Jurisprudentielunch merken-, modellen en auteursrecht 2011
Naast de octrooirechtlunch nu ook datum terugkerende jurisprudentielunch merken-, modellen en auteursrecht bekend
Holiday Inn (Station Amsterdam RAI), woensdag 14 december van 11.45 tot 15.00 uur. Lees de volledige uitnodiging hier
Op woensdag 14 december 2011 organiseert deLex, uitgever van onder meer IE-Forum.nl wederom een intensieve Jurisprudentielunch. Tijdens deze bijeenkomst zullen Joris van Manen, Marlou van de Braak en Christiaan Alberdingk Thijm de belangrijkste uitspraken op het gebied van merken-, modellen- en het auteursrecht behandelen. Van iedere uitspraak zal de essentie en het belang voor de praktijk worden besproken, zodat u in slechts 3 uur volledig op de hoogte bent van de actuele ontwikkelingen in de rechtspraak.
Met o.a. de volgende uitspraken:
• L’Oreal / Ebay
• Interflora / Marks & Spencer
• Viking Gas
• Budweiser / Budvar
• Bang & Olufsen / OHIM
• Apple / Samsung
• Pepsico / OHIM, Grupo Promer Mon Graphic
• Honda / Kwang Yang
• Airfield
• Premier League
• Concl. AG Luksan
• Concl. AG Scarlet Extended / Sabam
• Rb Amsterdam NSE / Brein
Zie ook de overzichten modellenrechtpraktijk HvJ EU en auteursrechtpraktijk HvJ EU.
Kosten
Deelname € 325,- per persoon (excl. BTW).
Sponsors van onze communities krijgen 10% korting.
Gerefereerd aan milieuaspecten
RCC 28 oktober 2011, Dossiernr. 2011/00811 (APP Asian Pulp & paper), maar ook 2011/0881A, 2011/0881B, 2011/0881C, 2011/0881D.Diverse milieugerelateerde klachten, waaronder: In de commercial wordt van de activiteiten van APP gezegd dat deze duurzaam zijn en de natuur in Indonesië ten goede komen. Dit is onjuist en misleidend. Volgens Greenpeace slaat APP de habitat van de Sumatraanse tijger kaal om er wegwerpproducten als tissues van te maken.
Pre-copy advies wordt buiten beschouwing gelaten, uiting wordt getoetst onafhankelijk of openbaarmaken bij indienen of behandeling reeds is gestaakt, het niet nodig om over product te spreken om over reclame te spreken, verantwoordelijk en duurzame rol is inspelen op milieuaspecten, ook door afbeeldingen of suggesties kan misleiding ontstaan, niet duidelijk dat minder wordt aangeplant dan gekapt. Aanbeveling volgt.
1. Een pre-copy advies van de afdeling Monitoring & Compliance staat los van een klachtenprocedure bij de Reclame Code Commissie en de Commissie laat een pre-copy advies buiten beschouwing bij de beoordeling van een klacht.
2. Daarbij is niet van belang of de betreffende uiting ten tijde van het indienen en/of de behandeling van de klacht daartegen nog steeds openbaar wordt gemaakt. De Commissie beoordeelt klachten immers naar de situatie die er was op het moment van indienen van de klacht, ongeacht of de uiting toen nog openbaar werd gemaakt.
3. Om een uiting als reclame-uiting te kunnen aanmerken is het niet nodig dat in de uiting naar specifieke producten wordt verwezen. Zoals vermeld in de toelichting bij artikel 1 NRC kan reeds de enkele vermelding van de naam van een adverteerder reclame zijn.
4. In de televisiecommercial wordt in beeld en tekst de nadruk gelegd op de “verantwoordelijke en duurzame” leidende rol die APP wil spelen door middel van het (laten) “aanplanten van bomen” en “bebossing van ongecultiveerd land” en “woest terrein”. Nu met deze mededelingen in de televisiecommercial wordt gerefereerd aan milieuaspecten die zijn verbonden aan de producten van APP is sprake van milieuclaims als bedoeld in artikel 1 van de Milieu Reclame Code (MRC) en is de MRC op deze uiting van toepassing.
