RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Alcohol  

RB 1804

Nieuwe bierfles en standaard bolglas van 25cl

Vz RCC 3 juni 2013, dossiernr. 2013/00344 (Nieuwe flesje palm)
Afwijzing. Afmetingen. Klager stelt dat het laten zien van een vol Palm glas na het uitschenken van het nieuwe flesje misleidend is. Het is volgens klager onmogelijk dat een glas vol geschonken wordt met een bierflesje, omdat het nieuwe flesje ruim 15% minder inhoud heeft.

Adverteerder stelt onder meer dat de in de commercial getoonde nieuwe bierfles en het gebruikte standaard bolglas allebei een inhoudsmaat van 25 cl hebben. De inhoudsmaten zijn op elkaar afgestemd en in de commercial wordt gewerkt met reguliere items. De passage waarbij het glas wordt ingeschonken is niet gemanipuleerd. Het glas kan met één fles in één keer worden volgeschonken.

Klager stelt dat met de in de reclame-uiting getoonde nieuwe bierfles in werkelijkheid het getoonde bierglas niet volgeschonken kan worden. Aldus stelt klager dat sprake is van misleidende reclame als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Adverteerder heeft echter voldoende aannemelijk gemaakt dat de inhoudsmaat van de nieuwe bierfles en het getoonde standaard bierglas zodanig op elkaar zijn afgestemd, dat de inhoud van de nieuwe bierfles voldoende is om het bierglas - in één keer - vol te schenken. Niet gebleken is dat het inschenken van het glas op enigerlei wijze is gemanipuleerd. Derhalve is geen sprake van misleiding en [omissie]
 
Op grond van het voorgaande is niet gebleken van strijd met artikel 8 aanhef en onder b NRC. Ook overigens is niet gebleken van strijd met de Reclamecode voor Alcoholhoudende dranken (RVA) 2012. Dkan de klacht kan derhalve niet slagen.
RB 1778

Amstel Radler: Dubbel verfrissend beetje bitter?

Marketinglaw.nl bericht: (…) Uit de context van de bovenstaande Amstel Radler commercial kan de consument echter niet anders concluderen dat het goed is voor lichaam en geest. Vier jonge mannen bestellen op een terras na een ruige fietstocht al hijgend een Radler om de bestelde sapjes vervolgens ad fundum achterover te slaan. Hydratatie voor na het sporten?

De Commissie kan binnenkort een klacht van mij verwachten (elke consument kan bij de Commissie een klacht over een reclame indienen) en daarbij zal ik ook zeker de volgende regels aanhalen.
Lees verder

RB 1736

Beperken van de invloed van alcoholreclame

Antwoord op vragen van de leden Kooiman, Voordewind en Van der Staaij over het onderzoek 'Do time restrictions on alcohol advertising reduce youth exposure', Aanhangsel Handelingen II, 2012-2013, nr. 2061
2. Deelt u de mening dat de groep jongeren van 12-18 jaar zoveel mogelijk gevrijwaard dient te worden van de confrontatie met alcoholreclame via tv, radio en internet?

Eén van de onderdelen van het alcoholbeleid betreft het beperken van de invloed van alcoholreclame op jonge kinderen. Daarom is een aantal jaren geleden een verbod op alcoholreclame tot 21.00 uur ingesteld op radio en televisie. Uit de ‘Evaluatie van de alcoholreclamebeperking op radio en televisie in 2009-2010’ blijkt dat in ieder geval jonge kinderen minder worden geconfronteerd met alcoholreclame. Ook worden er via de Reclamecode voor alcoholhoudende dranken (zelfregulering) regels gesteld aan reclames, zodat deze niet gericht zijn op jongeren en ook minder jongeren bereiken.

 

Zo mag er bijvoorbeeld geen alcoholreclame worden uitgezonden rond programma’s waar veel jongeren naar kijken. Alcoholreclames worden bovendien vooraf getoetst door de STIVA toetsingscommissie. Ik ben mij er echter van bewust dat niet alle reclame bij jongeren vandaan kan worden gehouden. De vraag is ook of dat wenselijk is, aangezien wij leven in een samenleving waarin media een prominente tol spelen. Naast het tijdslot is het daarom goed om jongeren verstandig te leren omgaan met reclameuitingen. O.a. de inzet van Mediawijzer.net bevordert de bewustwording onder jongeren van prikkels die hen bereiken via de media en de weerbaarheid daartegen.

