RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Reclame  

RB 1413

Nooit meer je trouwdag vergeten pas na 20:00

RCC 21 mei 2012, dossier 2012/00363 (nooit meer je trouwdag vergeten)

De uiting wordt uitgezonden om 17:00 en zou in strijd zijn met de goede smaak voor zover op dit tijdstip uitgezonden.

De uiting: Een man rijdt in een auto. Naast hem komt een andere auto rijden met op de plaats naast de bestuurder een gemaskerde man. Nadat de gemaskerde man eerst zwaait naar de hoofdpersoon, begint hij vervolgens met een mitrailleur te schieten op de hoofdpersoon. De hoofdpersoon komt met de schrik vrij.  Eenmaal thuis treft hij een slang aan in de brievenbus, valt hij in een gat, en valt de gehele inhoud van een zoutvaatje in zijn eten, terwijl zijn vrouw zwijgend tegenover hem zit. Vervolgens zegt de voice-over: “Nooit meer je trouwdag vergeten. Bestel nu een mooie bos op Bloemen.nl”. YouTube.com.

De Commissie heeft oog voor de indringende en angstaanjagende beelden van de automobilist die van zeer dichtbij met een mitrailleur wordt beschoten. Van (kleine) kinderen kan niet worden verwacht dat zij de beelden van de schietpartij in de context van de gehele, humoristisch bedoelde  uiting zullen plaatsen. De Commissie oordeelt onafhankelijk van een eventuele classificatie door NICAM/Kijkwijzer. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 2 NRC, voor zover deze wordt uitgezonden vóór 20.00 uur.

Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met de goede smaak stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van dat criterium. De Commissie begrijpt dat in de onderhavige aanprijzing van Bloemen.nl op humoristisch bedoelde wijze tot uitdrukking wordt gebracht dat men zijn trouwdag niet dient te vergeten, maar de wijze waarop dit gebeurt acht de Commissie niet in overeenstemming met de goede smaak, voor zover de uiting wordt uitgezonden op tijdstippen waarop aannemelijk is dat (kleine) kinderen deze kunnen zien. De Commissie heeft hierbij het oog op de naar haar oordeel indringende en angstaanjagende beelden van de automobilist die van zeer dichtbij met een mitrailleur wordt beschoten.

Dat de schutter eerst zwaait naar de hoofdpersoon en dat deze laatste ongedeerd blijft, leidt niet tot een ander oordeel. Van (kleine) kinderen kan niet worden verwacht dat zij de beelden van de schietpartij in de context van de gehele, humoristisch bedoelde uiting zullen plaatsen.

Het verweer dat programma’s met de NICAM/Kijkwijzer classificatie “6 jaar” op ieder moment van de dag mogen worden uitgezonden en dat een voorbeeld van zo’n programma, de jaren-80 serie The A-Team, veel beelden bevat waarin wordt geschoten met onder meer mitrailleurs doet evenmin aan het oordeel van de Commissie af. De Commissie oordeelt onafhankelijk van een eventuele classificatie door NICAM/Kijkwijzer.

RB 1412

Afwijzing zuigelingenvoedingreclame

Vz (afwijzing) 22 mei 2012, dossier 2012/00326 (Etos flesvoeding)

Op de website van Etos staat: "Baby’s en peuters in de groei verdienen natuurlijk het allerbeste. Daarom kies je voor Etos babyvoeding: flesvoeding en potjesvoeding van de hoogste kwaliteit. Goed afgestemd op de ontwikkeling van jouw kindje. Gezond, lekker en voordelig!".  Klacht: Het niet toegestaan is reclame te maken voor flesvoeding voor baby’s onder de 6 maanden.

Verweer: Uit de tekst en de teneur van de bestreden webpagina  en de daaraan gelieerde webpagina’s volgt dat de uiting is gericht op flesvoeding voor baby’s ouder dan 6 maanden. Niet wordt opgeroepen flesvoeding te verkiezen boven borstvoeding.

De voorzitter wijst de klacht af. De uiting in haar geheel beschouwd (tekst met oude baby en links naar informatie over flesvoeding voor baby's van 6 tot 12 respectievelijk  12+ maanden oud), levert geen schending van de reclamregels op.