5. Blijkens de toelichting bij artikel 2 MRC kan misleiding niet alleen ontstaan door feitelijke mededelingen, maar ook door afbeeldingen en suggesties of juist door het ontbreken van informatie, en gaat het om de totale indruk die de reclame-uiting wekt. De Commissie acht de televisiecommercial in strijd met het bepaalde in artikel 2 MRC en overweegt daartoe het volgende.
6. Wat er zij van de juistheid van het genoemde aantal van meer dan 200 miljoen geplante bomen per jaar, in de commercial wordt op geen enkele manier duidelijk gemaakt dat APP als een van de grootste pulp- en papierproducenten grotere gedeeltes van de natuurlijke tropische bossen laat omkappen dan dat zij met kleine stekjes, in de vorm van cultuurbos, laat herbeplanten. Hierdoor acht de Commissie de commercial misleidend over de bijdrage die APP levert aan het milieu, en om die reden in strijd met artikel 2 MRC.
Kamervragen: Seksvoorlichting
4. Deelt u de mening dat wanneer 43 % van alle ondervraagden van het onderzoek ‘seks onder je 25e’ nog helemaal geen geslachtsgemeenschap hebben gehad, het onjuist is om bij het opzetten van een nieuwe voorlichtingscampagne er vanuit te gaan dat jongeren op hun 16,4 jaar al wel geslachtsgemeenschap hebben? Zo ja, bent u bereid de nieuwe campagne van Sense aan te passen?
Antwoord De campagne gaat er niet van uit dat jongeren op hun 16,4 jaar geslachtsgemeenschap hebben. Zoals gezegd betreft de leeftijd van 16,4 jaar een gemiddelde. De campagne is juist gericht op de jongeren die nog (net) niet seksueel actief zijn, om er voor te zorgen dat zij, wanneer ze met seks beginnen, hun eigen wensen en grenzen op het gebied van seksualiteit kennen en die durven aangeven. Met seks wordt daarbij niet alleen gedoeld op geslachtsgemeenschap maar ook op andere vormen van seksueel gedrag en seksualiteit, zoals zoenen of strelen of voor je homoseksualiteit uitkomen. Dit blijkt ook uit de trailer van ‘hun eerste keer’. Het is ook niet zo dat alle acht jongeren uit ‘hun eerste keer’ al seksuele ervaring hebben. De leeftijd van 16,4 jaar wordt dus zeker niet als norm neergezet. Vanwege het bovenstaande zie ik geen reden om ‘hun eerste keer’ aan te laten passen.
Duurzame Paling
Duurzame palingvangst is een streven, dat streven blijkt voldoende uit de uiting. Op enkele punten wordt erkend dat er nog geen sprake van duurzame paling is, op de punten d en f geoordeeld dat er strijd is met art. 7, 2, 3 NRC en respectievelijk ook art. 8 Milieu Reclame Code.
Het betreft de volgende onderdelen van de uiting:
a. “Over Paling wordt veel gezegd, maar weinig is op feiten gebaseerd. Met deze PalingWIJZER weet u wel beter!”
b. “10 REDENEN OM TE KIEZEN VOOR PALING”
c. “Verantwoord paling kopen”
d. “Duurzame paling herkent u aan dit logo op de verpakking”
e. “Ook u kunt helpen, door aankoop van paling met dit logo.”
f. “Stoppen met visserij en handel is geen optie”
g. “Beroepsvissers worden natuurbeheerders”
h. “Alleen op die manier komt er weer voldoende jonge paling aan onze kust”
i. “duurzame palingconsumptie”
j. “Alles wat u wilt weten over verantwoord paling eten”
k. “Kan ik met een gerust hart paling blijven eten, nu de palingstand zo sterk is afgenomen? Ja, dat kan!”
l. “Met het Duurzaam Paling Fonds helpt u mee aan een duurzaam beheer van de palingcultuur in Nederland”.
m. Het logo van DUPAN met de tekst “Duurzaam Paling Fonds”.