3. Wat vindt u ervan dat in het genoemde onderzoek de conclusie bevestigd wordt dat het huidige tijdslot voor alcoholreclame contraproductief is als instrument om de blootstelling aan alcoholreclame voor hoog-risico jongeren
te doen afnemen?
6. Bent u – gezien de conclusie dat het huidige tijdslot een contraproductief effect heeft voor de hoogrisicogroep – bereid het tijdslot uit te breiden of andere effectieve instrumenten in te zetten om de blootstelling van jongeren aan alcoholreclame te doen afnemen?

Voor de volledigheid wil ik benadrukken dat uit het door u aangehaalde onderzoek en het rapport ‘Evaluatie van de alcoholreclamebeperking op radio en televisie in 2009-2010’ ook blijkt dat het tijdslot juist voor jonge kinderen wel effectief is. Ik zal, zoals eerder aangegeven tijdens het debat over het initiatiefwetsvoorstel verhoging leeftijd alcohol, binnenkort met het ministerie van OCW bespreken op welke manier jongeren tussen de 12-18 jaar verder kunnen worden beschermd tegen de invloed van alcoholreclame. Daarbij wil ik kijken naar de hierboven genoemde instrumenten, zoals zelfregulering, mediawijzer en de tijdsgrens. Ik zal u hierover informeren.

 

RB 1721

Bier drinken kan ook reclame zijn

RCC 21 december 2012, dossiernr. 2012/00758-I (Holland Heineken House)

Getipt in de nieuwsbrief RCC april 2013. In artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code staat toegelicht wat onder het begrip "reclame" valt. In enkele bijzondere reclamecodes wordt dit begrip aangevuld, bijvoorbeeld in de Reclamecode voor Alcoholhoudende dranken. Sponsoring is ook een vorm van reclame. Tijdens de Olympische Zomerspelen in 2012 sponsorde een biermerk het televisieprogramma "De Zomer van 4: De Spelen – Zomerse Talkshow over de Olympische Spelen, live vanuit het Holland Heineken House". Tegen deze vorm van reclame werd een klacht ingediend.

De klacht werd uiteindelijk door het College van Beroep behandeld. Het College maakte duidelijk dat sprake is van reclame, als in de bewuste afleveringen de naam en/of het logo van Heineken voldoende herkenbaar in beeld komen. Bijvoorbeeld door het zichtbaar zijn van het logo op het scherm achter een bar en op glazen/plastic bekers. Maar ook het in beeld brengen van bierconsumptie tijdens het televisieprogramma houdt volgens het College verband met de sponsoring en dient eveneens als reclame ten behoeve van Heineken te worden beschouwd. Er is sprake van reclame voor zover het bier (drinken) goed zichtbaar is.

De klacht ten aanzien van Heineken wordt echter, in navolging van de Reclame Code Commissie, afgewezen, omdat de reclame aan alle eisen van de Nederlandse Reclame Code voldoet.

9. Het College oordeelt op grond van het voorgaande dat Heine­ken zich in dit geval niet aan haar verantwoorde­lijkheid als adver­teerder kan ont­trek­ken door een beroep te doen op redactio­nele vrijheid die RTL zou hebben. Met betrekking tot de stelling van Heineken dat een tailor-made toetsing per indi­vi­dueel beeld dient plaats te vin­den aan de hand van de definitie van reclame, merkt het College op dat deze stel­ling juist is voor zover in de inleidende klacht vol­doende is beschreven op welke beelden de klacht betrekking heeft, met dien verstande dat, anders dan Heineken stelt, niet per afzonderlijk beeld hoeft te worden beoordeeld of Heineken daarop invloed heeft gehad. De elementen die inge­volge het voorgaan­de als een directe reclame-uiting voor Heineken dienen te wor­den aange­merkt, zijn on­der 7.6 spe­cifiek omschreven. Met betrekking tot de beel­den van het bier (drinken), wordt volstaan met op te merken dat deze als reclame voor Heineken worden be­schouwd voor zover het bier (drinken) goed zichtbaar is. Een nadere precisering is, gelet op het­geen hierna aan de orde komt, niet noodzakelijk. Tot slot merkt het College op dat het voorgaande dient te worden be­zien in verband met het feit dat het om een gesponsord televisieprogramma gaat. Dit brengt mee dat deze beslis­sing geen betrekking heeft op de situatie buiten het kader van dergelijke sponso­ring. De grieven van Heineken treffen op grond van het voorgaande geen doel.
RB 1715

