RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Reclame  

RB 766

Loft: voorwaarden aan tijdstip van uitzenden

RCC 14 maart 2011, Dossiernr: 2011/00007 (film "Loft")

Reclamerecht. tv-reclame voor de film "Loft". Enkele scènes worden getoond o.a. naakte, kennelijk (ge)dode vrouw die voorover op een bed met bebloede lakens ligt, en van een beeldvullend vleesmes dat uit een messenblok wordt gepakt. Uitgezonden om 18:50, volgens klaagster te vroeg voor uitingen waarin seks en moord voorkomt. NICAM-gekeurd 9 jaar-classificatie; vermelding officiële NICAM-logo's van de film in de spot. Art. 3 NICAM-Deelreglement Televisie staat uitzendtijden verbonden aan 12 en 16 classificaties, is dus geen uitzendrestricties.

Commissie toetst met terughoudendheid aan goede smaak/fatsoen vanwege subjectieve karakter: Getoonde scènes zijn dermate schokkend en angstaanjagend  dat grenzen van hetgeen toelaatbaar moet worden geacht zijn overschreden. Strijd met art. 2 NRC voor zover vóór 20:00 uitgezonden. Er worden voorwaarden aan tijdstip van uitzending gesteld ex art. 17 lid 1 sub i Reglement voor de Reclame Code Commissie en het College van Beroep

De Commissie vat het bezwaar van klaagster aldus op, dat zij de televisiecommercial voor de film Loft voor kinderen te schokkend acht. In dit verband zal de Commissie beoordelen of de commercial, voor zover deze wordt uitgezonden op tijdstippen dat kinderen ook naar de televisie kijken, in strijd is met de goede smaak en/of het fatsoen als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

Voorop gesteld wordt, dat de Commissie zich terughoudend opstelt bij de beoordeling of een reclame-uiting in strijd is met de goede smaak en/of het fatsoen,  gelet op het subjectieve karakter van deze criteria.

Met inachtneming van deze terughoudendheid is de Commissie van oordeel dat sommige van de in de commercial getoonde scènes dermate schokkend en angstaanjagend zijn dat, voor zover deze uitgezonden worden op tijdstippen waarop ook kinderen nog naar de televisie kijken, de grenzen van hetgeen toelaatbaar moet worden geacht zijn overschreden.
 
Gelet op het voorgaande acht de Commissie de gewraakte commercial in strijd met de goede smaak en/of het fatsoen, en derhalve met artikel 2 NRC, voor zover deze wordt uitgezonden vóór 20.00 uur. De Commissie zal, gebruik makend van haar bevoegdheid neergelegd in artikel 17 lid 1 sub i van het Reglement voor de Reclame Code Commissie en het College van Beroep, voorwaarden stellen aan het tijdstip van uitzending van de televisiecommercial.
 
Het beroep van adverteerder op de volgens de NICAM-regels uitgevoerde keuring en classificatie van de commercial leidt niet tot een ander oordeel, nu de Commissie bij de beoordeling van de voorgelegde reclame-uiting een eigen verantwoordelijkheid heeft en niet toetst aan de reglementen van de NICAM.

Lees meer hier (link) en hier (pdf) 

Regeling: NRC (nieuw) art. 2 (goede smaak en fatsoen)
artikel 17 lid 1 sub i van het Reglement voor de Reclame Code Commissie en het College van Beroep

De Commissie kan de volgende uitspraken doen: in geval van toewijzing van een klacht inzake radio- en televisiereclame kan de Commissie ook voorwaarden stellen aan het tijdstip van uitzenden van de aan haar ter beoordeling voorgelegde reclame

NICAM Reglementen, incl. deelreglement Televisie art. 3

3.1 De omroeporganisatie zendt programmaonderdelen met de leeftijdsclassificatie ‘let op met kinderen tot 12 jaar’ niet uit voor 20.00 uur en programmaonderdelen met de leeftijdsclassificatie ‘let op met kinderen tot 16 jaar’ niet uit voor 22.00 uur. 

