RB
RB 3869
25 november 2024
Artikel

Laatste plekken: Jurisprudentielunch Merken-, Modellen- en Auteursrecht op woensdag 27 november 2024

 
RB 3867
11 november 2024
Uitspraak

HvJ EU: Parfümerie Akzente

 
RB 3866
8 november 2024
Artikel

Carly van der Beek treedt toe als Senior Associate bij Pinsent Masons Nederland

 
RB 712

Geneesmiddelenonderzoek, ok?

RCC 16 februari 2011, Dossiernr: 2010/00951 (PRA International in Groot Eindhoven)

Reclamerecht. De uiting nodigt uit tot om zich te melden als vrijwilliger voor het ondergaan van geneesmiddelen onderzoek voor postmenopauzale klachten. Klager acht dat de teksten te veel opgeleukt zijn, zodat kwetsbare groepen zich laten lokken door de financiële tegenprestaties. Verweerder geeft gemotiveerd aan er korte informatie wordt gegeven over het onderzoek aan de voorwaarden voor eventuele deelname. Er kan meer informatie worden opgevraagd, aan mogelijke deelnemers wordt het onderzoek door artsen toegelicht. Daarbij worden onderzoeken via diverse (internationale) richtlijnen uitgevoerd. De commissie wijst de klacht af.

Uiting in Groot Eindhoven, klik plaatje (deel van uiting), klik hier(link) of hier(pdf)

De klacht

De uiting bevat “opgeleukte teksten” zoals bijvoorbeeld “mevrouw voor mevrouw”, “geneesmiddelenonderzoek = mensenwerk” en “vergoeding € 1.493,-”. Klagers moeder heeft de indruk gekregen dat het om een goed doel gaat en dat men er geld bij krijgt. In werkelijkheid gaat het om serieus geneesmiddelenonderzoek, waaraan risico’s zijn verbonden.
Veel mensen hebben financiële problemen en vormen een kwetsbare groep. Groot Eindhoven is een wekelijks verspreide, gratis krant. Met deze krant weet de adverteerder mensen te bereiken die geld nodig hebben.
Klagers moeder, die zich naar aanleiding van een soortgelijke reclame in Groot Eindhoven heeft aangemeld voor geneesmiddelenonderzoek op het gebied van Diabetes Mellitus type II,  gebruikt al veel medicijnen. Reclame als deze, waarin geen waarschuwing is opgenomen, brengt kwetsbare mensen in een levensgevaarlijke situatie.   
 
Het oordeel van de Commissie
 
De Commissie stelt voorop dat het adverteerder op zichzelf vrij staat om reclame te maken voor geneesmiddelenonderzoek en om in dat kader een oproep te doen aan vrijwilligers om deel te nemen aan zodanig onderzoek. De wijze waarop adverteerder dat in dit geval doet, acht de Commissie niet in strijd met de Nederlandse Reclame Code.
 
In de advertentie, die duidelijk betrekking heeft op het werven van vrijwilligers voor een geneesmiddelenonderzoek, wordt kort op dat onderzoek ingegaan; zo wordt gewezen op de tijdsbelasting, op een aantal aan de deelnemer gestelde voorwaarden zoals het ondergaan van een medische keuring en op de vergoeding die de deelnemer tegemoet kan zien. Voor het verkrijgen van meer informatie wordt verwezen naar een telefoonnummer, een e-mailadres en een website.
 
Adverteerder heeft onder meer op het volgende gewezen. Alle onderzoeken worden uitgevoerd volgens de internationale richtlijnen van de verklaring van Helsinki en ICH GCP (Good Clinical Practice) en volgens de Nederlandse Wet voor Medisch-Wetenschappelijk Onderzoek met Mensen (WMO). Publicaties om vrijwilligers te interesseren voor deelname aan een onderzoek, waaronder advertenties, vallen onder het toezicht van een Medisch Ethische Toetsings Commissie. Aan mogelijke deelnemers wordt het onderzoek door artsen mondeling toegelicht, waarbij wordt ingegaan op alle eventuele risico’s en bijwerkingen. Op basis van alle verstrekte informatie besluit men om al dan niet deel te nemen aan het onderzoek. Als bijlage bij het verweer legt adverteerder het informatieblad en een Bereidheidsverklaring tot Deelname met betrekking tot het in de gewraakte uiting genoemde onderzoek over.
 
