RB

Doelgroepen  

RB 967

"Verboden voor meisjes"

RCC 24 mei 2011, Dossiernr. 2011/00324 (Kr@sh)

Reclamerecht. Televisiecommercial voor tijdschrift Kr@sh met slogan "verboden voor meisjes". Klager vindt dat uiting discriminatie op grond van geslacht bevordert. Verweerder stelt dat jongens en meisjes verschillen in doen en laten. Kr@sh is gericht op jongens tussen de 8 en 13 jaar. Deze leeftijdscategorie kan humoristische toon van slogan herkennen.
Commissie oordeelt dat voldoende duidelijk is, ook voor kinderen, dat slogan humoristisch bedoeld is. Niet gebleken dat tijdschrift echt verboden is voor meisjes. Geen sprake van discriminatie. Wijst klacht af.

Naar het oordeel van de Commissie is - ook voor kinderen - voldoende duidelijk dat de slogan “Verboden voor meisjes” een humoristisch bedoelde manier is om tot uitdrukking te brengen dat het aangeprezen tijdschrift Kr@sh gemaakt is voor jongens. Niet is gebleken dat het tijdschrift daadwerkelijk ‘verboden‘ zou zijn voor meisjes. Van discriminatie is geen sprake.

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)

RB 963

Niet nieuw, maar vernieuwd

RCC 24 mei 2011, Dossiernr. 2011/00299 (Walibi Nieuw Rattle Snake)

Reclamerecht. Aanprijzing van 'oude' achtbaan. Uiting betreft plattegrond on site en in print van pretpark Walibi waarop staat "NIEUW RATTLE SNAKE!" (klik afbeelding voor vergroting).

Klacht: sinds 1992 staat de attractie er. Verweer: Is geen sprake van reclame, maar als intern communicatiemiddels, niet om potentiële bezoekers te enthousiasmeren. Attractie heeft nieuwe naam, want heeft een andere locatie in het park gekregen en is thematisch veranderd (toevoeging slangenkop en staart).

Commissie stelt dat uiting reclame is naar de nieuwe definitie sinds 1 januari 2011: er is sprake van systematische aanprijzing, NIEUW is wervend taalgebruik en dus een aanprijzing. Er is geen sprake van nieuw, maar vernieuwd. Strijd met artikel 2 NRC (waarheid). Doet aanbeveling.

 De Commissie stelt voorop dat beide bestreden uitingen kunnen worden aangemerkt als  reclame in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), zoals die bepaling sinds 1 januari 2011 luidt. Voor zover het verweer moet worden opgevat in die zin dat het drukwerk in de vorm van een folder geen openbare aanprijzing is, omdat deze alleen wordt verstrekt aan bezoekers van het park, is er  in elk geval sprake van systematische aanprijzing, omdat de folder kennelijk aan alle bezoekers wordt verstrekt.
Gezien de wervende woorden “NIEUW RATTLE SNAKE”, die deze attractie duidelijk speciaal onder de aandacht van het publiek brengen, houden beide uitingen een  aanprijzing in van goederen.
 
Van de woorden “NIEUW RATTLE SNAKE” gaat naar het oordeel van de Commissie de suggestie uit dat het park over een geheel nieuwe attractie beschikt. In werkelijkheid blijkt het echter te gaan om een achtbaan die -naar niet is weersproken- al sinds 1992 in het park aanwezig is, maar die is verplaatst en van een andere naam en een ander thema is voorzien. De attractie is veeleer vernieuwd dan nieuw.
Gelet op het bovenstaande acht de Commissie de aanduiding “nieuw” in relatie tot de onderhavige achtbaan onjuist en in zoverre acht zij de reclame in strijd met de waarheid.