4) Met betrekking tot de mededelingen zoals genoemd onder a tot en met c, e en g tot en met l overweegt de Commissie als volgt. De Commissie is van oordeel dat uit de reclame-uiting, in het geheel bezien, duidelijk blijkt dat sprake is van een streven van DUPAN om de palingstand te verbeteren. Duidelijk is dat het op dit moment nog slecht gesteld is met de palingstand en dat adverteerder verschillende activiteiten en financiële middelen inzet om hier iets aan te doen. Men wordt gewezen op het feit dat de paling hulp nodig heeft en men wordt geïnformeerd over de verschillende activiteiten die door DUPAN worden verricht om aan deze hulp bij te dragen. Voorts wordt men aangespoord om paling te eten met het DUPAN logo, omdat deze afkomstig is van bedrijven die zich houden aan de door DUPAN voorgeschreven duurzaamheidsregels. De in reclame gebruikelijk te achten overdrijving hierbij in acht nemende, is de Commissie van oordeel dat de genoemde mededelingen de gemiddelde consument niet op het verkeerde been zullen zetten. Aldus acht de Commissie de genoemde mededelingen niet ontoelaatbaar.
5) Ook het logo met de tekst ‘Duurzaam Paling Fonds’ (m) acht de Commissie niet in strijd met de Nederlandse Reclame Code. Uit de vermelding ‘Fonds’ blijkt voldoende dat er sprake is van een voor een bepaald doel bestemd kapitaal, te weten een verbetering van de palingstand met behulp van door DUPAN voorgeschreven duurzaamheidsregels, en voor het overige liggen in het logo geen onjuiste suggesties besloten.
De huidige stand - erkend geen duurzame paling 6)
Naar door adverteerder is erkend, kan echter bij de huidige stand van zaken niet worden gesproken van ‘duurzame paling’. Nog niet is immers duidelijk of de activiteiten die adverteerder verricht tot gevolg zullen hebben dat de palingstand daadwerkelijk verbetert. Hierover wordt, naar uit de overgelegde stukken is gebleken, door als deskundig aan te merken personen zeer verschillend gedacht. Gelet hierop acht de Commissie de mededeling zoals genoemd onder d, waarin wordt gesproken van ‘duurzame paling’, te absoluut. De Commissie is van oordeel dat de reclame-uiting aldus op dit punt gepaard gaat met onjuiste informatie ten aanzien van de aard van het product als bedoeld onder a van artikel 8.2 NRC. De Commissie is voorts van oordeel dat de gemiddelde consument door de mededeling ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de genoemde mededeling misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Behalve aspecten die het welzijn van de paling betreffen, komen in de uiting tevens milieuaspecten aan de orde. Onder het kopje ‘Verantwoord paling kopen’ wordt bijvoorbeeld gesproken van ‘een milieuverantwoorde en diervriendelijke verwerking van paling’.
In dit licht bezien is de Commissie van oordeel dat ‘duurzame paling’ een milieuclaim is als bedoeld in artikel 1 van de Milieu Reclame Code. Gelet op het vorenstaande is deze claim in strijd met artikel 2 MRC, waarin is bepaald dat milieuclaims niet misleidend mogen zijn met betrekking tot bepaalde milieuaspecten van een product en met artikel 3 MRC, waarin is bepaald dat alle milieuclaims aantoonbaar juist moeten zijn.
7)
Naar adverteerder heeft erkend, is de mededeling zoals genoemd onder f dat ‘stoppen met visserij en handel’ ‘geen optie’ is, gebaseerd op de onjuiste mededeling in de tekst daaronder dat ‘dit’ (stoppen met visserij en handel) ‘volgens onderzoek van het LEI’ schadelijk kan zijn voor de palingstand. Adverteerder heeft toegezegd deze mededeling in een volgende reclame-uiting niet meer te zullen doen.
Door de mededeling onder f gaat de reclame derhalve eveneens gepaard met onjuiste informatie zoals bedoeld in 8.2 NRC. Nu voorts de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen, is de uiting ook op dit punt misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Ook hier is sprake van een milieuclaim die, gelet op het voorgaande, in strijd is met de artikelen 2 en 3 MRC. Nu deze onjuiste claim verwijst naar een onderzoek van het LEI, is de uiting tevens in strijd met artikel 8 MRC, waarin is bepaald dat verwijzingen naar wetenschappelijke werken representatief en controleerbaar juist dienen te zijn.
