RB
RB 3838
10 juni 2024
Artikel

Laatste plekken voor de Actualiteitenlunch Reclamerecht

 
RB 3837
3 juni 2024
Artikel

Vacature Simmons & Simmons: Advocaat-stagiaire IP / Life Sciences

 
RB 3836
31 mei 2024
Artikel

Pinsent Masons Amsterdam zoekt voor haar octrooi- en Life Sciences team junior en senior advocaat-medewerkers

 
RB 1674

Vloerbedekking-reclame in de vorm van officieel politiebericht

RCC 28 februari 2013, dossiernr. 2013/00114 (vloerbedekking-reclame in de vorm van officieel politiebericht)

Met ALERT. In een advertentie in het lokale nieuwsblad “De Twenterand Courant” van donderdag 17 januari 2013 wordt reclame gemaakt voor vloerbedekking en parket van ‘Beboparket’ in Vriezenveen. Adverteerder gebruikt een politiebericht als reclame-uiting. Klager was in eerste instantie in de veronderstelling dat sprake was van een officieel politiebericht.

De advertentie heeft het uiterlijk en de opmaak van een officieel politiebericht. Pas nadat men de moeite heeft moeten nemen de advertentie in zijn geheel goed door te lezen is duidelijk dat het in werkelijkheid gaat om een reclame van Beboparket.

Nu de gemiddelde consument door het uiterlijk van de advertentie op het verkeerde been wordt gezet en omdat de reclame-uiting niet duidelijk als reclame herkenbaar is, oordeelt de Reclame Code Commissie dat de uiting in strijd is met artikel 11.1 NRC. Dit artikel zegt ‘Reclame dient duidelijk als zodanig herkenbaar te zijn, door opmaak, presentatie, inhoud of anderszins, mede gelet op het publiek waarvoor het is bestemd’.

Omdat de Commissie ‘Beboparket’ al eerder heeft aanbevolen een dergelijke reclame-uiting niet meer te gebruiken en Beboparket daar geen gevolg aan heeft gegeven, heeft de Commissie besloten de uitspraak als “ALERT” te laten verspreiden.(...)

RB 1673

Boete wegens voortijdig ontruimen shop-in-shop winkel

Ktr. Zwolle, Rechtbank Oost-Nederland 12 februari, LJN BZ4357 (eiseres tegen gedaagde)

Shopping centerHuurzaak. Shop-in-shop, concept dat in de reclamewereld. Verhuisclausule. Contractuele boete.

Eiseres verhuurt in een hal verkoopruimtes conform het concept shops-in-shop, gericht op wonen en decoratie. Eiseres en gedaagde hebben een huurovereenkomst aangaande een verkoopruimte (shop-in-shop). In de huurovereenkomst is een 'verhuisclausule' opgenomen betreffende de eventuele verhuizing, onderhoud en aanbod in de verkoopruimte.

Wisseling van stand heeft geen verandering gebracht in de bestaande huurovereenkomst en niet geleid tot een nieuwe huurovereenkomst. De bestaande huurovereenkomst is tijdige opgezegd. Huurder had de verkoopruimte echter tot de expiratiedatum in gebruik moeten houden en heeft te vroeg ontruimd.

De daarop gestelde boete wordt als in extreme mate eenzijdig bezwarend, zodanig dat deze als abject moet worden aangemerkt, en gezien de rol van verhuurder in het ontstane geschil, teruggebracht tot een bedrag gelijk aan één maandhuur. De kantonrechter veroordeelt gedaagde tot het betalen van o.a. de contractuele boete en verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

7.  Het staat vast dat [gedaagde] de door hem gehuurde verkoopruimte op 13 mei 2012 heeft verlaten en dat hij vanaf dat moment geen huur meer heeft betaald. Ingevolge de huurovereenkomst van 30 november 2009 was [gedaagde] echter gehouden om die verkoopruimte tot de expiratiedatum van 14 mei 2013 in gebruik te houden en dienaangaande huur te betalen. Door zulks na te laten is [gedaagde] dan ook tekort geschoten in de ter zake op hem rustende verplichtingen uit de huurovereenkomst. Niet valt in te zien dat die tekortkoming [gedaagde] niet kan worden toegerekend.

