RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Reclame  

RB 1311

Producten niet overal verkrijgbaar

Vz (afwijzing) 3 november 2011, dossiernr. 2011/00768 (Mega magazijn opruiming: producten niet overal verkrijgbaar)

Het betreft een reclamefolder in verband met de “Mega magazijn opruiming”. In deze folder wordt onder meer een “Samsung G2 Harddisk 320 Gb” (hierna: het product) aan­geboden voor € 18,75. Op de desbetreffende pagina van de folder staat onder meer: “Producten niet overal verkrijgbaar”. De actie was geldig van 9 augustus 2011 tot en met 21 augustus 2011. Op de ingangsdatum was klager als eerste in de winkel, echter het product bleek uitverkocht te zijn, evenals in andere filialen.

Naar het oordeel van de voorzitter heeft adverteerder aannemelijk gemaakt dat het product op 9 augustus 2011 in verschillende filialen nog beschikbaar was. Gelet op het vorenstaande en gezien het feit dat onderaan de voorpagina van de folder duidelijk staat “Producten niet overal verkrijgbaar”, acht de voorzitter de klacht ongegrond.  

RB 1308

Schapenvacht is imitatievel

Vz (toewijzing) RCC 23 februari 2012, dossiernr. 2012/00144 (Schapenvacht is hoogpolig tapijt in de vorm van schapenvel)

Het betreft een huis-aan-huis folder van Karwei waarin onder meer een “Schapen­vacht" in diverse kleuren wordt aangeboden voor de prijs van € 14,99.  In de folder en ook in de winkel wordt niet kenbaar gemaakt dat het om een imitatievacht gaat.

De adverteerder meent dat de term schapenvacht voor dit soort imitatieproducten algemeen gebruik is. En mogelijk is het niet voor iedereen evident dat je niet voor die prijs een echte schapenhuid koopt.

De voorzitter doet een aanbeveling op basis van 8.2 onder a NRC - duidelijke informatie:

In de bestreden reclame-uiting wordt een “Schapenvacht” aange­boden zonder dat daarbij wordt vermeld dat het om een imitatievacht gaat. Dit laatste blijkt ook verder niet uit de uiting. Naar het oordeel van de voorzitter zal de ge­mid­delde consument op grond daarvan ver­on­der­stellen dat het om een echte vacht gaat. Het feit dat een echte schapenvacht blijkbaar aanzienlijk duurder is dan de in de uiting genoemde prijs ad € 14,99, doet aan dit oordeel niet af. De ge­mid­delde consument kan immers niet op de hoogte worden geacht van de gebruikelijke prijzen van echte schapenvachten.

 

RB 1307

RCC over Slankbrood: overtreding van de Claimsverordening

RCC 14 februari 2012, dossiernr. 2011/01158 (Stichting Nederlands Bakkerij Centrum tegen Bloem Natuurproducten Winschoten en Prograin International)

Beslissing ingezonden door Maurits Jan Voogt en Marjolein Bronneman, De Brauw Blackstone Westbroek N.V.

De uiting prijst het product Slankbrood aan met de term "Slankbrood", "Eet je slank met..." en "Slankbrood versnelt vetafbraak". De RCC volgt de klacht van Stichting NBC zodat de beweringen moeten worden aangemerkt als niet toegestane gezondheidsclaims en ook dat de beweringen misleidend zijn, omdat zij niet wetenschappelijk zijn onderbouwd.

Kort gezegd heeft de Reclame Code Commissie geoordeeld dat:
- de betreffende claims gezondheidsclaims zijn in de zin van artikel 2 lid 5 Claimsverordening;
- de claims niet voorkomen op een zogenaamde artikel 13-lijst van goedgekeurde gezondheidsclaims, dat er geen aanvraag is ingediend voor opname van de claims in deze lijst en dat er geen overgangsregime van toepassing is waardoor deze claims nog tijdelijk gebruikt zouden mogen worden;
- de claims derhalve in strijd zijn met artikel 10 lid 1 Claimsverordening en daarmee in strijd met de wet als bedoeld in artikel 2 Nederlandse Reclame Code en tevens met art 3 lid 1 Reclame Code voor Voedingsmiddelen; en
- de claims daarnaast als misleidend worden aangemerkt, omdat de juistheid van de claims niet kon worden aangetoond door de adverteerder van Slankbrood. Om die reden is het in strijd geoordeeld met artikel 7 NRC.