Verschillende malen gewaarschuwd
RCC 4 november 2011, dossiernr. 2011/00910 (KPN: beltegoed onbeperkt houdbaar)
In de uiting staat dat beltegoed bij KPN Prepaid onbeperkt houdbaar is. Dit is niet juist, omdat het beltegoed wordt verwijderd als er binnen een periode van 6 maanden niet gebeld of opgewaardeerd is. Alle operators voeren dit beleid, de onbeperkte houdbaarheid van het beltegoed wordt uitgelegd onder de tab “Tarieven” op de website van adverteerder. Bovendien wordt een klant verschillende malen gewaarschuwd voordat het mobiele nummer dreigt te vervallen en heeft hij na het op inactief zetten van het nummer nog 3 maanden de tijd om op te waarderen en het nummer alsnog te activeren.
Zonder enig voorbehoud, dus is "beltegoed onbeperkt houdbaar" niet juist.
Het oordeel van de Commissie
In de uiting wordt van het prepaid beltegoed zonder enig voorbehoud gezegd dat dit onbeperkt houdbaar is. Dit wekt de suggestie dat aan de houdbaarheid van het beltegoed geen beperkingen zijn verbonden, terwijl, zo heeft adverteerder erkend, in werkelijkheid de voorwaarde geldt dat binnen 6 maanden het telefoonnummer moet zijn gebruikt of het tegoed moet zijn opgewaardeerd. Gelet hierop acht de Commissie de mededeling “Beltegoed onbeperkt houdbaar” niet juist. Hierbij is niet van belang dat de situatie waarin 6 maanden geen enkel gebruik wordt gemaakt van een telefoonnummer uitzonderlijk is, zoals door adverteerder gesteld.
Gelet op het vorenstaande gaat de bestreden uiting gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in de aanhef van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code NRC). Omdat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, acht de Commissie de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Bewijs actieproducten wel aanwezig
Bewijs ten aanzien van hoeveelheden actieproducten in specifiek filiaal gedurende de gehele actieperiode. Het betreft de voor de periode 22 t/m 27 maart 2011 aangekondigde aanbieding van 4 stuks Fructis shampoo of conditioner voor € 5,00 in de huis-aan-huis verspreide folder van Kruidvat. In citaten:
Oordeel van de Commissie:
Op basis van het totale en het gemiddelde aantal verkochte actieproducten valt echter niet te beoordelen of de voor een afzonderlijk filiaal beschikbare voorraad redelijk was. Nu klaagster bekend heeft gemaakt welk Kruidvat-filiaal door haar is bezocht, had het op de weg van adverteerder gelegen na te gaan welke voorraad Fructis actieproducten voor dit filiaal beschikbaar was. Adverteerder heeft dit achterwege gelaten. Gelet hierop acht de Commissie niet aannemelijk geworden dat de aangeprezen Fructis actieproducten in voldoende mate aanwezig zijn geweest in het Kruidvat-filiaal Dijkcentrum te Roosendaal.
Tussenbeslissing 3. Nu geïntimeerde concreet heeft geklaagd over het feit dat, naar zij stelt, in het door haar bezochte filiaal gedurende de gehele actieperiode geen Fructis actieproducten te koop waren, alsmede dat deze producten tijdens de actie ook niet werden aangevuld, terwijl de actieproducten daarna weer in de schappen lagen, lag het op grond van het voorgaande op de weg van Kruidvat om aannemelijk te maken dat in het desbetreffende filiaal tijdens de actie de Fructis actieproducten konden worden gekocht. Kruidvat diende daartoe gegevens van het desbetreffende filiaal over te leggen. Uit die gegevens zou dienen te blijken dat de actieproducten in het filiaal aanwezig waren in een hoeveelheid die, rekening houdend met het product, de omvang van de voor het product gevoerde reclame en de aangeboden prijs redelijk is.
