RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Reclame  

RB 800

Inside Israel - Go Israel als vakantiebestemming

CvB RCC 9 maart 2011, Dossiernr. 2010/00360 (Inside Israel, GoIsrael) Met dank aan Timme Geerlof, Ploum Lodder Princen, voor deze samenvatting

Reclamerecht. Reclame voor land Israël als vakantiebestemming. Reclame in de zin van art. 1 NRC. Niet oneerlijk en misleidend ex art. 8.3 sub c jo. art. 7 NRC.
 
RCC in eerste aanleg. Gewraakte reclame-uitingen prijzen een aantal gebieden in Israel en lokale bezienswaardigheden aan. Daarbij wordt (onder meer) gebruik maakt van kaarten waarop naar de mening van de RCC (in aansluiting op stellingen van Klager hierover) de grenzen tussen de gebieden die wel en niet tot het Israëlische grondgebied horen niet duidelijk worden weergegeven. Eveneens werd misleidend geacht het ontbreken van de vermelding dat er in bepaalde gebieden in Israel veiligheidsrisico's zijn. Essentiële informatie voor nemen van een besluit tot het boeken van een vakantie naar Israel ontbreekt. Strijd met artikel 8.3 sub c jo 7 NRC. Commissie doet aanbeveling niet meer op dergelijke wijze reclame te maken. Uiting is niet nodeloos kwetsend in de zin van art. 4 NRC.

Adverteerder gaat met succes in beroep bij CvB RCC. Klager stelt incidenteel hoger beroep in. Eerst het principaal appel. 

Geen sprake van reclame, louter informatie. Grief faalt. Art. 1 (oud) NRC van toepassing. Onmiskenbaar wordt in de uitingen het "denkbeeld" aangeprezen dat men een reis naar Israël moet maken.

Geen sprake van omissie essentiële informatie. Hoewel niet van belang voor de beoordeling van de grieven in principaal en incidenteel appel, wordt vooropgesteld dat het het bestek van de NRC te buiten gaat om de juistheid van de stellingen van partijen over de status van bepaalde gebieden, alsmede de terzake gebezigde terminologie te duiden.
 
Het College overweegt dat het gebruikelijk is dat in reclamemateriaal voor een land als reisbestemming de positieve aspecten worden (over)belicht en de minder positieve aspecten buiten beschouwing blijven. Bovendien is de conflictueuze situatie in het Midden-Oosten een feit van algemene bekendheid. In het licht van vorenstaande onderzoekt het College of de in het materiaal verstrekte informatie de gemiddelde consument voldoende in staat stelt om een geïnformeerd besluit over Israël als vakantiebestemming te nemen. Die vraag wordt door het College bevestigend beantwoord. r.o. 3.6. "Niet valt in te zien dat de gemiddelde consument door het ontbreken van dergelijke aanduidingen (lees: veiligheidsrisico's en status bepaalde gebieden en aanduiding daarvan op kaart, TG) zal besluiten tot een transactie waartoe hij niet besloten zou hebben indien die gegevens omtrent de bedoelde gebieden wel in de reclame-uitingen zouden zijn vermeld." 

Incidenteel appel

De Commissie had in eerste aanleg de bedoelde gebieden niet mogen aanduiden als "betwiste gebieden", althans als "gebieden waarvan niet internationaal is erkend dat deze tot het grondgebied van Israël behoren". Zoals overwogen in principaal appel, volgt dat een kwalificatie van de bedoelde gebieden niet van belang is voor het antwoord op de vraag of de in strijd met de waarheid of misleidend zijn. Grief faalt.
 
De tweede grief faalt ook, want geen strijd met art. 8.2 sub b NRC.

Uit hetgeen het College in het principale appel heeft overwogen, (...), volgt dat de omstandigheid dat in de onderhavige reclame-uitingen geen specifieke afbakening heeft plaatsgevonden van plaatsen en bezienswaardigheden die wel en niet in de bedoelde gebieden liggen, niet meebrengt dat de uitingen misleidend zijn, ook niet voorzover de uitingen worden getoetst aan artikel 8.2 aanhef en onder b NRC."

Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf - volgt)

Regeling: NRC 1, 2, 4 , 7,  8.2 sub b, 8.3

RB 799

Mary Poppins - "vraag je ouders nu te boeken"

RCC 17 maart 2011, dossiernr. 2011/00037 (Mary Poppins)

Reclamerecht. Bijzondere reclamecode Kinder- en jeugdreclamecode (KJC). Einde van commercial voor de musical 'Mary Poppins' worden kinderen aangespoort ouders te vragen kaarten te boeken "Vraag je ouders om nu te boeken op <...>". Strijd met art. 2.b KJC. Verweerder erkent de klacht en legt zich neer bij besluit Commissie. Commissie oordeelt dat commercial i.s.m. 2.b KCJ en beveelt aan niet meer op deze wijze reclame te maken:

Nu de bestreden reclame (in ieder geval gedeeltelijk) tot kinderen wordt gericht, is sprake van ‘reclame gericht op kinderen’ in de zin van de Kinder- en jeugdreclamecode (KJC).

Op grond van artikel 2 sub b KJC mag reclame gericht op kinderen er niet rechtstreeks toe aanzetten hun ouders of anderen te overreden tot de aankoop van producten waarvoor reclame wordt gemaakt. De bestreden reclame is, naar adverteerder heeft erkend, in strijd met deze bepaling.

Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf)
Regeling: KJC art. 2.b

RB 798

Australi&euml; verbiedt reclame op eigen verpakking

Citaat uit de film Thank you for smoking (trailer):

It is my hope that within the year every cigarette package in America will carry this symbol.

In navolging van Engelands witte reclameloze verpakkingen voor sigaretten, en waar Stivoro in Nederland prijst voor prijsverhoging, lijkt in Australië door te gaan in het verplichten van sigarettenfabrikanten van het plaatsen een gruwelijke foto van een persoon die fysiek lijden door de gevolgen van roken. In het nieuwe rookbeleid staat ook vermeld dat de pakjes verder een vieze groene kleur krijgen. Alleen onderaan op het pakje zal ruimte zijn voor de naam van het merk. Als het parlement akkoord gaat, zal per 1 januari 2012 de wet in werking treden.

De sigarettenfabrikanten stappen naar de rechter. Naast de vrees voor het missen van inkomsten is het wetsvoorstel in strijd met het merkenrecht, internationale handelsverdragen en intellectuele rechten, zo wordt beweerd... Ook mist het voorstel "grounds of evidence and unintented consequences" (zie hier)

Lees het beleid hier (pdf) op pagina 65, 66 onder 3.4:

Eliminate promotion of tobacco products through design of packaging.
3.4.1 Amend Tobacco Adver tising Prohibition Act 1992 to require that no tobacco product may be sold except in packaging of a shape, size, material and colour prescribed by the government, with no additional design features.
3.4.2 Under take research to establish optimal colours, pack sizes and fonts that would be prescribed.
3.4.3 Amend Trade Practices SPIS (Tobacco) Regulations 2004 to specify exact requirements for plain packaging.
3.4.4 Commence new arrangements.

Twee visies:

Matthew Rimmer, a legal expert at The Australian National University, said the government is fully within its power to regulate the packaging of tobacco products: "Trademarks are a government grant and governments always retain the capacity to regulate that grant," said Rimmer, who wrote a paper urging plain packaging of cigarettes in 2008. "So historically they've always had the provisions, for instance, to ban trademarks on certain things that are contrary to law."

Tim Wilson, an intellectual property and free trade expert at the Institute of Public Affairs in Australia, disagrees, saying the measure would violate international trademark and intellectual property regulations. Stripping the tobacco companies' logos from packaging diminishes the value of their trademarks, which is against the law, he said. (BRON: seatlepi.com)

Praat met ons mee over de merkenrechtelijke benadering van productetiketteringsvoorwaarden in onze (gesloten) LinkedIn-groep.