10.2  Gelet op de tekst heeft het beding alleen betrekking op verplichtingen van de huurder en niet op enige verplichting van de verhuurder. Het beding maakt geen onderscheid naar de aard en omvang van de verplichtingen en heeft betrekking op iedere verplichting van de huurder. Het beding kan, in afwijking van het bepaalde in artikel 6:92 BW, ook worden ingeroepen wanneer [eiseres] daarnaast aanspraak maakt op vergoeding van schade.

10.5  Dit beding moet dan ook als in extreme mate eenzijdig bezwarend worden aangemerkt, zodanig dat zij ook als abject kan worden betiteld.

RB 1671

Alle producten zijn gratis! 0 euro, noppes, niks, nada!

RCC 4 maart 2013, dossiernr. 2013/00110 (GRATIS producten)

Verzendkosten. Het betreft de website gratiskoop.nl, waarop onder meer wordt gesteld: “Gratiskoop.nl, Alle producten zijn gratis! 0 euro, noppes, niks, nada!” En “Wij maken geen onnodige marketing kosten omdat jij het product deelt via Facebook of Twitter en daardoor kunnen wij blijvend nieuwe GRATIS producten blijven aanbieden aan jullie.”

Klager stelt, kort samengevat, dat de bewering onjuist is dat de producten gratis kunnen worden aangeboden omdat bespaard wordt op de marketingkosten. De producten worden betaald via de te hoge verzendkosten van standaard €5,95 per enkele bestelling. Omdat de producten worden betaald via te hoge verzendkosten, worden ze ten onrechte aangemerkt als ‘Gratis’.

(...) Naar adverteerder erkent komen de standaard voor alle bestellingen in rekening gebrachte verzendkosten niet overeen met de daadwerkelijke verzendkosten die voor de betreffende producten gelden. Op grond hiervan is sprake van een misleidende wijze van reclame maken als bedoeld in artikel 8.5 in combinatie met de aanhef en punt 19 van Bijlage 1 NRC.

De bewering dat de producten gratis kunnen worden aangeboden omdat door de reclame via Facebook of Twitter bespaard wordt op de marketing kosten, is door adverteerder onvoldoende onderbouwd. Om bovengenoemde redenen is de reclame-uiting misleidend (...)

RB 1670

Aanbieding in banner voor niet meer beschikbare tickets

RCC 28 februari 2013 2013, dossiernr. 2012/01107-1 (Voor € 50* met de trein naar hartje Londen)

Het betreft een banner op https://www.eurostar.nl. Daarin staat onder meer: “Voor € 50* met de trein naar hartje Londen” en “Londen vanaf € 50 enkele reis”.

Toen klager op de banner klikte, kwam hij op de boekingspagina van NS Hispeed terecht. Vervolgens boekte hij een treinreis Delft-Londen (en terug) voor 4 maanden later ofwel de maximale periode voor vroegboeken. Het lukte klager niet een enkele reis voor € 50,- te vinden; het laagst aangetroffen tarief was € 77,80. Met ingang van de nieuwe dienstregeling bestaan de aangeboden kaarten volgens klager niet eens meer.

Eurostar heeft -kort samengevat- erkend dat zij in de bestreden banner tickets heeft aangeboden, in het verweer kennelijk aangeduid als “Ieder Station Nederland tickets”, die op het moment van aanbieden niet meer beschikbaar waren. Gelet hierop heeft verweerder 'Eurostar' gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel V onder 2 RR.

