RB
RB 3869
25 november 2024
Artikel

Laatste plekken: Jurisprudentielunch Merken-, Modellen- en Auteursrecht op woensdag 27 november 2024

 
RB 3867
11 november 2024
Uitspraak

HvJ EU: Parfümerie Akzente

 
RB 3866
8 november 2024
Artikel

Carly van der Beek treedt toe als Senior Associate bij Pinsent Masons Nederland

 
RB 1169

Moment dat de folder werd gedrukt

RCC 16 december 2010, dossiernr. 2010/00793-I (Geldigheid strippenkaart per 18 november beëindigd)

Misleidende informatie over invoering OV-Chipkaart en uiting in folder: "De Stadsregio Arnhem Nijmegen heeft de minister toestemming gevraagd om de geldigheid van alle strippenkaarten in de regio’s Arnhem en Nijmegen te beëindigen per 18 november 2010" Op het moment van drukken was de (gewijzigde) informatie juist, klacht wordt ongegrond verklaard.

Klacht: Onlangs heeft de Minister van Verkeer en Waterstaat besloten om voor Oost-Nederland de verplichte invoering van de OV-chipkaart op te schorten tot 1-02-2011. Het was de wens van o.a. de Provincie Gelderland en de Stadsregio KAN (Knooppunt Arnhem-Nijmegen) om de strippenkaart per 18 -11-2010 af te schaffen, maar dit is niet gehonoreerd. Desondanks verspreidt de regionale (KAN)busvervoerder Breng nog folders met de mededeling dat het mogelijk in november al zover is. Aldus wordt misleidende informatie verspreid.

Verweer: Er wordt geadviseerd niet te veel strippenkaarten op voorraad te nemen, grote promotiecampagne was reeds gepland en materiaal kon niet worden aangepast.

Commissie: De in de folder onder het kopje “Strippenkaart nog beperkt geldig’’ staande tekst is niet onjuist. Deze bevat de feitelijk juiste mededeling dat aan de minister toestemming is gevraagd om de geldigheid van de strippenkaart te beëindigen per 18 november 2010. Daarmee was, op het moment dat de folder werd gedrukt, niets miszegd. In verband met de onzekerheid over de geldigheidsduur van de strippenkaart wordt geadviseerd om in afwachting van het besluit van de minister daarover niet te veel strippenkaarten in voorraad te nemen. De consument wordt slechts gemaand tot een voorzichtig uitgavenpatroon, ten aanzien van de strippenkaart. Adverteerder heeft de tekst van de eerstvolgende folder aan de gewijzigde situatie aangepast, zoals ook blijkt uit een door adverteerder overgelegd exemplaar daarvan. Gelet op het vorenstaande acht de Commissie de klacht ongegrond.

RB 1168

Verantwoorde (fruit)vulling

RCC 20 september 2011, Dossiernummer 2011/00543 (Fruitkick verpakking)

Met samenvatting van Alicia Schalkwijk, winnares internetscriptieprijs Geneesmiddelenverkoop op internet.

Reclamerecht. Misleiding. De reclame-uitingen op de verpakking van de Liga Fruitkick eXtra Framboos zijn niet misleidend.

Op de verpakking van de reep Liga Fruitkick eXtra Framboos (Fruitkick) worden beweringen gedaan die door klager misleidend worden bevonden. Ten eerste is op de voorzijde van de verpakking te lezen dat de Fruitkick voor 46% uit fruitvulling bestaat. Klager voert aan dat deze fruitvulling vooral bestaat uit vulstoffen en glucose-fructosestroop. Volgens klager ‘levert de fructose uit deze goedkope maissuiker veel calorieën, maar zorgt niet voor een gevoel van verzadiging’. In de Fruitkick zit volgens klager slecht 6,7% oftewel 1,8 gram fruit. Daarnaast staat er op de verpakking dat de Fruitkick 5% van de Dagelijkse Voedingsrichtlijn (GDA) aan voedingsvezels bevat. Klager acht deze bewering niet juist omdat de berekening van de adverteerder zou uitkomen op een vezelbehoefde van 26 gram per dag per persoon en dit volgens de richtlijn van de Gezondheidsraad 5 a 10 gram te weinig zou zijn. De vezels uit de Fruitkick bestaan zowel uit natuurlijke als geïsoleerde vezels. Klager betwist dat geïsoleerde vezels mogen worden meegerekend bij het vezelpercentage dat het product bevat. Ook de bewering van de adverteerder op de verpakking dat de Fruitkick 30% minder suikers bevat in vergelijking met andere fruitrepen is volgens de klager misleidend. Op de verpakking staat het opschrift dat de Fruitkick ‘door de combinatie van granen en fruit voor een goede balans van verantwoord en genieten’ zorgt. Dit vindt de klager eveneens misleidend, onder meer omdat de fruitreep voor 1/3 uit suiker bestaat.

