RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Reclame  

RB 1266

Equilac

RCC met ALERT 24 oktober 2011, dossiernr. 2011/00907 (Ecopharma BVBA Ecuilac / medische claims geneesmiddelenwet)

Volgens de Keuringsraad bevat de bestreden website meerdere aanprijzingen die in strijd zijn met artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), omdat deze in strijd zijn met de artikelen 1 lid 1 sub b en 84 van de Geneesmiddelenwet (Gmw) en artikel 20 lid 2 sub a van de Warenwet. Voorts zijn de uitingen op de website misleidend in de zin van de artikelen 7 en 8.2 NRC.

Uiting betreffende Equilac Capsules.

Adverteerder heeft niet aannemelijk gemaakt dat het aangeprezen product Equilac Capsules de werking heeft die daaraan in de uiting wordt toegeschreven. Dit impliceert dat het ervoor moet worden gehouden dat de uiting onjuiste informatie bevat over de van het product te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC, welke resultaten als een van de voornaamste kenmerken van het product moeten worden beschouwd. Omdat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting betreffende Equilac Capsules tevens misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.


Uiting betreffende Equilac Sensitive Body Cream.

Adverteerder heeft niet aannemelijk gemaakt dat het aangeprezen product Equilac Sensitive Body Cream de werking heeft die daaraan in de uiting wordt toegeschreven. Dit impliceert dat het ervoor wordt gehouden dat de uiting onjuiste informatie bevat over de van het product te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC, welke resultaten als een van de voornaamste kenmerken van het product moeten worden beschouwd. Omdat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting betreffende Equilac Sensitive Body Cream tevens misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.


III. Openbare aanbeveling.

 Voor de Commissie is niet onomstotelijk komen vast te staan, dat HorsePower BVBA, die in de uitspraak van de Commissie van 12 december 2006 als adverteerder is aangemerkt, dezelfde is als de onderhavige adverteerder Ecopharma BVBA, zodat niet zonder meer kan worden geoordeeld dat sprake is van recidive. De Commissie acht echter de ernst van de overtreding zodanig, dat zij daarin aanleiding ziet om deze beslissing als ‘Alert’ onder de aandacht te brengen van een breed publiek als bedoeld in de artikelen 17 lid 1 onder h en 18 lid 4 van het Reglement betreffende de Reclame Code Commissie en het College van Beroep.

RB 1265

Dubbelzinnigheid van de mededeling

Vz afwijzing 3 november 2011, dossiernr. 2011/00895 (T-Mobile Ali B/ likken aan lipjes (luier))

In de commercial [red. winnaar gouden loekie 2011] is onder andere te zien hoe Ali B., die een baby een schone luier geeft, wordt gebeld door een vriend die eveneens een baby verschoont en vraagt “Hoe zit het ook alweer met die lipjes man, van die luiers?” Hierop antwoordt Ali B.: “Die moet je likken.” Na de ongelovige vraag van de vriend “Likken?” is te zien hoe Ali B. zijn tong uitsteekt.

De dubbelzinnigheid van de mededeling dat aan de lipjes van de luier gelikt moet worden en de bewegingen die Ali B. daarbij maakt met zijn tong is walgelijk. De reclame is confronterend voor mensen die te maken hebben gehad met misbruik van kinderen voor kinderporno.

Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met criteria zoals de goede smaak en/of het fatsoen dan wel nodeloos kwetsend is, zoals klaagster kennelijk met haar klacht bedoelt, stelt de Re­clame Code Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van die cri­teria. Met inachtneming van deze terughoudend­heid is de voorzitter van oordeel dat de on­der­havige uiting niet van dien aard is dat de grenzen van het toelaatbare worden over­schre­den. De televisiecommercial is duidelijk humoristisch bedoeld en zal door de gemiddelde consument niet worden opgevat als een verwijzing naar kinderporno.

De voorzitter heeft er overigens begrip voor dat niet iedereen de onderha­vige uitingen zal waarderen. Dit kan evenwel niet tot een andere beslissing leiden.