Gelet op de -door overgelegde stukken onderbouwde- toelichting van adverteerder betreffende de informatie die aan potentiële deelnemers wordt gegeven, acht de Commissie het niet aannemelijk dat de onderhavige advertentie voor (sommige) lezers daarvan -zoals samengevat door klager gesteld- gevaar oplevert.

Lees de uitspraak hier(link) en hier(pdf)

Regeling:
Verklaring van Helsinki (link) en (pdf) van WMA.net
ICH GCP E6 (link) en (pdf) van ICH.org
Wet Medisch-Wetenschappelijk onderzoek met Mensen (WMO) (link en link2)
Een Medisch-Ethische toetsingscommisie dient te zijn erkend door CCMO

RB 707

NMa beboet colportage

Boetebesluit is nog niet in onze handen, mocht u meer hierover weten, dan kunt u hier uw bijdrage insturen (discreet)

De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft vandaag twee energiebedrijven beboet vanwege de manier waarop zij begin 2010 deur-aan-deur hebben geprobeerd nieuwe klanten te werven. Greenchoice krijgt een boete van ruim EUR 2 miljoen, energie:direct van ruim EUR 1 miljoen. Veel benaderde consumenten begrepen niet dat zij aangesproken werden voor een overstap van energieleverancier. Op basis van het verhaal van de colporteur verkeerden ze in de veronderstelling dat zij bijvoorbeeld tekenden voor een korting van hun huidige leverancier of voor het ontvangen van een informatiepakket.

‘Aan de spelregels houden’
Jaap de Keijzer, bestuurslid van de NMa: “Colportage is op zich een prima manier om nieuwe klanten te werven. Wel vinden we het daarbij essentieel dat iedereen zich aan de spelregels houdt. Consumenten moeten vertrouwen kunnen hebben in de aanbiedingen die ze van energiebedrijven ontvangen. Daarom treedt de NMa nu stevig op.” Het is in ieders belang dat de energiemarkt dynamisch blijft, zo houden energiebedrijven elkaar scherp met de beste prijzen en goede dienstverlening. Voor een dynamische markt is een eerlijke marktwerking een belangrijke voorwaarde, aldus de NMa. In de boetebedragen is rekening gehouden met het feit dat beide bedrijven de nodige maatregelen hebben getroffen om overtredingen te voorkomen.

Overtredingen niet incidenteel
In januari 2010 besteedde Vara’s Kassa uitgebreid aandacht aan de colportagepraktijken van energiebedrijven. In dezelfde periode openden de NMa en de Consumentenautoriteit een digitaal meldpunt colportage, omdat zij diverse signalen ontvingen over mogelijke misstanden bij colportagepraktijken van energiebedrijven. Deze signalen zijn aanleiding geweest voor onderzoeken door de NMa en de Consumentenautoriteit. Uit het NMa-onderzoek bij Greenchoice en energie:direct blijkt dat de overtredingen aanmerkelijk ernstiger waren dan enkele ongelukkig verlopen wervingsgesprekken. Veel consumenten begrepen niet dat zij tekenden voor een contract bij een andere energieleverancier. De bedrijven hebben de consumenten daarnaast niet altijd goed ingelicht over belangrijke voorwaarden van het contract dat zij aanboden, bijvoorbeeld over de duur en over de manier waarop een klant kan opzeggen. Het onderzoek van de Consumentenautoriteit wordt binnenkort afgerond.

Achtergrondinformatie
Colportage is een wettelijk toegestane wijze van werven. Belangrijk is dat een colporteur zich kan identificeren en duidelijk moet uitleggen waarvoor een klant tekent. Meer informatie over kopen aan de deur en de bijbehorende rechten voor de consument staat op www.consuwijzer.nl. Tegen deze boetebesluiten van de NMa staat bezwaar en beroep open.

BRON: www.nmanet.nl greenchoice:NMa straft verkeerde

RB 711

Overgangsrecht; Lid van golfclub?

RCC 16 februari 2011, Dossiernr: 2010/00941 (Golf Vaardigheidsbewijs/ lidmaatschap)

Definitie reclame; NRC (oud)beoordeling uiting; overgangsrecht; uitspraak: Afwijzing van de klacht. Na deelname aan een ééndaagse golfcursus met examen in 2009 heeft klager enkele emails en een brief ontvangen om contributie te betalen aan verweerder in 2010. Uitingen zijn misleidend, klager meent geen lid te zijn. Verweerder meldt dat lidmaatschap inbegrepen is in deelname aan voormelde cursus en dat daarin ook is ingestemd. Nu blijkt onvoldoende weersproken dat er lidmaatschap is ontstaan en is er geen sprake van reclame volgens de definitie die ingevolge overgangsrecht geldt. RCC wijst de klacht af.