Met betrekking tot de bewering betreffende de fruitvulling, oordeeltde de Commissie dat

de gemiddelde consument de term fruitvulling (…) opvat in die zin dat in de vulling fruit is verwerkt, in enige vorm en dat daarnaast mogelijke andere ingrediënten zijn gebruikt’. Mocht de consument toch de indruk hebben gekregen dat een reep Liga Fruitkick eXtra Framboos voor 46% uit puur fruit bestaat, dan wordt volgens de Commissie ‘die onjuiste indruk voldoende weggenomen door de ingrediëntenlijst op de achterzijde van de verpakking, voor welke lijst geldt dat van de gemiddelde consument mag worden verwacht dat hij deze lijst betrekt bij zijn aankoopbeslissing.

Ook de klacht omtrent het percentage en soort voedingsvezel is volgens de Commissie ongegrond. Adverteerder wijst erop dat de GDA een initiatief is van de CIAA (Confédération des industries agro-alimentaires de L’EU). In de referentiewaarden van het CIAA staat dat zowel voor mannen als vrouwen 25 gram vezels per dag worden aanbevolen. Verder heeft adverteerder aangetoond dat uit verschillende richtlijnen en een wetenschappelijk onderzoek polydextrose, een geïsoleerde vezels waar het in casu om gaat, wordt geschaard onder de definitie van voedingsvezel. Zodoende mag de adverteerder deze dus meetellen in het percentage voedingsvezels dat in de Fruitkick zit.

Ook de bewering dat Liga Fruitkick eXtra Framboos 30% minder suiker bevat in vergelijking tot andere fruitrepen is volgens de Commissie een toelaatbare reclame-uiting. Adverteerder heeft aangetoond dat het fruitgehalte van 37 andere fruitrepen gemiddeld op 48,9 gram suikers per 100 gram ligt, in tegenstelling tot de Fruitkick die 34 gram suikers per 100 bevat, afgerond een verschil van 30%. In de bijlage van de Claimsverordening staat ‘de claim dat een levensmiddel een verlaagd gehalte aan een of meer ingrediënten heeft, (…) is alleen toegestaan als het desbetreffende gehalte van het product minimaal 30% lager is dan dat van een vergelijkbaar product’. De uiting is dus niet misleidend.

Doordat bovenstaande uitlatingen door de Commissie niet als misleidend worden bestempeld, is ook de zin ‘door de combinatie van granen en fruit voor een goede balans van verantwoord en genieten’ niet ontoelaatbaar.

De Commissie wijst de gehele klacht van de klager af en stelt adverteerder is het gelijk.

RB 1167

Optreden tegen boete Consumentenautoriteit

Rechtbank Rotterdam 5 oktober 2011, LJN BT6751 (Mikro-Electro B.V. tegen Consumentenautoriteit)

De Consumentenautoriteit (CA) heeft een aantal ondernemingen die consumentenelektronica verkopen beboet wegens overtreding van artikel 8.8 Whc jo 6:193c, 1 onder g BW wegens het, bij verkoopgesprekken of als een consument na de fabrieksgarantietermijn een defect product ter reparatie aanbiedt, verstrekken van misleidende informatie aan consumenten over zijn wettelijke rechten op kosteloos herstel of vervanging bij non-conformiteit. De CA heeft deze overtreding vastgesteld op basis van het door de ondernemingen gevoerde beleid, zoals dat is gebleken uit de met de directies gevoerde gesprekken. Verder heeft de CA aan de hand van verklaringen van een aantal filiaalleiders, een aantal mysteryshoppings en een aantal verklaringen van consumenten die een klacht bij ConsuWijzer hadden ingediend over de onderneming, vastgesteld dat uitvoering werd gegeven aan dit beleid. Verder heeft de CA aangekondigd de boetebesluiten conform zijn beleid te publiceren.

