RB

Algemene regels  

RB 964

In de maak: Verordening over textielvezelbenamingen

met dank aan Elise Menkhorst, De Gier | Stam & advocaten

Op dit moment zijn er drie verschillende richtlijnen van kracht die van belang zijn voor textielvezelproducten. Als die richtlijnen dan elk nog een aantal keer worden aangepast, dan is het gemakkelijk om het spoor bijster te raken. Daarom heeft de Europese wetgever geoordeeld dat het tijd was voor een nieuw, overkoepelend document: een Verordening over textielvezelbenamingen en de etikettering ervan.

In het tijdschrift voor levensmiddelen- en productenrecht Waar & Wet van mei 2011 is een artikel verschenen waarin de belangrijkste punten uit de nieuwe Verordening worden besproken, zie hier (pdf)

RB 963

Niet nieuw, maar vernieuwd

RCC 24 mei 2011, Dossiernr. 2011/00299 (Walibi Nieuw Rattle Snake)

Reclamerecht. Aanprijzing van 'oude' achtbaan. Uiting betreft plattegrond on site en in print van pretpark Walibi waarop staat "NIEUW RATTLE SNAKE!" (klik afbeelding voor vergroting).

Klacht: sinds 1992 staat de attractie er. Verweer: Is geen sprake van reclame, maar als intern communicatiemiddels, niet om potentiële bezoekers te enthousiasmeren. Attractie heeft nieuwe naam, want heeft een andere locatie in het park gekregen en is thematisch veranderd (toevoeging slangenkop en staart).

Commissie stelt dat uiting reclame is naar de nieuwe definitie sinds 1 januari 2011: er is sprake van systematische aanprijzing, NIEUW is wervend taalgebruik en dus een aanprijzing. Er is geen sprake van nieuw, maar vernieuwd. Strijd met artikel 2 NRC (waarheid). Doet aanbeveling.

 De Commissie stelt voorop dat beide bestreden uitingen kunnen worden aangemerkt als  reclame in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), zoals die bepaling sinds 1 januari 2011 luidt. Voor zover het verweer moet worden opgevat in die zin dat het drukwerk in de vorm van een folder geen openbare aanprijzing is, omdat deze alleen wordt verstrekt aan bezoekers van het park, is er  in elk geval sprake van systematische aanprijzing, omdat de folder kennelijk aan alle bezoekers wordt verstrekt.
Gezien de wervende woorden “NIEUW RATTLE SNAKE”, die deze attractie duidelijk speciaal onder de aandacht van het publiek brengen, houden beide uitingen een  aanprijzing in van goederen.
 
Van de woorden “NIEUW RATTLE SNAKE” gaat naar het oordeel van de Commissie de suggestie uit dat het park over een geheel nieuwe attractie beschikt. In werkelijkheid blijkt het echter te gaan om een achtbaan die -naar niet is weersproken- al sinds 1992 in het park aanwezig is, maar die is verplaatst en van een andere naam en een ander thema is voorzien. De attractie is veeleer vernieuwd dan nieuw.
Gelet op het bovenstaande acht de Commissie de aanduiding “nieuw” in relatie tot de onderhavige achtbaan onjuist en in zoverre acht zij de reclame in strijd met de waarheid.

Lees de uitspraak hier (link / pdf)
Art. 1 en 2 Nederlandse Reclame Code (NRC)

RB 961

"Nr. 1 van de regio" niet misleidend

Vzr. RCC 12 mei 2011, Dossiernr. 2011/00300 (De Intake)

Reclamerecht. Advertentie in maandblad met tekst "Al jaren de nr. 1 van de regio in permanent make-up." Klager vindt dat er sprake is van misleiding, geen onderzoek als bewijs tekst.
Voorzitter is van mening dat Commissie klacht zal afwijzen. Voor gemiddelde consument voldoende duidelijk dat tekst mening van adverteerder weergeeft. Sprake van gebruikelijke en toelaatbare overdrijving. Wijst klacht af.