RB 765

CVB reclame NL Energie blijft oneerlijk, ontoelaatbaar en misleidend

CVB  25 maart 2011, dossiernr. 2011/00075. (vervolg op RB 678 en de uitspraak achter RB 754); ook uitspraak in dossiernr. 2011/00076 (gelijk aan onderstaand oordeel), 2011/00076A (afwijzing klacht door CVB),  2011/00076C (veroordeling CVB)

Reclamerecht. Misleidende en vergelijkende reclame. In een televisiecommercial van NLEnergie wordt gezegd dat een groot Duits energiebedrijf sinds kort eigenaar van Essent is en de voor de overname betaalde 8,5 miljard wil terugverdienen. Op verzoek van Essent heeft de Commissie op 18 februari j.l.  geoordeeld dat de televisiecommercial ten onrechte de indruk wekt dat door de overname van Essent haar tarieven omhoog gaan of zijn gegaan. Ook is de televisiecommercial misleidend nu niet blijkt dat de mededeling “de goedkoopste” specifiek betrekking heeft op een prijsvergelijking met Essent. Later heeft de Commissie een vergelijkbare uitspraak gedaan naar aanleiding van klachten van particulieren.

Grieven: Ten eerste: onvoldoende aannemelijk gemaakt dat overname Essent tot hogere tarieven heeft geleid. Geleverde bewijs niet afdoende betwist. Essent is de duurste geworden van de grootste drie; dus geen oneerlijke reclame. Voldoen aan de eisen art. 13 NRC en vergelijkbare zaak (2007.0474) waarin de klacht is afgewezen. Ten tweede: Ook in 2009 prijsvergelijking en die klachten ook afgewezen. Uitsluitend vergelijking met Essent, geen stelling of suggestie dat NLEnergie goedkoopste is. Consument wordt juist geïnformeerd. Ten derde: Beslissing van de Commissie met betrekking tot de printreclame is gebaseerd op twee onjuiste aannames, die in samenhang bezien tot gevolg hebben dat in de energiiemarkt geen reclame meer voor variabele producten zou worden gemaakt. Prijs van energie is afhankelijk van marktomstandigheden.

College...

...ziet geen grief tegen de overweging dat van de commissie dat de indruk wordt gewekt dat tgv overname de tarieven van Essent omhoog (zijn ge)gaan. Dit is niet zo is bedoeld, echter strookt niet met de uitleg die de gemiddelde consument eraan zal geven (r.o. 5.2). Verder ziet het college geen aanleiding om aan te nemen dat commissie bepaalde stukken of stellingen buiten beschouwing heeft gelaten. Aan dossiernr. 07.0474 ligt een impliciete vergelijking ten grondslag; in dit geval wordt de concurrent uitdrukkelijk genoemd, er is dus sprake van een wezenlijk andere uiting (r.o. 5.3). Daarbij wijzigt jaarlijks de rangorde van goedkoopste aanbieder en dit biedt onvoldoende houvast om de overname van Essent door RWE hieraan schuld te geven. Ook de oliemarktprijzen zijn van belang (r.o. 5.4).

Op grond van het voorgaande is ten onrechte de indruk gewekt dat tengevolge van de overname van Essent door RWE de tarieven van Essent omhoog gaan of zijn gegaan. Situatie is niet onder werkking van 8.2 aanhef en onder d NRC, nu geen sprake is van onjuist informatie over eigen productprijs. Onjuiste en voor Essent negatieve indruk die de tv-commercial wekt (overnamekosten wordt op consument verhaald). Economische gedrag van gemiddelde consument verstoren, strijd met professionele toewijding in de zin van art. 7 en misleidend ex art. 13 aanhef en onder a NRC (r.o. 5.6). De mededeling "de goedkoopste" lijkt op zichzelf te staan, het is geen vergrotende (goedkoper), maar overtreffende trap (goedkoopst). De tag-on vermeld niet dat enkel wordt vergeleken met Essent (r.o. 5.7).

Commissie is uitgegaan van instaptarief, voor nieuwe klanten en een basistarief. Er  dient wel een objectieve vergelijking ex 13 aanhef en onder c NRC plaats te vinden (r.o. 5.10).