Wijnoutlet met meer dan 50% korting

RCC 26 maart 2013, dossiernr. 2013/00185 (wijnoutlet.nl)

Het betreft de per e-mail aan klager toegezonden reclame van adverteerder met als onderwerp “Reserveer nu met 65% korting!” In de uiting wordt “Château Relais De La Poste Cotes de Bourg ’08” wijn aangeboden met 65% korting en “Terre di Kama Grillo Viognier ’10” biologische wijn met 55% korting.

Volgens klager is de uiting in strijd met artikel 20 lid 1 van de Reclamecode voor alcoholhoudende dranken om wijn aan te bieden met meer dan 50% korting. Krachtens artikel 20 lid 1 van de Reclamecode voor alcoholhoudende dranken (2012) is reclame waarbij alcoholhoudende drank tegen minder dan de helft van de normale verkoopprijs wordt aangeboden niet toegestaan. Vast staat dat in de onderhavige uiting wijn met kortingen van 55% of 65% wordt aangeboden. Gelet hierop is de uiting in strijd met het bepaalde in artikel 20 lid 1 RVA (2012).

RB 1648

Veelzijdigheid onder de aandacht brengen, mag niet bij kinderen

RCC 12 februari 2013, dossiernr. 2012/01114 (warenhuizen op het internet (wohi.nl))

Het betreft een televisie-commercial voor wohi.nl waarin na elkaar verschillende producten worden getoond, waaronder lego en een wijnpakket. Twee jonge kinderen, die naar het voorbij komende aanbod kijken, zijn daarbij continu in beeld. Klaagster vraagt zich af kinderen niet moeten worden beschermd tegen het in aanraking komen met alcoholhoudende drank. (...) Volgens verweerder heeft de commercial-reeks enkel tot doel de veelzijdigheid van de winkel onder de aandacht te brengen.

Op grond van de klacht dient de reclame-uiting, die onder meer reclame voor alcohol­houdende drank bevat, te worden getoetst aan de Reclamecode voor alcoholhoudende dranken (RVA) 2012.

In artikel 11 van deze code is bepaald dat reclame voor alcoholhoudende drank geen personen mag tonen die jonger zijn of evident jonger lijken dan 18 jaar. Voorts is in dit artikel bepaald dat voor reclame-uitingen waarbij gebruik wordt gemaakt van geënsceneerde situaties met scripts en modellen die door of in opdracht van de adverteerder worden ingehuurd, geen personen die jonger zijn of evident jonger lijken dan 25 jaar getoond mogen worden. Gelet op het voorgaande is de onderhavige televisie-commercial, waarin zeer jonge kinderen worden getoond, in strijd met het genoemde artikel 11 RVA.

 

Het oordeel van de voorzitter

(...)

Op grond van de klacht dient de reclame-uiting, die onder meer reclame voor alcohol­houdende drank bevat, te worden getoetst aan de Reclamecode voor alcoholhoudende dranken (RVA) 2012.

In artikel 11 van deze code is bepaald dat reclame voor alcoholhoudende drank geen personen mag tonen die jonger zijn of evident jonger lijken dan 18 jaar. Voorts is in dit artikel bepaald dat voor reclame-uitingen waarbij gebruik wordt gemaakt van geënsceneerde situa­ties met scripts en modellen die door of in opdracht van de adverteerder worden ingehuurd, geen personen die jonger zijn of evident jonger lijken dan 25 jaar getoond mogen worden.

