RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Reclame  

RB 1736

Beperken van de invloed van alcoholreclame

Antwoord op vragen van de leden Kooiman, Voordewind en Van der Staaij over het onderzoek 'Do time restrictions on alcohol advertising reduce youth exposure', Aanhangsel Handelingen II, 2012-2013, nr. 2061
2. Deelt u de mening dat de groep jongeren van 12-18 jaar zoveel mogelijk gevrijwaard dient te worden van de confrontatie met alcoholreclame via tv, radio en internet?

Eén van de onderdelen van het alcoholbeleid betreft het beperken van de invloed van alcoholreclame op jonge kinderen. Daarom is een aantal jaren geleden een verbod op alcoholreclame tot 21.00 uur ingesteld op radio en televisie. Uit de ‘Evaluatie van de alcoholreclamebeperking op radio en televisie in 2009-2010’ blijkt dat in ieder geval jonge kinderen minder worden geconfronteerd met alcoholreclame. Ook worden er via de Reclamecode voor alcoholhoudende dranken (zelfregulering) regels gesteld aan reclames, zodat deze niet gericht zijn op jongeren en ook minder jongeren bereiken.

 

Zo mag er bijvoorbeeld geen alcoholreclame worden uitgezonden rond programma’s waar veel jongeren naar kijken. Alcoholreclames worden bovendien vooraf getoetst door de STIVA toetsingscommissie. Ik ben mij er echter van bewust dat niet alle reclame bij jongeren vandaan kan worden gehouden. De vraag is ook of dat wenselijk is, aangezien wij leven in een samenleving waarin media een prominente tol spelen. Naast het tijdslot is het daarom goed om jongeren verstandig te leren omgaan met reclameuitingen. O.a. de inzet van Mediawijzer.net bevordert de bewustwording onder jongeren van prikkels die hen bereiken via de media en de weerbaarheid daartegen.

3. Wat vindt u ervan dat in het genoemde onderzoek de conclusie bevestigd wordt dat het huidige tijdslot voor alcoholreclame contraproductief is als instrument om de blootstelling aan alcoholreclame voor hoog-risico jongeren
te doen afnemen?
6. Bent u – gezien de conclusie dat het huidige tijdslot een contraproductief effect heeft voor de hoogrisicogroep – bereid het tijdslot uit te breiden of andere effectieve instrumenten in te zetten om de blootstelling van jongeren aan alcoholreclame te doen afnemen?

Voor de volledigheid wil ik benadrukken dat uit het door u aangehaalde onderzoek en het rapport ‘Evaluatie van de alcoholreclamebeperking op radio en televisie in 2009-2010’ ook blijkt dat het tijdslot juist voor jonge kinderen wel effectief is. Ik zal, zoals eerder aangegeven tijdens het debat over het initiatiefwetsvoorstel verhoging leeftijd alcohol, binnenkort met het ministerie van OCW bespreken op welke manier jongeren tussen de 12-18 jaar verder kunnen worden beschermd tegen de invloed van alcoholreclame. Daarbij wil ik kijken naar de hierboven genoemde instrumenten, zoals zelfregulering, mediawijzer en de tijdsgrens. Ik zal u hierover informeren.

 

RB 1731

Betreft een reclame bedoeld voor jongeren

RCC 10 april 2013, dossiernr. 2013/00153 (Men at Work)
RCC 10 april 2013, dossiernr. 2013/00153A
Folders/brochures. Vrouwonvriendelijk. Jongeren. Betreft een reclamefolder voor Men at Work, waarin men 'een cadeautje (...) mag openkrassen'. Onderaan bevat de pagina een foto van een wijdbeens zittende vrouw, met op de plaats van haar kruis een hart met daarin de tekst 'scratch & catch'. De klachten richten zich op het feit dat de reclame, bestemd voor jongeren, te ver gaat. De uiting is vrouwonvriendelijk, seksistisch en provocerend, aldus klagers.

