RB
RB 3838
10 juni 2024
Artikel

Laatste plekken voor de Actualiteitenlunch Reclamerecht

 
RB 3837
3 juni 2024
Artikel

Vacature Simmons & Simmons: Advocaat-stagiaire IP / Life Sciences

 
RB 3836
31 mei 2024
Artikel

Pinsent Masons Amsterdam zoekt voor haar octrooi- en Life Sciences team junior en senior advocaat-medewerkers

 
RB 1102

Op weg naar vereenvoudigde welstand

Raad van State 10 augustus 2011, LJN BR4620 (appellant tegen college B&W Groningen)

Bij besluit van 1 oktober 2009 heeft het college geweigerd [appellant] reguliere bouwvergunning te verlenen voor het aanbrengen van een reclameframe op de gevel van het pand op het perceel [locatie] te Groningen. Dit op basis van welstandsnota Gemeente Groningen: Op weg naar vereenvoudigde welstand.

2.2. [appellant] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat het college het advies van de welstandscommissie van 18 augustus 2009 niet ten grondslag mocht leggen aan zijn oordeel dat het bouwplan niet aan redelijke eisen van welstand voldoet, omdat daarin, nu de aanvraag tot verlening van een reguliere bouwvergunning strekt, ten onrechte is getoetst aan de sneltoetscriteria uit de welstandsnota 2008. Voorts heeft zij volgens hem miskend dat het frame niet geen gevelreclame, als bedoeld in de welstandsnota 2008, is, nu de aan te brengen reclameuitingen geen direct verband met de activiteiten in het pand houden.

2.2.1. Dat om verlening van een reguliere bouwvergunning is verzocht, brengt niet mee dat de in de welstandsnota 2008 opgenomen sneltoetscriteria voor gevelreclame op bedrijventerreinen geen rol mochten spelen bij de beantwoording van de vraag of het bouwplan voldoet aan redelijke eisen van welstand. De rechtbank heeft in het in beroep aangevoerde terecht geen grond gezien voor het oordeel dat het college het advies van de welstandscommissie van 18 augustus 2009 niet aan het besluit van 3 mei 2010 ten grondslag mocht leggen. Zij heeft evenzeer terecht niet aangenomen dat de term "gevelreclame" in de welstandsnota 2008 niet ziet op grootschalige reclameuitingen ten behoeve van derden, als waar het hier om gaat. De term noopt er niet toe. Ook anderszins is daarvoor geen reden.

Het betoog faalt.

RB 1101

Check met postcode huisnummer

RCC 2 augustus 2011, dossiernr. 2011/0575 (Eindelijkglasvezel in Montferland)

Uiting: onder “Eindelijk. Glasvezel opent een wereld aan nieuwe mogelijkheden.” Staat de tekst: “Montferland. Eindelijk. Montferland kan ‘Ja’ zeggen tegen glasvezel (…)” Klacht: niet in heel Montferland. Check met postcode en huisnummer is voldoende duidelijk.

Op de bestreden webpagina staat, direct naast de tekst “Eindelijk. Montferland kan ‘JA’ zeggen tegen glasvezel” een kader met de tekst: “POSTCODECHEK”, waarop de postcode en het huisnummer kan worden ingevoerd en de beschikbaarheid van glasvezel kan worden gecheckt. Gelet op het voorgaande acht de Commissie het voldoende duidelijk dat niet overal in Montferland glasvezel beschikbaar is en dient de klacht te worden afgewezen.

RB 1100

Vandaag besteld

Vz RCC 11 augustus 2011, Dossiernr 2011/00658
 
Op de site www.postnl.nl staat “U wilt een Pakket versturen binnen Nederland” onder meer staat: “Vandaag besteld, morgen in huis. We leveren uw pakket de eerste werkdag na de dag van aanbieding af”
 
De klacht: Van de circa 400.000 pakketten die er per dag worden bezorgd, komt gemiddeld 98% binnen één werkdag op de plek van bestemming aan, aldus adverteerder in die reactie. Klager is van mening dat adverteerder daarvan op de website melding had moeten maken.
 
Het verweer: De website van PostNL Pakketten is in ontwikkeling. Er is geen garantie dat men in alle gevallen kan voldoen aan de slogan "Vandaag besteld, morgen in huis", dat zal binnenkort ook op de website staan.