De Voorzitter: Tussen partijen is niet in geschil dat geen reclame mag worden gemaakt voor volledige zuigelingenvoeding voor baby’s jonger dan 6 maanden. Naar het oordeel van de voorzitter is echter voldoende duidelijk dat de onderhavige uiting geen specifieke aanprijzing van dergelijke volledige zuigelingenvoeding betreft. Hierbij is van belang dat de uiting in haar geheel moet worden beschouwd, dat wil zeggen het bestreden tekstfragment in combinatie met de daarbij geplaatste foto van een baby die ouder lijkt dan 6 maanden en de link die leidt naar informatie over Etos flesvoeding bestemd voor “baby’s van 6 tot 12 maanden” en “baby’s van 12 maanden of ouder”.

RB 1411

Kruidvat eigen merk is (g)een A-merk

RCC 15 mei 2012, dossiernr. 2012/000148 (eigen merk/ het voordeligste A-merk)

Definitie van een A-merk. De klacht betreft de televisiereclame voor babyvoeding waarin onder meer wordt gezegd: “Van Kruidvat eigen merk, het voordeligste A-merk.” Echter, een echt A-merk blijft continu nieuwe producten ontwikkelen, zet de trend en heeft een distributiespreiding van 75%. Blijkens de door adverteerder overgelegde onderzoeken naar “onmisbare merken” geniet Kruidvat weliswaar grote naamsbekendheid doch niet is gebleken dat ook aan de overige, eerdergenoemde criteria is voldaan.

De voorzitter wijst de klacht toe en beveelt de adverteerder aan niet meer op dergelijke wijze reclame te maken. Blijkens de door adverteerder overgelegde onderzoeken naar “onmisbare merken” geniet Kruidvat weliswaar grote naamsbekendheid doch niet is gebleken dat ook aan de overige, eerdergenoemde criteria is voldaan.

De RCC komt tot een ander oordeel, omdat de gemiddelde consument zal begrijpen dat met de gewraakte zinsnede “het voordeligste A-merk” wordt bedoeld dat de producten van het eigen merk van Kruidvat dezelfde (goede) kwaliteit hebben als A-merken. Niet is gesteld of gebleken dat deze mededeling niet juist is.

Verweer:

De omschrijving die klager geeft van een A-merk is subjectief. Het is te verdedigen dat adverteerder zijn Kruidvat-producten als A-merk aanduidt, zodat de slogan niet misleidend is. Adverteerder verricht het nodige onderzoek naar zijn producten. Daarnaast blijkt uit onderzoek van onder meer AC Nielsen dat producten onder het Kruidvat merk als hoogste scoren op het gebied van goede kwaliteit-eigen merk, goede prijs-kwaliteit verhouding en goede prijs-eigen merk. Daarnaast geniet Kruidvat als merknaam grote naamsbekendheid en heeft het een goede reputatie, hetgeen tevens blijkt uit het resultaat van een “merk onmisbaarheidsonderzoek” uit 2010 en 2011, waarin Kruidvat respectievelijk als derde en tweede eindigde en waarvan adverteerder kopieën overlegt. Kruidvat is derhalve een merk dat men niet zou willen missen. Voorts is de “brand awareness” van Kruidvat 97%. Producten met de merknaam Kruidvat kunnen derhalve terecht als A-merk worden gekwalificeerd. Een gemiddeld geïnformeerde consument zal zich door deze zinsnede niet misleid voelen en weten dat hij een Kruidvat-product koopt nu dit letterlijk gezegd wordt.

Oordeel van de commissie:
Naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde consument de reclame-uiting, waarin juist het ‘eigen merk’ van Kruidvat wordt aangeprezen, niet aldus opvatten dat sprake is van A-merk producten in de door klager bedoelde zin, maar zal hij begrijpen dat met de gewraakte zinsnede “het voordeligste A-merk” wordt bedoeld dat de producten van het eigen merk van Kruidvat dezelfde (goede) kwaliteit hebben als A-merken. Niet is gesteld of gebleken dat deze mededeling niet juist is. 

