Bij andere anti-aanbakpannen komen chemicaliën terecht in uw eten
RCC 6 november 2012 zaaknr. 2012/00809 (Ceramicore pannen)
Het betreft een televisiereclame voor Ceramicore pannen. Daarin wordt gesproken over een “keramische anti-aanbakpan” en wordt gesteld: “Met gewone anti-aanbakpannen komt de anti-aanbaklaag uit de pan in uw eten, waardoor er gevaarlijke anti-aanbakmaterialen en chemicaliën in uw eten komen. Met keramiek is er geen magie, geen mysterie, geen gevaarlijke chemicaliën”.
De klacht gaat over de stelling dat er bij gewone anti-aanbakpannen gevaarlijke chemicaliën vrijkomen, is niet juist en in strijd met artikel 6 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), ingevolge welke bepaling reclame niet mag appelleren aan gevoelens van angst of bijgelovigheid.
Naar oordeel van de Commissie heeft adverteerder niet de juistheid van de bestreden, absolute mededeling aangetoond. Door deze mededeling wordt de indruk gewekt dat bij gewone anti-aanbakpannen in alle gevallen diverse, gevaarlijke materialen in het eten terechtkomen. Commissie doet een aanbeveling.
Adverteerder heeft in reactie op de klacht, dat voornoemde stelling onjuist is, meegedeeld dat het gaat om de stof PFOA/C8, dat deze stof kan vrijkomen bij bepaalde temperaturen dan wel beschadigingen aan de anti-aanbaklaag, en dat er onderzoeken zijn die aantonen dat door de blootstelling aan PFOA/C8 “de kans op bepaalde ziekteverschijnselen mogelijk wordt vergroot”. Verweerder heeft echter geen onderzoeken waaruit zijn gelijk blijkt overgelegd, wat wel op zijn weg had gelegen. Hij heeft slechts verwezen naar een link betreffende -naar verweerder stelt- een onderzoek waarin “wordt geconcludeerd dat er een mogelijk verband bestaat tussen PFOA en diverse vormen van kanker”.
Aldus heeft adverteerder de juistheid van de bestreden, absolute mededeling niet aangetoond. Door deze mededeling wordt naar het oordeel van de Commissie de indruk gewekt dat bij gewone anti-aanbakpannen in alle gevallen diverse, gevaarlijke materialen in het eten terecht komen.
Gelet op het voorgaande gaat de reclame gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de voordelen van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Gelet op bovengenoemde onjuistheid wordt door de reclame bovendien zonder te rechtvaardigen redenen geappelleerd aan gevoelens van angst als bedoeld in artikel 6 NRC.
Ten slotte constateert de Commissie dat zij met betrekking tot de onderhavige reclame op 22 mei 2012 reeds een aanbeveling heeft gedaan (dossier 2012/00368). Het betrof toen een ander onderdeel van de uiting.
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met de artikelen 6 en 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om ook niet meer op de in dit dossier bestreden wijze reclame te maken.