De Commissie dient de vraag te beantwoorden of er sprake is van reclame in de zin van artikel van de Nederlandse Reclame Code (NRC) oud. De Commissie beantwoordt die vraag in negatieve zin en overweegt daartoe het volgende.
 
Klager heeft niet althans onvoldoende weersproken dat hij in het kader van een 1-daagse cursus met zogenaamd GVB-examen op 28 oktober 2009 een automatisch voor een jaar te verlengen lidmaatschap bij verweerder is aangegaan. Nu niet is gebleken dat klager dit lidmaatschap heeft opgezegd, hebben de gewraakte uitingen, die een verzoek tot het betalen van contributie bevatten, betrekking op een reeds bestaande lidmaatschapsovereenkomst tussen klager en verweerder en kunnen deze niet worden aangemerkt als reclame-uitingen in de zin van artikel 1 NRC, zoals die bepaling tot 1 januari 2011 luidde.
 
Vanaf 1 januari 2011 geldt een nieuwe definitie van reclame. Ingevolge overgangsrecht vallen klachten die zijn ingediend vóór 1 januari 2011 en die betrekking hebben op uitingen die alleen in 2010 zijn gepubliceerd, hetgeen hier het geval is, onder de oude definitie.

Lees de uitspraak hier(link) of hier(pdf).

Regeling; art. 1 NRC (oud), overgangsrecht

Onderstreept is wat aan oude definitie is toegevoegd per 1 januari 2011:

Onder reclame wordt verstaan: iedere openbare en/of systematische directe dan wel indirecte aanprijzing van goederen, diensten en/of denkbeelden door een adverteerder of geheel of deels ten behoeve van een adverteerder al dan niet met behulp van derden. Onder reclame wordt mede verstaan het vragen van diensten. Adverteerder is een organisatie of een persoon niet zijnde een consument.

Er geldt de volgende overgangsregeling.

  • Klachten die zijn ingediend vóór 1 januari 2011 en die betrekking op reclame-uitingen die alleen in 2010  zijn gepubliceerd, vallen onder de oude definitie.
  • Klachten die zijn ingediend vóór 1 januari 2011 en die betrekking op reclame-uitingen die zijn gepubliceerd in 2010 en die ook nog in 2011 worden gepubliceerd,  vallen onder de nieuwe definitie.
  • Klachten die worden ingediend op/na 1 januari 2011 en die betrekking op reclame-uitingen die zijn gepubliceerd in 2010 en die niet meer worden gepubliceerd in 2011, vallen onder de oude definitie.
  • Klachten die worden ingediend op/na 1 januari 2011 en die betrekking op reclame-uitingen die zijn gepubliceerd in 2010 en die ook nog in 2011 worden gepubliceerd,  vallen onder de nieuwe definitie.

 

RB 710

"Uploadkosten" pas op website gemeld

RCC 10 februari 2011, Dossiernr: 2010/00954 (Vistaprint in Veronica magazine)

Reclamerecht. Als voucher in Veronica Magazine stond de aanbieding “GRATIS* AANBIEDING”; “Bestel: 1 Foto-wandkalender NU GRATIS* en “Gebruik uw favoriete foto’s”. Onderaan de uiting staat onder meer: “Exclusief BTW & verzendkosten”. Nu er €4,24 aan kosten verbonden zijn aan het uploaden van foto's en deze pas bekend worden op de website vistaprint.nl; wordt te laat essentiële informatie verstrekt die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen. Uitspraak: Aanbeveling obv art. NRC (nieuw) art. 7; art. 8.3 aanhef en onder c.

Naar adverteerder heeft meegedeeld, heeft de tekst “Gebruik uw favoriete foto’s” betrekking op de mogelijkheid om eigen foto’s te uploaden. Voorts heeft adverteerder  meegedeeld dat voor het uploaden van eigen foto’s eenmalig uploadkosten zijn verschuldigd, eenmalig in die zin dat een klant die reeds eerder foto’s heeft geupload in het systeem van Vistaprint, bij latere bestellingen geen uploadkosten hoeft te betalen. Wanneer men besluit om niet zelf foto’s te uploaden, maar gebruik te maken van de foto’s die Vistaprint ter beschikking stelt, zijn geen uploadkosten verschuldigd.
 