RB 1264

Vertrekbelasting is geen luchthavenbelasting

RCC 14 november 2011, dossiernr. 2011/00868 (Fox vakanties Niet inclusief luchthavenbelasting)

Gelet op het voorgaande acht de Commissie het voldoende aannemelijk dat het in de uiting genoemde tarief inclusief luchthavenbelasting is en dat het door klaagster te betalen bedrag op het vliegveld niet ‘luchthavenbelasting’ was, maar de ter plaatse te betalen ‘vertrekbelasting’, welke kosten dienen te worden beschouwd als additionele, ter plaatse te betalen kosten waarop in de uiting wordt gewezen en welke kosten in de overige documenten nader worden toegelicht.
 
Weliswaar is derhalve sprake van een onjuiste benaming van deze kosten in het document dat klaagster ter plaatse op Bali ontving, maar niet kan worden gezegd dat hiermee de gewraakte reclame-uiting op dit punt onjuist dan wel misleidend is. Immers zijn de prijzen van de in de uiting genoemde reis inclusief luchthavenbelasting en kan, voor wat betreft de ter plaatse te betalen vertrekbelasting, nu dit een variabele kostenpost betreft, in de uiting worden volstaan met het noemen van ‘additionele kosten’ en een verwijzing naar de website.

RB 1263

Thuisapotheek onrealistisch en gedateerd beeld

RCC 24 november 2011, dossiernr. 2011/00943 (Thuisapotheek Onrealistisch en gedateerd beeld van reguliere apotheek)

In de commercial wordt door het tonen van een in een witte jas gestoken arts die recepten ondertekent en van een lange wachtrij in de apotheek een onrealistisch negatief en gedateerd beeld van de huidige huisartsen- en apothekerspraktijk geschetst. Patiënten hebben vaak een vaste apotheek, die na aantekening daarvan op het digitale recept de medicatie bij de patiënt thuisbezorgt. Anders dan in de commercial wordt gesuggereerd, is het juist De Thuisapotheek die zich in haar communicatie bedient van ouderwetse communicatiemiddelen. De reclame is uiteindelijk niet misleidend.

 

1. Op grond van het bepaalde in artikel 13 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) wordt onder vergelijkende reclame verstaan elke vorm van reclame waarbij een concurrent dan wel door een concurrent aangeboden goederen of diensten uitdrukkelijk of impliciet worden genoemd. In de onderhavige commercial is een vrouw te zien die voor het ophalen van haar medicijnen haar lokale apotheek bezoekt en daar, zoals vaker het geval is, moet wachten voor zij aan de beurt is. Vervolgens wordt “het gemak van De Thuisapotheek” aangeprezen. Aldus is sprake van een impliciete vergelijking van de diensten van De Thuisapotheek met de diensten van de reguliere apotheken en derhalve van vergelijkende reclame in de zin van artikel 13 NRC.

 2. Vergelijkende reclame is, wat de vergelijking betreft, geoorloofd indien aan de in artikel 13 NRC genoemde voorwaarden is voldaan. De Commissie vat klagers klacht aldus op, dat hij de vergelijkende reclame niet geoorloofd acht omdat hierin een onrealistisch negatief en gedateerd beeld van de reguliere apotheken wordt gegeven en De Thuisapotheek zich daardoor kleinerend uitlaat over de diensten van de betreffende concurrent(en), hetgeen op grond van artikel 13 sub e NRC niet is toegestaan.

 3. Naar het oordeel van de Commissie is de bestreden commercial wel toelaatbaar, nu voor de gemiddelde consument duidelijk is dat daarin de gang van zaken bij een reguliere apotheek op een overdreven, onrealistische en humoristisch bedoelde wijze is weergegeven om de aandacht te vestigen op de gratis bezorgservice van De Thuisapotheker van herhaalmedicatie door heel Nederland. Niet is weersproken dat klanten die regelmatig voor herhaalmedicatie een reguliere apotheek bezoeken dikwijls op hun beurt moeten wachten, wat door een deel van hen als vervelend wordt ervaren. Evenmin is weersproken dat de bezorgservice van de reguliere apotheken, voor zover die geboden wordt, vaak minder omvattend is dan de landelijke bezorgservice zonder nadere voorwaarden van De Thuisapotheker. De Commissie acht klagers stelling dat ook op de thuisbezorging van medicijnen van De Thuisapotheek gewacht dient te worden, waardoor het in de commercial geschetste voordeel wegvalt, niet aannemelijk gemaakt. Onder deze omstandigheden kan niet worden geoordeeld dat de reclame-uiting zich kleinerend uitlaat over de reguliere apotheken.

