RB
RB 3897
28 april 2025
Uitspraak

Verbod tot gebruik van ‘laagste prijs garantie’ door Bauhaus in vergelijking met de producten van Hornbach toegewezen

 
RB 3894
17 april 2025
Uitspraak

Nordic Fire mag kritisch zijn op Milieu Centraal, maar moet oppassen met absolute milieuclaims

 
RB 3896
16 april 2025
Uitspraak

Greenpeace-lespakket onvoldoende herkenbaar als reclame, deels te stellig geformuleerd

 
RB 302

Uitspraken College van Beroep RCC

Verantwoordelijkheid door aanbieder van realtones voor reclame, gemaakt na het verbreken van relatie met zijn affiliate. Het College van Beroep vernietigde een beslissing van de Commissie, waarbij de Commissie een aanbieder van realtones verantwoordelijk achtte voor reclame waarin een gratis realtone van die aanbieder werd aangeprezen.

Televisiereclame met Heineken E-Squad NIET in strijd met artikel 2 Reclamecode voor Alcoholhoudende dranken (RVA). Het College van Beroep vernietigde de beslissing van de Commissie dat een televisiereclame, waarin Heineken volgens de Commissie matige alcoholconsumptie op negatieve manier zou hebben afgebeeld.

Verplichte schoonmaakkosten per verblijfseenheid (Reclamecode Reisaanbiedingen)
Het College bevestigde een beslissing van de Commissie dat de verplichte schoonmaakkosten per verblijfseenheid in een advertentie van een aanbieder van reizen hadden dienen te worden opgenomen.

Lees hier meer.

Bron: Nieuwsbrief RCC

RB 300

Naleving zelfregulering

De basis van zelfregulering is dat adverteerders gehoor geven aan de uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep en de bewuste reclame-uiting terugtrekken of aanpassen. De afdeling Monitoring & Compliance Service van de Reclame Code Commissie gaat elk kwartaal na of uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep worden opgevolgd (Compliance). Zij is opgezet met de bedoeling om met onderzoek het effect van zelfregulering duidelijk te maken en om te laten zien dat het adverterend bedrijfsleven zijn verantwoordelijkheid neemt.

De resultaten van het derde kwartaal 2008: 

  • Beslissingen door de (Voorzitter) Reclame Code Commissie (=RCC). Van de 83 aanbevelingen, conformeerden 74 adverteerders zich aan de uitspraken (= 89%).
  • Beslissingen door het College van Beroep (=CVB). Van de 11 aanbevelingen, conformeerden 8 adverteerders zich aan de uitspraken (= 73%).

Bron: Nieuwsbrief van de Reclame Code Commissie.

RB 301

Uitspraken RCC

In een radioreclame wordt onder meer het volgende gezegd: "In zijn hele leven had een kip nog nooit zoveel ruimte, als bij jou in de oven." Naar het oordeel van de Commissie heeft adverteerder voldoende aannemelijk gemaakt dat een kip in de fase voordat hij wordt geslacht, minder ruimte heeft dan in de oven en dat dit voor vrijwel alle kippen geldt. Naar het oordeel van de Commissie kan daarom niet gezegd worden dat de uiting in strijd is met de artikelen 1 en 8 van de Nederlandse Reclame Code. [geen beroep ingesteld]

Een bedrijf dat zich bezighoudt met ICT-problemen stuurt aan klanten een mailing waarop een Paracetamol pijnstiller is geplakt. De klacht is gebaseerd op artikel 71 lid 1 Geneesmiddelenwet. Ingevolge deze bepaling dient de verpakking van een geneesmiddel een bijsluiter te bevatten. Nu adverteerder geen bijsluiter bij de brief heeft gevoegd en ook niet op andere wijze de hiervoor bedoelde informatie heeft verschaft, heeft adverteerder gehandeld in strijd met artikel 71 Geneesmiddelenwet en dus heeft de adverteerder artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code geschonden. (geen beroep ingesteld)
 
Lees hier meer.

