RB

Media  

RB 1793

Door beweringen aangemerkt als een geneesmiddel

RCC 21 mei 2013, dossiernr. 2013/00227 (Geneeskundige eigenschappen)
Misleiding. Geneeskundige eigenschappen. Handelsvergunning. Het betreft een via de brievenbus ontvangen folder met betrekking tot het product Stirling Health Collagen Gold. Daarin staat onder meer:
“Draai de werking van de tand des tijds terug met het unieke Collagen Gold!, voor het behoud van soepele gewrichten, (..) goed voor de bloedsomloop en bloeddruk, goed voor uw hart, (..) verscherpt uw verstand en verbetert uw geheugen en iedereen boven de 30 heeft Collagen Gold nodig voor ten minste 1 van deze redenen!”.
 
De klacht - Het klopt wel dat de voedingsstoffen in de bewuste tabletten gezond zijn, maar indien men gezond eet, heeft men geen aanvulling met die stoffen nodig. Een onderzoek zal uitwijzen dat de tabletten bij mensen met normale eetgewoonten geen gezondheidswinst opleveren. Gesuggereerd wordt echter dat iedereen boven 30 jaar baat heeft bij de tabletten. Een aantal claims is medisch van aard, zoals bijvoorbeeld “goed voor de bloedsomloop” en “verbetert uw geheugen”. In zoverre is er sprake van een geneesmiddel. Voorts is een aantal claims zeker niet waar.
 

Informatie Keuringsraad KOAG/KAG
De uiting valt onder de competentie van de Keuringsraad KAG en is niet ter preventieve toetsing aan de KAG voorgelegd. Indien dit wel was gebeurd, was de uiting niet van een toelatingsnummer voorzien, om de volgende redenen. Er wordt gebruik gemaakt van gezondheidsclaims die in strijd zijn met artikel 13.1 EG 1924/2006, de Europese Verordening inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen. Voorts bevat de uiting medische claims. Aan het product worden geneeskundige eigenschappen toegeschreven zoals bijvoorbeeld “artritis en gewrichtspijn”, “huidproblemen”, “problemen met de bloedsomloop, inclusief hoge bloeddruk” en “last van slechter zicht”. Dit is in strijd met artikel 84 van de Geneesmiddelenwet. Bovendien is de uiting in strijd met diverse bepalingen van de Code Aanprijzing Gezondheidsproducten. 

Het oordeel van de Commissie
In de uiting staat onder een aantal claims met betrekking tot Collagen Gold: “Iedereen boven de 30 heeft Collagen Gold nodig voor ten minste 1 van deze redenen!”. De juistheid van deze absolute stelling heeft adverteerder niet aannemelijk gemaakt. In zoverre gaat de uiting gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in artikel 8.2 aanhef  van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
In de uiting wordt met betrekking tot Collagen Gold onder meer meegedeeld: “Of u nu last heeft van artritis en gewrichtspijn, huidproblemen, (..) , problemen met de bloedsomloop, inclusief hoge bloeddruk, last van slechter zicht (..) ; dan is hier het middel dat zowel aan de binnenkant als aan de buitenkant van het lichaam zijn werk doet en daarbij snel verbazende resultaten oplevert in alle probleemgebieden !!!!”.

Naar het oordeel van de Commissie wordt het product “Collagen Gold” in elk geval door de hiervoor aangehaalde beweringen gepresenteerd als zijnde geschikt voor het genezen of voorkomen van een gebrek bij de mens, waardoor het product dient te worden aangemerkt als een geneesmiddel in de zin van artikel 1 onder b van de Geneesmiddelenwet. Aangezien niet is gebleken dat voor dit geneesmiddel een handelsvergunning is verleend, is de uiting in strijd met artikel 84 Geneesmiddelenwet en daardoor in strijd met artikel 2 NRC.

De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met de artikelen 2 en 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1792

Op drie wijzen te bestellen is niet misleidend

RCC 29 mei 2013, dossiernr. 2013/00301 (de nieuwe gratis Minigids Consumentenbond)
Misleiding. Wijze van informatie. Afwijzing van de klacht. Het betreft een op 16 april 2013 per e-mail aan klaagster gezonden nieuwsbrief waarin haar de mogelijkheid wordt geboden “de nieuwe gratis Minigids”, en wel de “Minigids Besparen” te bestellen. 