 Gelet op het voorgaande is de onderhavige televisie-commercial, waarin zeer jonge kinderen worden getoond, in strijd met het genoemde artikel 11 RVA.

RB 1651

Actieproducten voor de actieprijs nabestellen leidt tot afwijzing van klacht

RCC 12 februari 2013, dossiernr. 2013/00006 (Wijn met korting C-1000)

Het betreft een folder van C1000 waarin op maandag 10 december 2012 en dins­dag 11 december 2012 drie soorten wijn met korting werden aangeboden, waaronder een “La Garde Château­neuf du Pape” met 50% korting. Klager is op 10 december 2012 naar een C1000-winkel gegaan maar heeft de in de folder genoemde wijn niet aangetroffen.

Niet in geschil is dat van de “La Garde Château­neuf du Pape”, waarop de klacht blijkbaar betrekking heeft, door het betrokken filiaal 12 flessen waren besteld en beschikbaar waren in het kader van de actie. Er was derhalve bij de aanvang van de actie in de betrokken winkel sprake van enige beschikbaarheid van het actieproduct. Adverteerder erkent dat deze voorraad te laag was en blijkbaar berustte op een verkeerde inschatting door de desbetreffende winkel. Uit de door adverteerder overgelegde gegevens blijkt dat door andere filialen een aanzienlijk grotere hoeveelheid van het product is besteld (gemiddeld ongeveer 45 flessen per filiaal) en dat kennelijk ook nabestellingen hebben plaatsgevonden. Niet gesteld of gebleken is dat landelijk gezien de filialen aldus te weinig hebben besteld.
 
Op grond van het voorgaande en mede gelet op de mogelijkheid die volgens adverteerder bestaat tot het verkrijgen van een tegoedbon waarmee actieproducten voor de actieprijs kunnen worden nabesteld, is de voorzitter van oordeel dat onvoldoende aanleiding bestaat om de folder misleidend te achten. De klacht dient op grond van het voorgaande te afgewezen.

RB 1638

Wijn als licht verteerbaar aanduiden is gezondheidsclaim

HvJ EU 6 september 2012, zaak C-544/10 (Deutsches Weintor eG tegen Land Rheinland-Pfalz) - press release no 112/12

Het persbericht kopt: Wine may not be promoted as being ‘easily digestible’. Such a description, indicating reduced acidity levels, constitutes a health claim that is prohibited in relation to alcoholic beverages.

In steekwoorden: Prejudiciële verwijzing. Harmonisatie van wetgevingen. Volksgezondheid. Informatie en consumentenbescherming. Etikettering en presentatie van levensmiddelen. Begrippen ‚voedings‑’ en ‚gezondheidsclaims’. Verordening (EG) nr. 1924/2006. Omschrijving van wijn als ‚licht verteerbaar’. Vermelding van verlaagde zuurgraad – Dranken met alcoholgehalte van meer dan 1,2 volumeprocent – Verbod op gezondheidsclaims – Handvest van grondrechten van Europese Unie. Artikel 15, lid 1 – Vrijheid van beroepsuitoefening. Artikel 16 Vrijheid van ondernemerschap. Verenigbaarheid.

Het hof van justitie verklaart voor recht:

1) Artikel 4, lid 3, eerste alinea, van verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 inzake voedings‑ en gezondheidsclaims voor levensmiddelen, zoals laatstelijk gewijzigd bij verordening (EU) nr. 116/2010 van de Commissie van 9 februari 2010, moet aldus worden uitgelegd dat de term „gezondheidsclaim” ook geldt voor een omschrijving als „licht verteerbaar” met de vermelding van het verlaagde gehalte aan door een groot aantal consumenten als nadelig ervaren stoffen.

2)      Het bij verordening nr. 1924/2006, zoals gewijzigd bij verordening nr. 116/2010, aan wijnproducenten of ‑handelaren zonder uitzondering opgelegde verbod om een claim als aan de orde in het hoofdgeding te gebruiken, ook wanneer deze claim op zich juist is, is verenigbaar met artikel 6, lid 1, eerste alinea, VEU.

