"Verboden voor meisjes"
RCC 24 mei 2011, Dossiernr. 2011/00324 (Kr@sh)
Reclamerecht. Televisiecommercial voor tijdschrift Kr@sh met slogan "verboden voor meisjes". Klager vindt dat uiting discriminatie op grond van geslacht bevordert. Verweerder stelt dat jongens en meisjes verschillen in doen en laten. Kr@sh is gericht op jongens tussen de 8 en 13 jaar. Deze leeftijdscategorie kan humoristische toon van slogan herkennen.
Commissie oordeelt dat voldoende duidelijk is, ook voor kinderen, dat slogan humoristisch bedoeld is. Niet gebleken dat tijdschrift echt verboden is voor meisjes. Geen sprake van discriminatie. Wijst klacht af.
Naar het oordeel van de Commissie is - ook voor kinderen - voldoende duidelijk dat de slogan “Verboden voor meisjes” een humoristisch bedoelde manier is om tot uitdrukking te brengen dat het aangeprezen tijdschrift Kr@sh gemaakt is voor jongens. Niet is gebleken dat het tijdschrift daadwerkelijk ‘verboden‘ zou zijn voor meisjes. Van discriminatie is geen sprake.
Woensdag, aankomstdag?
RCC 24 mei 2011, Dossiernr. 2011/00306 (Center Parcs)
Reclamerecht. Aan klager gezonden brief met aanbieding van Center Parcs. Klager vindt uiting misleidend nu gewenste aankomstdatum niet mogelijk is en deze datum niet is uitgesloten van actie. Verweerder stelt dat in actievoorwaarden staat dat actie geldt voor weekend- of midweekverblijf. Aanvangsdagen zijn: vrijdag (weekend) of maandag (midweek). Gewenste datum van klager is op woensdag en dit is geen aankomstdag. Klager is regelmatige gast dus aanvangsdagen moeten bij hem bekend zijn.
Commissie acht uit brief voldoende duidelijk dat aanvangsdag op woensdag niet mogelijk is. Wijst klacht af.
In de bestreden brief zijn de voorwaarden voor de actie van 50% korting op een volgend verblijf opgenomen. Als een van de actievoorwaarden is vermeld, dat de korting alleen geldig is voor een weekend- of midweekverblijf. Hierdoor is naar het oordeel van de Commissie voor de geadresseerden van de brief - bestaande klanten van adverteerder die onlangs in één van de parken van Center Parcs hebben verbleven - voldoende duidelijk dat een verblijf met aankomst op een woensdag niet mogelijk is, nu voor alle boekingen bij Center Parcs geldt dat een weekendverblijf aanvangt op vrijdag en een midweekverblijf op maandag.
De Volkswagen spookrijder
RCC 24 mei 2011, Dossiernrs. 2011/00358 en 2011/00358A
Reclamerecht. Radioreclame van Volkswagen waarin melding wordt gemaakt van spookrijder op de [red. niet-bestaande] A26. Klager 1 stelt dat mensen door uiting in verwarring kunnen worden gebracht en klager 2 stelt dat nu uiting na nieuwsbulletin wordt uitgezonden, luisteraars tekst serieus kunnen nemen. Verweerder betreurt reacties klagers en geeft aan dat testpanel uiting positief had beoordeeld. Zal uiting niet meer uitzenden.
Commissie acht NRC niet overtreden, voldoende duidelijk dat het om reclame gaat. Niet aannemlijk dat automobilisten berichten over echte spookrijder door uiting zullen negeren.
De Commissie heeft er begrip voor dat de uiting, gezien de verwijzing naar een spookrijder, niet door iedereen wordt gewaardeerd, maar acht deze niet van dien aard, dat de Nederlandse Reclame Code wordt overtreden.
Uit de uiting, in haar geheel beschouwd, volgt voldoende duidelijk dat het een reclame-uiting betreft. Voorts acht de Commissie het niet aannemelijk dat automobilisten die de reclame eerder hebben gehoord en als reclame hebben herkend, een bericht over een werkelijke spookrijder zullen negeren.
Lees de gehele uitspraak 2011/00358 hier (link / pdf)
Lees de gehele uitspraak 2011/00358A hier (link / pdf)
In de maak: Verordening over textielvezelbenamingen
met dank aan Elise Menkhorst, De Gier | Stam & advocaten
Op dit moment zijn er drie verschillende richtlijnen van kracht die van belang zijn voor textielvezelproducten. Als die richtlijnen dan elk nog een aantal keer worden aangepast, dan is het gemakkelijk om het spoor bijster te raken. Daarom heeft de Europese wetgever geoordeeld dat het tijd was voor een nieuw, overkoepelend document: een Verordening over textielvezelbenamingen en de etikettering ervan.