Nu niet reeds in de gewraakte uiting, waarin nadrukkelijk de aandacht wordt gevestigd op de mogelijkheid “uw favoriete foto’s” te gebruiken, maar pas op de website www.vistaprint.nl wordt gewezen op het bestaan van bovenbedoelde eenmalige uploadkosten, wordt te laat essentiële informatie verstrekt die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC) en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Lees de uitspraak hier (link) en hier (pdf).

Regeling: NRC (nieuw) art. 7; art. 8.3 aanhef en art. 8.3 onder c.

RB 709

ABC-tje van renault

RCC 10 februari 2011, Dossiernr: 2010/00955

Reclamerecht. Uiting op www.renault.nl. Het ABC-tje van Renault wordt in de praktijk door dealers anders mee omgegaan, zodat de €2.500 EXTRA inruilwaarde geen verschil maakt. Uitspraak: aanbeveling.

Feiten: Klager heeft overeenkomstig de voorwaarden de koerswaarde van auto opgevraagd bij Autotelex; €9.953. Binnen 14 dagen is een Renaultdealer in Leiden bezocht. In verband met dit bezoek heeft zij de koerswaarde volgens Autolex uitgeprint. Op het moment van uitprinten, bedroeg deze € 9.511,-. De Renaultdealer in Leiden bood vervolgens slechts € 8.400,-; meer zei hij niet te kunnen bieden, omdat hij klaagsters auto voor slechts € 7.500,- kon verkopen en de auto nog moest worden gewassen.

Dealers van andere automerken werden ook bezocht: diverse keren een bod van € 10.500,- en € 10.600,- gekregen. Het bod van de Renaultdealer vermeerderd met de door die dealer aan klaagster toegezegde extra inruilpremie van € 2.000,- bleef hier dus onder. Klaagster heeft nog een Renaultdealer in Zoetermeer benaderd. Deze bood voor klaagsters auto ook niet meer dan € 8.700,-. Volgens een medewerker van Renault Nederland “mocht” men klaagsters auto “weigeren” en naar de mening van klaagster heeft men dat in dit geval ook gedaan. Klaagster voelt zich misleid door de reclame; men biedt zwaar onder de marktwaarde, zodat men met € 2.000,- extra inruilpremie op de gewone inruilwaarde uitkomt.

Verweer, repliek en dupliek wordt uitgebreid gevoerd (integraal overgenomen):

Alle communicatie uitingen van Renault voor deze actie verwijzen naar de actievoorwaarden op www.renault.nl. Deze worden bij het verweer overgelegd en zijn als bijlage 2 aan deze uitspraak gehecht. In punt 1 van de voorwaarden staat dat de “inruilpremie geldt bovenop een automatisch gegenereerde taxatie volgens de Autolex koerslijst” en dat deze “indicatief” is. Daarnaast wordt een aantal voorbeelden gegeven van gevallen waarbij een taxatie kan afwijken van de automatisch gegenereerde taxatie. Voorts is vermeld dat aan het indicatieve inruilvoorstel geen rechten kunnen worden ontleend en wordt voor een exacte taxatie verwezen naar de dealer. Deze kan zonder opgave van reden in specifieke gevallen zelfs een inruil weigeren.  
 
Nadat een geïnteresseerde op de website van Renault zijn kenteken invoert om de indicatieve inruilwaarde na te gaan kan hij direct kennis nemen van de actievoorwaarden. Als hij doorklikt naar stap 3 gaat hij akkoord met deze voorwaarden en kan kennis worden genomen van de disclaimer betreffende “het niet kunnen ontlenen van rechten” aan de gegenereerde indicatieve inruilwaarde.
 
Het is lastig om te reageren op door dealers van andere automerken geboden inruilbedragen, omdat adverteerder niet bekend is met mogelijke hieraan verbonden acties of bijdragen. Adverteerder betreurt het dat klaagster niet tot een transactie heeft kunnen komen met de betrokken Renault-dealers, maar meent, gelet op het bovenstaande, de klant voldoende bekend te hebben gemaakt met voorwaarden van de ABC-actie.
  
De repliek
 
Klaagster heeft onder meer het volgende meegedeeld.
Op grond van de actievoorwaarden meent zij recht te hebben op een hogere inruilprijs dan € 8.400,-. Zo is klaagsters auto bijvoorbeeld niet moeilijk door de verkopen in de markt. Klaagster verwijst naar 4 door haar overgelegde offertes van dealers van andere merken.
 