Lees de uitspraak hier (link / pdf)
Art. 1 en 2 Nederlandse Reclame Code (NRC)

RB 943

Nestlé Groeie Start reclame voldoet aan zuigelingenvoeding richtlijn

RCC 10 mei 2011, Dossiernr. 2011/00165 (Nestlé)

Reclamerecht. Televisiereclame voor Nestlé Groeie Start met L.Comfortis. Klaagster stelt dat het lijkt alsof reclame voor jonge baby's bedoeld is en dat mededeling over borstvoeding beter dan kunstvoeding bijna onleesbaar is en kort in beeld. Lijkt volgens klaagster in strijd met WHO regels. Verweerder stelt dat verbod reclame voor jonge baby's niet volgt uit WHO regels maar uit art. 14 Richtlijn 2006/141/EG. Baby's in uiting zijn ouder dan 6 maanden, onderbouwd met e-mail reclamebureau. Uiting over borstvoeding is volgens verweerder 6 seconden in beeld.

Commissie oordeelt dat verbod uit art. 14 Richtlijn niet is overtreden omdat in uiting meerdere malen wordt gesproken over opvolgmelk. Geen reden om aan mededeling verweerder over leeftijd baby's te twijfelen. In uiting duidt geen mededeling in het bijzonder op baby's jonger dan 6 maanden. Geen wettelijke verplichting uiting over borstvoeding te vermelden bij opvolgmelk, dus klacht ongegrond. Wijst klacht af.

Ad 1. Tussen partijen staat vast dat geen reclame mag worden gemaakt voor volledige zuigelingenvoeding voor baby’s jonger dan 6 maanden. Naar adverteerder onweersproken heeft meegedeeld, volgt dit verbod niet uit “de WHO regels”, maar uit artikel 14 van de Europese Richtlijn over zuigelingenvoeding, richtlijn 2006/141/EG, welke regelgeving is geïmplementeerd in de “Warenwetregeling Zuigelingenvoeding 2007”.
In artikel 14 van voornoemde richtlijn staat onder meer:
“Voor volledige zuigelingenvoeding mag slechts reclame worden gemaakt in gespecialiseerde publicaties op het gebied van babyverzorging en in wetenschappelijke publicaties”
en
in artikel 2 van voornoemde Warenwetregeling staat onder meer:
“Het (…) verhandelen van:
a.    volledige zuigelingenvoeding
(…)
geschiedt met inachtneming van de artikelen (…) tot en met 14, van richtlijn 2006/141/EG”. 

Naar het oordeel van de Commissie wordt bovenbedoeld verbod in dit geval niet overtreden, omdat in de uiting meermalen wordt gesproken over “opvolgmelk”. Hierdoor is voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk dat de uiting een aanprijzing inhoudt van “opvolgmelk” en niet van volledige zuigelingenvoeding.

Ad 2. Ingevolge artikel 13 lid 4 van richtlijn 2006/141/EG dient de etikettering van volledige zuigelingenvoeding onder meer de volgende vermelding te bevatten:
“a) een verklaring dat borstvoeding te verkiezen is”. Ingevolge artikel 13 lid 8 sub b van de richtlijn geldt deze eis ook voor “de reclame”. Een dergelijke verplichting is niet in de richtlijn opgenomen voor opvolgmelk, ofwel, zoals in de richtlijn aangeduid, “opvolgzuigelingenvoeding”.
Adverteerder heeft meegedeeld dat zij heeft besloten om bovenbedoelde verklaring ook toe te voegen aan haar communicatie over opvolgmelk, zonder dat daartoe een wettelijke verplichting bestaat. Naar adverteerder stelt, is aan het begin van de bestreden televisiereclame 6 seconden in beeld:
“borstvoeding is de meest geschikte voeding voor zuigelingen”.
Naar het oordeel van de Commissie kan men van mening verschillen over de leesbaarheid van deze mededeling, maar dat leidt, nu niet is gebleken van een (wettelijke) verplichting tot zodanige vermelding, niet tot het oordeel dat de klacht, dat wat dit betreft “de WHO regels” worden overtreden, gegrond is.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: Richtlijn Zuigelingenvoeding (2006/141/EG) art. 13 lid 4, art. 14