Nu NLEnergie in de printreclame geen informatie heeft opgenomen over het feit dat in de prijsvergelijking prijen van haar worden genoemd waaraan een tijdelijke berekeningsmethode ten grondslag ligt die afwijkt van de wijze waarop de prijzen van bestaande klanten worden berekend, en zij niet duidelijk maakt dat ook bij nieuwe klanten na verloop van tijd de prijzen op dezelfde wijze als bij bestaande klanten worden berekend, zijn de hier bedoelde uitingen in strijd met artikel 13 aanhef en onder c NRC. Het College onderschrijft derhalve het gelijkluidende oordeel van de Commissie. Voorts onderschrijft het College het oordeel van de Commissie dat in de reclame ten onrechte een bedrag wordt genoemd dat de consument bespaart door over te stappen naar NLEnergie. Het noemen van een vast en nauwkeurig bedrag dat men gerekend over een jaar kan besparen door over te stappen op het product van NLEnergie is alleen juist indien de tarieven in dat jaar niet wijzigen. Nu vaststaat dat sprake is van variabele, regelmatig wijzigende tarieven, dient de printreclame in zoverre misleidend en daarmee oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC te worden geacht. Voorts is alduss sprake van ongeoorloofde vergelijkende reclaame in de zin van artikel 13 aanhef en onder a NRC.

Lees de uitspraak hier (link), hier (RCC pdf), hier (zuivere pdf) en hier (site RCC pdf) Essent overweegt om een civielrechtelijke schadeclaim in te dienen, zie hier.

Regeling: NRC (nieuw) art. 7, 8.2 onder d, 13 aanhef en onder a, c.

RB 764

KNMP: impliciete vergelijking met traditionele apothekers

RCC 3 maart 2011, dossiernr. 2011/00072 (KNMP tegen De thuisapotheek) Met dank aan mr. F. Moss, KNMP

Reclamerecht. Uitspraak nav klacht van Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter Bevordering der Pharmacie (KNMP). In nieuwsbrieven en in antwoorden op Frequently Asked Questions (FAQ) komt tot uiting dat er kostenloze bezorging thuis, op het werk of op vakantie in Nederland plaatsvindt door De Thuisapotheek. Impliciete vergelijkende reclame, vind KNMP, waarin adverteerder zich afzet tegen traditionele apothekers (13 sub a en e NRC), met gratis bezorging wil zij zich profileren terwijl alle apothekers gratis bezorgservice hebben. Ook wordt de suggestie gewekt dat bestaande apotheken minder kennis zouden hebben van medicatie voor chronische aandoeningen door de woorden "als geen ander". Strijd met art.7 en 2 NRC met het fatsoen.

Verweer; uitgangspunt bij KNMP is medicijnen ophalen, bezorgen kan vaak binnen een verzorgingsgebied. Slechts gratis binnen dat gebied of gebonden aan voorwaarden. Steekproef laat zien dat serviceniveau van traditionele apotheken niet kan tippen aan de door De Thuisapotheek geboden bezorgservice.

Commissie: Er is geen vergelijkende reclame, geen impliciete verwijzing naar concurrenten of zodanig dat er sprake is van vergelijkende reclame (art. 13 NRC). Kostenloze bezorging in heel nederland is niet onjuist, dus geen misleiding. "Als geen ander" - in het dagelijks spraakgebruik - wijst naar gespecialiseerde deskundigheid, niet gesteld of gesuggereerd dat de traditionele apotheken geen of minder kennis beschikken. Geen strijd met fatsoen.

2. naar het oordeel van de Commissie dienen de mededelingen van De Thuisapotheek omtrent de bezorging van medicijnen en de daaraan verbonden kosten niet te worden opgevat als vergelijkende reclame in de zin van artikel 13 NRC. In de reclame-uitingen prijst De Thuisapotheek in algemene zin haar diensten aan. daarbij wordt niet specifiek naar concurrenten of hun diensten verwezen. Evenmin worden die concurrenten impliciet genoemd op zodanige wijze dat sprake is van vergelijkende reclame. Het beroep op artikel 13 moet derhalve worden afgewezen.

