Concept kabinetsreactie groenboek OHP in food en non-food
Concept kabinetsreactie op het 'Groenboek inzake oneerlijke handelspraktijken in de food- en non-food toeleveringsketen tussen ondernemingen in Europa', kamerstukken II, 2012/13, 22 112, nr 1596.
De Europese Commissie heeft op 31 januari 2013 het ‘Groenboek inzake oneerlijke handelspraktijken in de food- en non-food toeleveringsketen tussen ondernemingen in Europa’ (hierna: groenboek) gepubliceerd (COM(2013)37)
Doel groenboek
In dit groenboek wordt onderzocht wat de huidige stand van zaken is omtrent de problemen als gevolg van oneerlijke handelspraktijken in zowel de foodals non-food toeleveringsketen tussen ondernemingen in Europa en wat nodig is ter voorkoming van die praktijken. Het groenboek inventariseert daartoe wat in de lidstaten als oneerlijke handelspraktijken wordt aangemerkt, in welke sectoren en stadia in de keten deze praktijken zich voordoen en de ervaringen met de reeds opgezette zelfregulering- en wetgevingskaders op nationaal niveau. Het groenboek heeft tot doel inzicht te krijgen in de mogelijkheden die bestaan om dit probleem effectief aan te pakken om daarmee het functioneren van de food- en non-food toeleveringsketen tussen ondernemingen te verbeteren. De Europese Commissie geeft in het groenboek aan dat zij op basis van de ontvangen antwoorden medio 2013 haar volgende stappen bekend zal maken.
Concept kabinetsreactie
1. Inleiding
2. Definitie van en soorten oneerlijke handelspraktijken
2.1 Definitie van oneerlijke handelspraktijken
2.2 Soorten oneerlijke handelspraktijken
3. Wettelijke kaders inzake oneerlijke handelspraktijken
3.1 Bestaande wettelijke kaders
3.2 Gewenste toekomstige wettelijke kaders en zelfregulering
4. Conclusie
Algemeen Overleg Tabaksproductenrichtlijn en plain packaging
Verslag van het AO EU-Voorstel: Richtlijn Tabaksproducten COM (2012)788, Kamerstukken II, 2012/13, 33 522, nr. 4.
Merkenrecht. Plain packaging. Consensus over tabaksontmoedigingsbeleid: reclameverbod, prijsbeleid via accijnsheffing, ondersteuning bij het stoppen met roken, voorlichting aan jongeren en hun ouders en een rookverbod in openbare ruimten
Rutte: Met de richtlijn wordt ook een heel ernstige inbreuk op het merkenrecht gedaan. Dat leidt tot een ongekend precedent. Welke ongezonde producten zijn hierna aan de beurt? Ik denk aan wijn, aan frituurvet. Ik ga nog even door. De enge plaatjes worden verplicht omdat ze in sommige landen al verplicht zijn. Die redenering is wat ons betreft fout. Wij hebben hierbij immers te maken met een richtlijn, niet met een verordening. In een richtlijn gaat het om het minimumniveau. Er zullen dus verschillen mogelijk blijven. Als wij deze redenering zouden volgen, zou deze richtlijn ertoe leiden dat over vijf jaar verplicht alsnog plain packaging wordt ingevoerd. Dat lijkt ons geen goede zaak. In de richtlijn worden verder onacceptabel hoge eisen gesteld aan «track and trace»-systemen. Gelukkig heeft de staatssecretaris dat zelf ook al gesteld. Wij vrezen dat industrie, handel en overheid nodeloos op kosten worden gejaagd.