Voor zover de klacht is gericht tegen NS Hispeed, wijst de Commissie deze af. Naar haar oordeel is de bestreden banner, waarin de naam NS Hispeed niet voorkomt, geplaatst door Eurostar als adverteerder in de zin van artikel 1 NRC en niet door NS Hispeed of geheel of deels ten behoeve van NS Hispeed. Meer in het bijzonder heeft de Commissie geen aanwijzingen dat NS Hispeed betrokken is geweest bij plaatsing van de bestreden banner, bijvoorbeeld door daartoe opdracht te geven.

RB 1669

Prijs op voorbehoud van beschikbaarheidstoeslag

RCC 28 februari 2013, dossiernr. 2013/00049 (beschikbaarheidstoeslag)

Reclamecode Reisaanbiedingen (RR). Het betreft een aanbieding in een reisgids van adverteerder van een vliegreis van 5 dagen naar Rome inclusief het verblijf in een hotel. Boven een beschrijving van het hotel staat: “vanaf € 479”. Onder het kopje “PRIJSINFORMATIE” staat een aantal vertrekdata, waarachter de “Prijzen p.p in euro op basis van 2-pk” worden genoemd.

Volgens de uiting kost de bewuste reis in de door klaagster gewenste periode € 549,-. Op het moment dat klaagster de reis wilde boeken, bleek echter dat de reis in deze periode € 718,- kostte. Uit een telefoongesprek met het reisbureau bleek dat er een beschikbaarheidstoeslag werd berekend van € 169,- per persoon. Hierover wordt niets in de reisgids vermeld. In de uiting wordt aldus de illusie gewekt dat de genoemde prijs de werkelijke prijs is.

De Commissie acht het aannemelijk dat de onder prijsinformatie opgenomen prijs per vertrekdatum de reissom is, inclusief de op het moment van publicatie vaste onvermijdbare kosten, gebaseerd op de L-vluchtklasse - zoals in de uiting wordt vermeld onder: “Bij ons inclusief”.

Gebleken is dat in de prijs niet is begrepen de eventuele toeslag voor een andere vluchtklasse, indien de L-klasse niet beschikbaar is. Of de L-klasse beschikbaar is, blijkt pas wanneer men daadwerkelijk boekt. De Commissie is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat op grond van artikel 8.4 onder c NRC bij de prijs een mededeling of voorbehoud had dienen te staan, waaruit blijkt dat sprake kan zijn van extra kosten, te weten een beschikbaarheidstoeslag. (...) 

De in de uiting genoemde prijzen zijn onvoldoende duidelijk en de bestreden reclame-uitingen in strijd met artikel IV onder 1 RR.

RB 1668

'Fiber Power' voor een niet 100% glasvezelnetwerk is niet misleidend

RCC 27 februari 2013, dossiernr. 2013/00005 (Fiber Power)

Het betreft de reclame-uiting voor “Fiber Power”, waarbij men uit drie varianten kan kiezen, te weten “25 Mb Internet”, “50 Mb Internet” en “100 Mb Internet”. In de uiting wordt de download- en de uploadsnelheid van elke variant genoemd.

Het viel klager op dat de uploadsnelheid erg laag is. Dat komt doordat adverteerder alleen via de coaxkabel levert. Klager vindt het niet terecht dat adverteerder haar producten als “Fiber” aanduidt. Bij de potentiële klant wekt adverteerder daardoor, kennelijk om concurrentieoverwegingen, de indruk dat het om glasvezel gaat.

Adverteerder heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat haar netwerk voor ongeveer 97% uit glasvezel bestaat. Dat zij door middel van de productnaam “Fiber Power” deze eigenschap benadrukt, brengt, zoals de Commissie reeds heeft beslist in dossier 2011/00635, niet mee dat de uiting op grond daarvan onjuist of misleidend dient te worden geacht.