Naar het oordeel van de Commissie gaat de afbeelding van de wijdbeens zittende vrouw in combinatie met de aansporing om het hart open te krassen, de grenzen van het toelaatbare te buiten. De uiting is volgens de Commissie derhalve in strijd met de goede smaak en het fatsoen als bedoeld in art. 2 NRC. Met betrekking tot de afbeelding van 'een stel' in een seksueel gelade pose, waar het betreft een reclame bedoeld voor jongeren, acht de Commissie de uiting niet van dien aard dat deze naar huidige maatschappelijke opvattilngen de grenzen van het toelaatbare overschrijdt.

1.
(...)
Dit laatste acht de Commissie het geval waar het betreft de afbeelding van de wijdbeens zittende vrouw in combinatie met de aansporing om het hart, zoals te zien in het kruis van de vrouw, open te krassen. Naar het oordeel van de Commissie gaat deze afbeelding de grenzen van het toelaatbare te buiten. In zoverre acht de Commissie de uiting in strijd met de goede smaak en het fatsoen als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Dat de uiting is bedoeld voor de doelgroep 15-35 jarigen leidt niet tot een ander oordeel.   
 
2.
Klaagster heeft ook gewezen op de afbeelding van een kruis op het shirt van de wijdbeens zittende vrouw. Bij verweer is (onder verwijzing naar een bijlage met voorbeelden) meegedeeld dat een kruis op een kledingstuk op dit moment een modetrend is en dat het toeval is dat het bewuste model een shirt met een kruis draagt. Naar het oordeel van de Commissie betekent het gebruik van het bewuste kledingstuk in de bewuste afbeelding op zichzelf niet dat de NRC wordt overtreden, ook al zal dit gebruik niet door iedereen worden gewaardeerd.  
 
3.
Ten slotte maakt klaagster bezwaar tegen de afbeelding van “een stel” in -samengevat- een te seksueel geladen pose, waar het betreft reclame bedoeld voor jongeren. Een afdruk van deze afbeelding heeft klaagster niet overgelegd, maar de Commissie gaat ervan uit dat het dat onderdeel van de uiting betreft, waarvan in dossier 2013/00153A (soortgelijke klacht tegen dezelfde uiting) een afdruk is overgelegd.
Met inachtneming van voornoemde terughoudendheid acht de Commissie de betreffende foto van een stel, waarbij een meisje, gekleed in een hemdje en korte spijkerbroek zit op haar partner, die op de grond ligt, niet van dien aard, dat de uiting daardoor naar huidige algemene maatschappelijke opvattingen de grenzen van het toelaatbare overschrijdt.

RB 1730

Op duidelijk humoristisch bedoelde wijze aandacht vestigen

RCC 10 april 2013, dossiernr. 2013/00105 (Weightcare)
Radio. Subjectieve normen. Betreft een radioreclame van Weightcare waarin Jan van Veen op zwoele toon het volgende zegt: 'Dit is een gedicht voor al onze vrouwelijke luisteraars: Rozen verwelken, schepen vergaan, maar jouw strakke kontje blijft eeuwig bestaan'. Klaagster vindt de reclame denigrerend en seksistisch en vraagt zich af waarom de reclame alleen tot vrouwen is gericht. De confrontatie met dieetreclames kan ook op een vrouwvriendelijkere wijze.

De Commissie vat de klacht op in die zin dat klaagster de uiting nodeloos kwetsend acht en/of in strijd met de goede smaak en/of het fatsoen. De Commissie stelt voorop dat het adverteerde vrij staat zich in het bijzonder tot vrouwen te richten. De wijze waarop dat gebeurt, acht de Commissie niet ontoelaatbaar. Dat niet iedereen de uiting zal waarderen, leidt niet tot een ander oordeel. De klacht wordt afgewezen.

De Commissie stelt voorop dat het adverteerder vrij staat zich in het bijzonder tot vrouwen te richten. De wijze waarop dat gebeurt, acht de Commissie niet ontoelaatbaar.  Op duidelijk humoristisch bedoelde wijze en met enige overdrijving wordt de aandacht gevestigd op de mogelijkheid om met het product Weight Care het lichaamsgewicht onder controle te houden. Dat niet iedereen de uiting zal waarderen, bijvoorbeeld gezien de door een man uitgesproken woorden “strakke kontje”, leidt niet tot een ander oordeel.

