Zelftest voor internetondernemers
Via de site van de Belastingdienst kunnen internetondernemers een zelftest doen. De online verkoopkanalen zijn vaak te weinig conform de wettelijke voorwaarden; consumenten worden middels die bepalingen beschermd. De Consumentenautoriteit ziet daarop toe:
Verkoopsites zijn vaak gestart vanuit hobbyisme en doorgegroeid naar professionele kanalen met flinke omzetcijfers. Daarom hebben de Consumentenautoriteit en de Belastingdienst het initiatief genomen om de test te ontwikkelen en internetondernemers te informeren. Door vijf vragen te beantwoorden wordt duidelijk of zij hun website moeten aanpassen of dat deze voldoet. De test en informatie zijn te vinden op www.belastingdienst.nl/internetondernemers.
De bezoeker wordt in deze laagdrempelige site snel naar belangrijke informatie geleid. Bij wijze van proef zijn via e-mail de eerste 560 ondernemers geïnformeerd uitgenodigd om de zelftest te doen.
reclame voor diensten die niet meer beschikbaar zijn, zullen onverwijld worden gestaakt
RCC 11 februari 2011, Dossiernr: 2010/00913
Reclamerecht. Reizen en toerisme. Bijzondere Reclamecode Reisaanbiedingen. Drukpers/tijdschriften; In een advertentie in de Telegraaf van 13 november 2010 wordt o.m. een reis naar Mauritius wordt aangeboden voor € 699,-. Op de geadverteerde website bleek de goedkoopste reis naar Mauritius € 895,- te kosten. Bij navraag ontving klager een briefje waarin stond dat er een fout was gemaakt. Sindsdien is de advertentie niet gewijzigd. De goedkoopste reis naar Mauritius staat nu op de website voor € 809,-. Adverteerder reageert niet meer op herhaalde verzoeken van klager.
De RCC oordeelt dat is gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel V onder 2 RR. De Commissie beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Adverteerder biedt haar excuses aan voor het feit dat, wegens een probleem met haar mailprogramma, niet is gereageerd op klagers e-mails.
De advertentie betrof een kortere reis dan de reis die klager wenste. De advertenties werden soms voor langere tijd doorgegeven aan de Telegraaf, waardoor het kon voorkomen dat de reis met betreffende prijs inmiddels was volgeboekt. Tegenwoordig hanteert adverteerder een andere wijze waarop de prijzen aan de Telegraaf worden doorgegeven, waardoor dit probleem zich niet langer kan voordoen. Het kan echter niet worden voorkomen dat tussen moment van publicatie van de uiting en het moment van boeken een bepaalde reis is volgeboekt.
Het oordeel van de Commissie
Uit het verweer is gebleken dat het is voorgekomen dat er door adverteerder in de Telegraaf reizen voor een bepaalde prijs werden aangeboden, terwijl deze op dat moment al waren volgeboekt. De Commissie begrijpt dat zo ook de door klager gewenste reis, op het moment dat deze werd gepubliceerd, reeds niet meer voor de genoemde prijs beschikbaar was.
Het voorgaande is in strijd met artikel V onder 2 van de Reclamecode voor Reisaanbiedingen (RR), waarin is bepaald dat Reclame-uitingen voor diensten die niet meer beschikbaar zijn voor de genoemde prijs, onverwijld dienen te worden gestaakt.
Voor de gehele uitspraak klik hier, of hier (pdf).
Regeling: RRA V. lid 2: Reclame-uitingen voor diensten die niet meer beschikbaar zijn, zullen onverwijld worden gestaakt.
U bent (ook) mogelijk winnaar
RCC 11 februari 2011, Dossiernr: 2010/00886 (twitpic - geen grapje winnaar).