RB 295

Folders Hans Textiel

Wie het vonnis heeft mag het mailen. Adformatie bericht dat het AD bericht dat de Hema een rechtszaak heeft verloren tegen Hans Textiel. “De retailer vindt dat er een te grote gelijkenis is tussen uiterlijk van de reclamefolders en zijn eigen folders.Maar de rechter oordeelt anders over deze aantijgingen, meldt Het Financieele Dagblad. Hema had een proces aangespannen tegen Hans Textiel omdat het van mening is dat deze textielketen de reclame van Hema imiteert. De Hema valt over de lay-out van de folders, maar ook de naam Hans die associaties zou oproepen met Hema.

De folders van Hans Textiel verschillen in hun ontwerp van die van Hema, aldus het vonnis van de rechter. De gedrukte reclame van de winkelketen Hans, die jaarlijks 60 miljoen folders huis-aan-huis verspreidt, onderscheidt zich door andere kleuren en lettertypen. Ook het formaat is anders, evenals de soort papier. En in tegenstelling tot Hema maakt Hans in zijn folders gebruik van poserende fotomodellen. Ook met de aanduiding Hans heeft de rechter geen moeite. De namen van de beide winkels lijken niet op elkaar en bovendien wordt Hans in een ander lettertype geschreven dan Hema.”

Lees hier (Adformatie) of hier (FD) meer.

RB 296

Ook een reclamecode voor sms-diensten

(Met dank aan Els Leuftink van advocatenkantoor Kennedy van der Laan) Zelfregulering van reclames lijkt een steeds grotere rol te gaan spelen in de reclamewereld. Met name zelfregulering van geneesmiddelen- en alcoholreclames zijn momenteel hot items zowel in Den Haag als in de betreffende bedrijfstakken (lees eerdere berichten hierover hier). Niet voor niets stond de toekomst van zelfregulering centraal op het op 13 november jl. door de Stichting Reclame Code (SRC) georganiseerde symposium. De betrokken partijen bleken het met name eens te zijn over het feit dat zelfregulering van grote waarde is voor zowel de consument als het adverterend bedrijfsleven. Ook op het gebied van sms-dienstverlening heeft men dit onderkend.

Op initiatief van een aantal aanbieders van sms-diensten (denk hierbij aan ringtones, realtones en tekstdiensten als horoscopen en moppen) is in juli van dit jaar de Stichting SMS-Gedragscode opgericht. De Stichting heeft als doel te waarborgen dat sms-diensten in overeenstemming met de sms-gedragscode worden aangeboden. De sms-gedragscode bevat afspraken tussen marktpartijen over hoe sms-diensten moeten worden aangeboden. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen eenmalige sms-diensten en abonnementsdiensten. De afspraken gaan over aanmeldbevestigingen, welke afkortingen wel en niet mogen worden gebruikt en over hoe reclame mag worden gemaakt voor sms-diensten. Dit laatste punt is vervat in de reclamecode voor sms-diensten. Deze code bepaalt onder meer dat reclame voor sms-diensten geen mededelingen, afbeeldingen, suggesties of omissies mag bevatten waardoor de gebruiker misleid kan worden over de aard en kenmerken van de aangeboden diensten en producten, de prijs en de wijze van berekening daarvan. Daarnaast zijn in de sms-reclamecode minimumeisen opgenomen die door aanbieders van sms-diensten in acht moeten worden genomen bij de aanmeldingsprocedure. Deze eisen komen erop neer dat de aanmelding voor een sms-dienst niet misleidend mag zijn. Zo dient onder meer duidelijk te zijn wat de voornaamste kenmerken van het product zijn, wat de prijs en de frequentie per week is, wat de naam van de aanbieder is, waar deze bereikbaar is en hoe een abonnementsdienst kan worden gestopt. Op www.smsgedragscode.nl vindt men voorbeelden van een internet aanmeldscherm en een televisie commercial die aanbieders van sms-diensten kunnen gebruiken.

Lees sms reclamecode hier.

