Because younger-looking eyes never go out of fashion
Voormalig Engels topmodel Twiggy had een nieuwe opdracht gekregen door Olay Procter & Gamble, ook wel in Nederland bekend als Oil of Olaz. De tijdschriftadvertentie was bedoeld om crèmes tegen rimpels bij de ogen te promoten.
De slogan was "Because younger-looking eyes never go out of fashion". Onder de foto werd de tekst "reduces the look of wrinkles and dark circles for brighter, younger-looking eyes" geplaatst. Echter de advertentie moest uiteindelijk worden aangepast. Waarom? Omdat sterk bewerkte reclame misleidend maar niet onverantwoordelijk is.
De Advertising Standards Authority (ASA), hier ook wel bekend als de Britse tegenhanger van de Reclame Code Commissie, heeft twee klachten ontvangen omtrent de Twiggy reclame. Allereerst werd gesteld dat de reclame voor consumenten misleidend is nu juist het gebied rondom de ogen van voormalig topmodel zodanig zijn gefotoshopt dat er geen rimpel meer over bleef. De consument zou daardoor onterecht in de veronderstelling verkeren dat de perfecte huid te danken is aan het te promoten product. Olay kreeg met haar verweer geen gehoor, namelijk dat modellen in campagnes nou eenmaal op hun best worden afgebeeld.
Daarnaast werd gesuggereerd dat de tijdschriftreclame sociaal onverantwoord zou zijn. Immers er wordt een verkeerd beeld gecreëerd dat vrouwen op leeftijd normaliter een uiterlijk zouden hebben als Twiggy in de betrokken campagne. Olay stelde dat een gemiddelde consument zeker in staat is om te bedenken dat een dergelijke foto vakkundig tot stand is gekomen. Dit keer honoreert ASA het verweer wel en vult aan dat inderdaad "het niet waarschijnlijk is dat de campagne een negatieve impact heeft op de perceptie van en hoe een gezicht eruit moet zien."
Inmiddels heeft Olay de oude foto’s vervangen door wat realistischere variant van dezelfde beelden.
Lees hier de hele uitspraak.
(bron: Mediareport)
Coebergh can sparkle again

Misleidende reclame - deel 2

Concluderend heeft Bik c.s. al het nodige gedaan dat redelijkerwijs van hen te verwachten was om aan het ruim omschreven vonnis te voldoen. De vordering van Techcomlight werd derhalve afgewezen.
Lees hier de hele uitspraak.
Visitekaartjes prijzen softdrugs aan
Rechtbank Amsterdam 10 december 2009, LJN BK6060 (PROMIS)
Op 10 december heeft de rechtbank Amsterdam de eigenaar van een coffeeshop veroordeeld wegens het aanprijzen van softdrugs. Door het ter beschikking stellen van visitekaartjes heeft hij de verkoop, aflevering en verstrekking daarvan bevordert.
De eigenaar van de coffeeshop heeft 100 van de 17.000 visitekaartjes op de bar gelegd zodat klanten de kaartjes konden meenemen. De Rechtbank zag dit als een openbaarmaking als bedoeld in Art. 3b Opiumwet welk artikel er op gericht is het aanprijzen van drugs te verbieden. Daarvan is sprake zodra een mededeling in o.a. gedrukte tekst een dergelijke aanbeveling bevat. In het verweer werd op dit punt benadrukt dat de kaartjes bedoeld waren om de shop zelf te promoten en niet zozeer de drugs welke in de shop werden verkocht. De rechtbank ging daar echter niet in mee en stelde zich op het standpunt dat beide met elkaar zodanig verbonden zijn dat het adverteren voor een verkooppunt van drugs al dan niet indirect de aanprijzing van de drugs zelf impliceert. "Door te worden geconfronteerd met reclame voor een verkooppunt van softdrugs kunnen immers ook personen die niet de intentie daartoe hadden, op het idee gebracht of overgehaald worden om softdrugs te gaan kopen. In zo’n geval zal de desbetreffende uiting ook aangemerkt kunnen worden als kennelijk gericht op het bevorderen van de verkoop, aflevering of verstrekking van softdrugs." Dit is vooral het geval indien "sprake is van een reclame uiting (tekst of afbeelding) waaruit kan worden afgeleid dat het om een verkooppunt van softdrugs gaat waarbij tevens informatie over het adres van dit verkooppunt wordt gegeven. Een dergelijke combinatie van informatie zal naar het oordeel van de rechtbank de verkoop van softdrugs kunnen stimuleren omdat het hierdoor voor het publiek dat met een dergelijke uiting wordt geconfronteerd, gemakkelijk wordt gemaakt om het verkooppunt te vinden, wat uiteraard ook de bedoeling van deze informatie is."