4. Kruidvat heeft tot op heden geen inlichtingen verschaft over de voorraad Fructis actieproducten in het desbetreffende filiaal. Het College acht het aangewezen om Kruidvat alsnog in staat te stellen door middel van stukken aannemelijk te maken dat gedurende de actieperiode in het desbetreffende filiaal de Fructis actieproducten in voldoende mate te koop waren.
Eindbeslissing 5. Voorts is het College van oordeel dat uit de overgelegde gegevens blijkt dat de actieproducten in het desbetreffende filiaal aanwezig waren in een hoeveelheid die, rekening houdend met het product, de omvang van de voor het product gevoerde reclame en de aangeboden prijs, redelijk is. Hierbij acht het College met name van belang dat er bij het einde van de actie een voorraad van 48 actieproducten was, waarbij bovendien ook nog diverse combinaties mogelijk waren.
Gijzeling en overval
RCC 29 september 2011, dossiernr. 2011/00849 (Zalando gijzeling)
Commercial over schoenenwebwinkel Zalando. Waarin op humoristische wijze de passie voor mode van adverteerders klanten onderstreept. Gijzeling en overval mogen geen onderwerp van reclame zijn, zeker niet op een spottende manier als in het onderhavige geval. De commercial is kwetsend voor mensen die als slachtoffer een overval of gijzeling hebben meegemaakt, onder wie klaagster.
Verweer: De situatie is haast absurd, geen van de betrokken acteurs en actrices is daadwerkelijk angstig en niemand draagt een vuurwapen. Het scenario met een bankoverval wordt vaker gebruikt in reclames en is voorheen niet ontoelaatbaar geacht. De onderhavige commercial is door de Deutsche Werberat beoordeeld en goedgekeurd. Strijd met goede smaak wordt terughoudend getoetst vanwege subjectieve karakter. Afwijzing van de klacht volgt.
Het oordeel van de Commissie
De Commissie vat het bezwaar van klaagster aldus op, dat zij de bestreden televisie-commercial in strijd acht met de goede smaak en/of het fatsoen als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) en nodeloos kwetsend als bedoeld in artikel 4 NRC.
Bij de beoordeling of een reclame-uiting in strijd is met de goede smaak en/of het fatsoen dan wel nodeloos kwetsend is, stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van deze criteria. Met inachtneming van deze terughoudendheid acht de Commissie de commercial niet van dien aard dat de grenzen van het toelaatbare zijn overschreden. Uit het feit dat de vrouwen tijdens een als zeer grimmig te beschouwen situatie enthousiast over mode praten, blijkt reeds duidelijk dat de televisiecommercial niet realistisch is bedoeld. Dit laatste wordt versterkt door het slot van de commercial, waarin de vrouwen zich gillend op de overvallers storten om hen de bezorgde artikelen van adverteerder uit handen te nemen.
De Commissie heeft er overigens begrip voor dat niet iedereen, bijvoorbeeld wegens bepaalde persoonlijke ervaringen, de onderhavige televisiecommercial zal waarderen.
Dit kan evenwel niet tot een andere beslissing leiden.
Hier de YouTube Duitse versie
Kaarten in het buitenland kopen
Goedkoopste tarieven kunnen niet in Nederland worden geboekt, boekingskosten blijven alleen met niet-Nederlandse credit cards onbetaald.
Tussen partijen staat vast dat het meermalen in de uiting vermelde tarief van € 33,99 voor een enkele reis alleen geldt indien een elektronische boeking wordt gedaan met een Visa electron card of een Carte Bleue en dat in andere gevallen een boekingstoeslag geldt. Adverteerder heeft erkend c.q. niet weersproken dat voornoemde kaarten in Nederland niet verkrijgbaar zijn. Adverteerder heeft meegedeeld dat men in het Verenigd Koninkrijk een Visa Electron card kan aanschaffen, en vervolgens van daaruit via easyJet.com/nl een boeking kan doen, zonder toeslag.
Onder deze omstandigheden acht de Commissie vermelding in de onderhavige -op Nederland gerichte- uiting van € 33,99 als laagste tarief, zonder dat daarbij direct een voorbehoud wordt gemaakt betreffende vrijwel altijd bijkomende kosten per boeking, niet correct en duidelijk. Artikel III RR luidt, voor zover hier van belang: “Aanbieders zijn gehouden tot het hanteren van correcte en duidelijke prijzen in hun reclame-uitingen”. Commissie doet aanbeveling en College van Beroep bevestigd het oordeel van college.