RB 942

Olvarit peutermenu - toelaatbare overdrijving

RCC 11 mei 2011, Dossiernrs. 2011/00236 en 2011/00236A (Olvarit peutermaaltijd)

Reclamerecht. Televisiecommercial over Olvarit peutermenu. Daarin zie je peuters die hun bordje groenten niet opeten en wordt gezegd dat 79% van de peuters te weinig groente binnen krijgt. Klager 1 stelt dat er niet wordt gerefereerd aan wetenschappelijk onderzoek en dat er sprake is van overdrijving waardoor ouders schuldgevoel wordt aangepraat. Klager 2 stelt dat er sprake is van onjuiste weergave werkelijkheid omdat losse groenten worden afgezet tegen samengestelde maaltijd. Verweerder stelt dat uiting gebaseerd is op onderzoeksrapport RIVM, geen bedoeling om schuldgevoel te creëren, alleen groenten tegenover Olvarit afzetten is om boodschap duidelijk te maken, niet om te impliceren peuters alleen groenten voor te zetten.

Commissie oordeelt dat verweerder voldoende aannemelijk gemaakt dat percentage is gebaseerd op rapport RIVM, dit onderdeel van klacht 1 treft daarom geen doel. Ook is de grens van het toelaatbare niet overschreden als het gaat over aanpraten schuldgevoel. Wijst klacht 1 af. Commissie oordeelt over klacht 2 als volgt: sprake van duidelijke en herkenbare overdrijving dus toelaatbaar, wijst klacht 2 ook af.

2011/00236. Tegenover de niet onderbouwde ‘inschatting’ van klager dat het in de commercial genoemde percentage peuters dat te weinig groenten binnen krijgt niet juist is, heeft adverteerder naar het oordeel van de Commissie voldoende aannemelijk gemaakt dat het genoemde percentage van 79% is gebaseerd op onderzoeksresultaten van het RIVM.
Dit onderdeel van de klacht treft daarom geen doel.
2011/00236A. In de commercial wordt meegedeeld dat uit onderzoek is gebleken dat 79% van de peuters te weinig groenten binnen krijgt. Deze boodschap wordt geïllustreerd met beelden van peuters die met de op hun bord liggende groenten spelen en deze niet opeten. Het tonen van enkel groenten op een bord is geen weergave van een werkelijke maaltijd zoals deze aan peuters zal worden voorgezet. Naar het oordeel van de Commissie maakt dit de uiting echter niet misleidend, nu de beelden een voor de consument duidelijke en herkenbare overdrijving bevatten om het onderwerp van de uiting -het eten van groenten door peuters- te benadrukken. Een dergelijke duidelijke en herkenbare overdrijving wordt toelaatbaar geacht.

Lees de gehele uitspraak 2011/00236 hier (link en pdf)
Lees de gehele uitspraak 2011/00236A hier (link en pdf )

RB 932

Nicam pleit voor Europese Kijkwijzer

Directeur Bekkers van het Nicam, de organisatie achter Kijkwijzer, pleit voor een Europese versie van het beoordelingssysteem. Tesamen met haar buitenlandse zusterorganisaties gaat Nicam initiatieven hiervoor nemen. Het aanbod van programma's en films wordt steeds groter en internationaler, ook door de opkomst van het kijken via internet, en hierdoor wordt advisering aan ouders en kinderen omtrent de geschiktheid van programma's steeds belangrijker volgens Bekkers. Op dit moment heeft Turkije Kijkwijzer al overgenomen en heeft IJsland ook interesse. Bekkers zegt dat een uniforme aanpak ook een gelijk speelveld voor alle aanbieders zal creëren. Momenteel zijn buitenlandse zenders die in Nederland uitzenden niet verplicht Kijkwijzer toe te passen.