Aldus is naar het oordeel van de Commissie geen sprake van misleidende reclame en dient de klacht alsnog te worden afgewezen.

RB 1410

Decemberzegelsvoorwaarden

RCC 1 maart 2012, dossiernr. 2012-00071-I (kras-en-win = gebeld door NPL)

Op de achterzijde van een vel post.nl-decemberzegels staat een kras-en-win-actie, de actievoorwaarden vermelden dat zij akkoord dient te gaan met de voorwaarde dat zij eenmalig gebeld mag worden door de Postcode Loterij (hoewel geregistreerd in het 'bel-me-niet'-register.

De adverteerders verweren zich door te stellen dat er geen duidelijke klacht is, maar eerder een mening en dat adverteerders aan de deelname aan acties voorwaarden mag stellen. Er wordt verweer gevoerd op zowel 'ontbreken van essentiële informatie' als 'misleiding'.

De Commissie vat de in klaagsters e-mails van 21 en 22 december 2011 neergelegde bezwaren op in die zin dat klaagster bezwaar maakt tegen de voor de onderhavige actie gehanteerde voorwaarde dat men als deelnemer akkoord dient te gaan met eenmalige telefonische benadering door NPL. De klacht is niet gericht tegen de wijze van communiceren van deze voorwaarde.

Het enkele feit dat voornoemde voorwaarde geldt, leidt niet tot het oordeel dat de Nederlandse Reclame Code is overtreden.

De klacht: Bij het invullen van de code op de post.nl/2012 bleek dat klaagster, om te weten te komen of zij een prijs had gewonnen, diende aan te vinken dat zij gebeld mag worden voor reclame. Aangezien klaagster niet gebeld wil worden ten behoeve van reclame, heeft zij zich aangemeld bij het ‘Bel-me-niet’register. Klaagster meent dat men te weten moet kunnen komen of men een prijs heeft gewonnen, zonder het vakje aan te vinken dat men gebeld mag worden. Onder het bewuste vakje staat: “Je kunt alleen meedoen met deze actie door de Postcode Loterij toestemming te geven je eenmalig per telefoon te benaderen met een vrijblijvend kennismakingsaanbod. Ga je daarmee akkoord? Vink dan het vakje aan”.

RB 1408

Mini-product is lege verpakking

Vz RCC 14 mei 2012, dossiernr. 2012/00412 (mini-producten Albert Heijn)

In de Albert Heijn tv-reclame wordt aangegeven dat men per €15 aan boodschappen een mini-product ontvangt. Echter de mini-producten zijn lege verpakkingen. Een mini-product betekent een kleinere versie van het oorspronkelijke product, dus inclusief inhoud. Nu zij niet gevuld zijn, maakt adverteerder zich schuldig aan misleidende reclame.

De voorzitter wijst de klacht af, het is voldoende duidelijk dat de mini-producten voor kinderen zijn en dat zij niet gevuld als speelgoed dienen.

Uit het feit dat de mini-producten bedoeld zijn voor kinderen, om daarmee te spelen in het in het kader van deze actie verkrijgbare Albert Heijn-winkeltje, acht de voorzitter het  voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk dat het gaat om lege verpakkinkjes  die een sterk verkleinde uitvoering zijn van het oorspronkelijke product. Het feit dat de mini-producten niet zijn gevuld, leidt niet tot het oordeel dat sprake is van misleidende reclame.

RB 1406

Zuivelbenaming voor een plantaardig product

Vzr. Rechtbank Breda 30 mei 2012, LJN BW6807 (Nederlandse Zuivel Organisatie tegen Alpro Nederland) - persbericht

NZO behartigt de belangen van Nederlandse zuivelproducenten. In maart 2012 schrijft Alpro over een nieuw product met de naam Mild & Creamy. In het bericht schrijft Alpro onder meer: "Alpro innoveert opnieuw met Alpro Mild & Creamy, een heerlijke yoghurtvariatie met een zachte, milde smaak. De yoghurt is mooi romig en tegelijk lekker licht." en vergelijkbare advertentie en televisiereclamespot.