In het tijdschrift voor levensmiddelen- en productenrecht Waar & Wet van mei 2011 is een artikel verschenen waarin de belangrijkste punten uit de nieuwe Verordening worden besproken, zie hier (pdf)
Niet nieuw, maar vernieuwd
RCC 24 mei 2011, Dossiernr. 2011/00299 (Walibi Nieuw Rattle Snake)
Reclamerecht. Aanprijzing van 'oude' achtbaan. Uiting betreft plattegrond on site en in print van pretpark Walibi waarop staat "NIEUW RATTLE SNAKE!" (klik afbeelding voor vergroting).
Klacht: sinds 1992 staat de attractie er. Verweer: Is geen sprake van reclame, maar als intern communicatiemiddels, niet om potentiële bezoekers te enthousiasmeren. Attractie heeft nieuwe naam, want heeft een andere locatie in het park gekregen en is thematisch veranderd (toevoeging slangenkop en staart).
Commissie stelt dat uiting reclame is naar de nieuwe definitie sinds 1 januari 2011: er is sprake van systematische aanprijzing, NIEUW is wervend taalgebruik en dus een aanprijzing. Er is geen sprake van nieuw, maar vernieuwd. Strijd met artikel 2 NRC (waarheid). Doet aanbeveling.
De Commissie stelt voorop dat beide bestreden uitingen kunnen worden aangemerkt als reclame in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), zoals die bepaling sinds 1 januari 2011 luidt. Voor zover het verweer moet worden opgevat in die zin dat het drukwerk in de vorm van een folder geen openbare aanprijzing is, omdat deze alleen wordt verstrekt aan bezoekers van het park, is er in elk geval sprake van systematische aanprijzing, omdat de folder kennelijk aan alle bezoekers wordt verstrekt.
Gezien de wervende woorden “NIEUW RATTLE SNAKE”, die deze attractie duidelijk speciaal onder de aandacht van het publiek brengen, houden beide uitingen een aanprijzing in van goederen.
Van de woorden “NIEUW RATTLE SNAKE” gaat naar het oordeel van de Commissie de suggestie uit dat het park over een geheel nieuwe attractie beschikt. In werkelijkheid blijkt het echter te gaan om een achtbaan die -naar niet is weersproken- al sinds 1992 in het park aanwezig is, maar die is verplaatst en van een andere naam en een ander thema is voorzien. De attractie is veeleer vernieuwd dan nieuw.
Gelet op het bovenstaande acht de Commissie de aanduiding “nieuw” in relatie tot de onderhavige achtbaan onjuist en in zoverre acht zij de reclame in strijd met de waarheid.
Lees de uitspraak hier (link / pdf)
Art. 1 en 2 Nederlandse Reclame Code (NRC)
Recht van verzet ook in hoger beroep overeind
Hof Amsterdam 15 februari 2011, LJN BQ4006 (appelant tegen Nationale Postcode Loterij)
Parallel gepubliceerd IT 393. Met dank aan Herwin Roerdink, Van Doorne.
In navolging van IT 155. Verwijdering persoonsgegevens. Appelant verzocht verwijdering uit alle bestanden van de Nationale Postcode Loterij (NPL), waaronder het door de NPL aangehouden post-/mailweigeraarsbestand. Dit verzoek werd door de Rechtbank Amsterdam afgewezen. In hoger beroep bekrachtigt het hof deze beschikking. Immer om uitvoering te geven aan recht van verzet, is NPL verplicht een weigeraarsbestand aan te houden om te voorkomen dat de betrokkene (weer) wordt benaderd voor commerciële doeleinden, geen bestand zoals art. 41 Wbp.
3.4 In hoger beroep beperkt [appellant] zijn verzoek tot het mailweigeraarsbestand van NPL. Het beroep richt zich in de kern tegen het oordeel van de rechtbank dat het recht van verzet als bedoeld in artikel 41 Wbp zich niet uitstrekt tot het postweigeraarsbestand van NPL omdat dit geen commercieel doel dient. Volgens [appellant] dient het aanhouden van een weigeraarsbestand wel een commercieel doel omdat dit een instrument is waarmee het aanschrijven van non-respondenten, zijnde een verliespost, voorkomen wordt. Voorts heeft [appellant] tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat gelet op de woorden “in verband met” in de tekst van artikel 41 Wbp (“Indien gegevens worden verwerkt in verband met…” ) een weigeraarsbestand hieronder valt.