 

RB 795

Parkeerservice Schiphol - mededeling te absoluut door ontbreken voorbehoud

RCC 16 maart 2011, dossiernr. 2011/00070 (Parkeerservice Schiphol)

Reclamerecht. Central Parking en BijSchipholParkeren.nl (BPS) adverteren op de websites www.centralparking.nl en www.bijschipholparkeren.nl voor het tegen een vergoeding overdekt parkeren van de auto van reizigers in de hun parkeergarages. Op klacht van vliegveld Schiphol. Misleidend omtrent beschikbaarheid parkeerlocaties. Afwijzing klacht dat door gebruik aanduiding "Schiphol" op verwarringwekkende wijze aanhaakt bij  naam, merken en diensten van Schiphol, ook geen vergelijking diensten Schiphol. Verzoek verspreiding beslissing als Alert afgewezen.

Schiphol laat eigen recherchedienst en extern bedrijfsrecherchebureau onderzoek instellen naar activiteiten van Central Parking en BPS. Uit rapport volgt dat parkeren van auto's niet gebeurd conform uitingen op de sites. Schiphol klaagt (1) diverse uitingen op sites zijn misleidend, (2) ten onrechte de indruk gewekt dat zij aan Schiphol gelieerd zijn en profiteren op verwarringwekkende wijze van goede naam en merken Schiphol, en (3) uitingen waarover wordt geklaagd een ontoelaatbare vergelijkende reclame vormen. Verzoek om de beslissing van de Commissie als Alert onder de aandacht te brengen van breed publiek.

Verweer: door softwarefout en piekdrukte (herfstvakantie) is de incidentele situatie ontstaan dat meer reserveringen zijn geaccepteerd dan aantal beschikbare parkeerplaatsen. Er wordt niet structureel op deze wijze gehandeld. De aanduiding "Schiphol" wordt alleen gebruikt als geografische aanduiding. Websites wekken niet de indruk dat Central Parking en BPS gelieerd zijn aan Schiphol.

Commissie: fout in software en piekdrukte zijn omstandigheden die voor rekening komen van Central Parking en BPS. Mededeling is te absoluut door het ontbreken van een voorbehoud ten aanzien van beschikbaarheid parkeerlocaties. Wijst klacht toe.

3. Wat hiervan zij, deze omstandigheid dient naar het oordeel van de Commissie voor rekening van adverteerders te komen. Nu op de websites geen enkel voorbehoud daaromtrent is opgenomen, moeten consumenten erop kunnen vertrouwen dat hun auto wordt geparkeerd op de bij de reservering afgesproken parkeerlocatie. Het had op de weg van Central Parking en BSP gelegen klanten door middel van een voorbehoud of melding op hun websites te informeren zodra bleek dat gedurende langere tijd sprake was van overboekingen, ook al was de oorzaak daarvan adverteerders nog niet bekend.

4. Door het ontbreken van een voorbehoud ten aanzien van beschikbaarheid van de aangeboden parkeerlocaties acht de Commissie de mededelingen betreffende de te reserveren parkeerlocaties op de websites www.centralparking.nl en www.bijschipholparkeren.nl te absoluut en daarom in strijd met artikel 8.2 aanhef en sub b NRC. Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over het afnemen van een dienst van adverteerders te nemen dat hij anders niet had genomen, zijn de bestreden websites misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Afwijzing overige klachten: Gebruik aanduiding "Schiphol" toelaatbaar. Aanduiding wordt gebruikt als aanduiding van de plaats waar de aangeboden parkeerdiensten worden uitgevoerd. Verder geen sprake van specifieke vergelijking van diensten Central Parking en BPS met die van Schiphol. Geen aanleiding om beslissing als Alert te verspreiden.

Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf).