NZO heeft een spoedeisend belang om zich te verzetten tegen het gebruik van zuivelbenamingen voor het plantaardige product dat Alpro recent op de markt heeft gebracht onder de naam Mild & Creamy. De voorzieningenrechter constateert dat Alpro een aantal keren de zuivelterm ‘yoghurt’ gebruikt om haar product aan te duiden. Daarmee wekt zij de suggestie dat het product Mild & Creamy een zuivelproduct is, dat is op grond van de EG-Verordening 1234/2007 verboden.

Het woord ‘yoghurt’ en alle varianten op dat woord die suggereren of impliceren dat sprake is van een zuivelproduct, zoals ‘variatie op yoghurt’, ‘yoghurtvariatie’ en ‘yoghurtcategorie’, dient Alpro te staken en gestaakt te houden.

2.6. Tussen partijen is niet in geschil dat Mild & Creamy een product op plantaardige basis is en geen melk of zuivelproduct. Op grond van artikel III lid 2 van Bijlage XII bij de EG-Verordening nr. 1234/2007 is het verboden om voor andere levensmiddelen dan melk of zuivel in etiketten, handelsdocumenten, reclame en andere presentatievormen aan te geven, te impliceren of te suggereren dat het betrokken product een zuivelproduct is. Dit verbod gaat verder dan het gebruik van de term ‘yoghurt’. Impliciete of suggestieve aanduidingen zijn eveneens verboden.

 

2.10. De in de voorgaande overwegingen geconstateerde strijdigheden met de Europese regelgeving leiden de voorzieningenrechter ertoe om de gevorderde voorzieningen toe te wijzen als navolgend zal blijken. Aan het beoordelen van de andere grondslagen van NZO voor haar vorderingen komt de voorzieningenrechter niet toe. De vordering sub A zal de voorzieningenrechter nader toespitsen op concreet gebruikte slogans. Voor het wijzigen van de tekst op de verpakkingen van het product Mild & Creamy zal Alpro een ruimere termijn worden gegund. In dat verband stelt Alpro dat zij binnen tien weken een nieuwe verpakking op de markt kan brengen, terwijl NZO aangeeft dat een terugroep van de reeds in de winkels liggende verpakkingen niet wordt verlangd. De vordering sub B wordt toegewezen conform hetgeen door Alpro ter zitting als uitvoerbaar is erkend. Tegen het doen van deze opgave door een registeraccountant heeft Alpro geen bezwaar gemaakt. De onder C gevorderde rectificatie zal worden geconcretiseerd als uit het dictum zal blijken. Verder zal Alpro daarvoor een ruimere termijn worden gegund. De gevorderde dwangsommen zullen worden gematigd en gemaximeerd. De dwangsom op het wijzigen van de verpakkingen zal niet worden gesteld op het aantal verpakkingen dat naderhand wordt aangetroffen maar per dag dat het gebod niet wordt nagekomen.

Dictum
gebiedt gedaagde om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis het gebruik van het woord ‘yoghurt’ en alle varianten op dat woord die suggereren of impliceren dat sprake is van een zuivelproduct, zoals ‘variatie op yoghurt’, ‘yoghurtvariatie’ en ‘yoghurtcategorie’, in haar eigen publicaties en reclame-uitingen over haar product Mild & Creamy te staken en gestaakt te houden, op straffe van verbeurte van een dwangsom van EURO 25.000,- voor iedere dag dat zij dit gebod niet nakomt, tot een maximum van EURO 500.000,-;

Op andere blogs:
Hoogenraad & Haak
(Alpro Mild & Creamy: geen yoghurt, wel een yoghurtalternatief)

RB 1404

Huis-aan-huisblad als één geheel

RCC 17 april 2012, dossiernr. 2011/01271 (De Rijnpost en meer- Code VOR)

Klager heeft zijn brievenbus voorzien van een NEE/JA-sticker. Desondanks heeft hij samen met De Rijnpost op 2 november 2011 ook daarin het “City Jounaal Veenendaal”, op 23 november 2011 folders van Burger King en Game Mania, op 25 november 2011 “Autostad” en op 2 december 2011 “Kijk op wonen” ontvangen.

