitingen is niet goed verenigbaar met dat uitgangspunt en leidt bovendien tot aanzienlijke administratieve lasten voor de kansspelvergunninghouders. De toenmalige minister van Justitie heeft in zijn brief van 27 juli 200912, over de evaluatie van de Gedrags- en reclamecode kansspelen, aangegeven vooralsnog te willen vasthouden aan het instrument van zelfregulering. In elk geval voor de nabije toekomst deelt het kabinet dit voornemen. De eventuele toetreding van nieuwe vergunninghouders tot de kansspelmarkt, zoals aangekondigd in de brief van 19 maart 2011, zal tot een nadere invulling leiden van het wervings- en reclamebeleid.

Lees gehele lijst met vragen en antwoorden hier (link)
Gedrags- en reclamecode kansspelen

RB 902

Hoofdprijs gewonnen?

RCC 28 maart 2011, Dossiernr. 2011/00100 (Garant-o-matic)

Reclamerecht. Verschillende mailings over prijzen "Wintertrekking." Klager acht teksten suggestief dus misleidend. Acht ook ontbreken van adres gerechtsdeurwaarder die trekking verricht onjuist en verwijst naar besluit Consumentenautoriteit van 21 september 2010. Verweerder stelt dat trekking in overeenstemming is met Gedragscode Promotionele Kansspelen (GPK). Vindt ook dat uit mailing duidelijk blijkt dat deelnemer slechts kanshebber is op hoofdprijs. Reglement staat in mails. Uitspraak Consumentenautoriteit gaat over ander type promotioneel kansspel.

Commissie gaat niet in op besluit Consumentenautoriteit. Verstaat klagers bezwaar als agressieve reclame (art. 14.2 NRC.) Acht dat uiting niet indruk wekt dat hoofdprijs is gewonnen. Ook vervolgmails zijn voldoende duidelijk. Ontbreken naam en adres gerechtdeurwaarder is niet in strijd met NRC of wet. Wijst klacht af.

3. Hoewel naar het oordeel van de Commissie door de aanhef van de aanvangsmailing (GD786C) “Bericht inzake afwikkeling van de betaling van een nog niet uitbetaalde hoofdprijs van € 100.000,00 in de ‘Wintertrekking’” op het eerste gezicht de indruk zou kunnen ontstaan dat de geadresseerde van de mailing (bijna) de hoofdprijs heeft gewonnen, wordt deze indruk door het vervolg van de mailing op voldoende duidelijke wijze weggenomen. Zo staat reeds in de eerste alinea dat wordt overgegaan tot uitbetaling van de hoofdprijs “na controle en goedkeuring van het correcte Bestelformulier dat voldoet aan de voorwaarden zoals hieronder vermeld” en staat in het vetgedrukte en onderstreepte gedeelte “Als u tijdig en correct uw Bestelformulier terugstuurt en u voldoet aan de onderstaande onder A, B en C vermelde voorwaarden, dan zal deze Hoofdprijs in de ‘Wintertrekking’ van € 100.000,00 aan u worden uitbetaald, want dan bent u de winnares.” Blijkens voorwaarde C moet bij controle het deelnamenummer van de geadresseerde gelijk zijn aan het vooraf getrokken winnende deelnamenummer.
Voorts is in de mailing het reglement van de actie opgenomen.

4. Gelet op het vorenstaande wordt naar het oordeel van de Commissie in de bestreden uiting niet de indruk gewekt dat de geadresseerde reeds de hoofdprijs van  € 100.000 heeft gewonnen, maar wordt voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk gemaakt dat en aan welke bepaalde voorwaarden moet zijn voldaan om voor de prijs van € 100.000 in aanmerking te komen. Nu de looptijd van de Wintertrekking 2010/2011 nog niet is verstreken, is de winnaar nog niet bekend. De Commissie ziet geen aanleiding op voorhand ervan uit te gaan dat in het geheel geen prijs wordt toegekend. Klager kan met een beroep op artikel 4 lid 6 GPK en artikel 8 van het actiereglement een overzicht van de uitgekeerde prijzen opvragen bij Garant-O-Matic.