Ten aanzien van de inhoudelijke beoordeling van de klacht is de voorzitter van oordeel dat de Commissie de klacht zal afwijzen. Hij overweegt daartoe het volgende.
Adverteerder presenteert zich als de �NR 1 van de regio in permanent make-up�. Voor de gemiddelde consument zal duidelijk zijn dat deze mededeling niet bedoelt te verwijzen naar (onafhankelijk) onderzoek, maar slechts de persoonlijke visie van adverteerder weergeeft over de status van zijn onderneming binnen de regio. Nu voorts sprake is van in reclame niet ongebruikelijke en toelaatbare overdrijving, is van misleiding geen sprake.

Lees de gehele uitspraak hier (link /pdf)

RB 959

Aankoopmakelaar altijd beter?

RCC 1 april 2011, Dossiernr. 2011/00114 (NVM Makelaar) - nu ook bovenaan klikbare bronnen

Reclamerecht. Website www.aankoop-makelaar.nl. Klager klaagt over 15 onderdelen van de website. Klaagt o.a. erover dat stellingen niet hard kunnen worden gemaakt, inschrijving NVM niet automatisch leidt tot 100% uitstekende dienstverlening, geen zekerheid bestaat over juiste prijs met NVM aankoopmakelaar. Verweerder stelt dat zij gebruik heeft gemaakt van commerciële uitingen die door NVM beschikbaar is gesteld. Was in veronderstelling dat deze voldeden aan richtlijnen. Is bereid website aan te passen.

Commissie vindt dat onderdelen 2, 3, 4 en 14 onjuiste informatie bevatten (o.a. over stellingen), onderdelen 6, 9, 10, 11, 12b, 12c te absoluut zijn (art. 8.2 aanhef en onder b NRC), zoals 100% uitstekende dienstverlening. Daarom in strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling en wijst klacht voor het overige af.

 

Ad 2, 3 en 4.
De Commissie acht de mededelingen “De NVM aankoopmakelaar bespaart voor u veel geld (…)”,“De kosten van uw eigen aankoopmakelaar verdient u meer dan terug” en “aankoop van de woning tegen de meest voordelige aankoopprijs” onvoldoende aannemelijk gemaakt en daarom te absoluut. Op deze punten gaat de uiting gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de voornaamste kenmerken van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC), te weten de voordelen van het inschakelen van een NVM aankoopmakelaar.

De Commissie heeft kennis genomen van de toezegging van adverteerder de website op deze punten te zullen aanpassen.

De zinsnede “De NVM aankoopmakelaar bespaart voor u veel (…) tijd en problemen” acht de Commissie voldoende aannemelijk. In dit verband wordt ook verwezen naar hetgeen hierna ad 7 wordt overwogen. Voor zover de klacht tegen deze zinsnede is gericht, wordt de klacht afgewezen.

Ad 9.
Onder verwijzing naar hetgeen ad 2, 3, 4 en ad 6 is overwogen, acht de Commissie de mededeling “Zo heeft u 100% zekerheid op een uitstekende dienstverlening” te absoluut en om die reden in strijd met artikel 8.2 aanhef en onder b NRC.

Ad 10 en 11.
Hetgeen ad 9 is overwogen geldt eveneens voor de stellingen “Zo weet u zeker dat u uw nieuwe woning koopt voor de juiste prijs en onder de gunstigste voorwaarden” en “Daarmee hebt u de zekerheid van een goede aankoop”. De Commissie acht de uiting op deze punten in strijd met artikel 8.2 aanhef en onder b NRC.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: NRC art. 7, art. 8.2 aanhef en onder b

RB 958

Advertentie Wereld Inruil Weken Toyota voldoende duidelijk

RCC 16 maart 2011, Dossiernr. 2011/00028 (Toyota Aygo)

Reclamerecht. Advertentie in krant over Toyota Aygo vanaf 7.250 euro tijdens Wereld Inruil Weken. Klager vindt uiting verwarrend, de auto is niet vanaf 7.250 euro, alleen als je zelf auto inruilt. Verweerder stelt dat uit de advertentie duidelijk blijkt dat het gaat om inruilactie en er geen strijd is met NRC.