RB 1729

Layar-app onder kinderen tot 12 jaar niet algemeen gebruikelijk

RCC 15 april 2013, dossiernr. 2013/00155 (Playboy)
RCC 15 april 2013, dossiernr. 2013/00155A
RCC 15 april 2013, dossiernr. 2013/00155B
Buitenreclame. Playboy. Kinderen. Betreft een abriposter van het tijdschrift Playboy. De uiting toont de cover van Playboy waarop drie in slip geklede vrouwen zijn te zien met over hun borsten een grote strik, waarop staat: 'Vervelend hè die strik? Pak ons uit met je Layar-app'. De klachten richten zich op het openbaar adverteren en de bescherming van kinderen. Kinderen moeten tegen deze reclame in het openbaar beschermd worden, de reclames moeten uit de bushokjes verwijderd worden en de uiting is in strijd met het goede fatsoen.

De Commissie stelt voorop dat de uiting niet kennelijk geheel of gedeeltelijk tot kinderen en/of minderjarigen gericht is, zodat de Kinder- en Jeugdreclamecode niet van toepassing is. Gezien het subjectieve karakter, stelt de Commissie zich terughoudend op. Aldus de Commissie zijn de grenzen van het toelaatbare niet overschreden. Dit geldt ook nu sprake is van buitenreclame waarmee eenieder, dus ook kinderen, ongevraagd kan worden geconfronteerd.

Voor zover de klacht is gericht tegen de oproep op de poster om de Layar-app te gebruiken, overweegt de Commissie dat de adverteerder een extra verantwoordelijkheid bezit, nu het filmpje 24 uur per dag direct en op straat toegankelijk is voor iedereen. Vervolgens oordeelt zij dat het bezit van een smartphone met daarop de Layar-app onder kinderen tot en met 12 jaar (nog) niet algemeen gebruikelijk is. Derhalve hoeft van de adverteerder niet te worden verwacht dat hij rekening houdt met de mogelijkheid dat kinderen het filmpje gaan bekijken. De Commissie wijst de klachten af.

Met inachtneming van deze terughoudendheid is de Commissie ten aanzien van de afbeelding op de poster van oordeel dat de grenzen van het toelaatbare niet zijn overschreden. De mate van en de wijze waarop op de poster bloot wordt getoond overschrijden niet de grens van hetgeen volgens huidige maatschappelijke opvattingen aanvaardbaar kan worden geacht. Dit geldt ook nu sprake is van buitenreclame waarmee eenieder, dus ook kinderen, ongevraagd kan worden geconfronteerd.

Voor zover de klacht is gericht tegen de - ook voor kinderen zichtbare - oproep op de poster om de afgebeelde vrouwen met de Layar-app ‘uit te pakken’, overweegt de Commissie het volgende. Een adverteerder moet in het algemeen verantwoordelijk worden gehouden voor de (inhoud van de) informatie die via het in een uiting geplaatste Layar-logo bereikbaar is. In het onderhavige geval is daarbij van belang dat adverteerder ervoor gekozen heeft de informatie in de vorm van een filmpje toegankelijk te maken in een reclame-uiting die zich in de openbare ruimte bevindt. Dit legt een extra verantwoordelijkheid op adverteerder, nu het filmpje 24 uur per dag direct en op straat toegankelijk is voor iedereen die beschikt over een smartphone waarop de Layar-app is gedownload. Nu echter, naar het oordeel van de Commissie, op dit moment het bezit van een smartphone met daarop de Layar-app onder kinderen tot en met 12 jaar (nog) niet algemeen gebruikelijk is, hoeft van adverteerder niet te worden verwacht dat hij bij het opnemen van de verwijzing naar het Layar-filmpje rekening houdt met de mogelijkheid dat kinderen het filmpje gaan bekijken. De verwijzing in de poster naar het Layar-filmpje betekent daarom niet dat de poster daardoor in strijd met de goede smaak en het fatsoen moet worden geacht.