3. Ter beoordeling staat vervolgens de vraag of de aanprijzing van de diensten van De Thuisapotheek, waaronder kostenloze bezorging van medicijnen in heel Nederland aan mensen met een chronische aandoening misleidend moet worden geacht. Naar het oordeel van de Commissie is dat niet het geval. De Thuisapotheek heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat gratis bezorging op elk willekeurig adres in Nederland aan alle ingeschreven patiënten plaatsvindt, zodat de mededelingen hieromtrent in de bestreden uitingen niet onjuist zijn.

4. Naar het oordeel van de Commissie moet de mededeling "omdat wij alleen medicijnen verstrekken aan mensen met een chronische aandoening, kennen we als geen ander de medicijnen die daarbij horen én we weten welke bijwerkingen er kunnen zijn" worden beschouwd als een mededeling betreffende de gespecialiseerde deskundigheid van De Thuisapotheek danzij de ervaring die bestaat met medicijnen voor chronisch zieken, en zal de mededeling door de gemiddelde consument ook als zondanig worden opgevat. De zinsnede "als geen ander" heeft in het dagelijks spraakgebruik niet per definitie de betekenis dat men met uitsluiting van anderen iets als enige en/of het beste kan. Met de bestreden mededeling "als geen ander" wordt, mede gelet op de context waarin deze mededeling wordt gedaan, niet gesteld of gesuggereerd dat traditionele apotheken geen of minder kennis bezitten op het gebied van medicatie voor chronisch zieken.

5. Nui in de uitingen naar het oordeel van de Commissie niet de suggestie ligt besloten dat de consument slechter af zou zijn bij de traditionele apotheker dan bij De Thuisapotheek is, mede gelet op hetgeen hiervoor is geoordeeld, van misleiding geen sprake. De Commissie acht de uitingen evenmin strijdig met het fatsoen als bedoeld in artikel 2 NRC.

Lees de uitspraak incl. de uitingen hier (pdf), hier (link) en hier (doorzoekbare pdf)

Regeling: NRC (nieuw) art. 2, 7 en 13 (sub a en e)

RB 761

SCS Electronic 7 reparatiedagen gegarandeerd

RCC 10 maart 2011, Dossiernr: 2011/00025 (SCS Electronic - 7 reparatiedagen gegarandeerd)

Reclamerecht. Garantie reparatietermijn. Op de website staat: “7 werkdagen; gegarandeerde reparatie; Dit is ons standaard reparatie optie; U verstuurd ons de laptop en hij wordt binnen 7 werkdagen gerepareerd; na ontvangst, gegarandeerd”. In de folder staat “De reparatieperiode is nooit langer dan 5 werkdagen.” Klager heeft laptop 18 werkdagen ter reparatie bij adverteerder gehad, termijn is dus niet waar. Verweer: normaal in 99,99% v/d gevallen binnen 2 tot 3 dagen gerepareerd. In dit geval waren speciale onderdelen nodig. Klager is geïnformeerd met de mogelijkheid laptop retour te krijgen. Commissie: Adverteer heeft zeer absolute bewoordingen gebruikt. Ongeacht de oorzaak van de vertraging begrijpt de gemiddelde consument dat binnen deze termijnen wordt gerepareerd. Onjuiste informatie 8.2 onder b NRC misleidend en oneerlijk in de zin van art. 7 NRC. Commissie doet aanbeveling.

Met de mededeling “7 werkdagen, gegarandeerde reparatie en U verstuurd ons de laptop en hij wordt binnen 7 werkdagen gerepareerd na ontvangst, gegarandeerd” laat adverteerder zich in zeer absolute bewoordingen uit over de termijn waarbinnen de reparatie wordt uitgevoerd. Hetzelfde geldt voor de mededeling in de folder dat de reparatieperiode “nooit langer” is dan 5 werkdagen. Op grond hiervan zal de gemiddelde consument ervan uitgaan dat een laptop altijd binnen deze termijnen wordt gerepareerd en dat ongeacht de oorzaak van de vertraging geen langere termijn nodig is.
 