Commissie oordeelt dat advertentie voldoende duidelijk maakt dat er sprake is van inruilactie. Geen sprake van misleiding. Wijst klacht af.

De Commissie acht het, reeds uit de titel van de advertentie, voldoende duidelijk dat sprake is van een inruilactie. Uit de tekst onder de afbeelding blijkt duidelijk dat men standaard
€ 1.000,- extra inruilwaarde op een auto krijgt en dat daardoor de Aygo verkrijgbaar is vanaf € 7.250,-.

Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de Commissie geen sprake van misleiding op de door klaagster genoemde punten.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)

RB 957

Klacht over Wake-up Light gebaseerd op oud formulier, dus ongegrond

RCC 21 maart 2011, Dossiernr. 2011/00030 (Philips Wake-up Light)

Reclamerecht. Uiting op website en in magazine over Wake-up Light met 30-dagen-op-proef garantie. Klager vindt uitingen bedrieglijk, want genoemde modellen zijn nergens meer te koop. Verweerder bestrijdt klacht, geeft aan dat getoonde model wel te koop is via diverse kanalen. Volgens verweerder verwijst klager naar oud formulier van eerdere actie, waarvan genoemde modellen nu niet meer te koop zijn.

Commissie stelt vast dat klacht is gebaseerd op oud formulier. Verweerder heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat modellen van huidige actie normaal verkrijgbaar zijn. Oordeelt dat klacht ongegrond is en wijst deze daarom af.

De Commissie stelt vast dat het formulier waarop de klacht is gebaseerd en dat bij die klacht is overgelegd betrekking heeft op een “Niet goed? Geld terug” actie, geldig voor aankopen in de periode 1 september 2008 tot en met 31 januari 2010 en voor de modellen Philips Wake-up Light HF3475 en HF3476.

Adverteerder heeft niet althans onvoldoende weersproken meegedeeld dat de thans bestreden uitingen betrekking hebben op een andere actie, voor een ander model Wake-up Light, te weten model HF3485 en dat dit model momenteel zowel bij Philips als bij anderen te koop is.

Gelet op het bovenstaande acht de Commissie de klacht ongegrond.

Dat klager het formulier betreffende de begin 2010 verlopen actie kennelijk in december 2010 nog heeft aangetroffen op de website van Philips, betekent niet dat de thans bestreden uitingen in strijd zijn met de Nederlandse Reclame Code.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)

RB 956

BankGiro Loterij Card mailing voldoende duidelijk

RCC 21 maart 2011, Dossiernrs. 2011/00004 en 2011/00004A (BankGiro Loterij)

Reclamerecht. Een aan klager geadresseerde brief van de BankGiro Loterij (BGL) met een "card" die nog geactiveerd moet worden. Klager 1 acht brief misleidend nu logo ING wordt gebruikt en het lijkt alsof het om creditcard gaat. Na activering blijkt dat het om deelname aan loterij gaat. Klager 2 stoort zich eraan dat zijn gegevens op card vermeld staan en onbevoegden hier misbruik van kunnen maken. Verweerder stelt dat brief voldoende duidelijk maakt dat het om deelname aan BGL gaat en verwijst naar eerdere uitspraken (2010/00481 en 2010/00620B). "Card" is geen officieel betaalmiddel dus misbruik niet mogelijk.

Commissie acht brief voldoende duidelijk dat het gaat om deelname BGL. Acht klacht 2 onvoldoende specifiek. Wijst klachten af.