5. De Commissie acht eveneens voldoende duidelijk dat in de vervolgmailings nieuwe deelnamenummers worden toegekend waarmee onder dezelfde voorwaarden als met het eerder verstrekte nummer (opnieuw) aan de Wintertrekking of het Garant-O-Matic Prijzengala kan worden deelgenomen. In de vervolgmailings, die eveneens vergezeld gaan van het actiereglement, wordt niet gesteld of gesuggereerd dat door het niet insturen van het nieuwe deelnamenummer, gekoppeld aan een nieuwe bestelling, de deelname aan de actie met een eerder ingestuurd deelnamenummer vervalt.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 14.2

RB 842

Lotto: extra kans op 2 miljoen prijzen!

RCC 1 april 2011, Dossiernr. 2011/00158 (Lotto; Alleen eerste maand gratis lot van Lotto)

Reclamerecht. Klager stelt dat reclame uiting een gratis lot inhoudt, maar dat na activering blijkt dat men vastzit aan betaalde maandelijkse deelname met dit lot. Verweerder stelt dat voldoende duidelijk is gesteld dat alleen bij afsluiten van maandelijks abonnement op het extra lot, het eerste lot gratis is en dat opzeggen mogelijk is. Commissie acht dat uit de brief voldoende duidelijk blijkt dat het gaat om eenmalig gratis lot, en dat daarna maandelijks € 1,50 moet worden betaald voor het lot, tenzij wordt opgezegd. Ook de mogelijkheid tot opzegging blijkt voldoende duidelijk uit de brief. Commissie acht de klacht dus ongegrond en wijst deze af.

Uit de brief, waarin aan klager een “Gratis: extra kans op ruim 2 miljoen prijzen!” wordt aangeboden, blijkt voldoende duidelijk dat met het daarbij aangeboden lot slechts één maal gratis kan worden meegespeeld.
Reeds in de tweede alinea van deze brief staat: “Met uw extra Lot speelt u één maand GRATIS mee” (…) Na de eerste maand betaalt u slechts € 1,50 per Lot per trekking; …”

In de derde en laatste alinea van deze brief staat nogmaals: “U speelt de eerste maand GRATIS mee” en deze alinea eindigt met de mededeling: “En u weet, uw extra Lot kunt u op elk gewenst moment opzeggen”.

Uit bovenstaande tekstgedeelten blijkt voldoende duidelijk dat het aanbod hieruit bestaat dat men één trekking gratis kan meespelen en dat men voor de volgende trekkingen steeds €1,50 per trekking moet betalen, tenzij men opzegt, hetgeen -aldus de brief- op elk gewenst moment mogelijk is.
Op grond van het bovenstaande overwegingen acht de Commissie de klacht ongegrond.

Lees de gehele uitspraak (link en pdf).

RB 833

Maakt envelop duidelijk genoeg dat het om BankGiroLoterij gaat?

RCC 5 april 2011, Dossiernrs. 2011/00078, 2011/00078A, 2011/00078B (BankGiroLoterij envelop).

Reclamerecht. De BankGiroLoterij (BGL) heeft enveloppen met card rondgestuurd als reclame voor de BGL. Vergelijk ook met RB 791. Hier zijn de volgende klachten over ingediend: neutraliteit envelop waardoor niet zichtbaar is van de buitenkant dat het om BGL reclame gaat; BGL houdt geen rekening met aanmelding bij postfilter; contactmogelijkheden BGL zijn onvindbaar; gebruik logo ING misleidend; niet duidelijk dat het om aanmelding kansspel gaat. Verweerder stelt dat reclame-uiting in zijn geheel dient te worden bekeken worden en uit tekst en voorwaarden brief blijkt dat het om kansspel gaat. Ook stelt verweerder dat gegevens worden ontdubbeld op meldingen in postfilter en logo ING alleen wordt gebruikt om te melden dat ING huisbankier van BGL is. Commissie oordeelt dat envelop niet duidelijk maakt dat het om reclame BGL gaat en oordeelt het daarom in strijd met art. 11.1 NRC. Hieraan doet niet af dat het wel duidelijk wordt na opening envelop. Verder oordeelt zij dat verweerder voldoende heeft bewezen het postfilter te respecteren. Contactmogelijkheden BGL staan op brief. Ook acht Commissie voldoende duidelijk dat, ondanks gebruik logo ING, het om reclame uiting van BGL gaat. Wijst dus overige klachten af.