Voor zover van de uiting in enige mate de indruk zou uitgaan dat adverteerder de desbetreffende diensten verleent via een 100% glasvezelnetwerk, welk netwerk zich kennelijk in bepaalde opzichten qua snelheid onderscheidt van een netwerk dat niet volledig uit glasvezel bestaat, geldt dat de consument in de uiting duidelijk wordt geïnformeerd over de download- en de uploadsnelheid van het product van adverteerder. De voorzitter is van oordeel dat niet kan worden gezegd dat de consument door het feit dat in de bestreden uiting het product als “Fiber Power” wordt aangeduid, wordt misleid over de snelheid daarvan. (...) De voorzitter wijst de klacht af.

RB 1667

Honderden reacties op oproep 'sale' regulering

FashionUnited bericht: Moet de uitverkopenwet opnieuw ingevoerd of kan de branche de 'sale' zelf reguleren? De oproep van Jeanine van Eerd aan modeondernemers om vaste uitverkoopdata af te spreken heeft de gemoederen binnen de branche losgemaakt. Van Eerd opende woensdag een Facebookpagina en stuurde een emailoproep aan haar klanten. Haar voorstel: met moderetailers afspreken dat de sale in het vervolg begint op 1 juli en 1 januari. Wanneer dit voorbeeld wordt opgevolgd heeft de MKB-er een half jaar om de nieuwe collectie tegen de bedoelde marge te verkopen.

Lees verder

RB 1666

HvJEU over oneerlijke karakter van beding in hypothecaire lening

HvJEU 14 maart 2013, zaak C-415/11(Mohamed Aziz tegen Caixa d’Estalvis de Catalunya, Tarragona i Manresa (Catalunyacaixa))

Uit 't persbericht: De Spaanse regeling is in strijd met het Unierecht voor zover de rechter die bevoegd is om te oordelen over het oneerlijke karakter van een beding in een hypothecaire lening, de langs een andere weg ingeleide procedure van hypothecaire uitwinning niet kan schorsen.

Tegen die achtergrond van de zaak HvJEU 14 maart 2013, zaak C-415/11(Mohamed Aziz tegen Caixa d’Estalvis de Catalunya, Tarragona i Manresa (Catalunyacaixa)), betreffende de nietig verklaring van een hypothecaire lening, heeft de handelsrechtbank te Barcelona, waarbij het geding aanhangig is, het Hof van Justitie vragen gesteld over de verenigbaarheid van het Spaanse recht met de richtlijn betreffende oneerlijke bedingen.

Het Hof antwoord in de eerste plaats dat de richtlijn betreffende oneerlijke bedingen zich verzet tegen een nationale regeling, zoals de betrokken Spaanse regeling, waarbij de rechter in de declaratoire procedure – te weten de procedure die ertoe strekt om het oneerlijke karakter van een beding te doen vaststellen – geen voorlopige maatregelen, in het bijzonder de schorsing van de uitwinningsprocedure, kan opleggen wanneer deze maatregelen noodzakelijk zijn ter verzekering van de volle werking van zijn einduitspraak.


Het Hof is van oordeel dat het Spaanse procesrecht afbreuk doet aan de doeltreffendheid van de door de richtlijn nagestreefde bescherming. Doordat de rechter in de declaratoire procedure de uitwinningsprocedure niet kan schorsen, kan die nietigverklaring aan de consument immers slechts bescherming achteraf bieden die uitsluitend in schadevergoeding bestaat. Die schadevergoeding is onvolledig en ontoereikend en vormt geen geschikt en doeltreffend middel om een einde te maken aan het gebruik van dergelijke bedingen. (...)

Bij zijn beoordeling van het begrip oneerlijk beding herinnert het Hof er in de tweede plaats aan dat de uit een dergelijk beding voortvloeiende „aanzienlijke verstoring van het evenwicht” moet worden beoordeeld met inachtneming van de toepasselijke regels van het nationale recht wanneer partijen op dit punt geen regeling hebben getroffen. (...) Het staat aan de nationale rechter om aan de hand van deze criteria na te gaan of het beding inzake vertragingsrente in de door Aziz ondertekende overeenkomst oneerlijk is.(...) Op grond van het beding inzake vervroegde beëindiging van de betrokken overeenkomst kan de bank voorts de gehele lening terugvorderen wanneer de verplichting tot betaling van de hoofdsom of de rente één keer niet is nagekomen.