Staatssecretaris Van Rijn: We mogen constateren dat er veel consensus is over de beweegredenen voor het tabaksontmoedigingsbeleid. Roken is ongezond. Tabak is een schadelijk product en werkt verslavend, en dat geldt zeker voor jongeren. Hoe jonger iemand begint met roken, hoe moeilijker het is om ermee te stoppen. De meeste rokers beginnen jong. Uit Europees onderzoek blijkt dat 70% van de rokers met roken begint voor het bereiken van het 18de levensjaar en 94% voor het bereiken van het 25ste levensjaar. Los van alle emoties rondom het roken, die er ook moeten zijn, moeten wij ook onze zegeningen tellen: er is breed consensus over nut en noodzaak van een tabaksontmoedigingsbeleid. Dat beleid bestaat uit verschillende elementen: reclameverbod, prijsbeleid via accijnsheffing, ondersteuning bij het stoppen met roken, voorlichting aan jongeren en hun ouders en een rookverbod in openbare ruimten. Natuurlijk kun je verschillend denken over het tempo dat hierbij moet worden betracht en over de wetgeving op dit gebied. Laten wij elkaar daarbij respecteren, maar laten wij ook onze zegeningen tellen. Het grote doel van het tabakontmoedigingsbeleid is namelijk om te proberen jongeren te stimuleren tot het stoppen met roken en er in ieder geval niet aan te beginnen. Dat is in Nederland een belangrijk gegeven, waar wij trots op moeten zijn.
(...)
Ik noem als eerste een verdergaande harmonisatie van verpakkingen. In Europa zullen naast tekstuele waarschuwingen ook waarschuwingen door middel van foto's op de verpakking worden gezet. Ik heb bekeken hoe het in andere landen werkt. Laten we vaststellen dat het geen prettige foto's zijn. Als je die foto's ziet, vraag je je af of het wel nodig is dat die op producten worden geplaatst: wat is daar nou het effect van? Tegelijkertijd is het ongemakkelijke gevoel dat je bij die foto's hebt, misschien wel precies de beoogde werking ervan.
(...)
Mevrouw Hilkens vroeg ook naar plain packaging. Er zijn aanwijzingen dat generieke verpakkingen het product minder aantrekkelijk maken, zeker als dit wordt gecombineerd met de waarschuwingsfoto. Misschien vallen die foto's dan nog meer op. Tegelijkertijd moet je ook bij deze maatregel een afweging maken tussen het voordeel van het een en het nadeel van het ander. Het lijkt mij best goed dat er ook ruimte is om zaken zoals het merk en de inhoud te laten zien. Ook moeten er voor de douane aanwijzingen op de verpakkingen staan die tracking and tracing mogelijk maken. Ik meen dat er nu een compromis is gevonden: 30% ruimte. Er is dan voldoende ruimte voor de foto's. Nu wordt nog niet helemaal overgestoken naar de combinatie van foto's en plain packaging. Ook dat moeten wij in de komende periode gaan volgen om te bezien of dat nog effectiever kan zijn. We weten er nu nog te weinig van om dat maar meteen te combineren. Ik zal die ontwikkelingen op de voet volgen.
(...)
Het reclameverbod is geregeld. Als de transacties via het internet toenemen, zullen we opnieuw moeten bekijken hoe wij het reclameverbod ook voor het internet kunnen realiseren. Het is echter verankerd in wet- en regelgeving en het geldt dus ook voor reclames op het internet. Al eerder is afgesproken om nog een keer met de Kamer te spreken over de boetebedingen die met het roken te maken hebben. Daarover ontvangt de Kamer van mij voorstellen.
Geadresseerde reclame in strijd maar zonder 'Alert'
RCC 20 maart 2013, dossiernr. 2013/00036 (Geadresseerde reclame van Essent ondanks eerdere afspraak)
Het betreft een door adverteerder aan klager toegezonden brief (...) waarin wordt verwezen naar exclusieve aanbiedingen van Media Markt.
Ondanks “compliancy afspraken” via de Stichting Reclame Code heeft Essent wederom geadresseerde reclame aan klager toegezonden. Klager probeert al sinds 2003 om geen reclame van Essent te ontvangen. Klager verzoekt om een persbericht hierover te doen uitgaan.