De klacht - Bij doorklikken denkt men de mogelijkheid te krijgen adresgegevens in te vullen, zodat de Minigids verzonden kan worden. In werkelijkheid kan men na doorklikken een terugbelafspraak maken, door middel van het invullen van adresgegevens.  De uiting is vermoedelijk bedoeld om een nieuw “zieltje” te winnen. Klaagster vindt de uiting schandalig en misleidend.

Het verweer - Namens adverteerder is onder meer het volgende meegedeeld.
De Consumentenbond gebruikt de Minigidsen om in persoonlijk contact te komen met zowel leden als niet-leden. De Minigidsen kunnen telefonisch worden aangevraagd. Dit biedt de mogelijkheid om niet-leden meer te vertellen over het werk van de Consumentenbond en om leden te wijzen op de mogelijke voordelen van een aanvullend abonnement op één van de andere gidsen van de Consumentenbond. Elke nieuwe Minigids wordt via televisie, print en online aangeboden. Bij het aanbieden van de Minigids via een nieuwsbrief wordt de mogelijkheid geboden een terugbelafspraak te maken, omdat niet is te voorzien wanneer de ontvanger de brief opent en leest. Het staat bellers vrij om al dan niet op het aanbod in te gaan. De Minigids wordt aan de aanvrager toegestuurd, ongeacht of men lid wordt of niet.
Het oordeel van de Commissie
Volgens de mededeling namens adverteerder ter vergadering bereikt men de pagina  met de aanhef: “Bevestig hier je terugbel afspraak voor de Minigids Besparen” na het klikken op de mededeling “Aanvragen Minigids Besparen” in de bestreden nieuwsbrief. Blijkens voornoemde pagina kan de Minigids Besparen op 3 manieren worden aangevraagd, te weten door zelf te bellen naar een 0800-nummer, door het sturen van een sms teneinde teruggebeld te worden, of door het inplannen van een terugbelafspraak.
Het feit dat adverteerder gebruikt maakt van deze wijze van aanvragen van voornoemde minigids betekent niet dat de NRC wordt overtreden. Ook de wijze waarop de ontvanger van de nieuwsbrief wordt geïnformeerd over de wijze van bestellen van die minigids leidt niet tot het oordeel dat de nieuwsbrief in strijd is met de NRC. Meer in het bijzonder ligt in de nieuwsbrief niet de suggestie besloten dat men de minigids kan ontvangen door het enkele invullen van adresgegevens.

De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.

 

RB 1791

Alleen voor ‘geen-watjes' leidt tot sociaal voordeel

RCC 27 mei 2013, dossiernr. 2013/00214 (wwww.ikbengeenwatje.nl) - dossier 2013/00214A
Kinderen. Discriminatie. Het betreft de website www.ikbengeenwatje.nl,  op de landingspagina waarvan kinderen worden aangemoedigd zich te laten vaccineren. Aanbeveling.

De klacht 2013/00214 - In een reclamecampagne van verweerder, waarin kinderen worden uitgenodigd om zich te laten vaccineren, worden kinderen die zich niet laten vaccineren “watjes” genoemd. Geen enkel kind is een watje. Door deze campagne worden kinderen uitgesloten en kunnen zij gepest worden. Hierdoor schaadt de campagne kinderen en is deze jegens hen respectloos. Kinderen die zich wel hebben laten vaccineren krijgen een “cool bandje” en bij de op de website afgebeelde bandjes staat “Alleen voor ‘geen-watjes!’”, hetgeen discriminerend is.

De klacht 2013/00214A - Door de op de gewraakte pagina gebezigde teksten worden kinderen onder druk gezet om zich te laten vaccineren en vervolgens worden zij ertoe aangezet om kinderen die niet meedoen uit te schelden voor “watje”. Of men zich wil laten vaccineren is een vrije keuze en de keuzevrijheid wordt door deze uiting geschonden. Tevens is de uiting discriminerend, door de wijze waarop kinderen daarin worden aangesproken. Klaagster acht de uiting op grond van het vorenstaande in strijd met de artikelen 2 en 3 van de Kinder- en Jeugdreclamecode (KJC). Klaagster vraagt zich voorts af of vaccins geneesmiddelen zijn en zo ja, dan acht klaagster de uiting ook in strijd met artikel 23 van de Code publieksreclame voor geneesmiddelen.