2. In beroep is geen grief gericht tegen het onderdeel van de bestreden beslissing waarin de Commissie heeft geoordeeld dat Visa Electron en Carte Bleue in Nederland niet verkrijgbaar zijn. Niet gesteld of gebleken is dat de Nederlandse consument deze kaarten in het buitenland koopt en daarmee bij easyJet betalingen doet. Uitgangspunt is daarom dat indien de Nederlandse consument bij easyJet een reis boekt, dat gebeurt met de in Nederland gebruikelijke betaalmiddelen. Voor die betalingen zijn krachtens de voorwaarden van easyJet altijd de hiervoor bedoelde boekingstoeslagen verschuldigd.
3. Op grond van het voorgaande is naar het oordeel van het College de wijze waarop easyJet in de onderhavige uiting informatie over de prijs geeft, niet correct en duidelijk. De in de uiting genoemde uitzonderingen waarbij geen boekingstoeslagen in rekening worden gebracht, zijn voor de Nederlandse consument immers niet relevant en wekken bij deze consument ten onrechte de indruk dat die toeslagen optioneel zijn.
4. Dat de toeslagen per boeking gelden, is naar het oordeel van het College geen reden om deze niet als vaste onvermijdbare kosten te beschouwen in de zin van het bepaalde onder III sub 1 RR. Wel kan in dit laatste, zoals ook uit de beslissing van de Commissie volgt, aanleiding worden gevonden het toelaatbaar te achten dat easyJet in reclame-uitingen de prijzen aldus publiceert, dat direct bij de prijs het voorbehoud wordt gemaakt dat de prijs dient te worden vermeerderd met de bijkomende, gespecificeerde, toeslagen per boeking. Nu de verplichting tot betaling van die toeslagen in het onderhavige geval evenwel niet direct uit de uiting blijkt, heeft de Commissie de uiting terecht in strijd met het bepaalde onder III RR geacht.
Hoogleraar noemt Campina zuivel gezond
13 Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat een hoogleraar in dienst van Campina zuivel „gezond noemt‟, en dat Wageningen Universiteit dat onder u ressorteert, ongefundeerd promotie maakt voor zuivelproducten op onwetenschappelijke basis? Zo nee, waarom niet? Zo Ja, op welke wijze wilt u voorkomen dat dergelijke promotie van zuivel via een wetenschappelijke instelling opnieuw kan plaatsvinden?
[antwoord uit vraag 5: Het kabinet juicht het ook toe dat bedrijven en kennisinstellingen met elkaar samenwerken. De samenwerking wordt onder andere vormgegeven in gezamenlijke publiekprivate onderzoeksprogramma‟s en in de vorm van leerstoelen voor bijzondere hoogleraren. Beide samenwerkingsvormen dragen bij aan innovatie, valorisatie van kennis en aan de maatschappelijke oriëntatie in het universitaire onderwijs. Daarnaast draagt de samenwerking bij aan het streven van dit kabinet dat bedrijven meer investeren in R&D, zoals verwoord in het bedrijfslevenbeleid en het beleid voor de topsectoren. (...) Voor dit doel heeft de VSNU de Gedragscode voor Wetenschapsbeoefening ontwikkeld. Alle onderzoekers en wetenschappers behoren zich hieraan te houden.
14 Bent u bereid een onderzoek in te stellen naar verweving van onderzoek, promotie en bedrijfsbelangen bij Wageningen Universiteit op basis van het uitgestuurde persbericht „Joris Driepinter had toch gelijk”? 10) Zo neen, waarom niet? Deelt u de mening dat het actief bevestigen van commerciële voorlichting vanuit het bedrijfsleven niet tot de taken van de universiteit zou moeten behoren en de geloofwaardigheid van de universiteit aantast als zij dit wel doet? Zo ja, bent u bereid de universiteit hierop aan te spreken? Zo neen, waarom niet?