BRON: Het Parool, 'Kijkwijzer wil uniform Europees model,' Parool.nl 22 mei 2011

RB 909

Reclame gericht op kinderen. Amerikaanse overheid beveelt nieuwe richtlijnen aan voor kindermarketing van junk food

Met dank aan Carja Mastenbroek, DLA Piper.

Ten minste een op de drie Amerikaanse kinderen heeft last van overgewicht, en dit percentage is bij bepaalde (etnische) groepen nog hoger. Onderzoek heeft uitgewezen dat kinderen sterk worden beïnvloed door de reclame die ze zien. Dit geldt ook voor reclame voor voedsel.

Een werkgroep van de Amerikaanse overheid heeft recent, in een poging overgewicht en obesitas bij kinderen te voorkomen "Voluntary Principles for Marketing Food to Children" gepubliceerd. Belanghebbenden kunnen de komende maand nog commentaar op het voorstel geven (hier). Het is uiteindelijk de bedoeling dat de industrie deze regels als “richtlijn” voor voedselmarketing voor kinderen gebruikt. Het betreft uitdrukkelijk geen wetsvoorstel, maar een aanbeveling. De "Voluntary Principles" zijn ontworpen om effectievere zelfregulatie door de voedselindustrie te stimuleren, en om ouders te ondersteunen om hun kinderen gezonder voedsel te geven.

Lees het gehele artikel hier (pdf).

RB 867

M&M's filmactie

RCC 19 april 2011, Dossiernr. 2011/00233 (M&M's filmactie)

Reclamerecht. Actieverpakkingen van M&M's waarop staat: "gratis bioscoopkaartje bij drie zakken M&M's. Op=op. Actieperiode loopt van 1-1-2011 t/m 30-4-2011." Klager stelt dat de gratis kaartjes al halverwege de actieperiode op zijn en vindt de uiting daarom misleidend. Verweerder stelt dat M&M's in alle uitingen duidelijk heeft gemaakt dat het aantal kaartjes niet onbeperkt was, op=op. Mars had het succes van de actie lager ingeschat. Heeft nadat de kaartjes op waren, als alternatief een gratis DVD aangeboden en de actieweek verkort. De Commissie oordeelt dat de melding op=op voldoende duidelijk heeft gemaakt dat het aantal kaartjes niet onbeperkt was en acht voldoende aannemelijk dat er sprake is van redelijk aantal bioscoopkaartjes. Dat belangstelling toch groter was, doet hier niets aan af. Ook neemt de Commissie mee dat Mars een alternatief heeft geboden. Zij wijst de klacht daarom af.

Voorop gesteld wordt dat met de vermelding op=op voldoende duidelijk is gemaakt dat het aantal beschikbare vouchers voor gratis bioscoopkaartjes niet onbeperkt was. De Commissie acht voorts voldoende aannemelijk geworden dat sprake is van een redelijk aantal beschikbare vouchers. Dat de belangstelling voor de gratis bioscoopkaartjes groter was dan het aantal beschikbare vouchers leidt niet tot een ander oordeel. Daarbij neemt de Commissie in aanmerking dat Mars tussentijds nadere maatregelen heeft getroffen en een alternatief heeft aangeboden in de vorm van een gratis DVD.

Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf).

RB 853

Richtsnoeren voor de toepassing speelgoedrichtlijn

Op 16 april j.l. is een vernieuwde toelichtend oriëntatiedocument van Richtlijn 2009/48/EG betreffende de veiligheid van speelgoed gepubliceerd.

  • Deze geeft Richtsnoeren voor de toepassing van deze Richtlijn, omtrent
  • * definities, wat is speelgoed?
    * verplichtingen marktdeelnemers
    * veiligheidseisen
    * procedures rondom waarborgen en controles hierop
    * CE-markering, etc.

Richtsnoeren zijn beschikbaar hier (pdf NL/ENG). 