Het oordeel van de Commissie in 00214

Met betrekking tot het bepaalde in artikel 3 KJC overweegt de Commissie dat de uiting daarmee in strijd is nu verweerder aan het zich hebben laten vaccineren, het zijn van “geen-watje” heeft gekoppeld. In de uiting ligt besloten dat kinderen die zich hebben laten vaccineren, daarvan sociaal voordeel (kunnen) hebben. Verweerder heeft ook erkend dat daarin wordt geappelleerd aan een sociaal aspect, teneinde de gewenste vaccinatiegraad te bereiken. Kinderen worden gestimuleerd om samen naar de vaccinatiedag te gaan en hen wordt een “cool bandje” “Alleen voor ‘geen-watjes’” in het vooruitzicht gesteld, als zij zich hebben laten vaccineren. Met het bandje kan een kind laten zien dat het “geen watje” is en het bandje kan aldus worden opgevat als een bewijs van stoerheid, waarmee een kind zich kan onderscheiden van een kind dat géén bandje heeft. De uiting speelt onmiskenbaar in op dit als sociaal voordeel te beschouwen aspect en bevat de suggestie dat kinderen die zich niet laten vaccineren “watjes” zijn en in ieder geval aan die kinderen een sociaal voordeel wordt onthouden. Dat de bandjes gratis zijn te verkrijgen doet aan het vorenstaande niet af. Deze dragen immers het opschrift “Ik ben geen watje” en dat opschrift refereert weer aan het gevaccineerd zijn.

Gelet op het boven overwogene acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 3 KJC.

 De beslissing
Op grond van het hierboven overwogene acht de Commissie de uiting in strijd met het bepaalde in artikel 3 van de Kinder- en Jeugdreclamecode en beveelt zij de verweerder, voor zover nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst zij de klacht af.

Het oordeel van de Commissie in 2013/00214A

Bij de beoordeling van de uiting heeft de Commissie in aanmerking genomen dat een zo groot mogelijke deelname aan het door verweerder in het kader van het Rijksvaccinatieprogramma georganiseerde speciale vaccinatiedagen, in het belang is van de volksgezondheid. Met betrekking tot het bepaalde in artikel 2 KJC overweegt de Commissie dat de uiting daarmee niet in strijd is, omdat deze voldoet aan de in deze bepaling genoemde criteria.

Met betrekking tot het bepaalde in artikel 3 KJC overweegt de Commissie dat de uiting daarmee in strijd is nu verweerder aan het zich hebben laten vaccineren, het zijn van “geen-watje” heeft gekoppeld. In de uiting ligt besloten dat kinderen die zich hebben laten vaccineren, daarvan sociaal voordeel (kunnen) hebben. Verweerder heeft ook erkend dat daarin wordt geappelleerd aan een sociaal aspect, teneinde de gewenste vaccinatiegraad te bereiken. Kinderen worden gestimuleerd om samen naar de vaccinatiedag te gaan en hen wordt een “cool bandje” “Alleen voor ‘geen-watjes’” in het vooruitzicht gesteld, als zij zich hebben laten vaccineren. Met het bandje kan een kind laten zien dat het “geen watje” is en het bandje kan aldus worden opgevat als een bewijs van stoerheid, waarmee een kind zich kan onderscheiden van een kind dat géén bandje heeft. De uiting speelt onmiskenbaar in op dit als sociaal voordeel te beschouwen aspect en bevat de suggestie dat kinderen die zich niet laten vaccineren “watjes” zijn en in ieder geval aan die kinderen een sociaal voordeel wordt onthouden. Dat de bandjes gratis zijn te verkrijgen doet aan het vorenstaande niet af. Deze dragen immers het opschrift “Ik ben geen watje” en dat opschrift refereert weer aan het gevaccineerd zijn. Gelet op het boven overwogene acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 3 KJC.

