BankGiro Loterij Card mailing voldoende duidelijk
RCC 21 maart 2011, Dossiernrs. 2011/00004 en 2011/00004A (BankGiro Loterij)
Reclamerecht. Een aan klager geadresseerde brief van de BankGiro Loterij (BGL) met een "card" die nog geactiveerd moet worden. Klager 1 acht brief misleidend nu logo ING wordt gebruikt en het lijkt alsof het om creditcard gaat. Na activering blijkt dat het om deelname aan loterij gaat. Klager 2 stoort zich eraan dat zijn gegevens op card vermeld staan en onbevoegden hier misbruik van kunnen maken. Verweerder stelt dat brief voldoende duidelijk maakt dat het om deelname aan BGL gaat en verwijst naar eerdere uitspraken (2010/00481 en 2010/00620B). "Card" is geen officieel betaalmiddel dus misbruik niet mogelijk.
Commissie acht brief voldoende duidelijk dat het gaat om deelname BGL. Acht klacht 2 onvoldoende specifiek. Wijst klachten af.
2011/00004. De Commissie heeft kennis genomen van de originele door klager overgelegde uiting.
Weliswaar kan de uiting in eerste instantie, gezien de daarop geplakte card en tekstgedeelten als “BankGiroLoterij”, “eerste storting voor u”, “BankGiro card” en de verwijzing naar uitbetaling door ING, inclusief het logo van ING, de gedachte doen postvatten dat het een uiting van een bankinstelling betreft, maar bij lezing van de gehele uiting, daaronder begrepen de achterzijde van de brief met de aanhef: “Hoe het werkt”, acht de Commissie het voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk dat het gaat om een aanbod van een loterij, te weten de BankGiro Loterij.2011/00004A. 3. Klagers bezwaar betreffende de vermelding van gegevens op de card acht de Commissie onvoldoende specifiek, althans leidt dit bezwaar niet tot de conclusie dat de uiting -gezien de vermelding van een cardnummer en klagers naam- in strijd is met de Nederlandse Reclame Code.
Lees de gehele uitspraak 2011/00004 hier (link / pdf)
Lees de gehele uitspraak 2011/00004A hier (link / pdf)
Vergelijkbare uitspraken over de BGL: RB 833 en RB 791
Suzuki Splash al vanaf € 4.912,- misleidend
RCC 7 maart 2011, Dossiernr. 2011/00086 (Suzuki Splash)
Reclamerecht. Uitingen op televisie en internet waarin de Suzuki Splash wordt aangeboden voor 4.912 euro. Klager stelt dat volgens prijslijst de laagste prijs voor deze auto 9.623 euro is. Verweerder stelt dat in uitingen duidelijk wordt gemaakt dat er sprake is van genoemde prijs met daaropvolgend een tweede deelbetaling. Tesamen is dit de gehele koopsom. Verwijst naar eerdere uitspraak Commissie: dergelijke woordkeuze niet misleidend.
Commissie oordeelt dat in televisiereclame en op website niet voldoende duidelijk wordt gemaakt of genoemde prijs totaalprijs of helft van totaalprijs is. Sprake van onduidelijke informatie (art. 8.2 aanhef en onder d NRC) dus in strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling.
In de bestreden televisiereclame wordt onder meer gezegd:
“De Suzuki Splash is er nu al vanaf € 4.912,-.” (..) Ja, u hoort het goed, de Suzuki Alto al vanaf € 4.912,-. En de tweede helft betaalt u pas over 2 jaar, zonder rente. Kijk op Suzuki.nl”, zonder dat voldoende duidelijk is of genoemd bedrag gelijk is aan de totale voor de auto te betalen prijs dan wel aan de helft van de totaalprijs, die men uiteindelijk
-2 jaar later- zal hebben betaald. Gelet hierop wordt geen duidelijke informatie verstrekt over de prijs als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: NRC art. 7, art. 8.2 aanhef en onder d
Soortgelijke uitspraak: RB 736
Prijs retourtje A'dam-Bangkok in strijd met RR
RCC 14 maart 2011, Dossiernr. 2011/00082 (vliegtickets.nl)
Reclamerecht. Vermelding prijs KLM retourticket Amsterdam-Bangkok op website voor volwassene met baby. Klager stelt dat deze prijs niet de totaalprijs (incl. toeslagen en belastingen) bleek te zijn dus in strijd met RR. Verweerder bestrijdt klacht, totaalprijs verandert niet in boekingsproces, alleen boekingskosten kunnen veranderen.