Het oordeel van de voorzitter
Ingevolge artikel 14 van de Code Brievenbusreclame, Huissampling en Direct Response Advertising (CBR) dient een adverteerder die gebruik maakt van geadresseerde reclame ervoor te zorgen dat de wens van een ontvanger die schriftelijk heeft meegedeeld geen geadresseerde reclame meer te willen ontvangen zonder restrictie wordt ingewilligd. Naar adverteerder erkent heeft zij geadresseerd reclamedrukwerk naar klager verzonden, ondanks eerder gemaakte afspraken hieromtrent. Adverteerder heeft derhalve gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 14 CBR.
De voorzitter heeft kennis genomen van de maatregelen die adverteerder heeft getroffen om te voorkomen dat klager nog langer geadresseerde reclame van haar krijgt toegestuurd, en ziet hierin aanleiding te veronderstellen dat de Commissie niet zal besluiten de aanbeveling onder de aandacht van een groter publiek te brengen (‘Alert’).
Het oordeel van de Commissie
De Commissie ziet geen aanleiding om de beslissing van de voorzitter in het onderhavige dossier, voor zover daarin is geoordeeld dat artikel 14 van de Code Brievenbusreclame is overtreden, als Alert te laten verspreiden. De Commissie overweegt daartoe dat zij voldoende aannemelijk acht dat het verzenden van de bestreden uiting berust op een incidentele, menselijke fout, in die zin dat het non contact filter, waarin klager wel door Essent is opgenomen, niet (goed) is toegepast. Voorts acht de Commissie van belang dat Essent naar aanleiding van de onderhavige klacht nadere maatregelen heeft genomen, om dit soort fouten voortaan te voorkomen.
Korting niet voor internet-tarief maar voor in tarievenlijst vermelde prijs
RCC 20 maart 2013, dossiernr. 2013/00108 (PonyparkCity boeken via internet korting van€60 blijkt €20 korting)
Prijs en korting. Het betreft een geadresseerde mailing, bestaande uit een brief met als bijlagen de brochure 2013 van PonyparkCity en een tarievenlijst. In de brief staat onder meer: “Internetcode ter waarde van € 60,- www.ponyparkcity.nl/60” Omdat u eerder bij ons te gast bent geweest, geven wij u hierbij de speciale internet-kortingscode. (...) Deze internetcode is van toepassing op alle periodes vermeld op onze tarievenlijst (...).”.
Gezien de tarievenlijst ging klager ervan uit dat hij € 478,- (internet-tarief volgens de tarievenlijst) minus € 60,- = € 418,- moest worden betaald. De korting bleek echter te gelden ten opzichte van de in de tarievenlijst vermelde “Prijs” van € 518,-. In dit bedrag zijn ook nog toeristenbelasting en reserveringskosten opgenomen. Klager vindt de uiting misleidend.
De Commissie begrijpt uit het verweer dat de in de brief aangeprezen korting van € 60,- geldt ten opzichte van de “Prijs”, zoals vermeld in de bij de brief gevoegde tarievenlijst. Naar het oordeel van de Commissie is dit voor de gemiddelde consument niet voldoende duidelijk, nu dit niet uitdrukkelijk is vermeld en in de tarievenlijst per periode niet alleen een “Prijs” is vermeld, maar ook een “Internet-tarief”. (...)
De commissie acht de uiting in strijd met artikel 7 NRC en artikel 8.2 aanhef en onder d NRC. De Commissie gaat ervan uit dat de toeristenbelasting en reserveringskosten hier vaste onvermijdbare kosten betreft, die op het moment van publicatie van de tarieven bekend waren aan adverteerder. Nu deze kosten niet in de tarieven zijn opgenomen, is de uiting in strijd met artikel III onder 1 van de Reclamecode Reisaanbiedingen (RR).
Totaalprijs wekelijkse onderdelen voor schaalmodel onduidelijk
RCC 20 maart 2013, dossiernr. 2013/00075 (www.007db5.nl prijs totaal schaalmodel onduidelijk)
De klacht richt zich tegen de televisiecommercial voor een bouwpakket van de James Bond Goldfinger Aston Martin DB5 met de mededeling: “Bouw een perfecte replica van de James Bond DB5. (…) Bouw hem zelf met wekelijkse onderdelen, met gedetailleerde instructies en extra filminformatie.” (...) “Nu in het tijdschriftenschap. Deel 1 €1.99” En de uiting op de website 007db5.nl waarin via de button “abonneren” wordt doorgelinkt naar een webpagina met onder meer de tekst: “Ik neem graag een abonnement op ‘James Bond DB5’ voor een bedrag van €1,99 voor nummer 1, €5,99 voor nummer 2 en €11,99 voor nummer 3 en verder.”