 4. De Commissie acht voldoende duidelijk dat de commercial het gemak van De Thuisapotheek voor consumenten benadrukt en niet beoogt eventuele aspecten van de dienstverlening die voor huisartsen van belang kunnen zijn te belichten. In de commercial verschijnt een - aan zijn witte doktersjas herkenbare - arts in beeld die recepten van De Thuisapotheek tekent als de voice-over zegt “uw eigen arts checkt het” (herhaalrecept), waarmee wordt geïllustreerd dat ondertekening van de recepten door de huisarts vereist is. Van het schetsen van een ‘gedateerd’ beeld van een huisartsenpraktijk is in de commercial geen sprake.

RB 1260

Modern warfare voor kinderen te schokkend?

RCC 8 december 2011, dossiernr. 2011/01073 (Call of Duty Modern Warfare 3)

De televisiecommercial voor een spel genaam Call of Duty Modern Warfare 3 wordt vóór 19u uitgezonden. Dit is in lijn met de NICAM/Kijkwijzerclassificatie 6+ dus toegestaan. De klacht wordt afgewezen.

De Commissie vat het bezwaar van klager aldus op dat hij de televisiecommercial voor de game Call of Duty Modern Warfare 3 voor jonge kinderen te schokkend acht. In dit verband zal de Commissie beoordelen of de commercial, voor zover deze is uitgezonden om 18.53 uur, een tijdstip waarop kinderen ook naar de televisie kijken, in strijd is met de goede smaak en het fatsoen als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Daarbij wordt opgemerkt dat de Commissie, onafhankelijk van de classificatie door NICAM/ Kijkwijzer, een eigen verantwoordelijkheid heeft bij de beoordeling van de voorgelegde reclame-uiting.

Bij de beoordeling van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met de goede smaak en/of het fatsoen stelt de Commissie zich, gelet op het subjectieve karakter van deze criteria, terughoudend op. Met inachtneming van deze terughoudendheid is de Commissie van oordeel dat de commercial weliswaar veel actie- en oorlogsgeweld laat zien, maar dat deze scènes niet dermate schokkend zijn dat door uitzending van de commercial op een tijdstip waarop ook kinderen naar de televisie kijken de grenzen van het toelaatbare zijn overschreden.

RB 1259

Sinterklaas in abattoir

RCC 8 december 2011, dossiernr. 2011/01126 ('Sinterklaas' in abattoir)

Het betreft een televisiecommercial waarin een vader en moeder telefonisch met elkaar overleggen wie de sinterklaascadeautjes moet kopen. Beiden zijn, (slordig) verkleed als Sinterklaas, te zien in hun werkomgeving, de vader als slager in een abattoir en de moeder in een nagelstudio. De voice-over zegt: “Naast een druk leven ook nog voor Sinterklaas spelen? Ook daarom koop je bij bol.com. Dan weet je zeker dat je de cadeautjes op tijd in huis hebt.” Commissie toetst terughoudend en wijst de klacht af. Ze is van oordeel dat het duidelijk overdreven en humoristisch is bedoeld.

 

De Commissie vat het bezwaar van klager aldus op dat hij de televisiecommercial in strijd acht met de goede smaak en/of het fatsoen als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Bij de beoordeling van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met criteria als de goede smaak en/of het fatsoen stelt de Commissie zich, gelet op het subjectieve karakter van deze criteria, terughoudend op. Met inachtneming van deze terughoudendheid is de Commissie van oordeel dat de onderhavige, duidelijk overdreven en humoristisch bedoelde commercial niet van dien aard is dat de grens van het toelaatbare is overschreden.

De Commissie heeft er overigens begrip voor dat niet iedereen de onderhavige uiting zal waar-deren. Dit is evenwel geen aanleiding om over het voorgaande anders te oordelen.