2011/00004. De Commissie heeft kennis genomen van de originele door klager overgelegde uiting.
Weliswaar kan de uiting in eerste instantie, gezien de daarop geplakte card en tekstgedeelten als “BankGiroLoterij”, “eerste storting voor u”, “BankGiro card” en de verwijzing naar uitbetaling door ING, inclusief het logo van ING, de gedachte doen postvatten dat het een uiting van een bankinstelling betreft, maar bij lezing van de gehele uiting, daaronder begrepen de achterzijde van de brief met de aanhef: “Hoe het werkt”, acht de Commissie het voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk dat het gaat om een aanbod van een loterij, te weten de BankGiro Loterij.

2011/00004A. 3. Klagers bezwaar betreffende de vermelding van gegevens op de card acht de Commissie onvoldoende specifiek, althans leidt dit bezwaar niet tot de conclusie dat de uiting -gezien de vermelding van een cardnummer en klagers naam- in strijd is met de Nederlandse Reclame Code.

Lees de gehele uitspraak 2011/00004 hier (link / pdf)
Lees de gehele uitspraak 2011/00004A hier (link / pdf)
Vergelijkbare uitspraken over de BGL: RB 833 en RB 791

RB 955

Suzuki Splash al vanaf € 4.912,- misleidend

RCC 7 maart 2011, Dossiernr. 2011/00086 (Suzuki Splash)

Reclamerecht. Uitingen op televisie en internet waarin de Suzuki Splash wordt aangeboden voor 4.912 euro. Klager stelt dat volgens prijslijst de laagste prijs voor deze auto 9.623 euro is. Verweerder stelt dat in uitingen duidelijk wordt gemaakt dat er sprake is van genoemde prijs met daaropvolgend een tweede deelbetaling. Tesamen is dit de gehele koopsom. Verwijst naar eerdere uitspraak Commissie: dergelijke woordkeuze niet misleidend.

Commissie oordeelt dat in televisiereclame en op website niet voldoende duidelijk wordt gemaakt of genoemde prijs totaalprijs of helft van totaalprijs is. Sprake van onduidelijke informatie (art. 8.2 aanhef en onder d NRC) dus in strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling.

In de bestreden televisiereclame wordt onder meer gezegd:
“De Suzuki Splash is er nu al vanaf € 4.912,-.” (..) Ja, u hoort het goed, de Suzuki Alto al vanaf € 4.912,-. En de tweede helft betaalt u pas over 2 jaar, zonder rente. Kijk op Suzuki.nl”, zonder dat voldoende duidelijk is of genoemd bedrag gelijk is aan de totale voor de auto te betalen prijs dan wel aan de helft van de totaalprijs, die men uiteindelijk
-2 jaar later- zal hebben betaald. Gelet hierop wordt geen duidelijke informatie verstrekt over de prijs als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: NRC art. 7, art. 8.2 aanhef en onder d
Soortgelijke uitspraak: RB 736

RB 954

Prijs retourtje A'dam-Bangkok in strijd met RR

RCC 14 maart 2011, Dossiernr. 2011/00082 (vliegtickets.nl)

Reclamerecht. Vermelding prijs KLM retourticket Amsterdam-Bangkok op website voor volwassene met baby. Klager stelt dat deze prijs niet de totaalprijs (incl. toeslagen en belastingen) bleek te zijn dus in strijd met RR. Verweerder bestrijdt klacht, totaalprijs verandert niet in boekingsproces, alleen boekingskosten kunnen veranderen.
Commissie stelt vast dat de totaalprijs uiteindelijk het dubbele is van de in uiting genoemde prijs. Niet duidelijk dat volwassene aanzienlijk meer betaalt dan baby. Uiting is dus in strijd met art. IV lid 1 RR jo. art. III lid 1 RR. Doet aanbeveling.

De Commissie stelt vast dat het totaal van voornoemde ticketprijzen vermeerderd met de aan de volwassene in rekening gebrachte taxen en toeslagen gelijk is aan € 887,71 oftewel het dubbele van de eerst in de uiting genoemde prijs van € 443,86. Wat hiervan zij, de klacht dat de uiting in strijd is met de RR, acht de Commissie gegrond. De Commissie overweegt daartoe het volgende.