Commissie:

Adverteerder heeft erkend dat de gewraakte tekst te absoluut is, nu niet kan worden gegarandeerd dat een pakket in alle gevallen de eerste werkdag nadat het is aangeboden, wordt bezorgd.

Blijkens het voorgaande is in de uiting te absolute en daardoor onjuiste informatie gegeven als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

NRC (nieuw) art. 7 
NRC (nieuw)art. 8.2 aanhef 
NRC (nieuw) art. 8.2 onder b.

RB 1099

Aftrekbare gift

RCC 11 augustus 2011, Dossiernr. 2011/00591 (Vincentiuskerk Aftrekbare gift)
 
In een folder wordt verzocht tot het steunen van het onderhoudsfonds van de Vincentiuskerk in Volendam: “Maak een bedrag van minimaal € 5,00 over. Onze stichting is bij beschikking van 20 september 2007 door de belastingdienst aangemerkt als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). Uw gift is fiscaal aftrekbaar”.
 
De klacht:  Veel mensen komen niet in aanmerking voor fiscale aftrek, omdat hun gift in totaal minder zal zijn dan 1% van het drempelinkomen, waarboven pas mag worden afgetrokken. Ook de periodieke aftrekmogelijkheid wordt niet besproken.  
 
Het verweer: De bestreden mededeling is destijds opgenomen omdat deze volgens adverteerder correct is. Adverteerder staat echter open voor suggesties. Commissie wijst de klacht af: het is niet aan adverteerder om te wijzen op alle factoren waarvan fiscaal voordeel afhangt. 

Naar het oordeel van de Commissie zullen de mededelingen:
Onze stichting is (..) door de belastingdienst aangemerkt als Algemeen Nut Beogende  Instelling (ANBI). Uw gift is fiscaal aftrekbaar” door de gemiddelde consument worden opgevat in die zin dat de gift bij de aangifte Inkomstenbelasting kan worden opgegeven als aftrekpost, waarna -al naar gelang de hoogte van de gift en eventuele andere opgegeven giften in relatie tot het zogenaamde drempelinkomen dan wel de vraag of er sprake is van een periodieke gift- door de Belastingdienst wordt bepaald of de gift daadwerkelijk een belastingvoordeel meebrengt. Het is naar het oordeel van de Commissie niet aan adverteerder om in een uiting als de onderhavige te wijzen op het feit dat het daadwerkelijk genieten van fiscaal voordeel afhangt van voornoemde factoren.

RB 1098

Dagen die eindigen op -g

RCC 24 augustus 2011, Dossiernr: 2011/00708 (Heineken: dagen die eindigen op een '-g')

Vanaf het twitter-account Heineken_NL is de volgende tekst gestuurd: “Ik drink alleen Heineken bier op dagen die eindigen op een ‘-g’. – https://moby.to/yup0bg” De link leidt naar een afbeelding van een kalender waarop alle dagen zijn omcirkeld.

Klacht: Adverteerder zet met dit bericht aan tot overmatig alcoholgebruik. Commissie: Op grond van artikel 1 RVA is in alle reclame voor alcoholhoudende drank terughoudendheid geboden, doet aanbeveling:

De Commissie is van oordeel dat de tekst in het twitterbericht, met name in combinatie met de afgebeelde kalender, de in artikel 1 RVA voorgeschreven terughoudendheid mist. Naar het oordeel van de Commissie stimuleert adverteerder, door te stellen dat zij iedere dag (van het jaar) Heineken bier drinkt, overmatige en dus onverantwoorde consumptie van alcohol. De gemiddelde consument zal de tekst van het twitterbericht niet opvatten als slechts een ‘uiting van merkvoorkeur’ of een ‘mededeling dat één keer per dag Heineken bier wordt geconsumeerd’, zoals door adverteerder wordt gesteld, nog daargelaten of daarmee sprake zou zijn van verantwoorde consumptie. Dat de uiting humoristisch is bedoeld brengt niet mee dat een adverteerder de bij reclames voor alcoholhoudende drank vereiste terughoudendheid uit het oog mag verliezen.

Regeling: RVA art. 1

RB 1096

Per additief aangeven

 

Antwoord van minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) op kamervragen lid Thieme inzake fabrikanten die sigaretten steeds verslavender maken, Aanhangsel Handelingen II, 2010-11, nr. 3 357.