14 Nee, er zal geen onderzoek worden ingesteld naar aanleiding van het persbericht van Wageningen UR. De motivatie hiervoor staat in antwoord 5. U geeft terecht aan dat commerciële voorlichting niet behoort tot de taak van universiteiten. De Reclame Code Commissie zal een oordeel uitspreken over de klacht die hierover is ingediend door Wakker Dier.
Prescan
CVB 7 november 2011, Dossiernr. 2011/00727 (Prescan)
Meer pre-Scan jurisprudentie IEF 10122. Subjectieve Normen, misleiding. Aanbeveling met wijziging van gronden.
Het betreft een advertentie van “Prescan medische check-up mri/ct scans” in het NRC Handelsblad van 22 juli 2011, waarin de Prescan Total Body Scan® wordt aangeprezen. Hierin zegt ex-profwielrenner en ploegleider Hennie Kuiper: “Bij Prescan vertelde men mij dat er bij 1 op de 50 mensen een tumor wordt ontdekt. Dankzij de Total Body Scan van Prescan weet ik dat ik gezond ben..”.
Bewijs Waar de commissie nog niet over het rapport kon beschikken, heeft Prescan in beroep het op 12 september 2011 gedateerde rapport van Newcom overgelegd, alsmede een beoordeling van dit rapport door ViewTure B.V. Het College zal beoordelen of dit feitenmateriaal alsnog het gebruik van bedoelde claim in voldoende mate kan rechtvaardigen.
Uit de NRC volgt niet dat adverteerder (Pre-Scan) uitsluitend op een onderzoek kan beroepen dat peer reviewed is.
Toch misleiding Het College is op grond van het voorgaande van oordeel dat Prescan in beroep voldoende heeft onderbouwd dat met de door haar uitgevoerde Total Body Scan bij 1 op de 50 klanten een ernstige tumor wordt ontdekt. Toch is er sprake van misleiding, aangezien resultaten van het onderzoek (1 op 50 Prescan-clienten) niet match met de uiting die lijkt te zien op 1 op 50 Nederlands (r.o. 4 en 5)
r.o. 6 Aldus schetst de uiting jegens de gemiddelde consument een onjuist beeld van de incidentie van ernstige tumoren onder de Nederlandse bevolking, en daarmee tevens van het percentage gevallen waarin met behulp van de Total Body Scan onder de Nederlandse bevolking een ernstige tumor kan worden ontdekt. Het College is op grond van het voorgaande, zij het op andere gronden dan de Commissie, van oordeel dat de uiting in strijd is met artikel 7 Nederlandse Reclame Code. Grief 1 kan derhalve niet tot een andere beslissing leiden.
Afwijkende gemiddelde consument Grief 2: De consument tot wie de advertentie zich richt (de lezer van NRC Handelsblad) zal niet zijn misleid. Deze consument wijkt af van de gemiddelde Nederlandse consument, want is vaak hoger opgeleid en heeft een hoog welstandniveau.
7. Vooropgesteld wordt dat ook in beroep niet in geschil is dat met de Total Body Scan niet alle aandoeningen kunnen worden ontdekt, zelfs niet indien de meest complete variant van deze scan wordt gekozen. Het College onderschrijft het oordeel van de Commissie dat de in de uiting aan Hennie Kuiper toegeschreven mededeling “Dankzij de Total Body Scan van Prescan weet ik dat ik gezond ben” onder deze omstandigheden te absoluut is.
8. Anders dan Prescan, acht het College het voor de gemiddelde consument onvoldoende duidelijk dat Prescan in de reclame-uiting niet bedoelt te stellen dat met de Total Body Scan alle aandoeningen kunnen worden ontdekt. In de uiting staat immers zonder voorbehoud en met zoveel woorden dat men dankzij de Total Body Scan van Prescan kan weten of men gezond is. De redelijk geïnformeerde, omzichtige en oplettende consument zal dan ook veronderstellen dat men na het ondergaan van de Total Body Scan op dat punt zekerheid heeft en aldus een onjuiste verwachting hebben over het resultaat van deze scan. Voor een maatstaf, die uitgaat van een meer dan gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument, is ook in dit verband geen plaats.