RB

Doelgroepen  

RB 1293

kids Wintersport keurmerk

Kindvriendelijke wintersport accommodaties onderscheiden met keurmerk

Kids Vakantiegids en Zoover Vakantiebeoordelingen lanceren vandaag het Kids WintersportTip! Keurmerk. Met dit nieuwe initiatief worden de beste wintersportaccommodaties voor kinderen onderscheiden. Afgelopen weekend overhandigde het Kids Vakantiegids Detectiveteam het eerste Kids WintersportTip! Keurmerk certificaat aan vakantiepark Landal Brandnertal.

Lees meer hier.

RB 1290

Veiligscan

Vz toewijzing RCC 18 januari 2012, dossiernr. 2011/01246 (Veiligscan / Angst aanjagen veiligheid in de buurt reclame appelleert aan gevoelens van angst over veiligheid in buurt)

Angstgevoelens. Subjectieve beoordeling. Meegedeeld wordt dat men, door een postcode te sms’en naar 3040, bij Veiligscan de ‘status van veiligheid van die buurt’ kan opvragen, waarna in maximaal 3 sms’jes informatie wordt verstrekt over inbraken, branden, geweldsmisdrijven, opmerkelijke zaken zoals zedendelicten en wapenbezit, en een recente misdaadmelding in die buurt. Verschillende gebruikers van Veiligscan vertellen hun ervaringen daarmee.

De voorzitter vat de klacht aldus op dat klager de uiting in strijd acht met artikel 6 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), waarin is bepaald dat reclame niet zonder te rechtvaardigen redenen mag appelleren aan gevoelens van angst. Bij de beoordeling van de vraag of een reclame-uiting onnodig appelleert aan angstgevoelens stelt de voorzitter zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter hiervan. Met inachtneming van deze terughoudendheid is de voorzitter van oordeel dat in de onderhavige uiting de grens van het toelaatbare niet is overschreden. De uiting heeft betrekking op een dienst waarmee via sms gegevens over bijvoorbeeld auto- en woninginbraken, geweldsdelicten en branden in een bepaalde buurt (postcode) kunnen worden opgevraagd. De wijze waarop in de bestreden uiting voor deze dienst aandacht wordt gevraagd, is naar het oordeel van de voorzitter niet ontoelaatbaar.

RB 1284

Inventariseren invoering zwangerschapslogo

Beantwoording Kamervragen verplicht logo alcohol en zwangerschap op fles, kenmerk: 101536-100264-VGP.

Vraag 6. Bent u bereid te onderzoeken of een invoering van een verplicht logo op flesjes mogelijk is? Hoe snel zou dit ingevoerd kunnen worden?

Antwoord 6. Ik ben voornemens te inventariseren of het mogelijk is het logo via zelfregulering in te voeren. Daartoe zal ik contact opnemen met de branche. Naar aanleiding daarvan zal ik u nader informeren.

Vraag 7. Hoe staat het met EU-regelgeving op dit terrein? Zijn er EU-landen die al wel een verplicht logo op flesjes hebben? Zo ja, zijn de effecten hiervan gemeten?

Antwoord 7. Er is geen EU-regelgeving op dit terrein. Wel geeft de herziene verordening (EU) 1169/2011 (de etiketteringverordening) de mogelijkheid om nationaal extra vermeldingen op het etiket te plaatsen. Frankrijk is het enige EU land waar het verplicht is om een waarschuwingslogo voor zwangere vrouwen op alcoholhoudende dranken te plaatsen. Uit Frans evaluatieonderzoek valt op te maken dat de invoering van een waarschuwingslogo effect heeft gehad op de bewustwording. In 2004 was 81,5% van de Franse bevolking van mening dat alcoholgebruik tijdens de zwangerschap onaanvaardbaar is. In 2007, na de invoering van het waarschuwingslogo, was 86,9% van de bevolking zich daarvan bewust.

 

RB 1280

YouTube niet bestemd voor kinderen onder de 13

RCC 20 december 2011, dossiernr. 2011-01066 (YouTube relatieplanet voor Mr.Bean tekenfilm)

Erotische uiting vóór tekenfilm, geanimeerde klacht, echter afgewezen vanwege subjectieve karakter een terughoudende toetsing en afgewezen.

Klacht: Klaagsters 6-jarige zoontje wilde zondagochtend op YouTube naar een Mr. Bean-tekenfilm kijken. Voorafgaand aan de film werd deze uiting vertoond met een halfnaakte dame die zich uitkleedt. De uiting kon niet worden weggeklikt. Een dergelijke uiting met pornografische beelden behoort niet voorafgaand aan een tekenfilm te worden vertoond. Klaagster wil niet dat haar zoontje deze seksueel beladen beelden krijgt voorgeschoteld.