Tot slot overweegt de Commissie dat een uitnodiging om deel te nemen aan een vaccinatiedag, niet kan worden aangemerkt als het aanprijzen van een geneesmiddel, zodat de Geneesmiddelenwet niet op de uiting van toepassing is.  

De beslissing
Op grond van het hierboven overwogene acht de Commissie de uiting in strijd met het bepaalde in artikel 3 van de Kinder- en Jeugdreclamecode en beveelt zij de verweerder, voor zover nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst zij de klacht af.

RB 1788

Korting blijkt standaardprijs

CvB 28 mei 2013, dossiernr. 2012/01067 (Save 42%)
Correcte en duidelijke prijzen. Onjuiste informatie. CVB aanbeveling: bevestiging oordeel RCC en voorzitterstoewijzing. Het betreft een Engelstalige reclame-uiting op de website www.booking.com van 16 oktober 2012 waarop een kamer in het Mercure Hatfield Oak Hotel wordt aangeboden met de volgende prijsaanduiding: “Total Price: £50” en daaronder “save 42%”.

De klacht - In de reclame-uiting wordt gesuggereerd dat de genoemde prijs van £50 een besparing van 42% betekent, terwijl bij navraag en via de website van het hotel blijkt dat dit de standaard prijs voor de betreffende kamer  is. Klager is van mening dat er sprake is van misleiding.

Het oordeel van de Commissie
Door de wijze waarop het kortingspercentage voor de kamer op de website van adverteerder wordt weergegeven, wordt naar het oordeel van de voorzitter de indruk gewekt dat voor de betreffende hotelkamer een bijzondere actieprijs dan wel een bijzonder prijsvoordeel van toepassing is. Uit hetgeen in het verweer naar voren is gebracht blijkt echter dat de korting wordt berekend ten aanzien van de op drie na hoogste prijs, die een gast die een gelijkwaardige kamer heeft gereserveerd binnen een periode van 30 dagen vóór en 30 dagen ná het (verwachte) verblijf heeft betaald/dient te betalen. Aldus is geen sprake van een bijzondere actie dan wel bijzonder prijsvoordeel zoals in de uiting wordt gesuggereerd, maar slechts van een prijsverschil ten opzichte van het tarief waarvoor de bewuste kamer op een andere datum wordt aangeboden.

Hetgeen adverteerder heeft aangevoerd met betrekking tot de wijze waarop de prijzen tot stand komen leidt niet tot een ander oordeel. De consument zal immers afgaan op de prijzen zoals hij deze ziet en niet verwachten dat dit iets anders beoogt weer te geven dan een actieprijs. Het feit dat elders op de website een toelichting wordt gegeven, neemt de onduidelijkheid onvoldoende weg. Dat geldt ook ten aanzien van informatie die wordt getoond nadat men met een muiscursor over een bepaald gedeelte van de webpagina gaat (‘mouse over’).

De beslissing van de voorzitter [18 december 2012] 
Gezien het vorenstaande is de reclame-uiting in strijd met artikel IV onder 1 van de Reclamecode Reisaanbiedingen. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op dergelijke wijze reclame te maken.

Adverteerder gaat in bezwaar tegen de beslissing van de voorzitter. De reclame Code Commissie [10 april 2013] behandelt het bezwaar en bevestigt de beslissing van de voorzitter van 18 december 2012 dat de reclame-uiting in strijd is met artikel IV onder 1 van de Reclamecode Reisaanbiedingen. De Commissie beveelt adverteerder aan om niet meer op dergelijke wijze reclame te maken. Ook hier is adverteerder het niet mee eens maar ook de beslissing van de Reclame Code Commissie van 10 april 2013 wordt door het College van Beroep van 10 juni 2013 bevestigd. De reclame-uiting is in strijd met artikel IV onder 1 van de Reclamecode Reisaanbiedingen.

RB 1786

Aanprijzen condooms door Maxima in strijd met goede smaak en fatsoen

Vz. RCC 28 mei 2013, dossiernr. 2013/00360 (Aanprijzen Condooms)
Subjectief karakter. Goede smaak en fatsoen. Grens van het toelaatbare. Aanbeveling. Het betreft de radiocommercial waarin een vrouw met een stem die doet denken aan die van Koningin Maxima, zegt: “Ehh….nu Willem druk is met het koningschap, ja, nu moet ik mezelf gaan amuseren”. De uiting wordt afgesloten met de mededeling: “Naast condooms vind je ook de nieuwste speeltjes op condoomfabriek.nl. Ze zijn geweldig”.