Moet huis-aan-huisblad De Rijnpost samen met de andere uitgaven per geval als één geheel moeten worden beschouwd? En zo ja, of dit geheel in elk van die gevallen kan worden aangemerkt als een huis-aan-huisblad?

De commissie oordeelt dat City Journaal Veenendaal, Autostad en Kijk op Wonen kunnen worden aangemerkt als huis-aan-huisblad (als bijlage bij De Rijnpost) en dus als één geheel moet worden beschouwd. De losse folders dienen te worden aangemerkt als op zichzelf staande ongeadresseerde reclamedrukwerken, en betreft dit laatste wordt een aanbeveling gedaan.

3) In de eerste plaats blijkt uit de uiterlijke opmaak van deze bijlagen reeds dat deze een geheel vormen met De Rijnpost. De pagina’s van de bijlagen hebben dezelfde grootte en zijn op hetzelfde papiersoort gedrukt als de pagina’s van de krant. De paginanummering loopt door in de bijlagen, ook in de gevallen dat pagina’s van de bijlagen niet (zichtbaar) genummerd zijn. Op grond van het voorgaande dient de klacht, voor zover deze betrekking heeft op de uitgaven “City Journaal Veenendaal”, “Autostad” en “Kijk op wonen” bij De Rijnpost, te worden afgewezen.

4) Voor wat betreft de folders van Burger King en Game media is gebleken dat deze, ook volgens afzender, dienen te worden aangemerkt als op zichzelf staande ongeadresseerde reclamedrukwerken in de zin van de Code Verspreiding Ongeadres­seerd Reclame­druk­werk (Code VOR). Dit drukwerk had derhalve niet in een van een "NEE/JA-sticker" voor­ziene brievenbus mogen wor­den gedeponeerd. Afzender heeft door deze folders in de brievenbus van klager te deponeren artikel 3.1 Code VOR overtreden.

RB 1402

Voldoende inschrijvingen voor aanleg glasvezel

RCC 7 mei 2012, (Voldoende inschrijvingen glasvezel), Reggefiber dossiernr. 2012/00296, XS4All dossiernr. 2012/00339
KPN dossiernr. 2012/00340.

In diverse uitingen  wordt uitgelegd dat er voldoende inschrijvingen moeten zijn in de woonplaats van klagers om glasvezel aan te leggen. Reggefiber wil pas glasvezel aanleggen bij minimaal 30% deelname van de huishoudens in het gebied. XS4All en KPN werken met Reggefiber samen en kunnen geen diensten aanbieden via de andere aanbieder, de (non-profit) Stichting Kabelnet Veendam (SKV) die sinds januari 2012 is gestart met de aanleg van de glasvezelverbinding. Er is strijd, in alledrie de gevallen, met artikel 7 en 8.2 onder e NRC.

Reggefiber-dossier
Door de zinsnede “Schrijft u zich nu niet in voor glasvezel, dan kan het jaren duren voordat Veendam en Wildervank weer aan de beurt zijn” wordt de indruk gewekt dat in genoemde plaatsen de komende jaren in het geheel geen glasvezelnetwerk wordt aangelegd als men zich nu niet daarvoor inschrijft bij Reggefiber. Als onweersproken is echter komen vast te staan dat Reggefiber niet de enige aanbieder van glasvezelnetwerk in Veendam en Wildervank is en dat de aanleg van glasvezel door SKV reeds is gestart. Strijd met art 7 en 8.2 onder e NRC.

XS4All-dossier

XS4ALL werkt voor de uitrol van glasvezel samen met het bedrijf Reggefiber, dat de bouw en uitrol van het glasvezelnetwerk verzorgt. In de uiting zegt XS4ALL glasvezel internet aan te bieden als 30% van het gebied zich voor glasvezel inschrijft.