Commissie stelt vast dat de totaalprijs uiteindelijk het dubbele is van de in uiting genoemde prijs. Niet duidelijk dat volwassene aanzienlijk meer betaalt dan baby. Uiting is dus in strijd met art. IV lid 1 RR jo. art. III lid 1 RR. Doet aanbeveling.
De Commissie stelt vast dat het totaal van voornoemde ticketprijzen vermeerderd met de aan de volwassene in rekening gebrachte taxen en toeslagen gelijk is aan € 887,71 oftewel het dubbele van de eerst in de uiting genoemde prijs van € 443,86. Wat hiervan zij, de klacht dat de uiting in strijd is met de RR, acht de Commissie gegrond. De Commissie overweegt daartoe het volgende.
Artikel III lid 1 RR vangt aan met:
“Aanbieders zijn gehouden tot het hanteren van correcte en duidelijke prijzen in hun reclame-uitingen”.
In de bestreden uiting staat, op de pagina waarop een prijs van € 443,86 voor een retourvlucht tussen Bangkok en Amsterdam wordt genoemd: “Prijzen zijn per persoon, incl. alle taxen en excl. Boekings/service fee”. Naar het oordeel van de Commissie is niet voldoende duidelijk dat voornoemde prijs slechts betrekking heeft op de helft van de totaalprijs exclusief boekings/service fee voor 1 volwassene en 1 baby en dat een volwassene in verhouding tot een baby aanzienlijk meer betaalt, in die zin dat het door de volwassene te betalen bedrag “incl. alle taxen” aanzienlijk boven het genoemde bedrag van € 443,86 uitkomt.Gelet op het bovenstaande wordt in de bestreden uiting, waar als prijs per persoon € 443,86 is genoemd, geen duidelijke prijs gehanteerd. Gelet hierop en nu de uiting moet worden aangemerkt als een uitnodiging tot aankoop als bedoeld in artikel II lid 4 RR is de uiting in strijd met artikel IV lid 1 RR in verbinding met artikel III lid 1 RR.
Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: RR art. IV lid 1, art. III lid 1
Shell reclame: geen strijd met MRC
RCC 7 maart 2011, Dossiernrs. 2011/00012 en 2011/00012A (Shell)
Reclamerecht. Uitingen in krant van Shell. Klagers vinden beweringen in strijd met art. 3 MRC want winnen van aardolie leidt tot milieuschade, dus geen sprake van duurzamere en schonere wereld.
Commissie oordeelt dat het Shell is toegestaan reclame te maken over haar verbeteringen t.a.v. het milieu en haar belang voor schoner milieu. Niet in strijd met MRC. Niet gebleken dat stellingen onjuist zijn. Wijst klachten af.
2011/00012. In de gewraakte advertenties roept Shell op om te “samenwerken voor een schoner milieu” (De Pers), respectievelijk te “bouwen aan een schonere energie-toekomst”.
(...)
Het staat Shell in beginsel vrij om in reclame de aandacht te vestigen op door haar bereikte verbeteringen op het gebied van het milieu en op het belang dat zij hecht aan een schoner milieu. De wijze waarop Shell dat in de onderhavige reclame doet, acht de Commissie niet in strijd met de Milieu Reclame Code. Niet is gebleken dat de stellingen in de uiting onjuist zijn. Ook bevat de uiting geen kwalificaties waarmee in absolute zin verwezen wordt naar een schoon milieu.
2011/00012A. In de gewraakte advertentie roept Shell op om te “samen (te) zorgen voor een schonere energie-toekomst”. In dit kader stelt Shell – kort gezegd – dat aardgas de ‘schoonste fossiele brandstof ter wereld is’ en dat, als het aan Shell ligt, aardgas een belangrijke bijdrage gaat leveren aan onze energietoekomst.