Inzenders tippen de volgende passage:

"Het verweer van verweerder sub 1 dat de nVWA geen bezwaren heeft geuit wat betreft gebruik van gezondheidsclaims in de campagne voor Slankbrood leidt niet tot een ander oordeel. Naar klager ter vergadering onweersproken heeft medegedeeld, heeft de Minister van VWS in antwoord op Kamervragen medegedeeld dat de nVWA niet handhaaft ten aanzien van onterechte gezondheidsclaims, totdat de artikel 13 lijst is vastgelegd in de Claimsverordening. Dit neemt niet weg dat de Commissie kan oordelen dat deze verordening is overtreden."

RB 1303

Vermelding 'onder andere'

RCC 13 februari 2012, dossiernr. 2011/01193 (Trekpleister; 6 mini flesjes? Burberry geschenkset 6 of 3 flesjes Burberry?)

Uiting: In de Trekpleister-folder staat een Burberry mini geschenkset aangeboden. Bij een foto van de geschenkset staat: “Bevat onder andere een eau de parfum Lanvin Rumeur 5 ml, London 4.5 ml en Weekend 4.5 ml.” (klik inzet). Het lijkt op een aanbieding voor 6 flesjes, waar het in werkelijkheid om slechts 3 flesjes gaat.

RCC:

Door de woorden “Bevat onder andere” in combinatie met de foto van een verpakking met daarin 3 flesjes en 3 doosjes, waarbij niet voldoende duidelijk is dat die doosjes leeg zijn, is de bestreden uiting voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van de samenstelling van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De stelling bij verweer, dat een prijs van € 15,- wel erg laag is voor 6 flesjes eau de parfum van het merk Burberry, leidt niet tot een ander oordeel. Dit verweer neemt de onduidelijkheid van de uiting naar het oordeel van de Commissie niet weg.    

 

RB 1302

Auto = geen parkeerplaats

Vz RCC 3 februari 2012, dossiernr. 2012/00092 (SunCamp Reis niet "met auto")

Het betreft de website www.suncamp.nl voor zover het betreft de accommodaties van Camping Sikia en de mededeling: “Inbegrepen in de prijs Auto”. Bij navraag bleek echter dat men gratis een auto mag parkeren bij de accommodatie.

Voorzitter: Niet in geschil is dat op de onderhavige website ten onrechte staat dat een auto in de prijs is inbegrepen. Aldus is geen juiste informatie verstrekt over de voornaamste kenmerken van het product als bedoeld onder b van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), te weten over hetgeen bij de te boeken accommodatie is inbegrepen.

RB 1299

Reclame is gebruik van domeinnamen en metatags?

Vraag gesteld aan HvJ EU, zaak C-657/11 (Belgian Electronic Sorting Technology tegen Bert Peelaers/Visys NV)

This case raises the following question which has been sent to the Court of Justice for a preliminary ruling:

Is the term ‘advertising’ in Article 2 of Council Directive 84/450/EEC of 10 September 1984 relating to the approximation of the laws, regulations and administrative provisions of the Member States concerning misleading advertising and in Article 2 of Directive 2006/114/EC of 12 December 2006 concerning misleading and comparative advertising to be interpreted as encompassing, on the one hand, the registration and use of a domain name and, on the other, the use of metatags in a website’s metadata?