De klacht - De uiting, waarin Koningin Maxima aan het woord lijkt te zijn, getuigt niet van enig respect. Het verweer - De uiting is humoristisch bedoeld en het is voor iedereen duidelijk dat het Koningshuis daar niet aan heeft meegewerkt.

Het oordeel van de voorzitter
De voorzitter vat klaagsters bezwaar aldus op dat de uiting in strijd is met de goede smaak en/of het fatsoen. Bij de beantwoording van de vraag of een uiting met (één van) deze criteria in strijd is, stelt de Reclame Code Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van deze criteria. In de onderhavige uiting is, naar het oordeel van de voorzitter, de grens van het toelaatbare overschreden. Door Koningin Maxima te “gebruiken” bij de aanprijzing van condooms en sex-spelletjes, op zodanige wijze dat een direct verband wordt gelegd tussen haar en de aangeprezen producten, is de uiting is strijd met de goede smaak als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Dat de uiting humoristisch is bedoeld, leidt niet tot een ander oordeel.

De beslissing van de voorzitter
Op grond van het hierboven overwogene acht de voorzitter de uiting in strijd met artikel 2 NRC en beveelt hij adverteerder aan niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1785

Geen wetenschappelijke onderbouwing alcoholisch kruidenmiddel

Vz. RCC 28 mei 2013, dossiernr. 2013/00183 (Microbioticum)
Misleiding. Voornaamste kenmerken product. Onjuist en oneerlijk. Aanbeveling. Het betreft drie pagina’s van adverteerders website www.microbioticum.com waarop Microbioticum wordt aangeprezen.

De klacht - Microbioticum is een alcoholisch kruidenmiddel dat antibiotica overbodig zou maken voor alle zoogdieren en vogels. Klaagster acht de uiting misleidend aangezien er geen enkele wetenschappelijke onderbouwing van de claim is. Klaagster verwijst in dit verband naar de  uitspraak van de Reclame Code Commissie van 5 mei 2009, dossier 2009/00194.

De klacht (vervolg) - De mededeling “onderbouwt effectief de weerstand en helpt bij infecties” heeft geen betekenis en is misleidend. Microbioticum is een alcoholisch extract dat, aldus de “Samenstelling”, acht kruiden bevat. Bij elk van de kruiden staat wat de werking daarvan is. Aangezien Microbioticum niet de hele plant bevat, is het de vraag of Microbioticum de eigenschappen bezit die aan de verschillende kruiden worden toegeschreven. Klaagster betwijfelt overigens of die kruiden de eigenschappen hebben die in de uiting daaraan worden toegeschreven. Voorts betreffen de daarbij genoemde referenties slecht enkele kruiden en geen kruidenmengsels en er staat evenmin bij of zij voor dier of mens gelden. Ten aanzien van de werkzaamheid stelt klaagster dat men in zijn algemeenheid kan stellen dat verschillende producten bij verschillende dieren een andere werking kunnen hebben voornamelijk door verschillen in absorptie, (re)distributie en biotransformatie in lever en excretie in gal, urinewegen en faeces.

Vanwege de onjuiste claims bestaat het gevaar dat effectieve behandeling onnodig lang wordt uitgesteld, hetgeen tot financiële schade kan leiden en/of de gezondheid van mens en/of dier kan schaden. Overigens geeft goedkeuring door de AID aan dat de bestanddelen van Microbioticum voor toevoeging aan diervoeder zijn toegelaten, maar dit zegt niets over de werkzaamheid van het middel. Klaagster verwijst, ter onderbouwing van haar klacht, naar verschillende door haar overgelegde bijlagen en concludeert dat de uiting misleidend.

Het oordeel van de voorzitter
Klaagster heeft gemotiveerd weersproken dat Microbioticum de werking heeft die adverteerder daaraan in de uiting toeschrijft. Adverteerder heeft geen verweer gevoerd, zodat de Commissie constateert dat adverteerder de juistheid of de eerlijkheid van de reclame niet aannemelijk heeft gemaakt.