Renaultdealer De Jong uit Leiden ontleende de geboden waarde van € 8.400,- aan een boekje. Hij weigerde de voorwaarde van de website van Renault te hanteren, waarbij het kenteken kon worden ingevoerd en een inruilwaarde kon worden bekeken. Volgens de dealer kon Renault Nederland “wel van alles bepalen”, maar had hij het recht om eigen regels te hanteren. Blijkens een bij de repliek gevoegd printscreen is klaagsters auto wel degelijk in de markt verkoopbaar. 
 
De dupliek
 
Adverteerder handhaaft zijn standpunt.
Hij benadrukt dat de actievoorwaarden en bijbehorende, niet uitputtende voorbeelden mede dienen om duidelijk te maken dat de leden van het dealernetwerk zelfstandige ondernemers zijn die met hun ervaring en kennis van zaken en van de markt een eindoordeel moeten kunnen geven. Helaas communiceren niet alle dealers hierover altijd even duidelijk met de klant.
 
Naar aanleiding van de door klaagster overgelegde waardes/offertes merkt adverteerder op dat het in het verweer niet de bedoeling is geweest de bedragen of waardes die door andere partijen werden geboden te bagatelliseren of te negeren. Adverteerder doet dat ook nu niet. Adverteerder wilde slechts benadrukken dat hij geen inzicht heeft in -samengevat- de wijze van tot stand komen van deze bedragen.

Het oordeel van de Commissie
 
Naar tussen partijen vaststaat, is de door klaagster bezochte Renaultdealer in Leiden bij de taxatie van klaagsters auto afgeweken van de automatisch gegenereerde taxatie gebaseerd op de Autotelex Koerslijst inruilwaarde, die klaagster -overeenkomstig de aan de ABC-actie verbonden voorwaarden- had opgezocht. Klaagster vond achtereenvolgens waarden van € 9.953,- en € 9.511,-, terwijl de Renaultdealer € 8.400,- bood.

Blijkens de bij het verweer overgelegde actievoorwaarden kan de daadwerkelijke taxatie afwijken, waarbij in de actievoorwaarden een -niet limitatief- aantal redenen voor afwijking wordt genoemd. Niet is gebleken dat zich in het geval van klaagster één van die redenen heeft voorgedaan, noch heeft adverteerder voldoende duidelijk gemaakt waarom in dit geval is afgeweken van de door Autotelex weergegeven inruilwaarde, sterker nog, adverteerder heeft niet weersproken dat -zoals bij repliek gesteld- de door klaagster bezochte dealer de waarde van € 8.400,- heeft ontleend aan een boekje en heeft geweigerd om overeenkomstig de voorwaarden van de website van Renault het kenteken in te voeren en de inruilwaarde te bekijken. In de voorwaarden staat: “Indien er voor uw auto geen inruilwaarde weergegeven wordt door Autotelex, zal uw Renault-dealer de waarde zelf vaststellen”, hetgeen er naar het oordeel van de Commissie op duidt dat de dealer de waarde alleen dan zelf zal vaststellen, indien er voor de auto geen inruilwaarde wordt weergegeven door Autotelex.
 
In de actievoorwaarden, die naar het oordeel van de Commissie moeten worden geacht deel uit te maken van de gewraakte uiting, wordt de indruk gewekt dat in het kader van de onderhavige actie een automatisch gegenereerde taxatie gebaseerd op de Autolex Koerslijst inruilwaarde als uitgangspunt wordt gehanteerd voor de taxatie door de Renault-dealer. Nu het in de praktijk echter ook blijkt te kunnen voorkomen dat de dealer geen acht slaat op de inruilwaarde volgens Autotelex, acht de Commissie de uiting voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van de aard van het verkoopproces als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
 
Lees de uitspraak hier en hier(pdf).

Regeling: NRC (nieuw) art. 7; art. 8.2 aanhef; art. 8.2 onder c.

RB 708

adverteren zonder BTW

RCC 11 februari 2011, Dossiernr: 2010/00906 (adverteren prijzen zonder BTW)

reclamerecht. Een advertentie in dagblad Metro 15 november 2010 waarin producten worden aangeboden. Klager merkt op dat de geadverteerde prijzen zonder BTW zijn vermeld. Strijd met de wet. Uitspraak: Aanbeveling op basis van art. 2 NRC (nieuw) en art. 38 wet op de omzetbelasting 1968.

Verweer: In de advertentie staat een fout die niet is opgemerkt door adverteerder of het reclamebureau. De advertentie was gericht op ondernemers en in de disclaimer van de advertentie werd vermeld dat het om prijzen exclusief 19% BTW ging. Het is echter gebruikelijk om dit eveneens bij de prijsgegevens van de producten te vermelden, hetgeen in dit geval niet is gebeurd. Adverteerder betreurt het dat deze onzorgvuldigheid heeft plaatsgevonden en zal trachten herhaling in de toekomst te voorkomen.