RB 1714

Glazen potten met chocola uitgesloten van stapelkorting

RCC 26 maart 2013, dossiernr. 2013/00094 (V&D Stapelkorting: "uitsluiting"pas bekend bij kassa)

Uiting in strijd met artikel 7 en 8 onder c NRC.Het betreft een poster die in een van de winkels van adverteerder hangt, naast een aantal uitgestalde artikelen. Op de poster staat onder meer: “4 PRODUCTEN. 20% KORTING” Daaronder staat:
“20% KORTING. Bij aanschaf van 4 producten naar keuze”.

Klaagster kocht vier artikelen die op een tafel waren uitgestald, waaronder drie glazen potten met chocola. Naast deze tafel hing de bewuste poster. Bij de kassa bleek dat de potten met chocola van de actie waren uitgesloten. Op de poster wordt geen voorbehoud gemaakt. (...) Klaagster acht de poster misleidend.

Op de poster wordt meegedeeld dat men bij aanschaf van een bepaald aantal producten ‘naar keuze’ een bepaald percentage korting krijgt, zonder dat hierbij melding wordt gemaakt van het feit dat bepaalde producten of productgroepen van deze actie zijn uitgesloten. Gelet op voornoemde beperking acht de voorzitter de wijze waarop voor deze kortingsactie reclame wordt gemaakt te absoluut. De enkele verwijzing naar de ac­tie­voor­waarden op adverteerders website is onvoldoende om de gemiddelde consument attent te maken op het feit dat bepaalde producten zijn uitgesloten.

RB 1707

Geadresseerde reclame in strijd maar zonder 'Alert'

RCC 20 maart 2013, dossiernr. 2013/00036 (Geadresseerde reclame van Essent ondanks eerdere afspraak)

Het betreft een door adverteerder aan klager toegezonden brief (...) waarin wordt verwezen naar exclusieve aanbiedingen van Media Markt.

Ondanks “compliancy afspraken” via de Stichting Reclame Code heeft Essent wederom geadresseerde reclame aan klager toegezonden. Klager probeert al sinds 2003 om geen reclame van Essent te ontvangen. Klager verzoekt om een persbericht hierover te doen uitgaan.

Het oordeel van de voorzitter

Ingevolge artikel 14 van de Code Brievenbusreclame, Huissampling en Direct Response Advertising (CBR) dient een adverteerder die gebruik maakt van geadresseerde reclame ervoor te zorgen dat de wens van een ontvanger die schriftelijk heeft meegedeeld geen geadresseerde reclame meer te willen ontvangen zonder restrictie wordt ingewilligd. Naar adverteerder erkent heeft zij geadresseerd reclamedrukwerk naar klager verzonden, ondanks eerder gemaakte afspraken hieromtrent. Adverteerder heeft derhalve gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 14 CBR.

De voorzitter heeft kennis genomen van de maatregelen die adverteerder heeft getroffen om te voorkomen dat klager nog langer geadresseerde reclame van haar krijgt toegestuurd, en ziet hierin aanleiding te veronderstellen dat de Commissie niet zal besluiten de aanbeveling onder de aandacht van een groter publiek te brengen (‘Alert’).

Het oordeel van de Commissie

De Commissie ziet geen aanleiding om de beslissing van de voorzitter in het onderhavige dossier, voor zover daarin is geoordeeld dat artikel 14 van de Code Brievenbusreclame is overtreden, als Alert te laten verspreiden. De Commissie overweegt daartoe dat zij voldoende aannemelijk acht dat het verzenden van de bestreden uiting berust op een incidentele, menselijke fout, in die zin dat het non contact filter, waarin klager wel door Essent is opgenomen, niet (goed) is toegepast. Voorts acht de Commissie van belang dat Essent naar aanleiding van de onderhavige klacht nadere maatregelen heeft genomen, om dit soort fouten voortaan te voorkomen.