De voorzieningenrechter concludeert dat de boeterapporten voldoende grondslag bieden voor het opleggen van de boetes. Het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter is dat de boetebesluiten rechtmatig zijn. Hierin is daarom geen beletsel gelegen om de boetebesluiten te publiceren. Ook in wat verzoeksters overigens hebben aangevoerd ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding de publicatie van de boetebesluiten onevenredig te achten. De verzoeken om voorlopige voorziening worden afgewezen.

Ook het feit dat verweerders onderzoek in de consumentenelektronicabranche in eerste instantie was gericht op de verkoop van bijkoopgaranties staat er naar het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter niet aan in de weg dat verweerder uit de onderzoeksgegevens conclusies heeft verbonden ten aanzien van de wijze waarop verzoekster omgaat met het verstrekken van informatie over garantie, conformiteit en het recht op herstel of vervanging, nu de onderzoeksresultaten op zich verweerders conclusies hierover kunnen dragen.

Nu naar het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter de aan het sanctiebesluit ten grondslag gelegde onderzoeksbevindingen voldoende basis bieden voor de vaststelling dat verzoekster door haar beleid feitelijk onjuiste of misleidende informatie als bedoeld in artikel 6:193c, eerste lid, aanhef en onder g, van het BW heeft verstrekt aan consumenten is er sprake van een overtreding van artikel 8.8 van de Whc, en met welke overtreding verzoekster de collectieve consumentenbelangen heeft geschonden of kon schenden. Daarmee staat naar het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter vast dat verweerder in beginsel de bevoegdheid toekomt om handhavend op te treden.

Verweerder heeft gekozen voor een boete, omdat de vastgestelde overtreding naar zijn aard aanzienlijke schade kan toebrengen aan het consumentenvertrouwen, en daarom is volgens verweerder een punitieve sanctie, mede gezien de speciale en generale preventieve werking daarvan gepast.

RB 1166

Eén manier om 3D te ervaren

CVB 11 oktober 2011, Dossiernr. 2011/00619 (Samsung Electronics Benelux BV 1 manier om 3 D te ervaren)

Met samenvatting van Carja Mastenbroek, DLA Piper.

Het betreft een uiting op de website www.samsung.com waar onder meer staat: “Er is slechts één manier om 3D te ervaren als u niet in de bioscoop zit. En dat is met de Samsung 3D-tv”. Het betreft een flyer met de tekst: “Bij Samsung’s 3D-technologie wordt gebruik gemaakt van de active shutter-techniek. Deze techniek zorgt voor het comfort van de grootste kijkhoek en is de enige techniek waarbij volledig 3D-Full HD kan worden weergegeven”. LG heeft de volgende bezwaren.

Klacht Ad 1 a, b, c: De bewering op de website is misleidend en geen geoorloofde vergelijkende reclame. In de televisiemarkt worden verschillende 3D-technologieën toegepast (zoals passieve 3D-technologie) die voor ene superieure 3D-ervaring zorgen, Samsung is niet de enige fabrikant die deze technologie toepast, en het is onjuist dat 3D-bioscopen uitsluitend actieve 3D-technologie gebruiken.

Klacht Ad 2 i, ii: De bewering op de flyer is ook misleidend, en betreft ongeoorloofde vergelijkende reclame. De bewering houdt een vergelijking in met de passieve 3D-technologie van LG en andere fabrikanten, en met andere of niet-actieve, bijvoorbeeld passieve, 3D-technologie. Samsung vermeldt niet naar welke kijkhoek zij verwijst, en onderbouwt de stelling niet. Passieve 3D-technologieën hebben vergelijkbare of grotere kijkhoeken.

RCC doet aanbevelingen op basis van art. 7, 8.2 en 13 NRC. De reclameuiting op de website is in strijd met artikel 7 NRC en de reclameuiting op de flyer met de artikelen 7 en 13 NRC. De RCC beveelt adverteerder aan om niet meer op dergelijke wijze reclame te maken.