Vraag 4 Deelt u de mening dat het verslavender maken van sigaretten verboden zou moeten worden? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4 Die mening deel ik niet. In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat roken verslavend is en schadelijk is voor de volksgezondheid. Om die reden voert de overheid ook een tabaksontmoedigingsbeleid. Ik heb op dit moment geen specifieke aanwijzingen dat het gebruik van verslavende of schadelijke ingrediënten in de afgelopen periode is toegenomen. Ik zie daarom geen noodzaak in het verder beperken of reguleren van de samenstelling van tabaksproducten.

Vraag 5 Deelt u de mening dat er heldere waarschuwingen op de verpakking zouden moeten komen, die per additief aangeven welke werking ervan verwacht mag worden? Zo ja, op welke termijn en wijze wilt u dat realiseren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5 Ook die mening deel ik niet. Op basis van Europese wet- en regelgeving wordt op de verpakking van een tabaksproduct nu aangegeven welke niveaus aan teer, nicotine en koolmonoxide het product bevat. Daarnaast bevat de verpakking tekstuele gezondheidswaarschuwingen van verschillende aard. Ik zie geen toegevoegde waarde in aanvullende informatie over het gezondheidseffect van specifieke additieven.

Vraag 6 Is het waar dat het RIVM toeziet op additieven zoals hier genoemd, maar nog nooit een middel verboden heeft?

Antwoord 6 Ter uitvoering van artikel 3b, derde lid, van de Tabakswet is een regeling opgesteld, die voorziet in een verplichte aanmelding en publicatie van tabaksingrediënten door tabaksfabrikanten. Volgens deze regeling moeten fabrikanten jaarlijks aan het RIVM rapporteren over het gebruik van ingrediënten voor alle producten die op de Nederlandse markt zijn. Het RIVM inventariseert de inbreng van fabrikanten en brengt hierover verslag uit aan de nVWA. De nVWA is vervolgens belast met het toezicht op de naleving van de regeling. De regeling voorziet niet in bevoegdheid om het gebruik van bepaalde ingrediënten te verbieden.

RB 1095

Betalingsbewijzen tav uitgekeerde prijzen

RCC 3 augustus 2011, Dossiernr. 2011/00163 (Bakker Hillegom Prijzenfestival)

Reclamerecht. Direct mailings: "DRINGENDE OPROEP! Het gaat om de finale uitbetaling van : EUR 65.000,- Eén van de finalisten Mevrouw (klaagster) of Mevrouw Amstutz ontvangt vandaag het gouden lot:"G7877", "Mevrouw (klaagster), u bent samen met mevrouw Pover geselecteerd als kandidaat voor beide geldprijzen tot EUR 10.000,-! ..." en "Eén van onze cheques wordt gegarandeerd aan u uitgekeerd, Mevrouw (klaagster)!", voorzien van een jubileumcheque ter waarde van EUR 65.000,-, ondertekend, en voorzien van de tekst "Ik teken deze cheque voor akkoord voor uitbetaling van bovenstaande geldprijs".

Klager: In uiting wordt vermeld, dan wel gesuggereerd, dat klaagster heeft gewonnen. Klaagster heeft de prijzen wel opgevraagd, maar nooit ontvangen. Klaagster vraagt zich af of de genoemde winnaars de prijzen wel echt hebben gewonnen. Verweerder: 95% van de ontvangers van de mailing wordt in de mailing aangemerkt als winnaar. Prijzen worden wel uitgekeerd.

De Commissie stelt adverteerder in de gelegenheid om na de zitting betalingsbewijzen ten aanzien van uitgekeerde prijzen te overleggen, en houdt tot die tijd verdere beslissing aan. Naar aanleiding van bewijs trekt klaagster klacht in met betrekking tot uitkering prijzen aan winnaars.

Uiteindelijke wijst Commissie klacht toe. De Commissie heeft in september 2010 ook al geoordeeld dat adverteerder misleidende reclame heeft gemaakt. Erkend dat klaagster geen finalist was. Informatie was onduidelijk voor de gemiddelde consument (art. 8.2 NRC), en kan de gemiddelde consument ertoe brengen een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Uiting misleidend en in strijd met art. 7 NRC. Aanbeveling om niet meer op dergelijke wijze reclame te maken.

In de uitingen wordt ten onrechte de indruk gewekt dat klaagster finalist is. Adverteerder erkent immers dat 95% van de geadresseerden als finalist wordt aangemerkt. Deze onjuiste indruk wordt niet weggenomen, ook niet door zinnen als "stuurt u een winnend geluksnummer in", of "u bent op dit moment in de race voor ...". Kan bovendien niet worden uitgesloten dat de consument die in de veronderstelling is dat hij een prijs heeft gewonnen, een bestelling bij adverteerder zal plaatsen.