 

00078 Ad 1.
Op de achterzijde van de envelop is vermeld:
“Indien onbestelbaar s.v.p. retourneren aan: BGL, Postbus 456, 2400 AL Alphen a/d Rijn”.  Noch uit deze vermelding noch uit de rest van de envelop valt voor de gemiddelde consument op te maken dat het een reclame-uiting van de BankGiro Loterij betreft. Gelet op het gebruik van deze envelop acht de Commissie de uiting niet duidelijk als reclame herkenbaar en daardoor in strijd met artikel 11.1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
Aan dit oordeel doet niet af dat na het openen van de envelop en het lezen van de inhoud daarvan duidelijk wordt dat het gaat om een reclame-uiting van BGL. 
 
Ad 2.
BGL heeft meegedeeld dat door haar aangekochte gegevens om niet-deelnemers te kunnen benaderen altijd worden “ontdubbeld op de meldingen in het Postfilter”. Voorts heeft BGL meegedeeld dat noch klager noch klagers echtgenote op het in de klacht genoemde adres -naar de Commissie aanneemt tevens het adres waaraan de bestreden reclame was gericht- in het Postfilter is vermeld.
De Commissie ziet geen aanleiding om de juistheid van deze mededelingen in twijfel te trekken. Aldus is niet komen vast te staan dat klager en/of diens echtgenote in het Postfilter waren vermeld ten tijde van verzending van de bestreden reclame.
Daargelaten is nog de vraag of de Nederlandse Reclame Code (NRC) zou zijn overtreden indien zodanige vermelding wel was komen vast te staan. In dit verband overweegt de Commissie het volgende.
 
De “Code voor het gebruik van POSTFILTER”, die deel uitmaakt van de NRC, is op 1 januari 2011 in werking getreden. Ingevolge artikel 6.3 van die code kan een betrokkene, die meent dat in strijd met deze code is gehandeld, een klacht  indienen bij de Stichting Reclame Code, nadat hij eerst een klacht heeft ingediend bij de betreffende adverteerder/opdrachtgever en deze klacht niet tijdig of niet naar tevredenheid van de klager is afgehandeld. Niet is gebleken dat deze procedure in dit geval is gevolgd.
 
Ad 3.
In de bestreden uiting zijn zowel een adres van BGL als twee telefoonnummers vermeld, en wel op de achterzijde van de brief onder het kopje “Hoe het werkt”.
00078A Weliswaar kan de uiting in eerste instantie, gezien de daarop geplakte card en tekstgedeelten als “BankGiroLoterij”, “eerste storting voor u”, “BankGiro card” en de verwijzing naar uitbetaling door ING, inclusief het logo van ING, de gedachte doen postvatten dat het een uiting van een bankinstelling betreft, maar bij lezing van de gehele uiting, daaronder begrepen de achterzijde van de brief met de aanhef: “Hoe het werkt”, acht de Commissie het voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk dat het gaat om een aanbod van een loterij, te weten de BankGiro Loterij. Voldoende duidelijk is ook dat men, indien men op het aanbod ingaat, gaat meespelen in de BankGiro Loterij, waarbij maandelijks een bedrag van de rekening wordt afgeschreven.

 

Lees de gehele uitspraak 2011/00078 hier en hier.
Lees de gehele uitspraak 2011/00078A hier en hier.
Lees de gehele uitspraak 2011/00078B hier en hier.

RB 825

Kamervragen over Vriendenloterij - aggressieve reclame per sms?

In navolging van eerdere berichten (RB 758 en meer). Tweede Kamerlid Bouwmeester (PvdA) heeft staatsecretaris Teeven vragen gesteld inzake een vermeend aggressieve reclamecampagne van de VriendenLoterij (ingezonden 23 februari 2011- antwoorden van de staatssecretaris (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 1799).