Grief 1 van Samsung (met betrekking tot de website): grief slaagt: klacht wordt alsnog afgewezen. Het College stelt voorop dat van de totale reclame-uiting moet worden uit gegaan, omdat de tekst waartegen de klacht zich richt niet van de verdere inhoud van de uiting mag worden geabstraheerd, maar in de context waarin deze is geplaatst moet worden gezien. De uiting “Er is slechts één manier om 3D te ervaren als u niet in de bioscoop zit. En dat is met de Samsung 3D-tv” staat niet op zichzelf, maar is onderdeel van een tekst waarin de Samsung 3D-tv wordt aangeprezen. De gemiddelde consument zal beseffen dat het om (in reclame niet ongebruikelijke) overdrijving gaat, en de omschrijving niet zal opvatten als een objectieve weergave van de eigenschappen van het product. De gemiddelde consument zal beseffen dat het om een overdreven aanprijzing gaat met de subjectieve mening van Samsung met betrekking tot wat men bij haar product kan ervaren, en daardoor niet misleid worden.

Grief 2 van Samsung (met betrekking tot de flyer): grief slaagt, wel sprake van vergelijkende reclame. “Bij Samsung’s 3D-technologie wordt gebruik gemaakt van de active-shutter techniek. Deze techniek zorgt voor het comfort van de grootste kijkhoek en is de enige techniek waarbij volledig 3D-FULL HD kan worden weergegeven”. De gemiddelde consument zal deze uiting niet als duidelijk overdreven opvatten, niet beseffen dat er nuances zijn, en ook niet op de hoogte zijn van het door Samsung gemaakte onderscheid tussen “volledig 3D-FULL HD” en blijkbaar “beperkt 3D-FULL HD”. Door het ontbreken van deze laatste informatie over de uitleg van het begrip 3D-FULL HD wordt bij de gemiddelde consument een onjuiste suggestie gewekt dat andere technieken beperkingen hebben. Het College onderschrijft de conclusie van de Commissie dat de uiting misleidend is. Bovendien bevat de uiting een impliciete superioriteitsclaim met betrekking tot de active-shutter techniek (“enige”), dus is sprake van een impliciete systeemvergelijking, nu twee technieken worden vergeleken. De reclame ziet op het eindproduct (3D-televisie met active-shutter techniek), dat zich leent voor directe vergelijkingen met andere 3D-televisies die gebruik maken van een andere techniek. Er zijn maar heel weinig producenten van 3D-FULL HD producenten, waardoor de consument de uiting zal kunnen betrekken op de televisies van onder meer LG. Er is sprake van vergelijkende reclame en in strijd met artikel 13 aanhef en onder a en c NRC, nu ten onrechte de indruk wordt gewerkt dat bij televisies met een andere techniek in feite geen sprake is van 3D-FULL HD.

Grief 3 (flyer): grief slaagt. In de flyer wordt over de active-shutter techniek gezegd: “het comfort van de grootste kijkhoek”. Door het gebruik van het superlatief “grootste” verwijst Samsung indirect naar de passive-techniek, omdat er geen andere relevante techniek bestaat. Het is aannemelijk dat de consument de uiting zal kunnen betrekken op producten van LG. Op grond van artikel 15 NRC moet Samsung dit aannemelijk maken, maar slaagt hier niet in. De Commissie heeft de uiting terecht misleidend geacht, nu de consument onjuist wordt geïnformeerd, en ertoe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet zou hebben genomen. Er is sprake van vergelijkende reclame die niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. 

Slotsom: Vernietigt de bestreden beslissing voor zover deze betrekking heeft op de bestreden mededeling op de website www.samsung.com als vermeld in onderdeel 5.1 van deze beslissing. Wijst de klacht in zoverre alsnog af.

Bekrachtigt de beslissing van de Commissie voor het overige.

RB 1165

Gamma zegt sorry in naam van de buren

RCC 4 oktober 211, Dossiernr. 2011/00783 (GAMMA Sorry, de buren)

Uiting: een tweezijdig bedrukte, ongeadresseerde kaart met beer voorop. Achterop: “Sorry…Voor de eventuele overlast, want wij gaan de komende week verbouwen” en “Groetjes de buren” en “P.S. GAMMA geeft dit weekend namelijk heel veel korting!”. Klacht: onvoldoende als reclame herkenbaar, commissie vind het wel onmiskenbaar reclame van de Gamma en wijst de klacht  af.