Nu vaststaat dat de door klager ter reparatie aangeboden laptop niet binnen 5 althans 7 werkdagen is gerepareerd, oordeelt de Commissie dat adverteerder onjuiste informatie heeft verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf) en de uiting hier (pdf)
Regeling: NRC (nieuw) art. 7, art. 8.2 onder b.

RB 759

Kwantum - vloerbedekking incl. leggen

RCC 10 maart 2011, Dossiernr: 2010/00927 (Kwantum - vloerbedekking leggen)

Reclamerecht. Promotionele actie. Restrictieve werking van de actie. In een TV-commercial (red. klik plaatje voor vergroting; soortgelijke actie) van Kwantum wordt vloerbedekking voor minder dan €4,- per m² inclusief leggen. Klacht: in een vestiging in Groningen was volgens het winkelpersoneel deze actie niet meer geldig, dit terwijl de commercial na het winkelbezoek nog werd uitgezonden. In de commercial werd voor goedkoopste ribtapijt reclame gemaakt (product €1,89/m² en voor het leggen: €2/m²), daarnaast wordt vanaf een bepaald bedrag gratis wordt gelegd. De spot wordt om de week uitgenzonden, in de betreffende week van het bezoek is dat niet het geval geweest.

Commissie; De gemiddelde consument zal de mededeling zo opvatten, dat Kwantum vloerbedekking verkoopt voor minder dan € 4,00 per m2, waarbij het leggen in de prijs is inbegrepen. Dat het slechts gaat om dit ribtapijt en de totale kosten hiervan inclusief leggen lager zijn dan € 4,00, neemt niet weg bij de gemiddelde consument verwarring kan ontstaan over de vraag of de kosten van het leggen reeds in de prijs zijn inbegrepen (“inclusief leggen”) dan wel afzonderlijk in rekening worden gebracht. Onduidelijk informatie over de prijsberekening (art. 8.2 onder d NRC). De uiting is misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Voorop staat dat in de betreffende televisiecommercial wordt gezegd dat Kwantum al vloerbedekking heeft voor minder dan € 4,00 per m2, inclusief leggen. De ge­middelde consument zal deze mededeling zo opvatten, dat Kwantum vloerbedekking verkoopt voor minder dan € 4,00 per m2, waarbij het leggen in de prijs is inbegrepen.

Uit het verweer volgt echter dat geen sprake is van een inclusiefprijs, maar dat de kos­ten van het leggen bij het goedkoopste ribtapijt, waarop de mededeling in de reclame-uiting over de prijs blijkbaar betrekking heeft, afzonderlijk in rekening worden ge­bracht. Het feit dat de totale kosten van de vloerbedekking en het leggen lager zijn dan € 4,00, neemt niet weg dat naar het oordeel van de Commissie op grond van de mededelingen in de televisiecom­mer­cial bij de gemiddelde consument verwarring kan ontstaan over de vraag of de kosten van het leggen reeds in de prijs zijn inbegrepen (“inclusief leg­gen”) dan wel afzonderlijk in rekening worden gebracht.
 
Blijkens het voorgaande is geen duidelijke informatie verstrekt over de prijs en de wijze waarop de prijs wordt berekend als bedoeld onder d van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consu­ment hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf) 

Regeling: NRC (nieuw) art. 7, art. 8.2 onder d.

RB 758

Vriendenloterij, dat is een stuk leuker

RCC 10 maart 2011, Dossiernr: 2011/00119 (VriendenLoterij)

Reclamerecht. TV-commercial VriendenLoterij waarin Dennis wordt getoond eerst hij juichend als winnaar, daarna middels - nu met de VriendenLoterij - juichen al zijn vrienden mee, want "als Dennis wint, dan winnen zijn vrienden ook en dat is een stuk leuker voor iedereen" Klacht: vrienden kunnen alleen winnen als zij ook deelnemen, dat wordt niet vermeld, uiting is incompleet en daardoor misleidend. Nadruk ligt op aandacht voor nieuwe naam van de voormalige Sponsorloterij en het principe "winnen met vrienden" zonder wervend te zijn. 