De beslissing van de voorzitter
Op grond van het hierboven overwogene acht de voorzitter de uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC en beveelt hij adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1787

Conclusie A-G: Brochure valse informatie

Conclusie A-G HvJ EU 13 juni 2013, zaak C-435/11 (CHS Tour Services) - dossier
Verzoek om een prejudiciële beslissing van het Oberste Gerichtshof.

Uitlegging van artikel 5 van richtlijn 2005/29/EG [red. OHP]. Brochure die valse informatie bevat. Al dan niet bestaan van de mogelijkheid voor een ondernemer om aan te tonen dat hij de vereisten van zorgvuldig handelen heeft nageleefd in die commerciële praktijk dus niet als „oneerlijk” kan worden gekwalificeerd.

Conclusie A-G: Artikel 5 van richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van de richtlijnen 84/450/EEG, 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG en van verordening (EG) nr. 2006/2004, dient aldus te worden uitgelegd dat het in geval van misleidende handelspraktijken in de zin van artikel 5, lid 4, van die richtlijn niet relevant is of ook aan de criteria van artikel 5, lid 2, sub a, en/of artikel 5, lid 2, sub b, van die richtlijn is voldaan.

RB 1784

Aanduiding laserstralen misleidend

Vz. RCC 3 juni 2013, dossiernr. 2013/00377 (Laserstralen)
Misleiding. Oneerlijk. Onjuiste informatie. Aanbeveling. Het betreft adverteerders website www.de uithof.nl waarop een beschrijving wordt gegeven van de PowerZone. Daarop staat met betrekking tot deze activiteit onder meer: “In de PowerZone worden 3 eigenschappen getest door middel van verschillende onderdelen: lef, lenigheid en kracht. Kruip bijvoorbeeld door een ruimte met lasers heen zonder dat je ze aanraakt, doe de bungeerun en toon je kracht met ladder klimmen!” (..) “Klim net als Tom Cruise in Mission Impossible door de lasers heen. Kijk uit dat je ze niet aanraakt anders ben je af!”

De klacht - Anders dan de uiting doet vermoeden waren er geen laserstralen, maar fluoriserende kunststof lijnen. Het aanraken van deze lijnen had geen enkele consequentie. Er was dus nooit iemand “af”, zodat de activiteit minder spannend was dan klaagster zich had voorgesteld. Voorts duurde het programma 20 minuten korter dan de afgesproken 1 1/2 uur. Gelet op het voorgaande, acht klaagster de uiting misleidend. Inmiddels is de informatie op de website substantieel aangepast.

Het oordeel van de voorzitter
In de reclame-uiting wordt bij de PowerZone-activiteit gesproken over “lasers” evenals in het programmaoverzicht waarin onder meer staat “Probeer door de rook je weg te vinden maar pas op voor de lasers die kriskras door de tunnel lopen”. Adverteerder heeft klaagsters bezwaar dat er geen lasers zijn niet weersproken. Door het ontbreken van laserstralen is de activiteit minder spannend dan in de uiting wordt voorgesteld en om die reden acht de voorzitter de uiting misleidend. De voorzitter heeft er nota van genomen dat de uiting inmiddels is aangepast, maar dit doet niet af aan het feit dat de uiting op grond waarvan klaagster besloot gebruik te maken van het aanbod misleidend was. Wel zal de voorzitter daarmee rekening houden door te bepalen dat de aanbeveling wordt gedaan voor zover nog nodig.
 
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het hierboven overwogene acht de voorzitter de uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC en beveelt hij adverteerder, voor zover nog nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1783

Nieuwsbrief KoningsPrijs onvoldoende duidelijk

RCC 3 juni 2013, dossiernr. 2013/00345 (KoningsPrijs)
Onduidelijk. Kansspel. Winkansen KoningsPrijs.
Het betreft de op 17 april 2013 per e-mail aan klager gezonden nieuwsbrief van NPL betreffende de “KoningsPrijs van € 4,4 miljoen”, waarin onder meer staat: “Wilt u in de prijzen […] vallen als de KoningsPrijs op uw postcode valt? Dat kan…als u vóór 27 april gaat meespelen met een extra lot in de Postcode Loterij.” In de e-mail is een button opgenomen met de tekst “Ja, ik speel mee voor € 4,4 miljoen“.