NRC
Met samenvatting van Carja Mastenbroek, DLA Piper

RB 1094

Geen AXE-klachten meer

Persbericht  De Reclame Code Commissie heeft klachten ontvangen over reclame-uitingen van Axe waarin een of meer vrouwen in bikini het bovenstuk van de bikini hebben losgemaakt en hun handen voor hun borsten houden. Het betreft een foto op een billboard, een televisiecommercial en reclame op internet. De klachten komen in essentie erop neer dat deze reclame-uitingen in strijd met de goede smaak en het fatsoen en nodeloos kwetsend zouden zijn.

De voorzitter van de Reclame Code Commissie heeft inmiddels geoordeeld dat de reclame van Axe de grens van het toelaatbare niet overschrijdt. Van een te schokkende uiting is naar het oordeel van de voorzitter geen sprake. De begeleidende tekst “The cleaner you are, the dirtier you get” acht de voorzitter naar de huidige maatschappelijke opvattingen eveneens toelaatbaar, ook zover deze woorden een specifieke erotische context hebben.

Klik hier voor meer informatie over voorzittersbeslissingen.

RB 1093

Legertank rijden

Vz toewijzing RCC 23 augustus 2011, Dossiernr. 2011/00731 (Trafficcontrol Legertank)

Uiting (klik plaatje voor vergroting): "legertank rijden over een heuvelachtig parcours". Klacht: Misleidend ontbreken van informatie: op basis van roulatie mag door ieder 30 minuten gereden worden. Echter met 8 personen in totaal slechts 30 minuten is 4 minuten per persoon.

Verweer: Een half uur tank rijden op basis van roulatie duidt erop dat in een half uur meer personen aan de activiteit deelnemen. Klanten rijden wel degelijk een half uur in de tank, alleen zijn zij niet zelf een half uur aan het sturen. Iedere deelnemers is wel in de gelegenheid om de tank te besturen. De prijs is geen aanduiding voor de tijd dat men zelf stuurt.

Voorzitterstoewijzing

In de beschrijving die op de website wordt gegeven over het “Legertank rijden” staat niet hoelang deze activiteit duurt. Vermeld is: “Tank rijden vindt plaats op basis van roulatie. Er kunnen max. 8 personen in één tank.”  Alleen in het “Overzicht van uw reservering” staat “484 Tank rijden 30 minuten” waarvoor een bedrag van € 128,95 per persoon in rekening lijkt te worden gebracht. Uit bovenstaande teksten is niet duidelijk wat het aanbod inhoudt, meer in het bijzonder hoe lang een deelnemer zelf achter het stuur mag zitten.
 
Op grond van bovenstaande overweging is in de uiting voor de gemiddelde consument onduidelijke informatie verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Strijd met NRC (nieuw) art 7 en 8.2 aanhef

RB 1092

Dieren zijn goed behandeld

Vz RCC 10 augustus 2011, Dossiernr. 2011/00669 (Volum'Express the Colossal Cat Eyes mascara) en 2011/00669A

Reclamerecht. Dierenleed. Televisiereclame waarin luipaard en tijgerwelpjes te zien zijn.

Klacht: Dit diertje heeft werkelijk niets met mascara te maken. Dieren behoren niet op de televisie te worden uitgebuit. Dit heeft negatieve gevolgen. Wilde dieren horen in het wild te leven en niet aan een halsband. EN tijgers zijn bedreigde diersoort, hoewel ze wellicht redelijk zullen zijn behandeld, zijn ze blootgesteld aan warme lampen en lange opnametijden in de studio. Dit is aan te merken als dierenmishandeling.

Verweer: er wordt vergelijking gemaakt met oogopslag van een katachtig dier. De dieren zijn goed behandeld, verklaring van inspecteur Animal Anti-Cruelty League. Voorzitter wijst de klacht af:

Op grond van de in de uiting getoonde beelden kan niet worden geoordeeld dat er sprake is van dierenmishandeling. Voorts zijn, aldus de door adverteerder overgelegde verklaring,  de dieren gedurende de opname van de commercial met zorg gehandeld. Gelet hierop en gezien het feit dat er geen verbod is om dieren in een televisiecommercial te tonen c.q. de laten fungeren, acht de voorzitter de klacht ongegrond.