Het bijzondere karakter van deze loterij wordt benadrukt, maar de vorwaarden worden niet vermeld (deelname van maximaal 5 vrienden en de aanmelding). Dit is essentieel en dat het niet onvermeld had mogen blijven. Strijd met art. 8.2 aanhef en onder b NRC misleidend en dus oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Commissie doet aanbeveling.

In de uiting wordt de aandacht gevestigd op een nieuwe loterijvorm, te weten de “VriendenLoterij” en daarmee heeft de uiting, naar het oordeel van de Commissie, tevens een wervend karakter ten aanzien van deze “VriendenLoterij”, ook al wordt men voor deelname en/of voor een nadere uitleg van het principe “winnen met je vrienden” niet expliciet naar adverteerders website verwezen. 

Het bijzondere van deze nieuwe loterij is, aldus de uiting, dat niet alleen degene wint, die een winnend lot heeft, maar dat in deze VriendenLoterij ook zijn/haar vrienden winnen. Daarbij wordt niet vermeld dat alleen die vrienden kunnen winnen die zelf ook hebben deelgenomen aan de desbetreffende loterij en dat dit er bovendien maximaal vijf mogen zijn. Naar het oordeel van de Commissie is dit een zo essentieel aspect van de VriendenLoterij dat dit niet onvermeld had mogen blijven.
   
Blijkens het voorgaande is in de uiting onvolledige informatie verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf).

Regeling: NRC art. 7 en 8.2 aanhef en onder b

RB 756

Campina: 100%NL vers

RCC 10 maart 2011, Dossiernr: 2011/00001 (Campina 100% Nederlandse verse kwaliteitsmelk)

Reclamerecht. TV-commercial icm uiting op internet en op melkpakken waarin wordt gezegd: “U denkt misschien dat alle melk hetzelfde is. Toch wordt steeds meer melk uit het buitenland gehaald. Gelukkig komt Campina melk gegarandeerd van onze Nederlandse koeien (…). Want ook als vader wil ik het beste voor mijn gezin en kies ik voor Campina melk: 100% Nederlandse verse kwaliteitsmelk.”, “Het beste van ons land proef je in Campina” en “Gegarandeerd van Hollandse weide”. Klager heeft in reactie op zijn vraag of de claim juist is een email ontvangen waarin staat

"Lang Houdbare Melk wordt afgevuld in Duitsland met melk afkomstig uit Nederland. Echter, het kan aangevuld worden met melk dat niet uit Nederland afkomstig is. Wij streven ernaar om in de toekomst al onze Lang Houdbare Melk van Nederlandse koeien te produceren."

Uit het ingevulde vragenformulier volgt dat klager omtrent Langhoudbare Melk een vraag had. Het Nederlands vlaggetje met daarop de tekst “100% nederlandse kwaliteitsmelk” staat niet op dit product. De claim betreft verse melk, zie eerdere dossiernrs. 2010/00679 en 2010/00679A. Vraag en antwoord hebben betrekking op de Campina lang houdbare melk en niet op Campina verse melk. Commissie wijst de klacht af

Klager acht de mededelingen in de televisiecommercial en op de homepage van adverteerders website die inhouden dat Campina verse melk voor 100%  Nederlands en gegarandeerd van Hollandse weide is misleidend, omdat door de servicedesk van adverteerder desgevraagd zou zijn erkend dat aanvulling met niet uit Nederland afkomstige melk mogelijk is. Uit de overgelegde afdrukken van de door klager gestelde vraag en het namens adverteerder gegeven antwoord acht de Commissie voldoende duidelijk geworden, dat vraag en antwoord betrekking hebben op de Campina lang houdbare melk en niet op Campina verse melk. Anders dan klager meent, heeft adverteerder derhalve niet erkend dat verse melk niet gegarandeerd van Nederlandse bodem afkomstig is.
 