Door de aanhef “Schrijf u nú in” en de zinsneden “Wordt de benodigde 30% niet gehaald, dan duurt het minimaal vijf jaar voordat uw woonplaats weer aan de beurt is. Schrijf u daarom nu in” wordt de indruk gewekt dat in klaagsters woonplaats de komende vijf jaar geen glasvezelnetwerk wordt aangelegd als men zich nu niet daarvoor inschrijft via XS4ALL. Als onweersproken is echter komen vast te staan dat in klaagsters woonplaats Veendam een andere aanbieder reeds met de aanleg van glasvezel is gestart. Strijd met art. 7 en 8.2 onder e.


KPN-dossier:
Uit eerdere communicatie volgt dat KPN zijn diensten aanbiedt over het glasvezelnetwerk van Reggefiber. KPN kan zijn diensten niet aanbieden over het netwerk van SKV.

Door de zinsneden “Uw inschrijving kan beslissend zijn voor de aanleg van glasvezel in Wildervank. Alleen als alle inwoners samen op 25 maart voldoende interesse hebben getoond, wordt er glasvezel aangelegd” wordt de indruk gewekt dat in klagers woonplaats in het geheel geen glasvezelnetwerk wordt aangelegd als men zich nu niet daarvoor inschrijft via KPN. Als onweersproken is echter komen vast te staan Reggefiber, via wiens glasvezelnetwerk KPN zijn diensten kan aanbieden, niet de enige aanbieder van glasvezelnetwerk in Wildervank is en dat de aanleg van glasvezel door SKV reeds is gestart.

RB 1400

Commission adopts landmark list of permitted health claims

Uit het persbericht:

Food manufacturers will have a period of 6 months to adapt their practices to the new requirements. As from the beginning of December 2012 all claims that are not authorised and not on hold/under consideration shall be prohibited.

Health claims on food labelling and in advertising, for example on the role of calcium and bone health or vitamin C and the immune system, have become vital marketing tools to attract consumers' attention. Therefore EU consumers expect accurate information on products they buy, in particular on the health claims the products may put forward.

Today, a list of 222 health claims has been approved by the Commission. This list is based on sound scientific advice, will be used throughout the EU and will also help to remove misleading claims from the market before the end of the year.

Register is hier te vinden: EU Register of nutrition and health claims made on foods.

Vervolg persbericht: John Dalli, Commissioner in charge of Health and Consumer Policy, said: "Today's decision is the culmination of years of work and marks a major milestone in regulating health claims on food. The EU-wide list of permitted health claims will be available on-line and will allow consumers everywhere in the EU to make an informed choice. Non-scientifically backed claims will have to be removed from the market after a short transition period." The list also provides legal clarity to food manufacturers on the health claims they can or cannot make. The administrative burden will also be reduced, since all enforcement authorities will from now on be able to rely on one list of authorised health claims and their conditions of use to verify if a claim is misleading or not.

RB 1396

Fictieve gemeentelijke dienst onvoldoende fictief op de voorzijde

RCC 16 april 2012, dossiernr 2012/00320 (Gamma / Gemeentelijke Dienst Afvalverwerking), 2012/00320A (Gemeente Deurne - Gamma), 2012/00320B, 2012/00327, 2012/00329 en 2012/00347

Het gaat om een huis-aan-huis verspreide folder tot kaartformaat dichtgevouwen waar op de voorzijde "Gemeentelijke Dienst Afvalverwerking" staat. Op de achterzijde staat vermeld: "verscherpte controles grofvuil" en een mededeling over de kortingsactie van Gamma en dat dit vrees geeft voor een overvloed aan oude bouwmaterialen (zie hiernaast).

De commissie bevestigt dat er middels het vermelden van een (niet-bestaande) gemeentelijke dienst, het gebruik van een logo en het vermelden van het onderwerp "verscherpte controles" onduidelijkheid bestaat over de aard van de uiting als reclame. Daardoor wordt in strijd gehandeld met artikel 11.1 NRC. Dat er echter ná opening van de kaart sprake is van verwarring, acht de commissie niet aannemelijk. Consumenten worden er niet toe gebracht een transactie te nemen. Er is dus geen strijd met artikel 8.2 NRC. Er is - tot slot - geen strijd met het algemeen belang/goede zeden of schade voor het vertrouwen in reclame ex de artikelen 3 en 5 NRC.