Winnende deelnemers aan de vriendenloterij ontvangen een sms'je dat ze in januari een prijs hebben gewonnen. Wordt men in de waan gebracht 1 miljoen te hebben gewonnen, is er sprake van misleiding en buitensporig stimuleren van kansspeldeelname en is er strijd met artikel II.3 van deReclamecode voor Kansspelen?

De Nederlandse kansspelvergunninghouders hebben op grond van de hun verleende vergunning een zorgplicht om op evenwichtige wijze vorm te geven aan hun wervings- en reclameactiviteiten. Aan die zorgplicht hebben zij invulling gegeven door middel van de Gedrags- en reclamecode kansspelen. Op de naleving van de reclamecode kansspelen wordt toegezien door de Reclame Code Commissie (RCC). Het is dan ook primair aan de RCC om te beoordelen of deze campagne onder artikel II.3 van de reclamecode kansspelen valt.

Vraag 3, 4, 5

Deelt u de mening dat ontvangers van de sms’jes met de tekst «Gefeliciteerd! U heeft in januari een prijs gewonnen in de VriendenLoterij. Ga naar VriendenLoterij.nl en zie wat u heeft gewonnen» en de website waarop vervolgens verwezen wordt naar een prijs van 1 miljoen euro in de waan gebracht worden dat zij dit geldbedrag gewonnen hebben? Zo nee, waarom niet?

Deelt u de mening dat hier sprake is van misleiding van de consument en het buitensporig stimuleren van deelname aan kansspelen, daar na bezoek aan bovengenoemde website blijkt dat ontvangers van deze sms’jes slechts kaartjes voor Duinrel of een abonnement op een tijdschrift gewonnen hebben maar voor de prijs van 1 miljoen euro extra loten dienen te bestellen? Zo ja, acht u dit ook onwenselijk? Zo nee, waarom niet?

Deelt u de mening dat deze campagne onder de Reclamecode voor Kansspelen valt en in strijd is met Artikel II.3 van deze code, waarin staat dat reclame voor kansspelen niet misleidend mag zijn, met name niet met betrekking tot de eigenschappen van of kansen op het winnen van een prijs bij de aangeboden kansspelen? Zo ja, welke consequenties heeft dit volgens u? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3, 4, 5

De Vriendenloterij heeft aangegeven dat winnende deelnemers een sms-bericht ontvangen met de mededeling dat door hen een prijs is gewonnen. Deze SMS service kan desgewenst worden stopgezet door de deelnemer. Daarnaast heeft de Vriendenloterij aangegeven dat de bekendmaking van de winnaars van de trekking van januari deels gelijk liep met een reclamecampagne van de Vriendenloterij op haar website. Daardoor is wellicht de indruk gewekt dat via sms-berichten nieuwe deelnemers werden geworven. De Vriendenloterij heeft mij laten weten haar website inmiddels te hebben aangepast.

De Nederlandse kansspelvergunninghouders hebben op grond van de hun verleende vergunning een zorgplicht om op evenwichtige wijze vorm te geven aan hun wervings- en reclameactiviteiten. Aan die zorgplicht hebben zij invulling gegeven door middel van de Gedrags- en reclamecode kansspelen. Op de naleving van de reclamecode kansspelen wordt toegezien door de Reclame Code Commissie (RCC). Het is dan ook primair aan de RCC om te beoordelen of deze campagne onder artikel II.3 van de reclamecode kansspelen valt.

Vraag 6

Welke mogelijkheden zijn er op basis van de gedrags- en reclamecode voor kansspelen om op te treden tegen de VriendenLoterij om een einde te maken aan dergelijke misleidende campagnes? In hoeverre acht u het wenselijk en waarschijnlijk dat er in deze gebruik gemaakt gaat worden van deze mogelijkheden?