 

RB 1258

Gamma - gratis Lego

RCC 16 december 2011 dossiernr. 2011/01059 (Waar gaan die mooie beentjes naartoe)

Het betreft een televisiereclame op www.gamma.nl waarin een aantal jongens met lego speelt (hier). Eén van hen laat een boer en van een ander is de bilspleet te zien. Tijdens een  pauze verschijnen de jongens op een balkon. Buiten zien zij een blondine met een kort rokje, hoge hakken en een hondje lopen waarop één van de jongens naar haar fluit en roept: “Zo, waar gaan die mooie beentjes naar toe?”. Ten slotte wordt gezegd: “Gamma is er ook voor de kleinste bouwers, want tijdens de waanzinnige weken krijg je  gratis lego”. RCC wijst de klacht af, omdat deze uiting duidelijk humoristisch is bedoeld

Klaagster vindt de reclame denigrerend ten opzichte van bouwvakkers, omdat gebruik wordt gemaakt van een zeer negatief stereotype. Ook is de reclame seksistisch: de reclame toont hoe jonge jongens macht uitoefenen over een volwassen vrouw door haar lastig te vallen met seksueel getinte opmerkingen. Klaagster vindt het verontrustend dat dit seksisme als iets lolligs wordt gepresenteerd.

In de onderhavige uiting wordt op duidelijk humoristisch bedoelde wijze gewezen op het feit dat “de kleinste bouwers” tijdens “de waanzinnige weken” bij Gamma “gratis lego” kunnen krijgen. Daarbij wordt onmiskenbaar gebruik gemaakt van een stereotype beeld van het beroep van bouwvakkers, maar noch het feit dat dit gebeurt noch de wijze waarop dat in dit geval gebeurt, leidt tot het oordeel dat de Nederlandse Reclame Code wordt overtreden. Dat niet iedereen de uiting zal waarderen, leidt niet tot een ander oordeel.

RB 1254

Geslachtsdelen zeer prominent in beeld

Vz RCC 8 december 2011, dossiernr. 2011/01085 (Blue&White; foto's met geslachtsdelen kind/g.s. goede smaak)

Advertentie in huis-aan-huis-blad Amsterdams Stadsblad voor z.g. (erotisch-getinte) contactadvertenties waar geslachtsdelen zijn afgebeeld. Eenmalig is er sprake van een vergissing en zijn geslachtsdelen niet afgeplakt geweest.

Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met criteria zoals de goede smaak of het fatsoen, zoals klaagster kennelijk bedoelt, stelt de Re­clame Code Com­missie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van die cri­teria. Ook met in­achtneming van deze terughoudend­heid is de voorzitter van oordeel dat door de onderha­vige uiting, waarin erotische artikelen worden aangeprezen door middel van foto’s waarop ge­slachtsdelen zeer prominent in beeld zijn gebracht, de grens van het toelaatbare wordt over­schre­­den, nu de uiting is geplaatst in een medium (huis-aan-huisblad) dat op een alge­meen publiek is gericht.

 De voorzitter neemt nota van de stelling van adverteerder dat sprake is van een eenmalige vergissing. Dit doet evenwel niet af aan het feit dat de reclame-uiting op grond van het voor­gaande in strijd met artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code dient te worden geacht.

RB 1250

Correctie accorderen

Kantonrechter Rechtbank Haarlem 21 december 2011, LJN BV0430 (Dutch Windmill Publishers tegen gedaagde h.o.d.n. X)

Wilsgebrek, overeenkomst nietig. De door Windmill aan gedaagde gestuurde advertentie is zowel qua tekst als qua lay-out identiek aan de advertentie die gedaagde bij A3 uitgevers had besteld, behoudens de laatste twee cijfers van zijn telefoonnummer. Mede om die reden verkeerde gedaagde in de veronderstelling dat Windmill namens A3 uitgevers belde. Windmill heeft gedaagde slechts voorgehouden dat er een fout was geslopen in de advertentietekst en dat gedaagde een correctie daarvan moest accorderen. Onder deze omstandigheden mocht Windmill er niet gerechtvaardigd op vertrouwen dat gedaagde daadwerkelijk de bedoeling had om een advertentieovereenkomst te sluiten.