Regeling: NRC art. 2, 7, 8.2, 8.3, 8.5 en 13
Alert-verspreiding

RB 792

CvdM &quot;Als zodanig herkenbaar&quot; en &quot;duidelijk onderscheiden&quot;

Het Commissariaat voor de Media heeft de Beleidsregels reclame publieke media-instellingen 2011 gepubliceerd. Dit geeft een kader waarbinnen reclame middels publieke media wordt gepresenteerd; de locatie, de duur, hoeveelheid en de omlijsting ervan. Opvallend zijn de verduidelijking van reclame die wordt onderverdeeld in "als zodanig herkenbaar", "duidelijk onderscheiden" en "reclame voor medische behandelingen". Daarnaast wordt een uitgebreide toelichting gegeven over omroepdiensten en mediadiensten op aanvraag onafhankelijk van type (digitaal) distributieplatform.

Lees de beleidsregels hier (deeplink - pdf) en hier (pdf) en hier (staatscourant)

Handig: de bijbehorende bijlage somt alle aangehaalde wettelijke voorschriften op zoals mediawet, mediabesluit, Richtlijn 2010/13/EU (audiovisuele diensten)

RB 791

BankGiroLoterij - directe storting

RCC 21 maart 2011, dossiernr: 2011/00077, 2011/00077A, 2011/00079 (BankGiroLoterij)

Reclamerecht. Bijzondere Reclamecode voor Kansspelen (RVK). Het betreft een geadresseerde brief met o.a. “Betreft: een eerste storting voor u”, “Wilt u direct weten hoeveel er op uw card staat? Activeer deze dan en speel mee met een lot in de BankGiro loterij, zolang u zelf wilt. Activeren is heel eenvoudig. U hoeft alleen maar uw cardnummer XXXXXXX in te vullen op www.bankgiroloterij.nl/storting (red. zie inzet). Na het invullen van uw nummer ziet u direct het bedrag dat u gestort krijgt”. 
 
Na invullen van het nummer blijkt dat je bij een aanmeldingspagina komt, en de bank te machtigen om €8,75 af te schrijven. Strijd met artikel 8.3 aanhef en onder c omissie van essentiële informatie. In derde geval werd een minderjarige benaderd.

De machtiging tot deelname aan de loterij is onderdeel van de activatie. Soortgelijk dossier, nr. 2010/00620B, vermeld geen strijd waarin de Commissie overwoog: “dat men derhalve eerst na zodanige machtiging ziet welk bedrag men gestort krijgt, betekent niet dat de onderhavige uiting in strijd is met de Nederlandse Reclame Code”. In het derde geval werd duidelijk gemaakt dat geen geboortedatum bekend was, excuses aangeboden.

Na het invullen van het cardnummer wordt niet direct het te storten bedrag getoond, onjuiste informatie ex 8.2 aanhef NRC misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. tevens strijd met art. II.3 RvK. Beslissing in dossier 2010/00620B doet niet daaraan af, omdat niet uitdrukkelijk werd geklaagd over “Na het invullen van het nummer ziet u direct het bedrag dat u gestort krijgt”. In het derde geval strijd met artikel III.6 RvK. Commissie doet aanbeveling.

Door de tekst “U hoeft alleen maar uw cardnummer (…) in te vullen op www.bankgiroloterij.nl/storting. Na het invullen van uw nummer ziet u direct het bedrag dat u gestort krijgt” wordt gesuggereerd dat na het invullen van het cardnummer direct het te storten bedrag wordt getoond. Dat blijkt echter niet het geval te zijn, aangezien, zoals bij verweer is meegedeeld, het bewuste bedrag is te zien na het doorlopen van de verschillende stappen van “activatie”, waaronder het afgeven van een machtiging voor deelname aan de BGL.
 
Gelet op het bovenstaande gaat de uiting gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in artikel 8.2 aanhef NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is  de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
 
Gelet op het voorgaande en nu de uiting moet worden aangemerkt als reclame voor een kansspel, is de uiting tevens in strijd met artikel II.3 van de Reclamecode voor Kansspelen (RvK), ingevolge welke bepaling reclame voor kansspelen niet misleidend mag zijn.