De Commissie begrijpt klagers bezwaren tegen onderhavige uiting aldus, dat de uiting onvoldoende als reclame herkenbaar is als bedoeld in artikel 11.1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
 
Artikel 11.1 NRC bepaalt dat reclame “duidelijk” als zodanig herkenbaar dient te zijn. Aan dit vereiste is voldaan als het publiek waarvoor de uiting is bestemd zonder moeite kan vaststellen dat een uiting reclame is. Naar het oordeel van de Commissie is dat bij onderhavige uiting het geval. Hoewel de voorzijde van de kaart even de indruk kan wekken dat het een gewone ansichtkaart betreft, blijkt uit de achterzijde onmis­ken­baar dat er sprake is van reclame van de Gamma. Met name de zeer in het oog sprin­gende actiecoupons maken dit duidelijk. Dergelijke coupons plegen geen onderdeel te zijn van een gewone ansichtkaart. Ook uit de verdere teksten op de achterzijde van de uiting blijkt duidelijk dat sprake is van een reclame-uiting van de Gamma. Dat deze re­clame met een knipoog is bedoeld, doet daaraan niet af. De klacht kan derhalve niet slagen.

RB 1164

Een derde van de advertentiekosten

Hof Amsterdam 19 juli 2011, LJN BT8702 (A.B. Medical B.V. tegen Medisch Centrum Boerhaave B.V.)

Als randvermelding. Advertentiekosten. Medical is leverancier van medische artikelen. Zij heeft in 1999 en begin 2000 borstprotheses en zogenoemde Softform en Hylaform aan Boerhaave geleverd. Boerhaave heeft een aantal facturen van Medical onbetaald gelaten. Een deskundigenbericht, door adhv de administratie van partijen onderzoek te doen naar o.a. aantallen geleverde producten, dit laat zien dat is gerekend met verkeerde prijs (verschil f 37.000), prijs geldt per verpakking en niet per stuk.

Daarbij biedt Medical (wederom) aan te bewijzen dat afspraken zijn gemaakt dat Boerhaave een derde van advertentiekosten voor rekening neemt. Het hof staat bewijslevering middels getuigenverhoor toe en houdt iedere beslissing aan.

2.7.1 Medical heeft in eerste aanleg gesteld dat met Boerhaave (en andere klinieken) de afspraak is gemaakt dat Boerhaave een derde deel van de advertentiekosten voor haar rekening zou nemen. Medical en [G.-V.] van Body Questions en Body Services, zouden volgens Medical ieder ook een derde deel betalen. Boerhaave heeft de gestelde afspraak betwist.

2.7.2 Grief II in principaal hoger beroep is gericht tegen de afwijzing door de rechtbank van het voor advertentiekosten gevorderde bedrag van in totaal ƒ 24.179,15 (€ 10.972,02). Medical heeft in hoger beroep opnieuw te bewijzen aangeboden dat met Boerhaave een afspraak is gemaakt over een bijdrage in de advertentiekosten, door het andermaal doen horen van [B.] en [H.], alsmede door het doen horen van [G.], directeur van de firma Body Questions, welke firma in haar visie als derde partij was betrokken bij de afspraken omtrent de advertenties.

Beslissing: laat Medical toe tot het bewijs dat met Boerhaave is overeengekomen dat zij een derde deel van de advertentiekosten voor haar rekening zou nemen;

RB 1163

Vrijblijvend advies voor uitzendtijd

RCC 4 oktober 2011, dossiernr. 2011/00810 (SOA Nederland kind/tijdstip "Begin over condooms voordat je broek uitgaat")
- 2011/00810A

Uiting is uitgezonden direct na Sesamstraat rond  17:50: “Het perfecte moment om over condooms te beginnen, is voor iedereen anders. Als je erover begint voordat je broek uitgaat, dan zit je altijd goed”, zie Rijksoverheid.

Mede op basis van de onderhavige klacht heeft adverteerder de Rijksvoorlichtingsdienst, die de inzet van Postbus 51 spots op radio en televisie organiseert, laten weten dat de inhoud van de vrij veilig spots ‘Begin over condooms voordat je broek uitgaat’ niet gepast is rond kinderprogramma’s. De spots worden inmiddels niet meer uitgezonden rondom kinderprogramma’s noch vóór 20.00 uur.

Commissie: vrijblijvend advies ogv art. 2 NRC.

Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 2 NRC, voor zover deze wordt uitgezonden vóór 20.00 uur. Zij geeft adverteerder, die in dit geval reclame voor denkbeelden maakt, een zogenaamd vrijblijvend advies om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken en stelt als voorwaarde aan het tijdstip van uitzenden van de reclame dat uitzending niet vóór 20.00 plaatsvindt

RB 1162

Waardebon voor volgend bezoek

RCC 3 oktober 2011, Dossiernr. 2011/00773 (Vakantieveilingen.nl Waardebon t.w.v. €24,50 bij volgend saunabezoek =vrijkaartje voor 2e persoon)

Klager heeft op de website van VakantieVeilingen.nl geboden op een veiling van een sauna-arrangement van Sauna de Veluwe. Hierbij werd een waardebon van € 24,50 aangeboden bij een volgend saunabezoek. De waardebon bleek echter een vrijkaartje te zijn voor een tweede persoon bij een volgend bezoek. Dit blijkt niet uit het aanbod. De waardebon is daarom niet duidelijk en daardoor misleidend.

Verweer Emesa: De consu­ment had uit de context, met name de veilingprijs, kunnen afleiden dat er voorwaarden verbonden zouden zijn aan de waardebon. De consument kan zich over deze voorwaar­den laten informeren. De veilingtekst is inmiddels aangepast.

Verweer Sauna & Beauty de Veluwe: De klacht betreft de bonus bij het sauna-arrangement namelijk een waardebon ter waar­de van € 24,50 te besteden bij een volgend bezoek aan Sauna & Beauty de Veluwe. De mededeling “ter waarde van” is niet gelijk aan “vrij te besteden”. Verder betreft het een arrangement voor twee personen dat door klager wordt gebruikt voor één persoon.

Commissie: uitleg dat bon uitsluitend kan worden gebruik om bij een volgend bezoek als betalende klant een andere persoon zonder bijbetaling mee te nemen, lig niet voor de hand. Geen duidelijke informatie, misleidend en oneerlijk. Aanbeveling volgt.

Adverteerders bieden in de reclame-uiting een sauna-arrangement aan voor twee per­sonen , inclusief een waardebon ter waarde van 24,50, te besteden bij een volgend bezoek aan Sauna & Beauty de Veluwe. In de uiting staat geen informatie over de wijze waarop de waardebon dient te worden besteed. Evenmin wordt daarnaar verwezen.

 

De Commissie is op grond van het voorgaande van oordeel dat de gemiddelde consu­ment geen rekening hoeft te houden met het feit dat adverteerder de woorden “inclusief waardebon (…) te besteden bij een volgend bezoek” aldus uitlegt, dat de waardebon uitsluitend kan worden gebruikt om bij een volgend bezoek als betalende klant een an­de­re persoon zonder bijbetaling te kunnen meenemen. Deze uitleg ligt naar het oordeel van de Commissie in het onderhavige geval ook niet voor de hand. Hierbij is van belang dat in de reclame-uiting staat dat bij Sauna & Beauty de Veluwe optionele behan­delin­gen en lunches te verkrijgen zijn, hetgeen de suggestie wekt dat de waardebon ook voor derge­lijke doeleinden kan worden gebruikt. Uit het enkele feit dat het arrangement is bedoeld voor twee personen bij het eerste bezoek, zal de gemiddelde consument niet afleiden dat de waarbon slechts op de hiervoor omschreven wijze kan worden verzilverd. Ook de veilingprijs wijst hier onvoldoende duidelijk op.

 

Blijkens het voorgaande is geen duidelijke informatie verstrekt over de voornaamste kenmerken van de waardebon als bedoeld onder artikel 8.2 van de Nederlandse Re­clame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
RB 1161

Vaste lage prijzen

RCC 29 september 2011, Dossiernr. 2011/00815 (HEMA - Vaste lage prijzen, 22 koffiepads > 20 koffiepads)

Uiting op www.hema.nl/winkel/vaste-lage-prijzen: Aanbieding vaste lage prijs van €1 voor koffiepads, sinds kort geen 22, maar slechts 20 koffiepads. Verweer; stijging grondprijzen en de afbeelding is verouderd ten tijde van de klacht, is inmiddels aangepast.