Subsidiair doet [appellant] een beroep op de overige artikelen van de Wbp, meer in het bijzonder op artikel 35 juncto 36 Wbp.
3.5 Het hof oordeelt als volgt.
Artikel 41 Wbp is een uitvloeisel van de keuze van de wetgever voor een systeem waarbij degene wiens gegevens worden verwerkt met het oog op werving voor commerciële doeleinden hiertegen bezwaar kan maken. Om uitvoering te kunnen geven aan dit recht van verzet is de verantwoordelijke, zoals NPL, verplicht om een weigeraarsbestand aan te houden om te voorkomen dat de betrokkene, zoals [appellant], (weer) wordt benaderd voor commerciële doeleinden. Naar ’s hofs oordeel legt NPL conform haar wettelijke plicht terecht een weigeraarsbestand aan. Indien, zoals [appellant] betoogt, het aanhouden van een weigeraarsbestand een commercieel doel zou dienen en daartegen dus de mogelijkheid van verzet zou openstaan, zou daarmee de nakoming door NPL van haar wettelijke plicht illusoir worden. Het weigeraarsbestand kan daarom niet worden aangemerkt als een bestand als bedoeld in artikel 41 Wbp.
Ook overigens ziet het hof in de tekst van artikel 41 Wbp geen aanknopingspunten voor de door [appellant] voorgestane uitleg.3.6 Een beroep op artikel 36 Wbp kan evenmin slagen. Dit artikel heeft betrekking op vermelding van onjuiste persoonsgegevens. Niet gesteld of gebleken is dat daarvan in dit geval sprake is. Voor zover [appellant] een beroep doet op schending door NPL van enig ander artikel uit de Wbp, faalt dit beroep bij gebreke van enige feitelijke onderbouwing.
"Nr. 1 van de regio" niet misleidend
Vzr. RCC 12 mei 2011, Dossiernr. 2011/00300 (De Intake)
Reclamerecht. Advertentie in maandblad met tekst "Al jaren de nr. 1 van de regio in permanent make-up." Klager vindt dat er sprake is van misleiding, geen onderzoek als bewijs tekst.
Voorzitter is van mening dat Commissie klacht zal afwijzen. Voor gemiddelde consument voldoende duidelijk dat tekst mening van adverteerder weergeeft. Sprake van gebruikelijke en toelaatbare overdrijving. Wijst klacht af.
Ten aanzien van de inhoudelijke beoordeling van de klacht is de voorzitter van oordeel dat de Commissie de klacht zal afwijzen. Hij overweegt daartoe het volgende.
Adverteerder presenteert zich als de �NR 1 van de regio in permanent make-up�. Voor de gemiddelde consument zal duidelijk zijn dat deze mededeling niet bedoelt te verwijzen naar (onafhankelijk) onderzoek, maar slechts de persoonlijke visie van adverteerder weergeeft over de status van zijn onderneming binnen de regio. Nu voorts sprake is van in reclame niet ongebruikelijke en toelaatbare overdrijving, is van misleiding geen sprake.
Aankoopmakelaar altijd beter?
RCC 1 april 2011, Dossiernr. 2011/00114 (NVM Makelaar) - nu ook bovenaan klikbare bronnen
Reclamerecht. Website www.aankoop-makelaar.nl. Klager klaagt over 15 onderdelen van de website. Klaagt o.a. erover dat stellingen niet hard kunnen worden gemaakt, inschrijving NVM niet automatisch leidt tot 100% uitstekende dienstverlening, geen zekerheid bestaat over juiste prijs met NVM aankoopmakelaar. Verweerder stelt dat zij gebruik heeft gemaakt van commerciële uitingen die door NVM beschikbaar is gesteld. Was in veronderstelling dat deze voldeden aan richtlijnen. Is bereid website aan te passen.
Commissie vindt dat onderdelen 2, 3, 4 en 14 onjuiste informatie bevatten (o.a. over stellingen), onderdelen 6, 9, 10, 11, 12b, 12c te absoluut zijn (art. 8.2 aanhef en onder b NRC), zoals 100% uitstekende dienstverlening. Daarom in strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling en wijst klacht voor het overige af.
Ad 2, 3 en 4.