Lees de uitspraak nr. 77 hier (link) en hier (pdf)
Lees de uitspraak nr. 77A hier (link) en hier (pdf)
Lees de uitspraak nr. 79 hier (link) en hier (pdf)

Regeling: NRC (nieuw) art. 7 en 8.2 aanhef
Reclamecode voor Kansspelen art. II.3 en III.6

RB 784

De Slijter van Noordwijkerhout erkent

RCC 7 maart 2011, dossiernr: 2010/00889 (De slijter van Noordwijkerhout)

Reclamerecht. Bijzondere Reclamecode voor Alcoholhoudende dranken (RVA). Bijzondere procedure rondom stroman en klachtengelden.

Huis-aan-huis folder van De slijter van Noordwijkerhout, waarin de buren van de nieuw gevestigde wijn- en whiskyspeciaalzaak bij de eerste bestelling een gratis flesje zoete pruimenwijn ter waarde van € 3,95 wordt aangeboden. Voorts bevat de folder een aanbieding van 6 flessen Semillac A.C. Marmadais wijn voor “€ 30,00 en EEN fles GRATIS erbij”. Het is niet toegestaan gratis alcoholische drank aan te bieden.

Procedureel: Wel erkenning van strijd met artikel 20 RVA. Voorzitter beslist dat klager klachtengeld verschuldigd is omdat deze als stroman is ingezet (9.1b Reglement). Bezwaar door directeur Mitra CV. Klager - medewerker van bedrijfseconomische afdeling van Mitra CV - heeft dit als privé persoon aan de orde willen stellen, dit wordt door memo van directeur vermeld. Kostenloze behandeling ex 28 lid 1 Reglement volgt.

Adverteerder heeft erkend dat de gewraakte reclame-uiting in strijd is met artikel 20 van de Reclamecode voor alcoholhoudende dranken (RVA). De commissie doet aanbeveling.

Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf)

Regeling: RVA art. 20 (gratis verstrekken)

RB 783

Voorzitterstoewijzing Nee/Ja-sticker

Voorzitter RCC 2 maart 2011, dossiernr: 2010/00945 (supermarkt)

Reclamerecht. detailhandel. Verspreiding. Nee/Ja-sticker. Ex. 12 lid 1 aanhef en onder a van het Reglement voor de RCC en CVB maakt de voorzitter een onderhandse aanbeveling omdat er geen gebruik is gemaakt schriftelijk verweer te voeren. Onweersproken is in een brievenbus voorzien van een Nee/Ja-sticker als vermeld in bijlage 1 bij de Code VOR gedeponeerd. Dit is strijdig met artikel 3.1 Code VOR. De voorzitter doet een aanbeveling.

Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf)

Regeling: 
Code VOR art. 3.1
Reglement betreffende RCC en CVB 12 lid 1 aanhef en onder a

De voorzitter kan zelfstandig een klacht toewijzen en een aanbeveling doen c.q. een vrijblijvend advies geven als bedoeld in art. 17 lid 1 sub g jo art. 18 indien: a. degene tegen wie de klacht is gericht geen gebruik heeft gemaakt van de gelegenheid om schriftelijk verweer te voeren en de voorzitter van oordeel is dat de klacht de Commissie aanleiding zal geven een aanbeveling te doen of een vrijblijvend advies te geven.
RB 788

Erasmus MC. Kanker. Kom maar op

Voorzitter RCC 16 maart 2011, dossiernr: 2011/00135 (Erasmus MC; ©TROY strategie&creatie)

Reclamerecht. Personeelsadvertentie. Subjectief: goede smaak/fatsoen. Voorzittersafwijzing.

Op website erasmusmc.nl en in weekblad Delta staat personeelsadvertentie ”Kanker. Kom maar op!” (klik inzet voor vergroting). Klacht; respectloos jegens mensen die dierbare hebben verloren. Wekt de indruk dat zij alles kan genezen. 