Reclamerecht. Aanbeveling. Misleiding betreft online digitale marketing communicatie. Een banner op de site https://twitpic.com vermeld “U bent de geselecteerde bezoeker, Dit is geen grapje! Hartelijk gefeliciteerd, we hebben u zojuist uit alle bezoekers als mogelijk winnaar van een iMac, iPhone of iPad van Apple uitgekozen. Als u bent uitgekozen, klik hier”. Of zo u wilt visueel:
Nu er geen daadwerkelijke selectie plaatsvindt, acht klager de uiting misleidend. De zichtbaarheid van de advertentie is niet afhankelijk van een selectieproces dat bepaalt of de prijs gewonnen kan worden.
Verweerder stelt in het betoog dat ... ‘iedereen die de Banner ziet’, ‘daadwerkelijk geselecteerd’ is omdat iedereen ook deel kan nemen aan het kansspel. Er is geen sprake van feitelijk onjuiste informatie zoals bedoeld in artikel 8.1 NRC. De gemiddelde consument die zich op internet begeeft is met banners en de overdrijving daarvan in reclames bekend. Er is geen sprake van een geïndividualiseerde boodschap en is van mening dat de gemiddelde consument niet zal worden misleid door het gebruik van het woord ‘geselecteerde’ in de banner.
Tot slot wijst adverteerder op de achtergrond van de artikelen 8.1 en 8.2 van de Nederlandse Reclame Code en het feit dat deze artikelen een implementatie vormen van artikelen uit de ‘Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken’. Hieruit volgt dat een belangenafweging dient te worden gemaakt tussen de bescherming van de consument enerzijds en de stimulering van het vrije verkeer anderzijds. In dit verband noemt adverteerder ook de ‘Gedragscode Promotionele Kansspelen’, waarin expliciet wordt bepaald wanneer een reclame-uiting in het geval van promotionele kansspelen misleidend is. Zij stelt dat de onderhavige uiting niet in de buurt komt van de uitingen die door deze code ‘misleidend’ worden genoemd.
Het oordeel van de Commissie is helder
De Commissie is van oordeel dat in de banner, door de zinsneden “U ben de geselecteerde bezoeker”, “dit is geen grapje” en “… we hebben u zojuist uit alle bezoekers (…) uitgekozen”, de serieuze indruk wordt gewekt dat degene die de banner te zien krijgt één van de weinige kansmakers op een van de te winnen prijzen is. Gebleken is echter dat iedereen die de verschillende websites bezoekt de bewuste banner te zien krijgt.
Gelet op het vorenstaande is de Commissie van oordeel dat de uiting onjuiste informatie verschaft ten aanzien van de voornaamste kenmerken van het product, te weten de voordelen, als bedoeld in artikel 8.2 onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument door genoemde onduidelijkheid ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Lees de uitspraak hier en hier (pdf).
NRC (nieuw) art. 7
NRC (nieuw) art. 8.2 onder b.
UPDATE 8 maart 2011: banner is nog steeds te zien op de betreffende site.
Ticketstarter alleen door wederverkopers
RCC 11 februari 2011, Dossiernr: 2010/00911 (ticketstarter.nl)
Reclamerecht. Aanbeveling. Vrije tijd, amusement, cultuur en sport, misleidend ontbrekende informatie via digitale marketing communicatie. De gewraakte tekst:
"Ticketstarter.nl is een onafhankelijke ticket vergelijkswebsite die het aanbod van Concert tickets, Theater tickets, Sport tickets en Event tickets meerdere keren per dag vegelijkt. Op deze manier ben je altijd verzekerd van het goedkoopste toegangskaartje. We vergelijken kaarten voor evenementen in Nederland, maar ook tickets in het buitenland. We werken samen met betrouwbare ticketmarktplaatsen en partners. Kijk en vergelijk! Bestel je voordeligste kaarten!”
De aanbieders die worden vergeleken zijn uitsluitend wederverkopers waar de concertkaarten voor hogere prijs worden aangeboden dan de oorspronkelijke prijs. Klager acht de tekst en in het bijzonder de zinnen “Op deze manier ben je altijd verzekerd van het goedkoopste toegangskaartje” en “Bestel je voordeligste kaarten!” zeer misleidend.