De Commissie is van oordeel dat adverteerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat Campina verse melk, waarop de bestreden uitingen betrekking hebben, een volledig Nederlandse herkomst heeft. De klacht betreffende de mededelingen die hierover worden gedaan in de bestreden televisiecommercial en op de website www.campina.nl is daarom ongegrond.

Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf).

RB 755

Klager denkt gebruik te maken v/e actie

RCC 10 maart 2011, dossier 2011/00022 (geen gebruik van actie)

Reclamerecht. Promotionele actie. Op de website van adverteerder staat: “Multifocale bril € 199,- (…) Wat u nog meer moet weten over dit aanbod * Geldig bij aankoop van een complete bril (…) * Bewerkingen (prisma toeslag, extra dunne glazen etc.) zijn niet bij de prijs inbegrepen * Geldig in combinatie met de zorgvergoeding van uw zorgverzekeraar” Klager heeft een bril gekocht á €294 bruto en €189,- netto.; zorgvergoeding voor een bril bedraagt €150 euro, maar ziet deze slechts €45 terug op zijn declaratie, misleiding. Nu blijkt dat er een bril is gekocht met geharde en ontspiegelde glazen, klager gaat er ten onrechte vanuit dat gebruik is gemaakt van de actie in de advertentie. Inmiddels is de resterende €105 ook overgemaakt aan klager. Commissie concludeert dat de klacht niet gaat over de overlegde advertentie en deze mist aldus feitelijke grondslag, wijst deze af.

Adverteerder stelt dat klaagster geen gebruik heeft gemaakt van de aanbieding die in de advertentie wordt vermeld. Hoewel klaagster dit betwist, kan uit hetgeen naar voren is gebracht niet worden afgeleid dat haar klacht betrekking heeft op de overgelegde advertentie. De bedragen sluiten niet aan en klaagster heeft niet de in deze advertentie bedoelde standaardbril gekocht, De klacht van klaagster mist derhalve feitelijke grondslag.

Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf).

RB 753

Keep on walking - triathleet (BE)

Jury voor Ethische Praktijken inzake Reclame (JEP) 23 februari 2011, beslissing 3108 (Johnny Walker ; triatlleet Marc Herremans adverteerder Diageo).

Buitenland: België, reclamerecht. De televisiespot laat de Belgische triatleet Marc Herremans zien terwijl hij aan het trainen is. Herremans raakte in 2002 verlamd na een fietsongeval. In 2006 werd hij desondanks wereldkampioen. In de spot stopt Herremans uitgeput even met zijn training. Hij ziet een droombeeld van zichzelf staand zonder rolstoel die hem aanmoedigt door te gaan. De boodschap: If your reality changes, your dreams don’t have to.” Keep Walking, Johnny Walker.

Klager vindt de spot van wansmaak getuigen. Men belandt vaak in een rolstoel door een auto-ongeluk veroorzaakt door overmatig alcoholgebruik. Diageo heeft aangevoerd dat de reclame is bedoeld om te inspireren. De reclame is eerdere image building voor het merk Johnny Walker dan directe promotie van Johnny Walker whisky. De Jury voor Ethische Praktijken inzake Reclame (JEP), de Belgische evenknie van de Reclame Code Commissie, acht de klacht ongegrond, omdat geen link met alcoholgebruik en sport of gunstige fysische of psychologische effecten wordt gelegd.

“De Jury is van oordeel dat deze tv spot duidelijk een levensmotto op de voorgrond brengt.

Er wordt geen alcoholgebruik aangemoedigd in de spot en er wordt evenmin een link gelegd tussen alcoholgebruik en sport of gunstige fysische of psychologische effecten. De Jury is van oordeel dat de spot terzake in overeenstemming is met het Convenant inzake gedrag en reclame mbt alcoholhoudende dranken.

De Jury heeft tenslotte vastgesteld dat de educatieve slogan “Ons vakmanschap drink je met verstand” vermeld wordt om de consument eraan te herinneren dat men verantwoord moet omgaan met alcohol. Bij gebreke aan inbreuken op wettelijke of zelfdisciplinaire bepalingen, heeft de Jury gemeend geen opmerkingen te moeten formuleren.”

Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf).

Opvallend is dat de jury in eerste aanleg in dit dossier alvast advies heeft ingewonnen van de jury in hoger beroep. De jury in hoger beroep is het unaniem eens met de jury in eerste aanleg dat de klacht ongegrond is. Alle jury’s van JEP bestaan voor de helft uit burgers en de andere helft uit personen uit de reclamesector. De jury’s in eerste aanleg bestaan uit 6 personen en een voorzitter. De jury in hoger beroep uit 16 personen en een voorzitter. Lees meer hier.

RB 749

Sanofi-Aventis maakt te verstrekkende vergelijkende reclame

CGR Codecommissie 17 maart 2011, K11.001 (Novo Nordisk v. Sanofi-Aventis) met dank aan Eva den Ouden, Hoogenraad&Haak voor deze samenvatting

Geneesmiddelenreclame. Uiting is een Visual Aid (poster/film) en twee brochures van Sanofi-Aventis voor haar geneesmiddel Lantus voor behandeling van diabetes. Sanofi-Aventis suggereert dat minder eenheden van haar product Lantus nodig zijn dan eenheden Levimir, van Novo Nordisk, om een goede glykemische controle te bereiken. Klacht Novo Nordisk: de claim dat het product Lantus effectiever zou zijn dan het product Levimir van Novo Nordisk is een onvolledige vergelijking en doet afbreuk aan de waarde van Levimir. De CGR Codecommissie oordeelt dat de vergelijkende uitingen van Sanofi-Aventis inderdaad misleidend zijn en in strijd met o.a. art. 4.2 en 5.8 Gedragscode Geneesmiddelenreclame. De verstrekkende effectiveitsclaim van Sanofi-Aventis wordt onvoldoende onderbouwd door de vier, door Sanofi-Aventis vermelde, onderzoeken. Want deze zijn o.a. te oud en er is geen rekening gehouden met aangepaste SmPC (Samenvatting van Productkenmerken) van Levimir.

De overwegingen van de CGR Codecommissie:

“6.5   Op grond van de Richtlijnen onderbouwing vergelijkende claims (Uitwerking art. 5.8 sub g Gedragscode Geneesmiddelenreclame) dient een vergelijkende claim wetenschappelijk aantoonbaar juist te zijn en de jongste stand van de wetenschap te reflecteren. Dit moet blijken uit onderbouwing door middel van één of meer wetenschappelijke studies. Een studie kan ter onderbouwing dienen van een vergelijkende claim onder andere als deze studie gepubliceerd is in een peer reviewed tijdschrift, voldoende kwaliteit en overtuigingskracht heeft.

6.6   De vier aangehaalde studies zijn alle uitgevoerd vóór 16 april 2009, de datum waarop de SmPC van Levemir werd aangepast op het punt van de aanbevolen dosering in de standaardbehandeling. […] Zonder afbreuk te doen aan de waarde van de vier voornoemde studies noodzaakt de terughoudendheid van de onderzoekers zelf en de wijziging van de SmPC van Levemir na de uitvoering van de studies tot de nodige voorzichtigheid, in het bijzonder bij het maken van vergelijkende claims als onderhavige op basis van voornoemde studies. Deze voorzichtigheid heeft Sanofi-Aventis blijkens het vorengaande in onvoldoende mate betracht.

Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf).

Regeling: Gedragscode geneesmiddelenreclame 

art. 4.2: de reclame mag in geen enkel opzicht strijdig zijn met de van overheidswege goedgekeurde samenvatting van de kenmerken van het geneesmiddel als voorgeschreven bij of krachtens de Wet.

art. 5.8 aanhef en sub g:
indien een vergelijking met een andere stof of met een ander geneesmiddel is gemaakt, waarbij een concurrent danwel een door een concurrent aangeboden geneesmiddel uitdrukkelijk of impliciet wordt genoemd, is er dan op gelet dat - onverminderd de bepalingen van de Code Publieksreclame - g. de vergelijking wetenschappelijk aantoonbaar juist is en overeenkomstig de jongste stand van de wetenschap;