Verweer: Adverteerder sub 1 stelt dat de vrouw een bepaald ‘droombeeld’ symboliseert. Van platvloerse of pornografische beelden is geen sprake. Hoewel de uiting niet gericht is op kinderen, is deze niet schadelijk voor hen te achten. Van strijd met de Nederlandse Reclame Code (NRC), meer in het bijzonder met de goede smaak en het fatsoen, is geen sprake. Overigens is YouTube niet bestemd voor kinderen onder de 13 jaar.

Adverteerder sub 2 stelt, kort samengevat, dat deze uiting voldoet aan de “Family Safe” standaard. De uiting is suggestief, maar de daarin afgebeelde vrouw is niet naakt en er komt geen seksueel expliciet materiaal of taalgebruik in de uiting voor.

Oordeel: De Commissie vat klaagsters bezwaar aldus op dat zij de uiting in strijd acht met de goede smaak en het fatsoen. Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting met deze criteria in strijd is, stelt de Commissie zich terughoudend op, gezien het subjectieve karakter daarvan.

De Commissie acht de getoonde beelden niet van dien aard dat de grens van wat in het licht van de NRC toelaatbaar moet worden geacht, is overschreden, ook niet voor zover de uiting overdag is te zien.

RB 1268

De Halal-factuur

Strafrechter Rechtbank Breda 18 januari 2012, LJN BV1237 (Halalvleesfraude)

Als randvermelding. Uitspraak over fraude met facturen geeft aan hoe gewoon vlees opeens een Halal-stempel krijgt. (halal)vleesfraude. Valsheid in geschrift bij het opmaken van verkoopfacturen voor levering/verkoop van halalvlees aan bedrijven van de hoofdverdachte. Aan deze facturenstroom lag geen fysieke levering van vlees ten grondslag. De hoofdverdachte heeft deze facturen gebruikt voor het verkrijgen van zogenaamde halaltraceerbaarheidsformulieren.

Via NJD.

RB 1259

Sinterklaas in abattoir

RCC 8 december 2011, dossiernr. 2011/01126 ('Sinterklaas' in abattoir)

Het betreft een televisiecommercial waarin een vader en moeder telefonisch met elkaar overleggen wie de sinterklaascadeautjes moet kopen. Beiden zijn, (slordig) verkleed als Sinterklaas, te zien in hun werkomgeving, de vader als slager in een abattoir en de moeder in een nagelstudio. De voice-over zegt: “Naast een druk leven ook nog voor Sinterklaas spelen? Ook daarom koop je bij bol.com. Dan weet je zeker dat je de cadeautjes op tijd in huis hebt.” Commissie toetst terughoudend en wijst de klacht af. Ze is van oordeel dat het duidelijk overdreven en humoristisch is bedoeld.

 

De Commissie vat het bezwaar van klager aldus op dat hij de televisiecommercial in strijd acht met de goede smaak en/of het fatsoen als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Bij de beoordeling van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met criteria als de goede smaak en/of het fatsoen stelt de Commissie zich, gelet op het subjectieve karakter van deze criteria, terughoudend op. Met inachtneming van deze terughoudendheid is de Commissie van oordeel dat de onderhavige, duidelijk overdreven en humoristisch bedoelde commercial niet van dien aard is dat de grens van het toelaatbare is overschreden.

De Commissie heeft er overigens begrip voor dat niet iedereen de onderhavige uiting zal waar-deren. Dit is evenwel geen aanleiding om over het voorgaande anders te oordelen.

 

RB 1254

Geslachtsdelen zeer prominent in beeld

Vz RCC 8 december 2011, dossiernr. 2011/01085 (Blue&White; foto's met geslachtsdelen kind/g.s. goede smaak)

Advertentie in huis-aan-huis-blad Amsterdams Stadsblad voor z.g. (erotisch-getinte) contactadvertenties waar geslachtsdelen zijn afgebeeld. Eenmalig is er sprake van een vergissing en zijn geslachtsdelen niet afgeplakt geweest.

Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met criteria zoals de goede smaak of het fatsoen, zoals klaagster kennelijk bedoelt, stelt de Re­clame Code Com­missie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van die cri­teria. Ook met in­achtneming van deze terughoudend­heid is de voorzitter van oordeel dat door de onderha­vige uiting, waarin erotische artikelen worden aangeprezen door middel van foto’s waarop ge­slachtsdelen zeer prominent in beeld zijn gebracht, de grens van het toelaatbare wordt over­schre­­den, nu de uiting is geplaatst in een medium (huis-aan-huisblad) dat op een alge­meen publiek is gericht.

 De voorzitter neemt nota van de stelling van adverteerder dat sprake is van een eenmalige vergissing. Dit doet evenwel niet af aan het feit dat de reclame-uiting op grond van het voor­gaande in strijd met artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code dient te worden geacht.