Verweer: De website verwijst naar concertkaartaanbieders en heeft betrouwbare partners. De vraag en aanbod worden op elkaar afgestemd en daarom wordt verzekerd dat men altijd het goedkoopst af bent bij de marktplaatsen en partners van de site. De disclaimer meldt dat Ticketstarter.nl niet aansprakelijk is voor prijs- en tariefwijzigingen. Tot slot stelt adverteerder dat vorig jaar ruim 300.000 mensen Ticketstarter.nl hebben bezocht en dat klager, zolang als de website bestaat, de enige is met een klacht.
Oordeel van de Commissie
De gewraakte mededelingen zijn te absoluut. het is onvoldoende duidelijk voor de gemiddelde consument dat de ´oorspronkelijke prijs van de tickets niet wordt meegenomen in deze vergelijking.
Nu deze informatie in de uiting ontbreekt en gelet op het in de uiting gestelde, is de Commissie van oordeel dat sprake is van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). De Commissie is van oordeel dat door het ontbreken van de genoemde informatie de gemiddelde consument op wie deze uiting is gericht, te weten de startende ondernemer, ertoe gebracht kan worden om een besluit te nemen over een transactie, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Lees de uitspraak hier en hier (pdf).
NRC (nieuw) art. 7
NRC (nieuw) art. 8.3 onder c: de reikwijdte van de verplichtingen van de adverteerder, de motieven voor de reclame en de aard van het verkoopproces, een verklaring of een symbool in verband met directe of indirecte sponsoring of erkenning van de adverteerder of het product;
UPDATE 08 maart 2011; als volgt geadverteerd ticketstarter.nl: Ticketshoponline is een onafhankelijke ticket vergelijkingswebsite die het aanbod van Concert tickets, Theater tickets, Sport tickets en Evenementen tickets meerdere keren per dag vergelijkt. Op deze manier ben je altijd verzekerd van het beste toegangskaartje. We vergelijken kaarten voor evenementen in Nederland, maar ook tickets in het buitenland. We werken samen met betrouwbare ticketmarktplaatsen en partners. Kijk en vergelijk! Bestel je beste kaarten!
Strijd met wet op de vaste boekenprijs
RCC 11 februari 2011, Dossiernr: 2010/00903 (kookboek vaste boekenprijs)
Reclamerecht. Aanbeveling. Misleidende prijs. Folder waarin de een kookboek werd aangeboden voor €6,99. In de winkel werd duidelijk dat het niet voor minder dan €9,95 geleverd kon worden vanwege de Wet op de vaste boekenprijs. Adverteerder heeft er alles aan gedaan om de fout te herstellen. Voorts heeft zij klager uitgelegd waarom het kookboek niet voor de genoemde prijs te koop is.
Het oordeel van de Commissie...
Vast is komen te staan dat het in de gewraakte uiting aangeboden kookboek niet werd geleverd voor de genoemde prijs. Aldus is naar het oordeel van de Commissie, ten aanzien van deze artikelen, onjuiste informatie verschaft over de prijs als bedoeld onder d van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is het misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC om de artikelen op deze wijze in het openbaar aan te prijzen. Adverteerders stelling dat de onderhavige situatie het gevolg is van een fout, doet niet aan het voorgaande af. Deze omstandigheden dienen voor rekening van adverteerder te komen en nemen bovendien de misleiding niet weg.
Gelet op het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC.
Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Lees de uitspraak hier en hier(pdf)
NRC (nieuw) art. 7
NRC (nieuw) art. 8.2 onder d: Misleidend is elke reclame die gepaard gaat met onjuiste informatie of voor de gemiddelde consument onduidelijk of dubbelzinnig is ten aanzien van bijvoorbeeld een of meer van de onder a t/m g genoemde elementen, en de gemiddelde consument ertoe brengt of kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen: de prijs of de wijze waarop de prijs wordt berekend, of het bestaan van een specifiek prijsvoordeel;
Inruilactie via persoonlijk gerichte brief
RCC 11 februari 2011, dossiernr: 2010/00904 (Hyundai Getz v Chevrolet Spark; klik plaatje voor vergroting)
Reclamerecht. Aanbeveling. Gemotoriseerd vervoer, Misleidende prijsvermelding. folder/brief met de tekst "ruilen meneer ... ? Uw Hyundai Getz á €5.000 inruilwaarde voor een nieuwe Chevrolet Spark. Nu blijkt dat nog afleveringskosten á €700 bijkomen en de Hyundia op €400 minder werd getaxeerd. Verkoper stelde dat €5000 uitsluitend geld als de auto metallic lak en airco had.