RB 1296

Goede verzorging van uw borsten

Vz. toewijzing RCC 26 januari 2012, dossiernr. 2012/00006 (Goede verzorging voorkomt borstkanker)

Op de website www.massagespa.nl staat “Door een goede verzorging van uw borsten kunt u borstkanker voorkomen en de kans op ziektes verminderen.”. De titel van de uiting luidt: “Mammacare (borstenverzorging) en een strakke buik voor vrouwen.” Verderop in de uiting staat onder meer: “Wij, van Green Relax en Spa, gebruiken een speciale massagemethode; (…)”
 
In de gewraakte mededeling wordt gesuggereerd dat met de behandeling van adverteerder borstkanker kan worden voorkomen en de kans op ziektes kan worden verminderd. Er zijn echter door adverteerder geen nadere stukken overgelegd waarmee deze claims worden bewezen.

Derhalve is niet komen vast te staan dat de in de uiting genoemde behandeling de geclaimde werking heeft. Gelet hierop is de voorzitter van oordeel dat de uiting gepaard gaat met onjuiste informatie over de voornaamste kenmerken van het product als bedoeld onder b van arti­kel 8.2 NRC, met name ten aanzien van de voordelen. Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde con­sument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de bewuste mededeling misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 1294

Reclamebelasting

Hof 's-Gravenhage 3 januari 2012, LJN BV3614 (X B.V. tegen de Inspecteur)

Reclamebelasting. Artikel 227 Gemeentewet of artikel 59 FinBES.

Vanaf 1 januari 1995 kent de gemeentelijke retributieheffing  slechts twee randvoorwaarden:
1. de heffing mag zich niet richten naar het inkomen, de winst of het vermogen;
2. zij mag niet in strijd komen met algemene rechtsbeginselen en/of leiden tot een willekeurige en onredelijke belastingheffing.

Er bestaat een objectieve en redelijke rechtvaardiging voor de beperking van de onderhavige reclamebelasting tot het centrumgebied. Van een willekeurige en onredelijke belastingheffing is geen sprake. De Inspecteur heeft de afbeelding op de rolgordijnen terecht in de heffing betrokken.

8.2.  Bij de beoordeling van de stelling van belanghebbende dat voor de beperking van de heffing tot het centrumgebied geen objectieve en redelijke rechtvaardiging bestaat dient, mede gelet op het arrest van de Hoge Raad van 11 november 2011, LJN: BR4564, te worden vooropgesteld dat de reclamebelasting in artikel 227 van de Gemeentewet is voorzien als een algemene belasting, hetgeen meebrengt dat een gemeente in beginsel vrij is in de besteding van de opbrengst van die belasting en derhalve ook de vrijheid heeft om die opbrengst te besteden aan activiteiten en voorzieningen binnen een bepaald gedeelte van haar grondgebied.

8.5.  Uit de toelichting bij de Verordening leidt het Hof af dat de opbrengst van de reclamebelasting in de algemene middelen van de gemeente Goes vloeit en dat deze opbrengst vrijwel geheel wordt aangewend om gedane en toekomstige investeringen in de openbare ruimte van het centrumgebied te dekken, zoals de herinrichting in het centrumgebied. Voorts blijkt uit de toelichting dat de opbrengst van de reclamebelasting ook wordt besteed aan andere uitgaven in het centrumgebied, zoals een extra impuls in sfeerverlichting. Aannemelijk is dat voor de ondernemers in het centrumgebied profijt kan ontstaan door de met de reclamebelasting te subsidiëren activiteiten en voorzieningen, en dat veel van de ondernemers in het centrumgebied - die in enigerlei mate profijt hebben van de activiteiten en de voorzieningen - in de vorm van een reclamebelasting bijdragen aan de kosten ervan. Derhalve moet worden geoordeeld dat er een objectieve en redelijke rechtvaardiging bestaat voor de beperking van de onderhavige reclamebelasting tot het centrumgebied en dat van een willekeurige en onredelijke belastingheffing geen sprake is.

Het Gerechtshof:
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank, behoudens voor zover betrekking hebbend op de proceskostenveroordeling en het griffierecht,
- vernietigt de uitspraak op bezwaar; en
- vermindert de aanslag tot een naar een bedrag van € 2.328.

RB 1291

Jaarplan 2012 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

Jaarplan 2012 van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), Bijlage bij kamerstuk 32 262, nr. 8.