RB 1249

Erfgoedlabel en bescherming minderjarigen

Verslag van een schriftelijk overleg 23 december 2011, Kamerstukken II 21 501-34, nr. 178.

Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap1 hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over o.a. de invoering van een erfgoedlabel (links de bestaande Vlaamse variant) en de brief van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap inzake de aanbieding van het verslag van de Informele Ministersbijeenkomst over Cultuur en Audiovisuele Zaken van 9 september jl. in Wroclaw in Polen (hier), hieronder wat relevante citaten (p. 6 vragen over het erfgoedlabel, p.6-7 vragen over bescherming minderjarige).

p. 6. Erfgoed label:
Europese Jury voor het Europees Erfgoedlabel De leden van de VVD-fractie vinden het beheer van erfgoed een belang-rijke taak van de overheid. Echter, een Erfgoedlabel en het instellen van een jury lijkt eerder op een bureaucratisch symbool dan op concrete doelstellingen en instrumenten. Hoe ziet het kabinet dit, zo vragen de leden.

 

Bescherming van minderjarigen
In reactie op de vraag van de VDD-fractie over de mogelijkheid voor een kijkwijzer en inzet van Nederland aangaande dit agendapunt nader toe te lichten, wijst de minister er op dat het gebruik van een «kijkwijzer» op internet in feite al binnen de EU al geregels is via de richtlijn voor audiovisuele mediadiensten van 2007. De hieraan verbonden regels gelden voor alle audiovisuele mediadiensten, of ze nu in de ether, op de kabel of via internet worden verspreid.

 

Alle aanbieders die lineair televisieprogramma’s of films uitzenden, moeten deze voorzien van informatie en een leeftijdsaanduiding zodat kinderen en hun ouders kunnen oordelen over de mogelijke schadelijkheid. Bovendien moeten omroepen bij de keuze van uitzendtijden de leeftijdsgrenzen in acht nemen en mogen bioscopen en videohandel aan kinderen geen toegang geven tot films die volgens de classificatie schadelijk worden geacht voor kinderen tot 16 jaar.

Voor «on demand» audiovisuele diensten – televisie of films die mensen kunnen opvragen, ook op internet – geldt een lichter regime. Hiervoor is classificatie niet verplicht en gelden er geen uitzendtijden. Wel moeten «on demand» films of programma’s die kinderen ernstige schade kunnen berokkenen door technische middelen zijn afgeschermd. De Kijkwijzer berust in Nederland op co-regulering: de branche is verantwoordelijk voor classificatie via het Nederlands Instituut voor Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM), wetgeving stelt daarmee verbonden minimum eisen, aldus de minister.

Voor de classificatie van computerspellen – offline en online – is op basis van de Kijkwijzer een speciaal Europees classificatiesysteem ontwikkeld: PEGI. Dit wordt op vrijwillige basis door de meeste bedrijven in de computerspelbranche gebruikt, ook in Nederland. Classificatiesystemen zoals de Kijkwijzer laten zich niet vertalen naar alles wat kinderen op internet tegenkomen. De raadsconclusies richten zich vooral ook op andere zaken, zoals de verdere ontwikkeling van software voor het filteren of blokkeren van websites en digitale diensten, leeftijdsverificatie voor toegang tot websites of diensten en het standaard afschermen van profielen van minderjarigen op sociale netwerksites.

Bij de voorbereiding van de raadsconclusies heeft Nederland enkele redactionele voorstellen gedaan. Deze voorstellen zijn overgenomen en Nederland kon tijdens de Raad zonder interventie instemmen met de raadsconclusies. Afgezien van de bestrijding van illegale praktijken (zoals kinderporno op internet) door politie en justitie en bovengenoemde co-regulering voor audiovisuele media, zetten de raadsconclusies net als het beleid in Nederland in op voorlichting voor kinderen en ouders (mediawijsheid), zelfregulering door het bedrijfsleven en afspraken tussen overheden en bedrijfsleven. De raadsconclusies zijn overigens niet bindend en respecteren verschillen van aanpak tussen lidstaten, zo benadrukt de minister.

Ingaand op de vragen van de SP-fractie over mediawijsheid onder kinderen en de bescherming van audiovisuele diensten op basis van voorwaardelijke toegang, zet de minister uiteen dat alle lidstaten de EU richtlijn voor audiovisuele mediadiensten vertaald hebben in hun eigen nationale wetgeving. Omdat de richtlijn kaderstellend is, kan de precieze uitwerking per land verschillen. De Europese Commissie houdt toezicht op een juiste implementatie en op naleving van de EU richtlijn.

Ook de conventie van de Raad van Europa uit 2003 over bescherming van audiovisuele diensten op basis van voorwaardelijke toegang is kaderstellend, evenals de oudere en vrijwel gelijkluidende EU richtlijn uit 1998 over hetzelfde onderwerp. De Nederlandse wetgeving is in overeenstemming met zowel de conventie als de EU richtlijn.