Het oordeel van de Commissie
Naar door adverteerder is erkend, zijn de in de advertentie genoemde prijzen exclusief BTW.

Niet blijkt uit de advertentie, die immers staat in een dagblad dat ook wordt gelezen door anderen dan ondernemers, dat deze gericht zou zijn op de markt voor ondernemers.

Op grond van artikel 38 van de Wet op de Omzetbelasting 1968 is het is de ondernemer verboden aan anderen dan ondernemers en publiekrechtelijke lichamen goederen en diensten aan te bieden tegen prijzen met zodanige aanduidingen dat de omzetbelasting niet in de prijzen zou zijn begrepen. Gelet op het voorgaande is de advertentie in strijd met de wet als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

Lees de uitspraak hier en hier(pdf).
Uiting is opgevraagd bij de RCC (red.); klik hier(pdf)

Regeling: 
NRC (nieuw) art. 2: Reclame dient in overeenstemming te zijn met de wet, de waarheid, de goede smaak en het fatsoen.
Wet op de Omzetbelasting 1968, art 38: Het is de ondernemer verboden aan anderen dan ondernemers en publiekrechtelijke lichamen goederen en diensten aan te bieden tegen prijzen met zodanige aanduidingen dat de omzetbelasting niet in de prijzen zou zijn begrepen.

 

RB 706

Misleidende en Vergelijkende Reclame (herpublicatie HVG)

Met dank aan Sijmen de Lange, Holland Van Gijzen voor de toestemming voor hergebruik van deze publicatie.

Vergelijkende en misleidende reclame

Steeds vaker stappen ondernemingen naar de rechter omdat zij van mening zijn dat een concurrent zich schuldig maakt aan oneerlijke concurrentie door middel van vergelijkende reclame.

Wat is vergelijkende reclame?
Onder vergelijkende reclame wordt verstaan elke vorm van reclame waarbij een concurrent dan wel door een concurrent aangeboden goeden of diensten uitdrukkelijk of impliciet worden genoemd. Vergelijkende reclame is alleen toegestaan als is voldaan aan alle daarvoor in de wet gestelde (cumulatieve) randvoorwaarden. De Nederlandse wettekst is, net als die van vele andere Europese lidstaten, gebaseerd op de Europese Richtlijn inzake misleidende en vergelijkende reclame uit 2006.

 Lidl-Lecrerc / Albert Heyn-C1000...

 

Klik hier voor de volledige publicatie.
Eerder gepubliceerd op hollandlaw.nl

RB 705

vaste boekenprijs

Commissariaat van de Media 8 februari 2011,  Kenmerk 24721/201100116

Vaste boekenprijs opgave. bijzondere boekenclubprijzen. ECI heeft in een 2010 het Commissariaat een aantal uiteenlopende  boekenclubprijzen doorgegeven in de zin van artikel 14, tweede lid, onderdeel b en c van het Besluit vaste boekenprijs (hierna: bijzondere boekenclubprijzen) die ECI hanteert. 

ECI hanteert voor een groot aantal uiteenlopende aangelegenheden bij wijze van speciale aanbieding diverse bijzondere boekenclubprijzen die maximaal 40% lager zijn dan de vaste prijs die de uitgevers voor deze boeken hebben vastgesteld. CvdM concludeert dat er geen beperking tav het aantal vast te stellen bijzondere boekenclubprijzen. het volstaat slechts de laagste boekenclubprijs aan te melden.

16 Ten slotte concludeert het Commissariaat dat dit bestuurlijk rechtsoordeel slechts ziet op het aantal bijzondere boekenclubprijzen dat op grond van artikel 14, tweede lid, onderdeel b, Bvbp kan worden vastgesteld en op de wijze waarop deze prijzen kunnen worden gemeld. Dit laat onverlet dat de regelgeving ten aanzien van de vaste boekenprijs onverkort van toepassing is en dat met dit bestuurlijk rechtsoordeel geen oordeel wordt gegeven over de rechtmatigheid van bijzondere boekenclubprijzen die worden vastgesteld, gemeld en gehanteerd.

17. Naar het oordeel van het Commissariaat geeft artikel 14, tweede lid, onderdeel b, van het  Bvbp geen beperkingen ten aanzien van het aantal vast te stellen bijzondere boekenclubprijzen.