RB 1665

Voordeel naar vaste lijn in India

RCC 27 februari 2013, dossiernr. 2012/01133 (India Fixed)

Het betreft de Engelstalige folder van “BudgetCalls”. In de uiting staan diverse landen met doorgestreepte tarieven, waaronder : “India Fixed” en de doorgestreepte prijs “29,9 p/min”. Hiernaast staat in een stervormig kader: “1p/min”. Hieronder staan instructies en wordt bij wijze van voorbeeld het bellen naar een vaste lijn in India toegelicht, gevolgd door de tekst: “Now you save 28 pence per minute on your call”.

In de advertentie staat als voorbeeld de situatie dat men 28 pence bespaart indien men via een toegangsnummer van adverteerder naar een vaste lijn in India belt. In de lijst met tarieven wordt voor het bellen naar een vaste lijn in India een oorspronkelijk tarief van 29,9 pence per minuut genoemd, hetgeen op basis van de genoemde besparing impliceert dat het tarief van adverteerder 1,9 pence per minuut bedraagt in plaats van 1 pence per minuut, ondanks dat het om een 0844 nummer gaat. Er is op grond van het voorgaande volgens klager sprake van een kennelijke tegenstrijdigheid in de uiting (“apparent anomaly”).

Adverteerder heeft niet betwist dat uit het in de uiting genoemde voorbeeld volgt dat zij voor bellen naar een vaste lijn in India via haar 0844 nummer een tarief van 1,9 pence per minuut in rekening brengt in plaats van 1 pence per minuut, zoals uitdrukkelijk in de uiting als het toepasselijke tarief wordt genoemd. Blijkens het voorgaande is geen juiste, althans geen duidelijke informatie verstrekt over de prijs van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef onder d NRC. (...) Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 1664

0% verlies van vloeibaar wasmiddel

RCC 27 februari 2013, dossiernr. 2013/00062 (0% verspilling)

Het betreft een televisiecommercial voor het product Ariel Excel Tabs, waarin door een voice-over wordt gezegd: “Bij sommige wasmachines kan tot een vierde van het vloeibaar wasmiddel dat je in de lade giet verloren gaan in de leidingen. Maar met Ariel Excel Tabs gaat elke druppel rechtstreeks naar je kleding. 100% Ariel waskracht, 0% verspilling.” In beeld verschijnt onder meer de tekst: “Geen verlies van vloeibaar wasmiddel bij directe plaatsing in de trommel.”

Volgens klager loopt er eerst water in de trommel van de wasmachine via het daarvoor bestemde bakje voordat de trommel gaat draaien. Pas na een tijdje wassen wordt het vuile water met het wasmiddel weggepompt. Zowel bij gebruik van het wasmiddelenbakje als bij directe plaatsing van het wasmiddel in de trommel komt dus geen wasmiddel direct in de afvoer. De commercial zou daarom onjuist en misleidend zijn.

De Commissie acht op grond van het door adverteerder overgelegde rapport van Intertek van 19 mei 2011 en het interne bedrijfsfilmpje voldoende aannemelijk gemaakt dat bij verschillende types wasmachines van in Nederland bekende merken zich daadwerkelijk het verlies van vloeibaar wasmiddel tot een vierde kan voordoen dat in de commercial wordt gesteld. Gelet hierop is het niet misleidend om bij de aanprijzing van Ariel Excel Tabs, die direct in de trommel worden geplaatst, te wijzen op het voordeel dat bij dit product geen verlies van wasmiddel optreedt zoals bij via het bakje toegediend vloeibaar wasmiddel wel het geval kan zijn. (...) De Commissie wijst de klacht af.