Gebleken is dat er naast het in de uiting genoemde bedrag, nog afleveringskosten à € 700,- bijkomen en dat de verkoper de Hyundai van klager taxeert op € 4600,-. Toen klager de verkoper wees op de uiting, waarin een bedrag werd genoemd van € 5000,-, stelde de verkoper dat dit bedrag uisluitend zou gelden als de auto metallic lak en airco had. Gelet op het voorgaande acht klager de uiting zeer misleidend.
Jegens Hyundai verklaarde de betrokken dealer dat de auto een carrosserieschade vertoonde. Geen airco of metallic lak was 'minder relevant'. In de folder staat o.m. dat de verkoopprijzen inclusief BTW en BPM zijn en “exclusief metallic lak, kosten rijklaar maken, kentekenleges en verwijderingsbijdrage”. Het is in Nederland gebruikelijk om advertenties de consumentenprijzen exclusief de kosten van het rijklaar maken te vermelden.
Het oordeel
In de aan klager persoonlijk gerichte brief, waarin een op de auto van klager toegespitste berekening wordt gemaakt van de prijs van een nieuwe auto na aftrek van de inruilwaarde van klagers oude auto, worden, zoals is komen vast te staan, niet de kosten à € 700,- genoemd voor het rijklaar maken van de auto. De Commissie acht in dit geval deze informatie dermate essentieel dat deze in de uiting had moeten worden genoemd. Nu deze informatie ontbreekt is naar haar oordeel sprake van een omissie dan wel een te laat verstrekken van informatie als bedoeld in artikel 8.3 sub c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu het een aan klager persoonlijk gericht aanbod betreft met gegevens die specifiek gelden voor de oude auto van klager, gaat het verweer dat het gebruikelijk is om in auto-advertenties de kosten voor het rijklaar maken niet worden genoemd, niet op.
Gebleken is voorts dat klager niet de in de uiting genoemde € 5000,- terug kreeg voor zijn oude auto, maar € 4600,-. Als ‘hoofdreden’ hiervoor wordt door adverteerder aangevoerd dat sprake was van een carrosserieschade aan de auto. De reden die volgens klager door de dealer werd aangevoerd, te weten dat de auto geen airco en metallic lak had, was volgens adverteerder ‘minder relevant’.Wat hiervan ook zij, vast staat dat klager niet het in de uiting bij zijn specifiek genoemde voertuig vermelde bedrag kreeg. Gelet op het voorgaande is sprake van onjuiste informatie met betrekking tot het bestaan van een specifiek prijsvoordeel zoals bedoeld in artikel 8.2 sub d NRC.
Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument door genoemde ontbrekende informatie dan wel door de genoemde onjuiste informatie ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen en is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Klik voor de uitspraak hier of hier(pdf).
Regeling:
NRC (nieuw) art. 7
NRC (nieuw) art. 8.2 onder d:
Misleidend is elke reclame die gepaard gaat met onjuiste informatie of voor de gemiddelde consument onduidelijk of dubbelzinnig is ten aanzien van bijvoorbeeld een of meer van de onder a t/m g genoemde elementen, en de gemiddelde consument ertoe brengt of kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen: de prijs of de wijze waarop de prijs wordt berekend, of het bestaan van een specifiek prijsvoordeel;
Cookie-zelfregulering
Commentaren die consumenten- en burgerrechtenorganisaties afgelopen weken aan Brussel kenbaar maakten, zorgden voor een door de EU gefaciliteerd overleg wat moet leiden tot een vorm van zelfregulering rondom de zogenoemde 'cookiewet'.