18. Daarnaast is het Commissariaat van oordeel dat de uitgever bij het melden van bijzondere boekenclubprijzen voor de naleving van artikel 11 in samenhang met artikel 4, eerste lid, eerste volzin, Wvbp, kan volstaan met het melden van de laagste bijzondere boekenclubprijs die de uitgever voor de betreffende titel heeft vastgesteld via de daartoe bestemde website van het Commissariaat. Daarbij geldt de voorwaarde dat de uitgever, of de boekenclub namens de uitgever, ten minste een week vóór aanvang van ieder kwartaal een overzicht aanlevert waarin de (nieuwe) bijzondere boekenclubprijzen zijn opgenomen die zijn vastgesteld voor de titels die in het boekenclubassortiment zijn opgenomen. (accentuering red.)

Aldus concludeert het Commissariaat van de Media.

Lees de uitspraak hier of hier(pdf)
Regelingen: Wet op de vaste boekenprijs; Besluit vaste boekenprijs

RB 704

UK ASA Adjudications 9.3.2011

Ook Advertising Standards Authorization, de RCC in Groot Britannië, heeft een bundel uitspraken gepubliceerd. Categoriën variëren van voetbalkaartjes tot voedingssupplementen, kortingsacties, groot aantal rondom mobiele telefonie en een opmerkelijke poster for 'legal services'.

Zie plaatje hieronder (klik voor vergroting), klik hier voor de directe site:

 

9 maart 2011 - News Group Newspapers Ltd - A TV ad featured a football card promotion with the Sun newspaper. Ian Wright and a group of children discussed the cards. Ian Wright said “Topps Match Attax.” The children continued “The best ga...

9 maart 2011 - Rodial Ltd - An e-mail offering a weight loss aid stated "BEAT THE BLOAT THIS Christmas. TUMMY TUCK STICKS, £48".

9 maart 2011 - Metabolics Ltd - A leaflet for food supplements featured products called "Bright Eyes", "Colon Cleanse" and "Memory Recall". Next to pictures of the products text stated "Metabolics new Bright Eyes Formula contains...

9 maart 2011 - Natures Naturals Ltd - An e-mail, for Immuno-AID and Magnesium Oil Spray natural health products, stated "Immuno-AID™is a natural product formulated to provide the body with the components that modulate the immune system...

9 maart 2011 - Telefonica O2 UK Ltd - An e-mail, sent to O2 customers, stated "Thanks for playing O2 Top-Up Surprises. And for picking our Concierge Travel saver offer. To get going with a £150 per person discount, just visit yourtimea...

9 maart 2011 - Walkers Snack Foods Ltd - A promotion on packets of Walkers crisps for entrants to win £10 if they could correctly predict where and when in the country it would rain. Individual entrants were permitted to enter up to twice...

9 maart 2011 - Warmup plc - An e-mail, from Warmup electric floor heating, featured a hand holding a mobile phone. Text on the phone's display stated, "We're sorry, the number you are trying to call, 'Cheap Underfloor Heat Ma...

9 maart 2011 - THPD Properties Ltd - A regional press ad, by THPD Properties Ltd (THPD), for Yaxham Waters Holiday Park, stated "ATTENTION! Savers & Pensioners Guaranteed minimum 5% return per annum Buy a brand new holiday lodge to re...

9 maart 2011 - TUI UK Ltd - Two national press ads for CruiseDeals.co.uk. a. The first ad stated "Cruise Break ... from £629pp ... £130 PER COUPLE ONBOARD SPEND ... Fjords ... from £769pp... $220 PER COUPLE ON BOARD SPEND .....

9 maart 2011 - Magno-Pulse Ltd - A national press ad for a knee support was headed “I came down the stairs without any pain for the first time in absolutely ages”. The ad contained a number of testimonials. The first stated “I hav...

9 maart 2011 - Cassava Enterprises (Gibraltar) Ltd - An online promotion for Sing Bingo was headed "DEBT FREE 2011!" It stated "How do you fancy having your bills paid in 2011? Sing is prepared to do just that for one lucky player in our new 2011 Deb...

9 maart 2011 - ExxonMobil UK Ltd - A TV ad for ExxonMobil UK Ltd (ExxonMobil) featured a scientist talking about researching algae as a source of biofuel. He said, "In using algae to form biofuels, we're not competing with the food ...

9 maart 2011 - British Institute for Allergy and Environmental Therapy - Two leaflets for hay fever remedies. a. One leaflet was headlined “Allergy Testing and Treatment” and made a number of efficacy claims about the product, which included “With these simple homeopat...