Voorzitter is van oordeel dat Commissie zal afwijzen, omdat bij beantwoorden van de vraag over goede smaak en fatsoen dan wel nodeloos kwetsend terughoudend wordt opgesteld vanwege subjectieve karakter. Grens van het toelaatbare wordt niet overschreden. Adverteerder werft gespecialiseerd oncologie personeel en wil strijdlustig persooneel aantrekken met roeping voor kankerpatiënten. Dat niet iedereen de uitingen - om wat voor reden ook - zal waarderen, leidt niet tot een ander oordeel. Voorzitter wijst de klacht af.

Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf)

RB 779

Booking.com acht markt waarbij alle partijen belasting vermelden niet haalbaar

RCC 7 maart 2011, dossiernr: 2010/00881 (booking.com)

Reclamerecht. Bijzondere Reclamecode Reisaanbiedingen (RR). Misleiding op internet. De website www.booking.com biedt hotel in New York en een hotel in Miami aan. Belastingen worden niet getoond. In een klein kader op één pagina, verder staan kosten onderaan de reserveringsvoorwaarden, die uitsluitend via een hyperlink zijn te achterhalen. Strijd met 8.2, 8.3 en 8.4 NRC en artikel III.1 RR.

Verweer: Advocaat ingeschakeld door normale consument, waarschijnlijk zit er een concurrent achter. Consumenten zijn gewend aan wereldwijde online markt die zich niet beperkt tot NL en EU. Adverteerder acht een markt waarbij alle partijen inclusief belastingen vermelden niet haalbaar. Verzwakking concurrentiepositie als alle prijzen inclusief belasting worden vermeld. Geen strijd met NRC of RR, althans dat de NRC en RR in dit geval niet van toepassing zijn.

Dezelfde website gericht op Duitse bezoekers (geopend vanaf Duits IP-adres) toont wel prijzen inclusief belasting. Aldus advocaat (en kennis) van klaagster. 

Nederlandse RR is van toepassing omdat de reclame-uitingen zijn gericht op de Nederlandse markt. Correcte en duidelijke prijzen inclusief de onvermijdbare kosten moeten worden getoond (art. III lid 1 RR). Ook bij de uitnodigingen tot aankoop (II sub 4 RR) moeten correcte en duidelijke prijzen worden gehanteerd (art IV sub 1 RR). Commissie doet aanbeveling.

Namens klaagster is voldoende aannemelijk gemaakt dat zij geen concurrent is van adverteerder.
 
Klaagster baseert de klacht onder meer op de algemene bepalingen van de Nederlandse Reclame Code. De Commissie zal de klacht toetsen aan de bepalingen van de Reclamecode Reisaanbiedingen, nu deze code een specifieke regeling bevat van de kwestie waarop de klacht betrekking heeft.
 
De Commissie acht de RR van toepassing op de onderhavige reclame-uitingen, nu deze zijn gericht op de Nederlandse markt.
 
In artikel III lid 1 RR is bepaald dat aanbieders zijn gehouden tot het hanteren van correcte en duidelijke prijzen, inclusief de hen op het moment van publicatie bekende onvermijdbare kosten. Gebleken is dat bovenop de in de uitingen vermelde tarieven 14,75% ‘Belasting’ in rekening wordt gebracht en $ 3,50 toeristenbelasting. Op grond van de genoemde bepaling hadden deze kosten moeten zijn inbegrepen bij de op de producties 1b, 1c, 2b en 2c genoemde tarieven. Nu dit niet het geval is, zijn deze reclame-uitingen in strijd met de genoemde bepaling.
 
De uitingen zoals door klaagster zijn overgelegd als productie 1d en 2d zijn uitnodigingen tot aankoop zoals gedefinieerd in artikel II sub 4 RR, waarvoor op grond van artikel IV sub 1 RR geldt dat de adverteerder daarin op dezelfde wijze als in reclame-uitingen conform artikel III 1 RR gehouden is tot het hanteren van correcte en duidelijke prijzen. Ook op deze pagina’s worden de tarieven genoemd zonder de bedoelde belastingen. Aldus zijn deze uitnodigingen tot aankoop in strijd met artikel IV sub 1 RR.

Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf)
Regeling: RR II, III sub 1 en IV sub 1