In Brussel komen woensdag 9 maart komen partijen vertegenwoordigd door koepelorganisaties als de DDMA, IAB, het Nederlands Uitgeversverbond en technologiebedrijven bij elkaar. Daar bespreken ze welke vorm van zelfregulering ze zichzelf gaan opleggen om aan een nieuwe Europese richtlijn te voldoen.
De Europese consumentenorganisaties en mediapartijen voeren deze, zodat de privacy van consumenten is gewaarborgd en tegelijkertijd commercie en innovatie op internet niet belemmerd. De EU-richtlijn bepaalt onder meer hoe adverteerders, uitgevers en technologiebedrijven met cookies moeten omgaan.
De Telecomwet is (nog) niet aangenomen, ondanks dat de implementatietermijn van de ePrivacy-richtlijn verstrijkt op 25 mei 2011. Het Nederlandse parlement wacht nog op de ontwikkeling op Europees niveau. Nu is het overleg gericht op zelfregulering.
Consumenten die vinden dat hun privacy wordt aangetast kunnen zich wenden tot de Stichting Reclame Code of de Consumentenautoriteit; het toezicht op de Telecomwet ligt bij de Opta.
Groupon gedagvaard vanwege te korte verstrijkingsdatum
Reclamerecht. Amerikaanse dagvaarding. Groupon is een manier via social media om (fikse) kortingen te krijgen, mits genoeg gebruikers zich aanmelden voor de actie. Dit gebeurde tevens met een actie rondom 15 augustus 2010 waar je met een groep van 10 personen een half uur WhirlyBall kunt spelen voor slechts €55. Deze actie is geldig tot 16 februari 2011; de klacht is gebaseerd op de "Credit Card Accountability Responsibility and Disclosure Act of 2009".
Title IV sec 915 under c Credit Card Accountability Responsibility and Disclosure Act of 2009 ook wel Credit CARD Act of 2009:
|
Techdirt vat samen dat dit jammer is van de innovatieve dienstverlening en vat dit als volgt samen:
It's not hard to see that Groupon is much closer to offering a coupon for sale, rather than a gift card. Furthermore, if we just look at the reasoning behind this provision in the law, again, that suggests this lawsuit is frivolous. The idea behind the five year expiry on gift cards is that it's often not entirely clear when those cards expire (they're often not marked) and since they work differently than a coupon (i.e., stored value of some kind, rather than a discount on a particular item) people often hold onto them for much longer. In this case, the expiration date of what's being sold is clearly stated, so comparing it to the situations with gift cards is misguided. The whole thing just seems like yet another attempt by class action lawyers to cash in at the expense of a successful company.
Oftewel het gaat hier om een "coupon for sale" in plaats van een "Gift Card". Het idee achter de aangehaalde bepaling is dat vaak onduidelijk is hoe lang een "Gift Card" geldig is. Wat verkocht wordt via Groupon heeft een duidelijk geadverteerde houdbaarheidsdatum, tegenover vaak ietswat onduidelijke tegoedbonnen.
Heeft u hier een mening over deze Amerikaanse proceslust, of vind u het een heel goede actie om duidelijkheid te krijgen over de reikwijdte van de "Credit CARD Act of 2009"? Zou dit naar Nederlands recht ook problemen opleveren? Praat met mee op onze LinkedIN groep (gesloten groep).
Disney + ING = spelender wijzer met geld
Disney werkt samen met ING om de jongste generatie financiële educatie te geven. Door het spelen van het online spel op www.disney.nl/advertising/ing/dlrpcompetition/ wordt de doelgroep geprikkeld vragen goed te beantwoorden om zo een verzorgd verblijf in Disneyland Parijs te winnen.
De actievoorwaarde helaas niet downloadbaar vanaf de site beschikbaar, heeft de redactie op 4 maart 2011 overgenomen. Klik voor de voorwaarden hier (png).