Antwoord 6

Het staat een ieder vrij om een klacht in te dienen tegen een reclame-uiting bij de RCC. Indien de beoordeling en uitspraak van de RCC daartoe aanleiding geeft, kan ik de Vriendenloterij op grond van de haar verleende vergunning een aanwijzing over haar wervings- en reclameactiviteiten geven, na daarover het College van toezicht op de kansspelen te hebben gehoord. Gezien de momenteel beschikbare gegevens over het karakter van onderhavige SMS service acht ik het niet opportuun hier in deze gebruik van te maken.
De voorgestelde wijziging van de Wet op de kansspelen in verband met de instelling van de kansspelautoriteit2, welke momenteel aanhangig is bij uw Kamer, biedt mij de mogelijkheid bij algemene maatregel van bestuur nadere regels te stellen met betrekking tot wervings- en reclameactiviteiten.

Lees meer hier.

Regeling: Reclamecode voor Kansspelen

RB 791

BankGiroLoterij - directe storting

RCC 21 maart 2011, dossiernr: 2011/00077, 2011/00077A, 2011/00079 (BankGiroLoterij)

Reclamerecht. Bijzondere Reclamecode voor Kansspelen (RVK). Het betreft een geadresseerde brief met o.a. “Betreft: een eerste storting voor u”, “Wilt u direct weten hoeveel er op uw card staat? Activeer deze dan en speel mee met een lot in de BankGiro loterij, zolang u zelf wilt. Activeren is heel eenvoudig. U hoeft alleen maar uw cardnummer XXXXXXX in te vullen op www.bankgiroloterij.nl/storting (red. zie inzet). Na het invullen van uw nummer ziet u direct het bedrag dat u gestort krijgt”. 
 
Na invullen van het nummer blijkt dat je bij een aanmeldingspagina komt, en de bank te machtigen om €8,75 af te schrijven. Strijd met artikel 8.3 aanhef en onder c omissie van essentiële informatie. In derde geval werd een minderjarige benaderd.

De machtiging tot deelname aan de loterij is onderdeel van de activatie. Soortgelijk dossier, nr. 2010/00620B, vermeld geen strijd waarin de Commissie overwoog: “dat men derhalve eerst na zodanige machtiging ziet welk bedrag men gestort krijgt, betekent niet dat de onderhavige uiting in strijd is met de Nederlandse Reclame Code”. In het derde geval werd duidelijk gemaakt dat geen geboortedatum bekend was, excuses aangeboden.

Na het invullen van het cardnummer wordt niet direct het te storten bedrag getoond, onjuiste informatie ex 8.2 aanhef NRC misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. tevens strijd met art. II.3 RvK. Beslissing in dossier 2010/00620B doet niet daaraan af, omdat niet uitdrukkelijk werd geklaagd over “Na het invullen van het nummer ziet u direct het bedrag dat u gestort krijgt”. In het derde geval strijd met artikel III.6 RvK. Commissie doet aanbeveling.

Door de tekst “U hoeft alleen maar uw cardnummer (…) in te vullen op www.bankgiroloterij.nl/storting. Na het invullen van uw nummer ziet u direct het bedrag dat u gestort krijgt” wordt gesuggereerd dat na het invullen van het cardnummer direct het te storten bedrag wordt getoond. Dat blijkt echter niet het geval te zijn, aangezien, zoals bij verweer is meegedeeld, het bewuste bedrag is te zien na het doorlopen van de verschillende stappen van “activatie”, waaronder het afgeven van een machtiging voor deelname aan de BGL.
 
Gelet op het bovenstaande gaat de uiting gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in artikel 8.2 aanhef NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is  de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
 
Gelet op het voorgaande en nu de uiting moet worden aangemerkt als reclame voor een kansspel, is de uiting tevens in strijd met artikel II.3 van de Reclamecode voor Kansspelen (RvK), ingevolge welke bepaling reclame voor kansspelen niet misleidend mag zijn.

Lees de uitspraak nr. 77 hier (link) en hier (pdf)
Lees de uitspraak nr. 77A hier (link) en hier (pdf)
Lees de uitspraak nr. 79 hier (link) en hier (pdf)

Regeling: NRC (nieuw) art. 7 en 8.2 aanhef
Reclamecode voor Kansspelen art. II.3 en III.6