Het staat Shell in beginsel vrij om in reclame de aandacht te vestigen op het belang dat zij hecht aan een schonere energie-toekomst. De wijze waarop Shell dat in de onderhavige reclame doet, acht de Commissie niet in strijd met de Milieu Reclame Code. Uit de reclame-uiting wordt duidelijk dat aardgas (slechts) schoner is dan de andere fossiele brandstoffen, hetgeen, naar ter vergadering is komen vast te staan, niet in geschil is. Ook bevat de uiting geen kwalificaties waarmee in absolute zin verwezen wordt naar een schoon milieu.
Lees de gehele uitspraak 2011/00012 hier (link / pdf)
Lees de gehele uitspraak 2011/00012A hier (link / pdf)
Regeling: MRC art. 3
Gratis I-Pad bij afsluiten verzekering
RCC 7 maart 2011, Dossiernr. 2011/00029 (United Consumers)
Reclamerecht. Uiting op website voor afsluiten verzekering. Klager stelt dat er geen sprake is van "gratis I-Pad" nu deze 499 euro kost en korting 507,84 euro is. Verweerder stelt dat berekening niet klopt, korting is 493,92 euro. Inwisselen korting voor cadeau is dus voordeliger dan zelf I-Pad kopen in winkel.
Commissie oordeelt dat in uiting staat dat korting kan worden omgeruild voor cadeau. Wanneer men kiest voor I-Pad staat op website dat korting voor 2 jaar voor 2 personen wordt ingeruild. Uiting is voldoende duidelijk. Dat totale kortingsbedrag enkele euro's verschilt van bedrag I-Pad leidt niet tot misleiding. Wijst klacht af.
Blijkens de uiting krijgt men, wanneer men een verzekering afsluit bij adverteerder, 10% korting op de VGZ Zorgverzekering. Nieuw is volgens de uiting dat men er ook voor kan kiezen om de korting ‘om te zetten in een gratis kado’. Als cadeau wordt onder meer genoemd een ‘Apple iPad Wi-Fi 16GB’. Wanneer men kiest voor dit cadeau wordt ‘2 jaar korting van 2 personen’ ingeruild, zo blijkt uit de webpagina waarop men de keuze kan aanklikken voor het gewenste cadeau of de korting.
De Commissie acht het aldus voldoende duidelijk dat men, indien men een verzekering afsluit voor 2 personen, de korting voor 2 jaar kan inruilen voor de i-Pad. Dat de winkelwaarde van de i-Pad € 499,- zou zijn en dat het totale kortingsbedrag voor 2 personen voor 2 jaar enkele euro’s meer of minder is, brengt niet mee dat de uiting misleidend is. Derhalve kan de klacht niet slagen.
Uiting over bijwonen kerkdienst is reclame
Voorzitter RCC 8 maart 2011, Dossiernr. 2011/00017 (Evangelisatie Overlegorgaan Apeldoorn)
Reclamerecht. Klager is niet tevreden met afhandeling klacht en dient daarom klacht in. Verweerder stelt dat uiting geen reclame is en zal voortaan adres aanbrengen op uiting.
Voorzitter oordeelt dat er wel sprake is van reclame (art. 1 NRC) want sprake van wervend karakter. Strijd met art. 3.1 Code VOR omdat uiting gedeponeerd is in brievenbus met Nee/Nee-sticker. Ook niet voldaan aan art. 1.2 Code VOR nu naam, adres en woonplaats van adverteerder in uiting ontbreken. Doet aanbeveling.
Met betrekking tot de door klager geuite bezwaren overweegt de voorzitter als volgt:
ad a. Adverteerder heeft niet weersproken dat de bewuste reclame-uiting is gedeponeerd in klagers brievenbus, die -naar uit klagers bezwaar blijkt- is voorzien van een Nee/Nee-sticker als vermeld in bijlage 1 bij de Code VOR. Dit betekent dat, nu adverteerder de bewuste uiting desondanks in klagers brievenbus heeft laten deponeren, adverteerder niet heeft voldaan aan het bepaalde in artikel 3.1 Code VOR.
Adverteerder laat weten de verspreider(s) te zullen vragen om voortaan een adres op de uiting aan te brengen zodat het geen ongeadresseerde uitnodiging meer is, doch (uitvoering van) dit voornemen meent niet weg dat de onderhavige bezorging plaatsvond in strijd met artikel 3.1 VOR.
ad b. In de uiting ontbreken naam, adres en woonplaats van adverteerder. Adverteerder voert aan dat in de uiting zijn e-mailadres en website zijn vermeld, doch daarmee is niet voldaan het bepaalde in artikel 1.2 Code VOR.
Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: NRC art. 1; Code VOR art. 1.2, art. 3.1
Personalia
Hogan Lovells versterkt zich met leading Life Sciences team in Amsterdam
Het internationale advocatenkantoor Hogan Lovells heeft haar wereldwijde Life Sciences praktijk versterkt door het aantrekken van leading regulatory Life Sciences partner Carla Schoonderbeek en haar team van vijf medewerkers. Carla zal toetreden tot de maatschap van Hogan Lovells International LLP per 1 juli 2011.
Carla, die momenteel leiding geeft aan de Life Sciences groep van NautaDutilh, wordt gezien als één van de vooraanstaande juridische experts op het gebied van Life Sciences in Europa. Het team dat Carla meeneemt bestaat uit de volgende vijf medewerkers: Bart Jong, Hein van den Bos, Paul Loeb, Ruth Franken en Frederique Reijntjes.
Uiting over Dell verzending binnen 24 uur te absoluut
RCC 13 april 2011, Dossiernr. 2011/00026
Reclamerecht. Uiting op website waarin staat dat bestelde laptop binnen 24 uur verzonden wordt. Klager bestelde de laptop maar deze zou pas 10 dagen later bezorgd worden. Daarom heeft klager bestelling proberen te annuleren, wat niet lukte en klaagt over misleiding van de uiting. Verweerder stelt dat verzending binnen 24 uur aan voorwaarden onderhevig is die op website vermeld staan. Per ongeluk is na annulering bestelling, deze opnieuw ingevoerd en toch bezorgd. Geen sprake van misleiding. Repliek: in uiting wordt geen voorbehoud gemaakt. Dupliek: voorwaarden zijn over het algemeen eenvoudig te raadplegen.
Voorzitter oordeelt dat er sprake is van onjuiste informatie (art. 8.2 aanhef onder b NRC), want niet weersproken dat bestelling niet binnen 24 uur is verzonden en geen voorbehoud gemaakt in uiting. Strijd met art. 7 NRC. Bezwaar tegen beslissing voorzitter: adverteerder stelt dat er wel verwezen wordt naar voorwaarden en klager dit ook erkent.
Commissie: uiting is te absoluut nu voorbehoud of verwijzing naar voorwaarden ontbreekt. Bevestigt beslissing voorzitter en doet aanbeveling.
Het oordeel van de Commissie
De bij de laptop van het model Inspiron 15 geplaatste mededeling “Verzending binnen 24 uur!” wekt de indruk dat deze laptop binnen 24 uur na bestelling wordt toegezonden. Dit aspect kan doorslaggevend zijn voor de beslissing deze laptop aan te schaffen, zoals ook bij klager het geval was. In de uiting is bij de mededeling “Verzending binnen 24 uur!” geen voorbehoud gemaakt of verwijzing naar van toepassing zijnde voorwaarden opgenomen, hoewel vast is komen te staan dat slechts onder bepaalde omstandigheden verzending binnen 24 uur na orderbevestiging mogelijk is. Naar het oordeel van de Commissie zijn deze elders op de website van adverteerder vermelde (beperkende) voorwaarden zo essentieel, dat de bestreden uiting door het ontbreken van een voorbehoud of verwijzing naar deze voorwaarden te absoluut is.
Gelet op het vorenstaande gaat de bestreden uiting gepaard met onjuiste informatie over een van de voornaamste kenmerken van het aangeboden product als bedoeld onder b van artikel 8.2 NRC, te weten de levering. Voorts is de Commissie van oordeel dat de uiting de gemiddelde consument ertoe kan brengen een besluit over een transactie, te weten de aankoop van de Inspiron 15 laptop, te nemen dat hij anders niet had genomen. Om die reden acht de Commissie, overeenkomstig de beslissing van de voorzitter, de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: NRC art. 7, art. 8.2 aanhef en onder b
Gratis proefpakket Açai Slim niet gratis
RCC 10 mei 2011, Dossiernr. 2011/00203 (Açai Slim)
Reclamerecht. Reclame van Açai Slim op website: "gratis proefpakket aanvragen." Klager stelt dat proefpakket niet gratis is, want 2,99 euro verzendkosten en automatisch besteld men kwartaalpakket t.w.v. 16,50 euro. Kwartaalpakket kan binnen 7 dagen worden opgezegd, maar daar wordt bij levering niet op gewezen. Acht uiting misleidend. Verweerder stelt dat men voor aanvragen pakket akkoord dient te gaan met actievoorwaarden.