Vragen:
1)    Vereist een gezondheidsclaim in de zin van artikel 4, lid 3, eerste volzin, juncto artikel 2, lid 2, punt 5, of van artikel 10, lid 3, van verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen1, zoals nadien gewijzigd bij verordening (EU) nr. 116/2010 van de Commissie van 9 februari 20102, een heilzaam nutritioneel of fysiologisch effect dat een duurzame verbetering van de lichamelijke conditie beoogt, of volstaat ook een voorbijgaand effect dat zich in het bijzonder beperkt tot de duur van de consumptie en de vertering van het levensmiddel?

2)    Wanneer reeds de bewering van een voorbijgaand effect een gezondheidsclaim kan inhouden:
Is het dan voldoende voor de vooronderstelling dat een dergelijke werking verband houdt met de afwezigheid of de verlaagde hoeveelheid van een stof in de zin van artikel 5, lid 1, sub a, juncto punt 15 van de considerans, wanneer met de claim enkel wordt beweerd dat een van dit soort levensmiddelen in het algemeen uitgaand en vaak als nadelig ervaren effect in het concrete geval gering is?

3)    Bij bevestigende beantwoording van de tweede vraag:
Is het verenigbaar met artikel 6, lid 1, eerste alinea, van het Verdrag betreffende de Europese Unie in de versie van 13 december 20073 juncto artikel 15, lid 1 (vrijheid van beroep) en artikel 16 (vrijheid van ondernemerschap) van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie in de versie van 12 december 2007 (PB C 303, blz. 1) om een producent of een handelaar van wijn zonder uitzondering te verbieden reclame te maken met een gezondheidsclaim als die waar het in deze zaak om gaat, voor zover deze claim juist is?

RB 1590

Nota leeftijdsgrenzen verhogen van 16 naar 18 jaar

Nota naar aanleiding van het verslag, voorstel van wet houdende wijziging van de Drank- en Horecawet teneinde enkele leeftijdsgrenzen te verhogen van 16 naar 18 jaar en de preventie en handhaving te verankeren, Kamerstukken II, 2012/13, 33 341, nr. 7.

Beers and GlasswareHet ging bij deze Kamerleden in 1964 dus om de incidentie van misbruik, meer specifiek bij jongeren. Uit de cijfers die in de memorie van toelichting zijn opgenomen wordt duidelijk dat inmiddels ook bij zwak-alcoholhoudende drank misbruik door jongeren onder de 18 jaar regelmatig voorkomt. Het toen gebruikte argument is in de ogen van de indieners dus anno 2013 niet meer relevant.

3. Argumenten vóór verhogen leeftijdsgrenzen tot 18 jaar

Een andere vraag van de leden van de fractie van D66 is hoe een alcoholleeftijd van 18 jaar zich volgens de indieners verhoudt tot andere leeftijdsgrenzen voor volwassenheid. De indieners wijzen erop dat eenieder die 18 jaar is geworden:

  • meerderjarig is en volwassen voor de wet;
  • toegelaten kan worden tot een coffeeshop;
  • een casino kan bezoeken;
  • een bankrekening mag openen zonder toestemming van zijn of haar ouders;
  • mag stemmen bij de verkiezingen;
  • gekozen kan worden in bijvoorbeeld de gemeenteraad;
  • zelf een proces kan aanspannen;
  • ook ‘s nachts mag werken;
  • zonder toestemming van zijn of haar ouders kan trouwen;
  • zelf een uitkering kan aanvragen.

Het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekt kunnen krijgen van alcoholhoudende drank past volgens de indieners goed in dit rijtje, zeker als op termijn het kunnen kopen van tabaksproducten hieraan zou worden toegevoegd.

(...)