9 maart 2011 - British Telecommunications plc - A TV ad for British Telecommunications plc (BT) showed people using mobile phones and iPads in various locations, including outside a pub, a bus station, a park bench and a car park next to an urba...

9 maart 2011 - Hammond Trotter LLP - A poster for legal services stated "Driving Offence? Speeding? Excess Alcohol? Dangerous Driving?" and featured an image of a car with a crushed front. Text underneath said "Save your licence with ...

9 maart 2011 - Hutchison 3G UK Ltd - A regional press ad, for mobile phones, was headlined “Better for smartphones”. It included an image of a smartphone, which displayed icons including ‘value’, ‘speed’ and ‘satisfaction’. Text below...

9 maart 2011 - ICU Security Services Ltd - A circular for a security services firm stated "Since our opening we have managed to secure 95% of venues in Morecambe alone ..."

9 maart 2011 - Home Shopping Selections Ltd - A national press ad, for a watch, which made a number of claims about its craftsmanship, including "The striking case, fused in 18k gold ... It took three years of development and £13,000,000 in ad...

9 maart 2011 - Homebase Ltd - Two ads for loft insulation. a. A national press featured a picture of a roll of loft insulation and was headlined "Insulate your loft from only £12*". Text in bubbles next to the picture stated "...

Meer over de ASA adjudications klik hier.

RB 703

Adwords: Keyword advertising

De uitnodiging voor het evenement hieronder (lees verder) of in pdf in het Nederlands en in het Engels.

Use of ‘trademarks with a reputation’ as Adwords by competitors:
Permissible ‘comparative advertising’ or impermissible ‘coat-tail riding’ / ‘dilution’?
 
On Thursday March 24, 2011 The Trademark Law Institute (TLI) is going to discuss this question in Amsterdam together with Prof. Dr. Ansgar Ohly, LL.M. (University of Bayreuth).

Use of ‘trademarks with a reputation’ as Adwords by competitors:
Permissible ‘comparative advertising’ or impermissible ‘coat-tail riding’ / ‘dilution’?
 
On Thursday March 24, 2011 The Trademark Law Institute (TLI) is going to discuss this question in Amsterdam together with Prof. Dr. Ansgar Ohly, LL.M. (University of Bayreuth). (see attachment)
 
This question has not been answered by the EU Court in its 2010 Adword decisions.
 
Maybe the Advocate-General is going to shed some light on it in his or her opinion in the Interflora case (C-323/09), which is due on the morning of that same day, Thursday March 24, 2011.
 
Recently, the The Hague district Court[1] decided in summary proceedings in a (second) case concerning the trademark/Adword ‘Tempur’ (a well-known trademark for mattresses) that the use of a trademark as Adword  is necessary for effective comparative advertising on the Internet.
 
[“Naar voorlopig oordeel is het gebruik van een merk als Adword noodzakelijk voor een doeltreffende vergelijkende reclame op internet. Vergelijkende reclame kan namelijk alleen doeltreffend zijn als de reclame het publiek bereikt dat primair geïnteresseerd is in de producten van een concurrent. Juist dat kan worden bewerkstelligd door een merk van een concurrent als Adword te gebruiken”.]
 
This decision has been criticised.  [see IEForum.nl > ‘Tempur’]
 
The questions we would like to discuss (among others) are:
 
  1. Is the The Hague district Court right in stating that the use of a trademark as Adword  is necessary for effective comparative advertising on the Internet?
 
  1. Does any direct or indirect reference to a competing product or service [or instance combined with a claim that one is cheap or cheaper] amount to permissible ‘comparative advertising’, for which the use of an Adword identical to a trademark (with a reputation) owned by a competitor is necessary and therefore permissible?
 
  1. Is Google right (or maybe acting unlawfully) in explicitly permitting in its ‘AdWords policy on trademarks in ads’ [any and all ?] “ads for competing products or services” “to display against a trademarked keyword, provided that the ad is not confusing [...].  (see attachment)
 
  1. Is the (unlimited) use of a ‘trademark with a reputation’ as an Adwords by competitors likely to lead to a situation in whichthe trade mark has become the common name in the trade for a product or service in respect of which it is registered;” (see article 51.b CTMR).
 
Please come to Amsterdam on Thursday March 24, 2011 and / or share your thoughts and suggestions for additional questions with us in advance by e-mail.


[1] The Hague District Court 4 February 2011, KG ZA 10-1438, IEF  9383 (Tempur / Medicomfort), par. 4.6.