RB 843

Quizzen bij Qubble leidt tot abonnement SMSdienst

RCC 1 april 2011, Dossiernr. 2011/00111 (Qubble SMS dienst)

Reclamerecht. Op website qubble.com kun je meedoen met een quiz en een iPad winnen. Daarin wordt gevraagd naar je telefoonnummer om naar de finale te gaan. Deze uiting blijkt een betaalde SMS abonnementsdienst in te houden. Klager stelt dat vooral kinderen naar deze website worden gelokt en voordat ze het doorhebben, vast zitten aan een betaalde abonnementsdienst. Klager acht dit een vorm van bedrog. Commissie leest de klacht aldus dat de klager de uiting in strijd acht met art. 3.2 Code SMS. De Commissie stelt dat de reclame uiting niet alleen gericht is op kinderen en jeugdigen, en acht de Kinder- en Jeugdreclamecode niet van toepassing. De Commissie stelt dat de reclame uiting niet in strijd is met art. 3.2 Code SMS omdat op de website voldoende duidelijk wordt gemaakt dat bij deelname aan de quiz een betaalde abonnementsdienst wordt aangegaan. De Commissie wijst de klacht daarom af.

 

Gelet op de inhoud van de klacht leest de Commissie deze aldus, dat klager de reclame-uiting in strijd acht met artikel 3.2 van de Reclamecode SMS-Dienstverlening (Code SMS), waarin - voor zover hier van belang - is bepaald dat geen enkele SMS-dienst mag worden aangeboden op een manier waardoor de dienst een ander karakter lijkt te hebben dan het werkelijke karakter, bijvoorbeeld door te suggereren dat een spelletje wordt gedaan.
 
De Commissie stelt voorop dat niet kan worden geoordeeld dat de bestreden reclame-uiting kennelijk geheel of gedeeltelijk tot kinderen en minderjarigen/jeugdigen is gericht, zodat de Kinder- en Jeugdreclamecode niet van toepassing is.
 
De Commissie acht de uiting niet strijdig met artikel 3.2 Code SMS en overweegt daartoe het volgende. In het eerste scherm staat boven de afbeelding van de te winnen iPad en de uitnodiging mee te spelen “Advertentie & abonnement”. Onder deze afbeelding staat in een aparte balk: “Dit is een betaalde abonnementsdienst, € 4,50 per item, max. 3 items per week. Afmelden? SMS STOP naar 4004.” Hieronder staat een tekstblok met informatie over de betaalde abonnementsdienst. Genoemde mededelingen worden op dezelfde wijze herhaald in het vervolgscherm. Gelet op het vorenstaande wordt naar het oordeel van de Commissie voldoende duidelijk gemaakt dat in de bestreden reclame-uiting een SMS-dienst wordt aangeboden en dat door deel te nemen aan het spel “Test je kennis” en de daarbij gevraagde gegevens in te vullen een betaalde abonnementsdienst wordt aangegaan.

Lees de uitspraak hier (link en pdf)

 

Regelingen: Code SMS, art. 3.2; Kinder- en Jeugdreclamecode

RB 822

Suske en Wiske De Sinistere Site

Dat kinderen geïnformeerd kunnen worden middels beeldend materiaal en dat dit educatief is, dat weten we. Maar nu worden de Vlaamse striphelden ingezet om veilig internet te promoten. Het duo komt erachter dat er een nepprofiel van Schannuleke - het popje van Wiske - is aangemaakt op Hyves. Ze worden uitgenodigd voor een rondleiding op het kantoor van Hyves door de hoofdredacteur Nine Ludwig. En wordt duidelijk gemaakt hoe je met 'community managers' in contact kan komen.

Het album is een initatief van Prima Onderwijs en bevat content over mediawijsheid van Mediawijs, ECP-EPN, Digiwijs, Openbare Bibliotheken, Beeld en Geluid, Kennisnet, NTR, Mediawijzer.net én Hyves. Bestellen kan hier.