Klager stelt dat de consument op het verkeerde been wordt gezet en dat het totaalbedrag van het schaalmodel, na levering van alle 85 delen, schandalig hoog is.
In de televisiecommercial wordt niet vermeld wat de prijs is voor de tweede en verdere wekelijkse edities en dat pas na 85 wekelijkse edities alle onderdelen van het aangeprezen schaalmodel zijn ontvangen. Het voor de reclame gebruikte medium (televisie) biedt voldoende ruimte om hierover meer duidelijkheid te verschaffen. Nu de gemiddelde consument zonder deze de prijs van het aangeprezen schaalmodel niet kan bepalen, is er sprake van een omissie van essentiële informatie als bedoeld in art. 8.3 aanhef en onder c NRC. Voorts is de Commissie van oordeel dat (...) de uiting misleidend en daardoor oneerlijk is in de zin van art. 7 NRC.
Ten aanzien van de website heeft de voorzitter ambtshalve geconstateerd dat hierop wel de prijs per editie en het totaal aantal wekelijkse edities wordt vermeld. (...) Nu de gemiddelde consument op basis van de website in staat wordt gesteld om de totaalprijs van het aangeprezen schaalmodel te bepalen, is de uiting niet misleidend en wijst de voorzitter de klacht op dit punt af.
Geen wetenschappelijk bewijs libido 7
RCC 20 maart 2013, dossiernr. 2013/0019 (Jobacom BV geen wetenschappelijk bewijs libido 7, Recidive?)
Het betreft een uiting op www.libido7.nl. Daarin staat onder meer: “Versterk je mannelijkheid en verbeter je positie. Libido7 boost je mannelijkheid” en onder het kopje: “Onderzoek toont aan dat vrouwen van een grote penis houden”: “Geen enkele pil komt in de buurt van het resultaat welke Libido7 bereikt, duizenden mannen zijn inmiddels geholpen door Libido7” en onder het kopje: “De voordelen:” (…) Duurzaam en zeer effectief. Beter zelf vertrouwen, minder schaamte en betere seks”.
(...) Het lijkt om hetzelfde product te gaan als in de reclame-uiting, beoordeeld in dossiernr. 2012/00701, behalve dat nu andere kruiden worden gebruikt. Klaagster heeft geen wetenschappelijk bewijs kunnen vinden van de werkzaamheid van het product. Zij vindt de uiting misleidend.
De Keuringsraad heeft -samengevat- het volgende meegedeeld.(...) Indien adverteerder de gebruikte claims had kunnen onderbouwen op basis van de regels, neergelegd in de Verordening 1924/2006 (Claimsverordening), dan had de KAG de uiting eventueel van een toelatingsnummer kunnen voorzien. Overigens is de claim “Libido7 is 100% gegarandeerd” in strijd met artikel 22 van de Code Aanprijzing Gezondheidsproducten.
De Commissie stelt voorop dat de in de klacht genoemde woorden “permanente penisvergroting” en “een hardere en langdurige erectie” in de thans bestreden uiting niet voorkomen. Dat was wel het geval in de op 23 augustus 2012 door de Commissie beoordeelde uiting op www.libido7.nl. (dossier 2012/0070). Kennelijk is deze uiting aangepast. Wel wordt nog gesproken over “betere seks”.
Klaagster heeft gemotiveerd weersproken dat het product Libido7 de werking heeft die daaraan in de bestreden uiting wordt toegeschreven, waaronder dat het product zou leiden tot “betere seks”. Het lag op de weg van adverteerder om de juistheid van de in de uiting gestelde werking aan te tonen. Dat heeft adverteerder niet gedaan.