 

3.  Ter zitting heeft [gedaagde] verklaard dat Windmill telefonisch contact met hem heeft opgenomen en dat zij tegen hem heeft gezegd dat ze had ontdekt dat er een fout telefoonnummer in de advertentietekst stond. Daarop heeft Windmill [gedaagde] verzocht om wijziging van het telefoonnummer te accorderen onder vermelding van het referentienummer. Als bijlage bij die betreffende mail heeft Windmill een opdrachtbevestiging met referentienummer KV-1006285 meegestuurd met daarop afgebeeld de advertentie zoals door Windmill in het geding is gebracht, aldus nog steeds [gedaagde].
4.  [gedaagde] heeft ter zitting verder verklaard dat de door Windmill meegestuurde advertentie zowel qua tekst als qua lay-out identiek is aan de advertentie die hij bij A3 uitgevers had besteld, behoudens de laatste twee cijfers van zijn telefoonnummer, en dat hij mede om die reden in de veronderstelling verkeerde dat Windmill namens A3 uitgevers belde. Ook de omstandigheid dat hij, anders dan met A3 uitgevers, met Windmill geen overleg heeft gehad over de vormgeving van de advertentie, de frequentie en de verspreiding ervan, hebben er volgens [gedaagde] toe geleid dat hij zich niet heeft gerealiseerd dat Windmill een nieuwe, van A3 uitgevers losstaande advertentieovereenkomst met hem wilde sluiten.

5.  Verder heeft [gedaagde] aangevoerd dat het, gezien de aard van zijn onderneming en het beschikbare budget, nooit zijn bedoeling is geweest om in te stemmen met een frequentie van zes keer en de daarmee gemoeide kosten. [gedaagde] was, naar eigen zeggen, in de veronderstelling dat het ging om een eenmalige uitgave van ongeveer € 200,00.
RB 1246

Proefstuderen met oud lesmateriaal

RCC 1 december 2011, dossiernr. 2011/01024 (LOI Proefstuderen oud lesmateriaal)

Klager voert aan dat, in tegenspraak met bovenstaande zinsneden in de brochure, het lesmateriaal gedateerd is en - voor de doorsnee cursist niet duidelijke - fouten bevat, de persoonlijke begeleiding louter via internet geschiedt en de kennis van de docenten niet up-to-date is.

Naar het oordeel van de Commissie leidt het gegeven dat het lesmateriaal van deze cursus niet geheel up-to-date is er echter niet toe dat de brochure die betrekking heeft op het gehele cursusaanbod van LOI om die reden als misleidend moet worden beschouwd. De Commissie overweegt daartoe, aan de hand van de onder “De klacht” weergegeven bestreden tekstgedeeltes, het navolgende.

Waar in de brochure wordt gesproken over de kwaliteit van het lesmateriaal en de opleidingen wordt de overtuiging van LOI over de kwaliteit in algemene zin van het cursusaanbod weergegeven, wat niet ontoelaatbaar is. Niet is gesteld of gebleken dat de kwaliteit van het LOI cursusmateriaal in het algemeen onvoldoende is.
Met betrekking tot de bestreden zinsnede dat LOI “meer dan enig ander instituut tijd en moeite (steekt) in de ontwikkeling van het lesmateriaal”, in de brochure gevolgd door de tekst “en de digitale leeromgeving”, overweegt de Commissie dat zij de juistheid van deze mededeling, mede gelet op de context, voldoende aannemelijk acht geworden.
De klacht dat LOI ten onrechte stelt “de beste docenten” te selecteren treft geen doel, nu bij de aanduiding “beste” kennelijk sprake is van enige in reclame gebruikelijke overdrijving. Daarbij speelt een rol dat “de beste docenten” geen concreet en meetbaar gegeven is.
De Commissie acht het niet onjuist de begeleiding door docenten die via internet plaatsvindt aan te duiden als “persoonlijke begeleiding”.
Ten slotte geeft de mededeling “…een boeiende opleiding, waar u ook na afloop veel aan zult hebben” naar het oordeel van de Commissie de verwachting van LOI weer en bevat deze geen “garantie”.