De sms-reclamecode is ter goedkeuring voorgelegd aan de SRC. Wanneer de SRC de reclamecode aanvaardt, kan de Reclame Code Commissie (RCC) overgaan tot toetsing van klachten van een ieder die bezwaar heeft tegen de per sms ontvangen reclame-uiting. En dat is wenselijk, omdat bij de RCC veel klachten binnenkomen over sms-reclames.

Staatsecretaris Heemskerk van Economische Zaken heeft onlangs antwoord gegeven op kamervragen over de reclamecode voor sms-diensten. De regering zegt de reclamecode van harte te ondersteunen. Misleidende reclame zou een groot deel van de problemen met sms-diensten vormen. Wanneer sms-dienstaanbieders in voldoende mate hun aanbiedingen transparant maken, zou het voor potentiële consumenten beter inzichtelijk zijn wat zij van de sms-dienstaanbieder kunnen verwachten en tegen welke voorwaarden. Of zelfregulering in dit kader voldoende effectief is, zal volgens de staatssecretaris moeten blijken.

RB 297

redactie@reclameboek.nl

Op het nieuwe e-mailadres van reclameboek.nl  kan ieder berichten toesturen die vervolgens door de redactie van reclameboek geplaatst worden.

Het staat een ieder vrij om zich met relevante berichtgeving op het gebied van reclamerecht en commerciële communicatie (gewonnen zaken, opmerkelijke inbreuken, verrassende transfers en benoemingen) te wenden tot redactie@reclameboek.nl.

Wie geïnteresseerd is in het (op reguliere basis) leveren van bijdragen mag zich te allen tijde per e-mail aanmelden.

Tips en suggesties voor berichten kunnen naar hetzelfde adres worden gemaild!

 

RB 294

Symposium reclame code

Het eerste symposium van de Stichting Reclame Code in 45 jaar met het onderwerp “De kracht van zelfregulering: "een mijnenveld aan mogelijkheden”  gehouden door de Stichting Reclame Code in het hoofdkantoor van ABN/Amro in Amsterdam was een groot succes.

De Stichting bericht in haar nieuwsbrief dat de Voorzitter van de Stichting Reclame Code (SRC) nieuwe media oproept zich aan te sluiten bij de zelfregulering. Alle betrokken partijen waren het over een ding eens. Zelfregulering is van grote waarde voor zowel de consument als het adverterend bedrijfsleven (lees bericht van de RCC hier).

Het symposium werd op een leuke en informatieve manier geleid door Astrid Joosten. Verschillende sprekers benadrukte het belang van zelfregulering.

Door de sprekers werden er ook kritische noten geplaatst en valkuilen van zelfregulering beschreven. Zo benadrukte Harry Koorstra ,CEO van TNTpost,  het belang van de bijzondere reclamecodes waarin de specifieke behoeften van het bedrijfsleven en het verantwoord benaderen van de consument samen komen maar benadrukte hij ook het gevaar van overregulering.

John Bell, Head of Cabinet van de EU Commissaris voor Consumentenbescherming benadrukte dat zelfregulering alleen effectief kan zijn wanneer zij het vertrouwen heeft van alle betrokken partijen. Ook gaf hij aan dat de zelfregulering steeds kritisch geanalyseerd moet worden. Hij illustreerde zijn boodschap met het spreekwoord "het oog van de meester maakt het paard vet". 

Ben Verwaayen, CEO van Alcatel benadrukte het belang van vertrouwen van de partijen. Hij gaf aan dat de emotionele waarde van vertrouwen even belangrijk is als de objectieve waarde van vertrouwen. Naar zijn mening is de maatschappij gebaat bij een bedrijfsleven dat zichzelf wil reguleren in samenspraak met stakeholders. Hij stelde dat in de toekomst degene die invloed uitoefenen op informatiedragers betrokken moeten worden bij het communicatieproces.

De verschillende sprekers werden afgewisseld door videoboodschappen van onder andere de Vereniging van erkende adverteerders, de STER, Unilever en de Consumentenautoriteit welke felicitaties en gelukwensen bevatten in verband met het 45-jarig bestaan van de Reclame Code Commissie.

Verder bracht het  intermezzo van Raoul Heertje een komische doch kritische noot aan het programma.