De Commissie acht de mededelingen “De NVM aankoopmakelaar bespaart voor u veel geld (…)”,“De kosten van uw eigen aankoopmakelaar verdient u meer dan terug” en “aankoop van de woning tegen de meest voordelige aankoopprijs” onvoldoende aannemelijk gemaakt en daarom te absoluut. Op deze punten gaat de uiting gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de voornaamste kenmerken van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC), te weten de voordelen van het inschakelen van een NVM aankoopmakelaar.
De Commissie heeft kennis genomen van de toezegging van adverteerder de website op deze punten te zullen aanpassen.
De zinsnede “De NVM aankoopmakelaar bespaart voor u veel (…) tijd en problemen” acht de Commissie voldoende aannemelijk. In dit verband wordt ook verwezen naar hetgeen hierna ad 7 wordt overwogen. Voor zover de klacht tegen deze zinsnede is gericht, wordt de klacht afgewezen.
Ad 9.
Onder verwijzing naar hetgeen ad 2, 3, 4 en ad 6 is overwogen, acht de Commissie de mededeling “Zo heeft u 100% zekerheid op een uitstekende dienstverlening” te absoluut en om die reden in strijd met artikel 8.2 aanhef en onder b NRC.
Ad 10 en 11.
Hetgeen ad 9 is overwogen geldt eveneens voor de stellingen “Zo weet u zeker dat u uw nieuwe woning koopt voor de juiste prijs en onder de gunstigste voorwaarden” en “Daarmee hebt u de zekerheid van een goede aankoop”. De Commissie acht de uiting op deze punten in strijd met artikel 8.2 aanhef en onder b NRC.
Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: NRC art. 7, art. 8.2 aanhef en onder b
Advertentie Wereld Inruil Weken Toyota voldoende duidelijk
RCC 16 maart 2011, Dossiernr. 2011/00028 (Toyota Aygo)
Reclamerecht. Advertentie in krant over Toyota Aygo vanaf 7.250 euro tijdens Wereld Inruil Weken. Klager vindt uiting verwarrend, de auto is niet vanaf 7.250 euro, alleen als je zelf auto inruilt. Verweerder stelt dat uit de advertentie duidelijk blijkt dat het gaat om inruilactie en er geen strijd is met NRC.
Commissie oordeelt dat advertentie voldoende duidelijk maakt dat er sprake is van inruilactie. Geen sprake van misleiding. Wijst klacht af.
De Commissie acht het, reeds uit de titel van de advertentie, voldoende duidelijk dat sprake is van een inruilactie. Uit de tekst onder de afbeelding blijkt duidelijk dat men standaard
€ 1.000,- extra inruilwaarde op een auto krijgt en dat daardoor de Aygo verkrijgbaar is vanaf € 7.250,-.
Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de Commissie geen sprake van misleiding op de door klaagster genoemde punten.
Klacht over Wake-up Light gebaseerd op oud formulier, dus ongegrond
RCC 21 maart 2011, Dossiernr. 2011/00030 (Philips Wake-up Light)
Reclamerecht. Uiting op website en in magazine over Wake-up Light met 30-dagen-op-proef garantie. Klager vindt uitingen bedrieglijk, want genoemde modellen zijn nergens meer te koop. Verweerder bestrijdt klacht, geeft aan dat getoonde model wel te koop is via diverse kanalen. Volgens verweerder verwijst klager naar oud formulier van eerdere actie, waarvan genoemde modellen nu niet meer te koop zijn.
Commissie stelt vast dat klacht is gebaseerd op oud formulier. Verweerder heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat modellen van huidige actie normaal verkrijgbaar zijn. Oordeelt dat klacht ongegrond is en wijst deze daarom af.
De Commissie stelt vast dat het formulier waarop de klacht is gebaseerd en dat bij die klacht is overgelegd betrekking heeft op een “Niet goed? Geld terug” actie, geldig voor aankopen in de periode 1 september 2008 tot en met 31 januari 2010 en voor de modellen Philips Wake-up Light HF3475 en HF3476.
Adverteerder heeft niet althans onvoldoende weersproken meegedeeld dat de thans bestreden uitingen betrekking hebben op een andere actie, voor een ander model Wake-up Light, te weten model HF3485 en dat dit model momenteel zowel bij Philips als bij anderen te koop is.
Gelet op het bovenstaande acht de Commissie de klacht ongegrond.
Dat klager het formulier betreffende de begin 2010 verlopen actie kennelijk in december 2010 nog heeft aangetroffen op de website van Philips, betekent niet dat de thans bestreden uitingen in strijd zijn met de Nederlandse Reclame Code.