De klacht - In de uiting wordt gesuggereerd dat een extra lot gekocht moet worden om mee te dingen naar de KoningsPrijs, wat inhoudt dat loten waarmee al wordt gespeeld nu niet meedingen. Op de website van NPL staat echter: “Bent u al deelnemer? Dan maakt u al kans op de KoningsPrijs.” De tekst van de nieuwsbrief is misleidend.

Het oordeel van de Commissie
In de uiting wordt niet duidelijk gemaakt dat men als deelnemer al kans op de prijs maakt en door het bestellen van een extra lot (slechts) zijn aandeel in de prijzenpot vergroot.
Aldus wordt in de uiting onvoldoende duidelijk gemaakt hoe de kansen op het winnen van de KoningsPrijs liggen. Dat de nieuwsbrief alleen aan deelnemers van de NPL is gestuurd, zoals door NPL is aangevoerd, leidt niet tot een ander oordeel. Ook indien de geadresseerden van de nieuwsbrief op de hoogte zijn van andere aanbiedingen van de NPL waarbij de kans op een prijs wordt vergroot door het meespelen met (een) extra lot(en), betekent dit niet dat de onderhavige uiting bij de ontvangers van de nieuwsbrief geen verwarring kan veroorzaken over de noodzaak om mee te spelen met een extra lot om mee te kunnen dingen naar de KoningsPrijs. Ook het feit dat men er na het aanklikken van de button alsnog op wordt gewezen dat men als deelnemer hoe dan ook al kans maakt op de KoningsPrijs, maakt de beslissing niet anders. Die mededeling is immers tegenstrijdig aan het bericht in de nieuwsbrief, zodat niet helder is wie aan de trekking mee mag doen. 

De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel II.3 RVK. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

RB 1782

Aanduiding cartridges onduidelijk en dubbelzinnig

RCC 3 juni 2013, dossiernr. 2013/00357 (Second life cartridges)
Misleiding. Ontbrekende informatie. Voornaamste kenmerken product. Onduidelijk en dubbelzinnig.
Het betreft reclame-uitingen die in maart en april  2013 in het weekblad De Faam zijn geplaatst. In beide uitingen worden onder de aanhef “Goedkoopste in inkt!” cartridges van het type HP364 XL aangeboden.

De klacht - Klager wilde nieuwe en originele HP cartridges kopen, maar in de winkel bleek het om zogenaamde Second Life cartridges te gaan die ook van een ander etiket zijn voorzien, terwijl een originele HP cartridge was afgebeeld. Gelet hierop acht klager de uitingen misleidend.

Verweer - In beide uitingen staat dat er sprake is van zogenaamde alternatieve cartridges en dus niet van originele cartridges. Zo staat in de advertentie van maart 2013 rechtsonder in de uiting, verticaal, “m.u.v. originele cartridges” en staat in de advertentie van 10 april 2013 onderin de advertentie “Deze inktpatronen zijn geen originele cartridges maar Second Life inktpatronen”.

Het oordeel van de Commissie
Uit de uiting van maart 2013 blijkt onvoldoende duidelijk dat de daarin aangeboden HP cartridge een zogenaamde Second Life cartridge is. Afgezien van het feit dat de mededeling  “m.u.v.originele cartridges” inhoudelijk aan duidelijkheid te wensen overlaat, is deze mededeling ten gevolge van het kleine letterformaat en de wijze waarop deze in de uiting is geplaatst, namelijk verticaal, bovendien niet dan wel slecht zichtbaar.

Met betrekking tot de op 10 april 2013 geplaatste advertentie overweegt de Commissie dat in deze uiting voldoende duidelijk wordt gemaakt dat daarin geen originele HP cartridges worden aangeboden, maar Second Life cartridges.

Blijkens het voorgaande is in de hierboven onder a bedoelde uiting sprake van het op onduidelijke en dubbelzinnige wijze verstrekken van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in artikel 8.3 onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de onder a bedoelde reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.