Gelet hierop houdt de Commissie het ervoor dat de bestreden uiting gepaard gaat met onjuiste informatie ten aanzien van de van het gebruik van het product te verwachten resultaten als bedoeld in art. 8.2 onder b NRC. De Commissie acht de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van art. 7 NRC.
Adverteerder verantwoordelijk voor systematische fout in de uitvoering
RCC 19 maart 2013, dossiernr. 2013/00039 (NS actie, voor langstudeerders een ‘Gratis Kortingskaart’)
Het betreft een reclame op webpagina https://www.ns.nl/reizigers/campagnes/langstudeerbonus, waarop aan ‘langstudeerders’ onder meer een ‘Gratis Kortingskaart’ wordt aangeboden.
Klaagster is ‘langstudeerder’ zoals bedoeld in de uiting en voldoet aan de voorwaarden om de genoemde gratis kortingskaart aan te vragen. Klaagster kon echter de kortingskaart niet aanvragen, omdat, zoals bleek uit verschillende telefoongesprekken met adverteerder, dit aanbod het ‘uitgestudeerd aanbod’ was, dat klaagster reeds eerder had aangevraagd en waar slechts één keer gebruik van kon worden gemaakt. Klaagster acht de uiting misleidend, nu deze extra voorwaarden niet in de uiting worden vermeld.
Naar door adverteerder is erkend, kon klaagster in de praktijk geen gebruik maken van het aanbod. Adverteerder wijt dit aan een tekortkoming in haar systeem, waardoor klaagster, nu zij gebruik had gemaakt van het ‘uitgestudeerd-aanbod’, ten onrechte de melding kreeg dat zij al eerder van het langstudeer-aanbod gebruik had gemaakt. Aldus stelt de voorzitter vast dat sprake is van een systematische fout in de uitvoering van het aanbod, voor welke fout adverteerder verantwoordelijk dient te worden gehouden. Gelet op het voorgaande dient te worden geoordeeld dat de bestreden uiting in strijd is met artikel 7 en 8.2 NRC.
babyfantasy.nl garandeerd de goedkoopste Quinny Zapp
RCC 14 maart 2013, dossiernr. 2013/00133 (babyfantasy.nl gegarandeerd de goedkoopste Quinny Zapp niet €179)
Uiting in strijd met art. 7 en 8.2 NRC. Het betreft de website babyfantasy.nl in zijn geheel, en de afbeelding van een buggy genaamd Quinny Zapp Xtra Red Crackle 2013 met de daarbij genoemde prijs van €179.00 in het bijzonder.
Volgens klager wekt de website ten onrechte de suggestie dat zij een webshop is, terwijl men zelf niks verkoopt maar alleen een doorlinkservice biedt. Daarnaast kan de Quinny Zapp Xtra Red Crackle 2013 volgens klager niet worden besteld in de afgebeelde uitvoering voor de daarbij genoemde prijs.
Naar het oordeel van de voorzitter blijkt uit de tekst op de beginpagina, waaronder: "Wanneer u een artikel wilt bestellen… zult (u) worden doorverwezen naar de betreffende webshop waar u het artikel uiteindelijk kunt bestellen.” voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk dat de website van adverteerder een geen webshop is, maar een vergelijkingssite. De voorzitter wijst de klacht op dit punt dan ook af.
In de bestreden uiting is de “Quinny Zapp Xtra” afgebeeld in de uitvoering “Red Crackle” met daarnaast de prijs van €179. Naar niet is weersproken is deze uitvoering niet te koop voor de daarbij genoemde prijs. Gelet op het voorgaande is de uiting onduidelijk ten aanzien van één van de voornaamste kenmerken van het product als bedoeld onder b van artikel 8.2 van de NRC, te weten de uitvoering. (...)
Vroegboekkorting niet op alle reizen van toepassing
RCC 28 maart 2013, dossiernr. 2013/00164 (Oad vroegboekkorting op Zuid Afrika niet van toepassing)
Het betreft een televisiecommercial waarin bij Oad te boeken reizen naar Zuid-Afrika worden aangeprezen. In de tag-on wordt gezegd: “Boek nu heel veel Zuid-Afrika met heel veel korting bij Oad. Ondertussen verschijnt enige tijd in beeld de tekst “tot wel € 600 vroegboekkorting”.