Voor mediawijsheid bestaat in Nederland sinds 2009 een mediawijsheid expertisecentrum, het zogeheten «mediawijzer.net». Inmiddels zijn ruim 500 partijen bij dit netwerk aangesloten. De minister licht toe dat uit de mediabegroting tot 2014 subsidie (2 miljoen euro per jaar) beschikbaar wordt gesteld voor het mediawijsheid expertisecentrum. Doel is om mediawijsheid te verankeren in de activiteiten van scholen, bibliotheken, media en maatschappelijke organisaties.

RB 1219

Levensgevaarlijke Abortuspillen via internet

Aanhangsel Handelingen II, 2011-2012, nr. 715 (Levensgevaarlijke Abortuspillen via internet)

5 Is het mogelijk bij gebleken strafbaarheid in de landen van vestiging wel in Nederland op te treden tegen deze verkoop?
5 Zie ook mijn antwoord op vraag 3 en 4.
De IGZ kan optreden op basis van de Nederlandse wet op Nederlands grondgebied.

6 Welke stappen gaat u concreet zetten om in overleg met overheden of Inspecties voor de Gezondheidszorg van die landen te bereiken dat de verkoop van abortuspillen wordt stopgezet, en dat wordt opgetreden tegen ondernemingen of organisaties die deze pillen aanbieden?
6. Als “abortuspillen” in een bepaald land toegelaten zijn, mogen zij daar worden verkocht. In Nederland is één product met mifepriston als actief bestanddeel geregistreerd, te weten Mifegyne. Hier is geen sprake van een illegaal product. De verstrekking van Mifegyne is in Nederland gekanaliseerd: alleen in instellingen (klinieken of ziekenhuizen) die een vergunning volgens de Wet Afbreking zwangerschap (Waz) hebben, mag dit geneesmiddel gebruikt worden. De Wazvergunning brengt allerlei vangnetten met zich mee qua medische begeleiding, zorgvuldigheid en
registratie.

In Europees verband wordt er gewerkt aan een pakket van extra wettelijke regels (richtlijn) om te
verhinderen dat vervalste geneesmiddelen in de legale distributieketen terecht komen. Hierin zullen
ook eisen worden vastgelegd voor het aanbieden van geneesmiddelen via internet. De richtlijn is
inmiddels vastgesteld (Richtlijn 2011/62/EU van 8 juni 2011, PB EG L 174 van 1 juli 2011) en zal
in de opvolgende 18 maanden worden geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving.

7 Wat gaat u doen aan de bewustwording bij potentiële gebruiksters dat abortuspillen gevaarlijk zijn?
7. Op de website internetpillen.nl van het ministerie van Volksgezondheid. Welzijn en Sport is een waarschuwing geplaatst over de risico’s van het via internet bestellen van abortuspillen en wordt gewezen op de bestaande laagdrempelig toegankelijke abortushulpverlening in Nederland.

RB 1203

Kamervragen: Seksvoorlichting

Antwoord kamervragen over de nieuwe voorlichtingscampagne van Sense 'hun eerste keer' Aanhangsel van de Handelingen II, 2011-2012, nr. 648

4. Deelt u de mening dat wanneer 43 % van alle ondervraagden van het onderzoek ‘seks onder je 25e’ nog helemaal geen geslachtsgemeenschap hebben gehad, het onjuist is om bij het opzetten van een nieuwe voorlichtingscampagne er vanuit te gaan dat jongeren op hun 16,4 jaar al wel geslachtsgemeenschap hebben? Zo ja, bent u bereid de nieuwe campagne van Sense aan te passen?

Antwoord De campagne gaat er niet van uit dat jongeren op hun 16,4 jaar geslachtsgemeenschap hebben. Zoals gezegd betreft de leeftijd van 16,4 jaar een gemiddelde. De campagne is juist gericht op de jongeren die nog (net) niet seksueel actief zijn, om er voor te zorgen dat zij, wanneer ze met seks beginnen, hun eigen wensen en grenzen op het gebied van seksualiteit kennen en die durven aangeven. Met seks wordt daarbij niet alleen gedoeld op geslachtsgemeenschap maar ook op andere vormen van seksueel gedrag en seksualiteit, zoals zoenen of strelen of voor je homoseksualiteit uitkomen. Dit blijkt ook uit de trailer van ‘hun eerste keer’. Het is ook niet zo dat alle acht jongeren uit ‘hun eerste keer’ al seksuele ervaring hebben. De leeftijd van 16,4 jaar wordt dus zeker niet als norm neergezet. Vanwege het bovenstaande zie ik geen reden om ‘hun eerste keer’ aan te laten passen.