Reclameboek.nl feliciteert Stichting Reclame Code met haar 45 jarig bestaan en wenst haar nog vele vruchtbare jaren toe!

RB 298

Topambtenaar voor reclamebranche

In een overleg tussen afgevaardigden van het CMC, onder wie BVA voorzitter Jan Driessen, en staatsecretaris van Econonomische Zaken, Frank Heemskerk (portefeuille media), vorige week in Den Haag zijn de mogelijkheden omtrent het installeren van een topambtenaar, die zich specifiek zal bezighouden met de reclamebranche besproken.

Jan Driessen, voorzitter van de Bond van Adverteerders gaf aan dat er een speciale topambtenaar komt die zich specifiek gaat bezig houden met de reclamebranche. Terwijl de landbouwsector een heel ministerie heeft om de belangen van de landbouwsector te behartigen, heeft onze sector niet eens ambtelijke ondersteuning. Het is mijns inziens een goed begin. Zo hebben we een vast aanspreekpunt om de overheid te informeren.’

Lees hier en hier meer.

Bron: Adformatie.

RB 293

Geen misleidende mededelingen

Hof Amsterdam, 4 november 2008, LJN: BG2719: Het Gerechtshof Amsterdam heeft op 4 november 2008 uitspraak gedaan in een procedure die 69 aandeelhouders hebben aangespannen tegen (onder meer) de GolfOne vennootschappen en de betrokken bestuurder. 
Bij grief 6 in principaal appel vermeerderen [appellanten 1 tot en met 69] hun eis in die zin dat zij [geïntimeerde 1], CPC, TMF c.s., GolfOne Host en Caribbean Comfort verwijten dat zij misleidende mededelingen openbaar hebben gemaakt als bedoeld in de artikelen 6:194 en 6:195 BW.

Het Hof oordeelde dat er geen sprake was van misleidende mededelingen. Het door de aandeelhouders gestelde misleidende karakter (van het ontbreken) van een aantal mededelingen in genoemde prospectussen valt niet onder artikel 6:194 BW. De klachten over de onvolledigheid van de informatie die de aandeelhouders over (de financiële positie van) DR Marketing hebben ontvangen zijn terug te voeren op het ontbreken van een prospectus in de zin van artikel 3 Wte.

4.15.1 [Appellanten 1 tot en met 69] hebben hun stelling dat het, bij het tekenen van het inschrijfformulier, aan hen verstrekte Macao Beach prospectus/het Columbus Beach & Golf Resort prospectus openbaar is gemaakt in de zin van artikel 6:194 BW onvoldoende toegelicht, zodat dat niet is komen vast te staan. Het door [appellanten 1 tot en met 69] gestelde misleidende karakter (van het ontbreken) van een aantal mededelingen in genoemde prospectussen, zo dat zou komen vast te staan, valt derhalve niet onder artikel 6:194 BW. Daarnaast zijn hun klachten over de onvolledigheid van de informatie die zij over (de financiële positie van) DR Marketing hebben ontvangen, terug te voeren op het ontbreken van een prospectus in de zin van artikel 3 Wte (zie hiervoor onder 4.8.4 e.v.). [Appellanten 1 tot en met 69] hebben eveneens onvoldoende toegelicht dat de nieuwsbrief Merengue van januari 2001, die degenen hebben ontvangen die in 2001 aandelen DR Marketing hebben gekocht, openbaar is gemaakt in de zin van artikel 6:194 BW. Overigens valt anders dan [appellanten 1 tot en met 69] betogen in die nieuwsbrief niet te lezen dat het Project eind 2001/2002 van start gaat. Onder het kopje ‘Stand van zaken’ staat dat momenteel het aantal van 1.500 inschrijvingen ruim is gepas¬seerd en dat “de verwachting (cursivering door het hof) is dat het gewenste aantal eind 2001/begin 2002 wordt bereikt”. Uit het voorgaande volgt dat niet is komen vast te staan dat [geïntimeerde 1] c.s. en TMF c.s. in strijd hebben gehandeld met artikel 6:194 BW.

Lees hele vonnis hier.