Klaagster heeft bij het reisbureau een reis naar Zuid-Afrika geboekt, en hoorde daar dat zij geen recht had op vroegboekkorting. Uit de commercial blijkt niet dat de korting niet op alle reizen van toepassing is.
In de commercial worden reizen van Oad naar Zuid-Afrika aangeboden “met heel veel korting” en “tot wel € 600 vroegboekkorting”. Naar het oordeel van de Commissie wordt door deze zinsneden de indruk gewekt dat voor elke reis naar Zuid-Afrika in ieder geval enige korting geldt, waarvan de hoogte kan variëren, oplopend tot € 600 vroegboekkorting. (...)
Gelet op het voorgaande gaat de televisiecommercial gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in de aanhef van artikel 8.2 NRC en acht de Commissie de uiting tevens misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Niet aannemelijk dat de prijs zal vallen op 9 postcodes in dezelfde straat
RCC 20 maart 2013, dossiernr. 2013/00015 (PostcodeKanjer € 48 miljoen Nationale postcode loterij)
Het betreft een geadresseerde mailing in een vensterenvelop. Door het venster is boven de naam en het adres van de geadresseerde onder meer te lezen: “€ 48 MILJOEN” en “€ 48 miljoen in uw straat… Hoeveel wint u dan, meneer (naam geadresseerde)?”.
Volgens klager wordt gesuggereerd dat er € 48 miljoen kan worden uitgekeerd in klagers straat. Verder wordt aan het eind van de spelregels, letterlijk kleine lettertjes, vermeld dat het totaalbedrag verdeeld wordt over 8 prijzen van 1 miljoen, één prijs van 20 miljoen naar de winnende postcode en één prijs van 20 miljoen naar de winnende wijk. Hoe de verdere verdeling over de winnende postcodes plaatsvindt, is onduidelijk. Daarnaast komt het klager voor dat het winnen van 1 miljoen al zo goed als onhaalbaar is.
Door de in het oog springende tekst “€ 48 miljoen in uw straat…” wordt naar het oordeel van de Commissie de onjuiste indruk gewekt dat € 48 miljoen kan worden gewonnen in de straat van de geadresseerde. In werkelijkheid, zo staat elders in de mailing, wordt voornoemde prijs verdeeld over 9 postcodes, en “rijdt de Kanjertruck het hele land door om de PostcodeKanjer van € 48 miljoen uit te delen”. De Commissie acht het niet aannemelijk dat de prijs zal vallen op 9 postcodes in dezelfde straat.
Naar het oordeel van de Commissie wordt in de uiting niet voldoende duidelijk gemaakt hoe de kansen op het winnen van een prijs in werkelijkheid liggen. Zo wordt het bedrag van € 48 miljoen niet alleen in verband gebracht met de straat van de geadresseerde, maar ook met de enkele postcode van de geadresseerde. (...)
Niet voldoende duidelijk is dat het bedrag van 48 miljoen in werkelijkheid wordt verdeeld zoals op de achterzijde van de mailing is vermeld onder “Zo werkt het:”, namelijk als volgt: Een Kanjer van € 40 miljoen, waarvan de helft naar de winnende wijk gaat en de andere helft over de winnende postcode wordt verdeeld, en 8 prijzen van € 1 miljoen, die worden verdeeld in de betreffende winnende postcodes.
Gelet op het bovenstaande acht de Commissie de uiting misleidend met betrekking tot de kansen op het winnen van een prijs als bedoeld in artikel II.3 van de Reclamecode voor Kansspelen (RVK).
Adverteerder heeft, volgens de Commissie, voldoende aannemelijk gemaakt dat er in het kader van de onderhavige loterij in 5 huishoudens prijzen van meer dan 1 miljoen zijn gevallen. Derhalve acht de Commissie het laatste bezwaar ongegrond.