4. Preventie en handhavingsaspecten
De indieners hebben om de volgende redenen de door de leden van de fractie van D66 genoemde
alternatieven op dit moment niet overwogen:

  • Meer handhavingscapaciteit voor gemeenten: de indieners beschouwen de verhoging van de leeftijdsgrenzen juist als een goede manier om de handhavingscapaciteit te vergroten. Er kunnen immers vanwege de eerder genoemde vereenvoudiging van de handhaving met hetzelfde aantal gemeentelijke toezichthouders méér controles worden uitgevoerd.
  • Verbeteren van de handhaving: de indieners beschouwen verbetering van de handhaving niet als alternatief voor de leeftijdsgrenzenverhoging in deze initiatiefwet. Toezichthouders dienen altijd te streven naar verbetering van de handhaving.
  • Handhaving van het doortapverbod: de indieners wijzen erop dat het doortapverbod een verbod is uit het Wetboek van Strafrecht. De handhaving van dat verbod is een zaak van de politie, niet van de gemeentelijke toezichthouders/Boa’s Drank- en Horecawet.
  • Reclame/sponsorbeperkingen: de indieners realiseren zich dat dit een veel ingrijpender voorstel zou zijn geweest dan de verhoging van de leeftijdsgrenzen. Bovendien loop je dan snel aan tegen het feit dat enkele tv-zenders die zich op Nederland richten niet gevestigd zijn in Nederland.
  • Verbod op verkoop van alcohol in levensmiddelenwinkels: de indieners zijn van mening dat hiervoor hetzelfde geldt als bij het hiervoor genoemde alternatief: het is een veel ingrijpender voorstel dan de verhoging van de leeftijdsgrenzen. Onbekend is verder wat het maatschappelijke en politieke draagvlak voor zo’n aanpassing zou zijn. Vooralsnog verwachten de indieners een verbetering van de naleving door levensmiddelenwinkels als gevolg van de decentralisatie van het toezicht en de extra sanctiemogelijkheden die de wet sinds 1 januari 2013 biedt.
  • Verhogen van de pakkans: de indieners verwachten dat vereenvoudiging van de handhaving méér controles zal betekenen, dus een verhoging van de pakkans.
  • Betere of meer voorlichting: de indieners beschouwen dat niet als een gelijkwaardig alternatief voor dit wetsvoorstel. Uit onderzoek blijkt immers dat voorlichting als losstaande maatregel niet effectief is, alleen in combinatie met andere (wettelijke) maatregelen, zoals de verhoging van de leeftijdsgrenzen.

(...)

5. Bedrijfseffecten

De indieners van dit wetsvoorstel hebben zich gerealiseerd dat als de leeftijdsgrenzen worden verhoogd naar 18 jaar, sommige jongeren geen alcohol meer in het openbaar kunnen bezitten en geen alcohol meer kunnen kopen, noch bestellen, terwijl zij dat voorheen wel mochten. Zij beseffen dat deze groep speciale aandacht verdient. Voor deze jongeren zullen met de betrokken departementen en het Openbaar Ministerie afspraken gemaakt kunnen worden over de straffen die worden opgelegd bij bezit van alcohol in het openbaar. De indieners denken in dit verband aan aangepaste boetebedragen voor degenen die in 1997 en 1998 geboren zijn (uitgaande van inwerkingtreding van deze wet op 1 januari 2014).

RB 1581

Online handhavingsprobleem vernieuwde Drank- en Horecawet

Ambtsketting / buigen of barstenPer 1 januari is de vernieuwde Drank en Horecawet van kracht. Overal doken nieuwsberichtjes op dat de gemeenten wel of juist nog lang niet klaar zijn om over te gaan op handhaving. Er zou in veel steden nog geen duidelijk beleid zijn of voldoende ambtenaren beschikbaar zijn voor de handhaving.

(...) De burgemeester van de stad waar de drank afgeleverd wordt zou dan bevoegd kunnen zijn om te controleren, maar die kan de verkoper dan weer niet aanspreken, omdat die in een andere gemeente zit. De grote vraag is eigenlijk door deze onduidelijkheid: “Wie is de burgemeester van het internet?” Overigens behoudt de nVWA wel op een aantal gebieden de handhavingsbevoegdheid, maar daar zitten webwinkels niet bij. Het gaat dan om verkoop in treinen, vliegtuigen etc.

Lees het artikel van Maarten Braun verder op webwinkelrecht.nl