Cosmetica verkoop; verticale afspraak
Conclusie AG J. Mazák 3 maart 2011, Zaak C-439/09 (Pierre Fabre Dermo-Cosmétique SAS v. Président de l’Autorité de la Concurrence en Ministre de l’Économie, de l’Industrie et de l’Emploi).
Artikel 81, lid 1, EG-verdrag (thans: 101 Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) – Mededinging – Selectieve distributie – Algemeen en absoluut verbod op verkoop van cosmetica en lichaamsverzorgingsproducten aan eindgebruikers via internet – Mededingingsbeperkende strekking – Verordening (EG) nr. 2790/1999 – Artikel 4, sub c – Beperking van de actieve en passieve verkoop – Hardekernbeperking – Individuele vrijstelling – Artikel 81, lid 3, EG (thans: 101 Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie).
In het besluit werd vastgesteld dat PFDC artikel L.420-1 van de Code de commerce (wetboek van handelsrecht) en artikel 81 EG (thans artikel 101 VWEU) had overtreden door aan de door haar geselecteerde (erkende) distributeurs in haar selectieve distributieovereenkomsten een algemeen en absoluut verbod op te leggen op de verkoop van cosmetica en lichaamsverzorgingsproducten aan eindgebruikers via internet. De Conseil was van oordeel dat het verbod op verkoop via internet voortvloeide uit het vereiste in de distributieovereenkomsten van PFDC dat de betrokken producten moesten worden verkocht in een fysieke ruimte in aanwezigheid van een gediplomeerde apotheker.
De vragen:Ten eerste: strekt een algemeen en absoluut verbod voor erkende distributeurs om de contractgoederen via internet te verkopen aan de eindgebruikers, opgelegd in het kader van een selectief distributienetwerk, ertoe de mededinging te beperken in de zin van artikel 81, lid 1, EG? Ten tweede: kan een zodanige beperking het voordeel genieten van de in verordening nr. 2790/1999 voorziene groepsvrijstelling? Ten derde: indien de onderhavige beperking niet in aanmerking komt voor de groepsvrijstelling, kan er dan een individuele vrijstelling krachtens artikel 81, lid 3, EG voor worden verleend? (...)
De conclusie: Gelet op het bovenstaande, geef ik (AG Mazák) het Hof in overweging de vragen van het Cour d’appel de Paris te beantwoorden als volgt:
1. Een algemeen en absoluut verbod aan erkende distributeurs om goederen via internet te verkopen aan eindgebruikers, opgelegd in het kader van een selectief distributienetwerk, dat de parallelhandel aan strakkere banden legt dan de beperkingen die inherent zijn aan een willekeurige selectieve distributieovereenkomst en dat verder gaat dan objectief noodzakelijk is om die goederen te distribueren op een wijze die passend is in het licht van zowel hun materiële kenmerken als hun uitstraling of imago, strekt tot beperking van de mededinging in de zin van artikel 81, lid 1, EG.
2. Een selectieve distributieovereenkomst die een algemeen en absoluut verbod op verkoop via internet omvat, kan niet profiteren van de groepsvrijstelling voorzien in verordening (EG) nr. 2790/1999 van de Commissie van 22 december 1999 betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen, aangezien een dergelijk verbod functioneert als een beperking van de actieve en passieve verkoop bedoeld in artikel 4, sub c, van die verordening. De verkoop via internet van contractgoederen door een erkende wederverkoper houdt niet in dat hij vanuit een niet-erkende plaats van vestiging werkzaam is in de zin van artikel 4, sub c, van verordening nr. 2790/1999.
3. Een selectieve distributie overeenkomst die een algemeen en absoluut verbod bevat op de verkoop via internet kan profiteren van een individuele vrijstelling krachtens artikel 81, lid 3, EG, mits is voldaan aan de vier in die bepaling neergelegde cumulatieve voorwaarden.
En alles wat er tussen zit: Lees of zoek de conclusie hier of hier (pdf-onder voorbereid van wijziging).
Het verzoek om een prejudiciële beslissing zie hier, of hier (pdf).