Artikel III lid 1 RR vangt aan met:
“Aanbieders zijn gehouden tot het hanteren van correcte en duidelijke prijzen in hun reclame-uitingen”.
In de bestreden uiting staat, op de pagina waarop een prijs van € 443,86 voor een retourvlucht tussen Bangkok en Amsterdam wordt genoemd: “Prijzen zijn per persoon, incl. alle taxen en excl. Boekings/service fee”. Naar het oordeel van de Commissie is niet voldoende duidelijk dat voornoemde prijs slechts betrekking heeft op de helft van de totaalprijs exclusief boekings/service fee voor 1 volwassene en 1 baby en dat een volwassene in verhouding tot een baby aanzienlijk meer betaalt, in die zin dat het door de volwassene te betalen bedrag “incl. alle taxen” aanzienlijk boven het genoemde bedrag van € 443,86 uitkomt.

Gelet op het bovenstaande wordt in de bestreden uiting, waar als prijs per persoon € 443,86 is genoemd, geen duidelijke prijs gehanteerd. Gelet hierop en nu de uiting moet worden aangemerkt als een uitnodiging tot aankoop als bedoeld in artikel II lid 4 RR is de uiting in strijd met artikel IV lid 1 RR in verbinding met artikel III lid 1 RR.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: RR art. IV lid 1, art. III lid 1

RB 953

Shell reclame: geen strijd met MRC

RCC 7 maart 2011, Dossiernrs. 2011/00012 en 2011/00012A (Shell)

Reclamerecht. Uitingen in krant van Shell. Klagers vinden beweringen in strijd met art. 3 MRC want winnen van aardolie leidt tot milieuschade, dus geen sprake van duurzamere en schonere wereld.

Commissie oordeelt dat het Shell is toegestaan reclame te maken over haar verbeteringen t.a.v. het milieu en haar belang voor schoner milieu. Niet in strijd met MRC. Niet gebleken dat stellingen onjuist zijn. Wijst klachten af.

 

2011/00012. In de gewraakte advertenties roept Shell op om te “samenwerken voor een schoner milieu” (De Pers), respectievelijk te “bouwen aan een schonere energie-toekomst”.
(...)
Het staat Shell in beginsel vrij om in reclame de aandacht te vestigen op door haar bereikte verbeteringen op het gebied van het milieu en op het belang dat zij hecht aan een schoner milieu. De wijze waarop Shell dat in de onderhavige reclame doet, acht de Commissie niet in strijd met de Milieu Reclame Code. Niet is gebleken dat de stellingen in de uiting onjuist zijn. Ook bevat de uiting geen kwalificaties waarmee in absolute zin verwezen wordt naar een schoon milieu.
2011/00012A. In de gewraakte advertentie roept Shell op om te “samen (te) zorgen voor een schonere energie-toekomst”. In dit kader stelt Shell – kort gezegd – dat aardgas de ‘schoonste fossiele brandstof ter wereld is’ en dat, als het aan Shell ligt, aardgas een belangrijke bijdrage gaat leveren aan onze energietoekomst.

Het staat Shell in beginsel vrij om in reclame de aandacht te vestigen op het belang dat zij hecht aan een schonere energie-toekomst. De wijze waarop Shell dat in de onderhavige reclame doet, acht de Commissie niet in strijd met de Milieu Reclame Code. Uit de reclame-uiting wordt duidelijk dat aardgas (slechts) schoner is dan de andere fossiele brandstoffen, hetgeen, naar ter vergadering is komen vast te staan, niet in geschil is. Ook bevat de uiting geen kwalificaties waarmee in absolute zin verwezen wordt naar een schoon milieu.

Lees de gehele uitspraak 2011/00012 hier (link / pdf)
Lees de gehele uitspraak 2011/00012A hier (link / pdf)
Regeling: MRC art. 3