RB 1684

Het laten liken van Facebookpagina is geen reclame

RCC 5 maart 2013, dossiernr. 2012/01097 (Studieonderzoek UvA en Lätta producten Unilever)

Afwijzing. Definitie Reclame. Het betreft de door verweerder sub 2 aan klager gezonden e-mail met als onderwerp “Organisaties op Facebook: 3 minuten onderzoek (UvA)”. De inhoud van de e-mail, ondertekend met de naam van verweerder sub 2 en “Corporate Communicatie Universiteit van Amsterdam”.

Klager zegt doorgaans graag mee te helpen aan studieonderzoeken. In dit geval bleek echter geen sprake te zijn van een onderzoek, maar van een reclamecampagne voor Lätta-producten. Aan het eind van de “survey” word je namelijk doorgelinkt naar de Facebookpagina van Lätta met het verzoek deze pagina te liken. Klager voelt zich door de e-mail(s) van verweerder sub 2 misleid.

De Commissie vat de klacht aldus op dat in de aan klager toegezonden e-mail(s) niet duidelijk wordt gemaakt dat in feite sprake is van een reclamecampagne voor Lätta producten. Het laten liken van de Facebookpagina van Lätta, wat onderdeel uitmaakt van het onderzoek van verweerder sub 2, kan als reclame voor Lätta producten worden aangemerkt indien dit door of ten behoeve van een adverteerder in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) gebeurt. Dit is niet komen vast te staan. Unilever heeft ten stelligste ontkend betrokken te zijn bij het onderzoek en/of de persoon van verweerder sub 2 en kan derhalve niet als adverteerder worden beschouwd. Evenmin is gebleken dat verweerder sub 2 geheel of deels ten behoeve van Unilever heeft gehandeld. Nu niet is komen vast te staan dat sprake is van reclame in de zin van artikel 1 NRC wordt de klacht afgewezen. (...) De Commissie wijst de klacht af.

Op andere blogs:
Hoogenraad & Haak (LäTTA LATEN ‘LIKEN’ IS NIET ALTIJD RECLAME)

RB 1680

Retour ongewenste geadresseerde reclame

RCC 4 maart 2013, dossiernr. 2012/00966 (Nationale Postcode Loterij / Ongewenste geadresseerde reclame ongewenste post oude bewoner ondanks bezwaar)

Paying Taxes 4-14-09Het betreft een geadresseerde reclamefolder op het adres van klager onder de naam van de vorige bewoner van 12 jaar geleden.

Klager stelt, kort samengevat, dat hij geadresseerde post van adverteerder vele malen retour heeft gestuurd met de melding: onbekend op dit adres. Tevens heeft klager meerdere brieven gestuurd met het verzoek om ermee te stoppen. Klager overlegt ter onderbouwing een brief van 8 juni 2012 gericht aan adverteerder, en post van adverteerder waarop klager het adres heeft doorgekruist en heeft geschreven “RETOUR”.

Adverteerder is niet bekend met de brieven en retour gezonden enveloppen van klager, maar heeft na een vorige klacht die zij van klager ontving via de Stichting Reclame Code de naam van de vorige bewoner direct op haar uitsluitingslijsten geplaatst en post aan dit adres handmatig proberen tegen te houden bij de drukker.

Klager heeft naar het oordeel van de voorzitter voldoende aannemelijk gemaakt dat hij geadresseerde reclame heeft ontvangen op zijn adres, ten minste drie maanden nadat hij adverteerder kenbaar heeft gemaakt dat hij dergelijke reclame niet meer wenst te ontvangen. Dit is in strijd met artikel 14 van de Code Brievenbus Reclame (CBR).
RB 1661

Adverteerde biedt kijker mogelijkheid voor een minuut stilte

RCC 21 februari 2013, dossiernr. 2013/00029 (de herinneringsm1nuut)

Het betreft een televisiereclame die opent met de mededeling: ”de herinneringsm1nuut”. Hierna verschijnt Caroline Tensen in beeld die onder meer het volgende zegt: “Over exact 30 seconden zijn we allemaal 1 minuut stil. Om te denken aan iedereen die er niet meer is. (…) Verwacht maar toch plotseling ging het kaarsje uit. (…) Ik denk deze minuut aan haar”.
Vervolgens komen gedurende één minuut vele kaarsjes voorbij, die voorzien zijn van even zovele namen. Tot slot verschijnt in beeld: “de Herinneringsminuut is een initiatief van Yarden” en “www.herinneringsminuut.nl”.