Commissie oordeelt dat de verplichting om een kwartaalpakket af te nemen zo essentieel is dat hierop in de uiting gewezen moet worden, alleen vermelding in actievoorwaarden is niet voldoende. Sprake van verborgen houden van essentiële informatie (art. 8.3 aanhef en onder c NRC) en daarom in strijd met art. 7 NRC. Doet aanbeveling.
Naar blijkt uit de bij de klacht overgelegde “Algemene Voorwaarden” houden de “Actie voorwaarden Acai Slim pakket” onder meer in dat men na ontvangst van het proefpakket “het eerste kwartaalpakket” met Acai Slim capsules ontvangt, waarvoor € 16,50 moet worden betaald. Voorts blijkt uit de voorwaarden dat “De bestelling” kan worden geannuleerd tot 7 dagen na de datum waarop het proefpakket is ontvangen, in welk geval alleen verzendkosten in rekening worden gebracht, en het proefpakket mag worden behouden.
In de bestreden uiting wordt gesteld “Ja, stuur mij een GRATIS proefpakket!” en “PROBEER NU GRATIS!”, zonder dat duidelijk wordt gewezen op het feit dat men, door een proefpakket te bestellen, in beginsel verplicht is om een kwartaalpakket af te nemen. Dit blijkt pas uit de actievoorwaarden. Adverteerder heeft gesteld dat de klant “bij aanmelding” akkoord dient te gaan met de actievoorwaarden, maar de Commissie acht het feit dat in beginsel meer dan een proefpakket dient te worden afgenomen zo essentieel voor het onderhavige aanbod, dat hierop direct had moeten worden gewezen.
Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf)
Regeling: NRC art. 7, art. 8.3 aanhef en onder c
GSM Topdeal: alleen gratis navigatie bij afsluiten internetbundel
RCC 19 mei 2011, Dossiernr. 2011/00276 (GSM Topdeal)
Reclamerecht. Aanbieding in ANWB Kampioen: gratis Samsung en 2 jaar 50% korting. Klager acht tekst "gratis navigatie" in uiting misleidend, want downloaden daarvan heeft hem veel geld gekost. Verweerder stelt dat klager niet voor internetbundel heeft gekozen en daarom per MB betaald. Als hij internetbundel wel had gehad, dan kon hij gebruik maken van onbeperkt internet en dus ook gratis gebruik van Google Maps navigatie. Verweerder vindt uiting niet misleidend.
Commissie oordeelt dat uiting indruk wekt dat ongeacht welk abonnement men afsluit, gratis navigatie bij telefoon is inbegrepen. Nu gratis navigatie alleen geldt als men internetbundel afsluit, is er sprake van onjuiste informatie (art. 8.2 aanhef en onder b NRC). Oordeelt uiting in strijd met art. 7 NRC en doet aanbeveling.
In de uiting staat, in een kader, geplaatst over een afbeelding van de telefoon, de tekst ‘Gratis navigatie’. Voorts worden prijzen getoond van verschillende soorten abonnementen, met dan wel zonder internetbundel.
Aldus wordt naar het oordeel van de Commissie de indruk gewekt dat, ongeacht het abonnement dat men afsluit, bij de telefoon gratis navigatie is inbegrepen. Gebleken is echter dat de navigatie uitsluitend gratis is indien men bij het abonnement een internetbundel heeft afgesloten.
Gelet op het voorgaande is de Commissie van oordeel dat de reclame gepaard gaat met onjuiste informatie ten aanzien van de voornaamste kenmerken van het product zoals bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC), te weten de voordelen. Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument door de reclame gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Aldus is sprake van misleidende en daardoor oneerlijke reclame in de zin van artikel 7 NRC.
Lees de gehele uitspraak hier (link en pdf)
Regeling: NRC art. 7, art. 8.2 aanhef en onder b