Uit 2012/00320A: De reclame-uiting zorgt voor veel verwarring onder de inwoners van Deurne, vooral omdat daar sinds begin 2012 nieuwe regels voor de inzameling van huisvuil gelden en de gemeente de inwoners daarover schriftelijk heeft bericht. Uitgaand van de uiting in haar geheel, dus buiten- en binnenzijde tezamen, kan niet worden geoordeeld dat Gamma in de uiting beweert dat Gamma door de gemeente wordt aanbevolen, erkend of goedgekeurd. Er wordt niet in strijd met artikel 2 Code Brievenbusreclame, huissampling en direct response (CBR) gehandeld.

1. (...) Door de wijze van adressering, het vermelden van de “Dienst Gemeentelijke Afvalverwerking” en “de gemeente” als afzender, het gebruik van een op een gemeentewapen gelijkend logo en het vermelden van “Verscherpte controles grofvuil” als onderwerp van de uiting wordt sterk de indruk gewekt dat sprake is van een officiële mededeling van (een dienst van) de gemeente die is bestemd voor de inwoners van die gemeente. Het feit dat op de achterzijde gesproken wordt over “een grote kortingsactie bij Gamma” neemt de onjuiste indruk die wordt gewekt met betrekking tot de aard van de boodschap niet weg. Pas na opening van de dichtgeplakte uiting blijkt duidelijk dat deze reclame van Gamma bevat.

Gelet op het vorenstaande heeft adverteerder gehandeld in strijd met artikel 11.1 NRC.

2. Bij opening van de uiting blijkt duidelijk dat sprake is van een reclame-uiting van Gamma. De Commissie acht niet aannemelijk dat de eventuele verwarring die is veroorzaakt door de buitenzijde van de uiting de gemiddelde consument ertoe brengt of kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. Gelet hierop is geen sprake van misleidende reclame in de zin van artikel 8.2 NRC.

 3. De uiting is naar het oordeel van de Commissie evenmin in strijd met het algemeen belang, de openbare orde of de goede zeden als bedoeld in artikel 3 NRC dan wel schadelijk voor het vertrouwen in reclame in de zin van artikel 5 NRC. Het enkele feit dat de gemiddelde consument door de buitenkant van de uiting op het verkeerde been kan worden gezet met betrekking tot de aard van de boodschap is, mede gelet op de duidelijkheid daaromtrent na opening van de uiting, niet zodanig ernstig dat sprake is van overtreding van de artikelen 3 en 5 NRC.

Uit 2012/00320A:

4. De Commissie gaat ervan uit dat gemeente Deurne met haar bezwaar tegen de suggestie in de uiting dat Gamma een partij is waar de gemeente achter staat of zelfs mee samenwerkt doelt op punt 4 van Bijlage 1 bij de NRC. Hierin is bepaald dat het onder alle omstandigheden misleidend is om in reclame te beweren dat een adverteerder (met inbegrip van zijn reclame) of een product door een openbare of particuliere instelling is aanbevolen, erkend of goedgekeurd terwijl zulks niet het geval is, of iets dergelijks beweren zonder dat aan de voorwaarde voor de aanbeveling, erkenning of goedkeuring wordt voldaan.
Dit onderdeel van de klacht treft geen doel. Uitgaand van de uiting in haar geheel, dus buiten- en binnenzijde tezamen, kan niet worden geoordeeld dat Gamma in de uiting beweert dat zij door de gemeente wordt aanbevolen, erkend of goedgekeurd.

5. Het beroep van gemeente Deurne op artikel 2 CBR, met het argument dat adverteerder zich niet zodanig heeft geïdentificeerd dat hij gemakkelijk kenbaar was voor de ontvanger, kan alleen op grond hiervan niet worden toegewezen. Gelet op de uiting in haar geheel heeft Gamma voldoende kenbaar gemaakt dat de uiting van haar afkomstig is en niet van de gemeente.