Klager acht het niet duidelijk dat het om een reclame-uiting gaat. Pas aan het eind werd duidelijk dat het reclameblok nog niet was geëindigd en wel door de mededeling dat dit door Yarden “mogelijk werd gemaakt”.
Voorts wordt in Nederland spaarzaam en zorgvuldig omgegaan met het idee van “een minuut stilte houden”. Yardens maakt in deze commerciële uiting op ongepaste en smakeloze wijze gebruik van dit idee.

Naar het oordeel van de Commissie is de uiting duidelijk als reclame-uiting herkenbaar aangezien de uiting deel uitmaakt van een reclameblok en nu aan het slot is vermeld: “de Herinneringsminuut is een initiatief van Yarden”. Met inachtneming van deze terughoudendheid, is de Commissie van oordeel dat de grens van het toelaatbare niet is overschreden. Op alleszins zorgvuldige wijze stelt adverteerder de kijker in de gelegenheid om desgewenst een minuut stilte in acht te nemen, ter herinnering aan een overleden dierbare. (...)

RB 1648

Veelzijdigheid onder de aandacht brengen, mag niet bij kinderen

RCC 12 februari 2013, dossiernr. 2012/01114 (warenhuizen op het internet (wohi.nl))

Het betreft een televisie-commercial voor wohi.nl waarin na elkaar verschillende producten worden getoond, waaronder lego en een wijnpakket. Twee jonge kinderen, die naar het voorbij komende aanbod kijken, zijn daarbij continu in beeld. Klaagster vraagt zich af kinderen niet moeten worden beschermd tegen het in aanraking komen met alcoholhoudende drank. (...) Volgens verweerder heeft de commercial-reeks enkel tot doel de veelzijdigheid van de winkel onder de aandacht te brengen.

Op grond van de klacht dient de reclame-uiting, die onder meer reclame voor alcohol­houdende drank bevat, te worden getoetst aan de Reclamecode voor alcoholhoudende dranken (RVA) 2012.

In artikel 11 van deze code is bepaald dat reclame voor alcoholhoudende drank geen personen mag tonen die jonger zijn of evident jonger lijken dan 18 jaar. Voorts is in dit artikel bepaald dat voor reclame-uitingen waarbij gebruik wordt gemaakt van geënsceneerde situaties met scripts en modellen die door of in opdracht van de adverteerder worden ingehuurd, geen personen die jonger zijn of evident jonger lijken dan 25 jaar getoond mogen worden. Gelet op het voorgaande is de onderhavige televisie-commercial, waarin zeer jonge kinderen worden getoond, in strijd met het genoemde artikel 11 RVA.

 

Het oordeel van de voorzitter

(...)

Op grond van de klacht dient de reclame-uiting, die onder meer reclame voor alcohol­houdende drank bevat, te worden getoetst aan de Reclamecode voor alcoholhoudende dranken (RVA) 2012.

In artikel 11 van deze code is bepaald dat reclame voor alcoholhoudende drank geen personen mag tonen die jonger zijn of evident jonger lijken dan 18 jaar. Voorts is in dit artikel bepaald dat voor reclame-uitingen waarbij gebruik wordt gemaakt van geënsceneerde situa­ties met scripts en modellen die door of in opdracht van de adverteerder worden ingehuurd, geen personen die jonger zijn of evident jonger lijken dan 25 jaar getoond mogen worden.

 Gelet op het voorgaande is de onderhavige televisie-commercial, waarin zeer jonge kinderen worden getoond, in strijd met het genoemde artikel 11 RVA.