Het jaarplan van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit is opgebouwd uit twee delen. Hoofdstuk 1 beschrijft de missie, taken en de visie van de NVWA op de toekomst van handhaving. Daaruit zijn de belangrijkste resultaten voor de vernieuwing van de handhaving in 2012 gedestilleerd. Hoofdstuk 2 beschrijft de belangrijkste handhavingsresultaten die de NVWA in 2012 wil bereiken in de diverse domeinen.

Uitgebreide inhoudsopgave:

De ontwikkeling van handhaving 2012 - 2016
1.1 De missie en taken
1.2 De kaders in ontwikkeling
1.3 De visie
1.4 De ontwikkeling van de visie
1.4.1 Risicogericht
1.4.2 Kennisgedreven
1.4.3 Samenwerkend
1.4.4 Beïnvloedend
1.5 De samenvatting – Op weg naar ‘De staat van..’
De resultaten van handhaving in 2012

2.1 Inleiding
2.2 Veiligheid in de voedselketen
2.2.1 Vleesketen en Voedselveiligheid
2.2.2 Visketen
2.2.3 Industriële productie
2.2.4 Dierlijke bijproducten
2.2.5 Diervoeders
2.2.6 Bijzondere eet- en drinkwaren, inclusief claims
2.2.7 Horeca en ambachtelijke productie
2.2.8 Pathogene micro-organismen en alimentaire zoönosen
2.3 Productveiligheid
2.4 Diergezondheid
2.4.1 Diergezondheid (Bestrijding en afhandeling van verdenkingen dierziekten
& non-alimentaire zoönosen)
2.4.2 Levende dieren (Preventie, I&R en exportcertificeringen)
2.4.3 Levende dieren en diergezondheid (I&R)
2.4.4 Diergeneesmiddelen
2.5 Dierenwelzijn
2.5.1 Dierenwelzijn
2.5.2 Dierproeven
2.6 Plantgezondheid
2.6.1 Gewasbescherming
2.6.2 Fytosanitair
2.6.3 Meststoffen
2.7 Natuur
2.8 Export
2.9 Import
2.10 Alcohol en tabak
2.11 Uitvoeringstaken
2.11.1 Europese subsidieregelingen, inclusief nacontroles
2.11.2 Cross Compliance
2.11.3 Grondgebonden subsidies
2.12 Inlichtingen en opsporing
2.13 Risicobeoordeling en onderzoeksprogrammering
2.14 Internationale projecten

RB 1289

Na geschoten reclamefoto's samenstelling gewijzigd

Vz. toewijzing RCC 18 januari 2012, Dossiernr. 2011/01229 (Chocomomentje; na reclamefoto's samenstelling gewijzigd)

Hertog ijs; verschil in caloriehoogte op diverse productafbeeldingen onjuiste calorische waarde vermeld. Op de grote foto staat dat het ijsproduct “Choco momentje” 200 kcal bevat (10%), terwijl op de verpakking van dit product in de andere advertentie, waarin naast “Choco momentje” nog twee andere ijssoorten worden aangeprezen, staat “220 kcal 11%”.

Inderdaad is op het artwork (grote foto) de voedingswaarde van 200 kcal aangegeven en op de packshots (kleine foto’s) de waarde van 220 kcal. Na het opmaken van de grote foto is de samenstelling van het ijs nog gewijzigd. De packshots zijn de foto’s van het daadwerkelijke product en daarop is de juiste calorische waarde vermeld.

Voorzitter: Als erkend is komen vast te staan dat in de door adverteerder als ‘artwork’ aangeduide advertentie een onjuiste calorische waarde van Hertog “Choco momentje” is vermeld. Deze calorische waarde is duidelijk leesbaar en zal de gemiddelde consument niet ontgaan. Aldus gaat deze advertentie gepaard met onjuiste informatie over een van de voornaamste kenmerken van het aangeprezen product, te weten de samenstelling, als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, acht de voorzitter de uiting misleidend en om die reden oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.