Commissie: Gebleken is dat de in de uiting voor “altijd 1,-” aangeboden zak koffiepads mokka één van de artikelen is die door adverteerder voor een “vaste lage prijs” worden aangeboden. Naar het oordeel van de Commissie is geen sprake van een vaste (lage) prijs als voor de eerder gehanteerde  prijs op een later moment een kleinere hoeveelheid van het betreffende product wordt aangeboden..De prijs per producteenheid stijgt dan immers. Nu adverteerder heeft erkend dat de inhoud van de voor € 1,- aangeboden verpakking koffiepads mokka onlangs is teruggebracht van 22 naar 20 pads, wordt ten aanzien van dit product ten onrechte de aanduiding “vaste lage prijs” gebruikt. Gelet hierop gaat de reclame-uiting gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in artikel 8.2 aanhef NRC.
 
Vast is komen te staan, dat in de bestreden uiting een verpakking met 22 koffiepads is afgebeeld, terwijl het aanbod in werkelijkheid een verpakking met 20 koffiepads betreft. Op dit punt wordt derhalve in de uiting onjuiste informatie verstrekt ten aanzien van een van de voornaamste kenmerken van het aangeboden productals bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC, te weten de hoeveelheid. In dit kader wijst de Commissie tevens op haar
Algemene aanbeveling onder i (afbeelding van het aangeboden product).

De Commissie is van oordeel dat de gemid­delde con­su­ment door de genoemde onjuiste informatie ertoe ge­bracht kan worden een besluit over een transactie te ne­men, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daar­door oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 1160

Een concurrent belachelijk maken

RCC 29 september 2011, Dossiernr. 2011/00831 (Nederlandse Energie Maatschappij concurrent belachelijk maken)

Reclamerecht. Vergelijkende reclame middels sterk daarop lijkende animatiemannetje. Uiting is commercial waarin een telefoniste van NLEnergie te zien, die achter elkaar telefoontjes krijgt. De voice-over zegt: “Zo, lekker druk. Logisch, met die mega zomerkorting. Dat wil iedereen wel.” Vervolgens steekt het animatiemannetje uit de Oxxio-reclames zijn hoofd om de deur en zegt: “Pardon, mag ik ook overstappen naar jullie?”

Klacht: Klager vindt het niet kunnen dat NLEnergie nieuwe klanten wil werven door een concurrent belachelijk te maken en door klanten van de desbetreffende concurrent ervan te overtuigen dat hun energieleverancier ook liever overstapt.

Commissie acht de commercial wel toelaat en niet kleinerend op grond van artikel 13 sub e NRC wijst de klacht af, het feit dat gebruik is gemaakt van een symbool dat lijkt op dat van een concurrent leidt in dit geval niet tot een ander oordeel. Het is bovendien

Commissie: Op grond van het bepaalde in artikel 13 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) wordt onder vergelijkende reclame verstaan elke vorm van reclame waarbij een concurrent dan wel door een concurrent aangeboden goederen of diensten uitdrukkelijk of impliciet worden genoemd. In de onderhavige commercial is het in reclame-uitingen van Oxxio gebruikte - of in ieder geval sterk daarop lijkende - animatiemannetje te zien dat zich meldt bij (de telefoniste van) adverteerder en vraagt of hij - kennelijk in verband met de eerder in de commercial genoemde “mega zomerkorting”- ook mag overstappen. Aldus is sprake van een impliciete vergelijking op prijs tussen adverteerder en Oxxio en derhalve van vergelijkende reclame in de zin van artikel 13 NRC.
 
Vergelijkende reclame is, wat de vergelijking betreft, geoorloofd indien aan de in artikel 13 NRC genoemde voorwaarden is voldaan. De Commissie vat klagers klacht aldus op, dat hij de vergelijkende reclame niet geoorloofd acht omdat Oxxio hierin belachelijk wordt gemaakt en adverteerder zich dus kleinerend uitlaat over een concurrent,  hetgeen op grond van artikel 13 sub e NRC niet is toegestaan.

De Commissie acht de bestreden commercial  wel toelaatbaar, nu daarin op een voor de gemiddelde consument herkenbare humoristische wijze de aandacht wordt gevestigd op de “mega zomerkorting die iedereen wel wil. Niet kan worden geoordeeld dat de reclame-uiting zich kleinerend uitlaat over een concurrent. Het feit dat gebruik is gemaakt van een symbool dat lijkt op dat van een concurrent leidt in dit geval niet tot een ander oordeel.