Kredietreclame op televisie onder de loep
Vereniging voor Reclamerecht, advies van de studiecommissie Kredietreclame aan het bestuur van de Vereniging voor Reclamerecht, 27 oktober 2009 (Met dank aan Willem Leppink, Ploum Lodder Princen Advocaten)
De studiecommissie Kredietreclame heeft het initiatiefvoorstel ‘31 911 Voorstel van wet van de leden Blanksma-van den Heuvel en Spekman tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht met betrekking tot televisiereclame over geldkrediet’ beoordeeld. Zij nemen het standpunt in dat dit initiatief wetsvoorstel juridische tekortkomingen vertoont en spreken daardoor een negatief advies uit.
Allereerst is de commissie van mening dat het wetsvoorstel geen wezenlijke aanvulling biedt t.o.v. de huidige wetgeving en derhalve het doel voorbij schiet namelijk de bescherming van consumenten tegen overkreditering. Bestaande regelgeving op dat gebied zou voldoende effectief en toerijkend zijn waardoor een aanvulling overbodig lijkt. Sterker nog, de conceptwet zou meer dan het nodige regelen wat tot onevenredige wetgeving zou leiden. Dit oordeel ligt op een lijn met het advies van de Raad van State van 29 april 2009.
Daarnaast is het wetsvoorstel volgens de commissie in strijd met Europese regelgeving. Immers het gaat hier om een reclameverbod alsmede een tijdsverbod welke het vrije dienstverkeer disproportioneel zouden inperken. De belemmeringen zijn aldus niet te rechtvaardigen zodat de nationale rechter de bepalingen waarschijnlijk buiten toessing zou moeten verklaren.
Bovendien druist het wetsvoorstel in tegen de Europese Richtlijn 2008/48/EG inzake kredietovereenkomsten voor consumenten waarvan reeds een conceptwetsvoorstel ter implementatie is voorgelegd. De betrokken richtlijn lijkt te beletten dat in kredietreclames bepaalde informatie wordt verboden of waarschuwingen worden opgenomen. Het gaat hier om een Richtlijn bevattende een totaalharmonisatie welk ten gevolge heeft dat nadere afwijkende regelgeving niet gepermitteerd zou worden. Enige uitzondering hierop zijn regels m.b.t. oneerlijke handelspraktijken. Toch maakt het onderhavige conceptwetsvoorstel daar geen onderdeel van uit.
Kortom: De commissie is van mening dat onderhavig wetsvoorstel geheel afgewezen dient te worden op bovengenoemde gronden.
Lees hier het hele advies.
De sigarettenmerken X, D en M werden genoemd
College van Beroep voor het bedrijfsleven, 28 mei 2009, LJN: BK4860, X tegen uitspraak Rb. Rotterdam in het geding tussen X en de Minister van VWS
Reclamerecht. Tabakswet. Het College vernietigt de uitspraak van de rechtbank, nu de opgelegde boete in dit concrete geval niet in redelijke verhouding staat tot de ernst en verwijtbaarheid van de geconstateerde overtreding van de Tabakswet.
5.20 Hoewel X met de gewraakte advertentie ontegenzeglijk het in artikel 5, eerste lid, Tabakswet neergelegde reclameverbod heeft overtreden, is het College van oordeel dat de overtreding niet van dien aard is geweest dat daarmee in vergaande mate is getreden buiten de grenzen van hetgeen is toegestaan. Daartoe heeft het College mede in aanmerking genomen dat het bereik van het medium waarvan X zich bij het maken van reclame heeft bediend - het vakblad Misset Horeca - zowel in kwalitatieve als kwantitatieve zin beperkt is. Bedoeld blad is niet op consumenten gericht, maar op een selectief lezerspubliek, met name horecaondernemers en anderen die om professionele redenen belangstelling hebben voor de ontwikkelingen in de horecabranche. Voorts heeft Misset Horeca slechts een relatief bescheiden oplage van om en nabij 18.500 exemplaren. Het College heeft niet kunnen vaststellen dat deze in belangrijke mate voor de evenredigheid van belang zijnde omstandigheden zijn verdisconteerd in de hoogte van het boetebedrag.
5.21 Gelet op het vorenstaande is het College van oordeel dat de aan X opgelegde boete ter hoogte van
€ 45.000,- in dit concrete geval niet in redelijke verhouding staat tot de ernst en verwijtbaarheid van de geconstateerde overtreding van de Tabakswet. Anders dan de rechtbank, is het College van oordeel dat de minister aanleiding had moeten zien toepassing te geven aan de in artikel 11b, derde lid, Tabakswet neergelegde matigingsbevoegdheid. Nu dit achterwege is gebleven om reden dat de minister de omstandigheden van het geval niet zodanig achtte dat toepassing van dit artikellid mogelijk was, heeft de rechtbank het bestreden besluit van 8 september 2006, waarbij het boetebesluit van 29 april 2005 is gehandhaafd, in zoverre ten onrechte in stand gelaten.
Lees de uitspraak hier.
(bron: IEForum)
Misleidende reclame in spam kost tien miljoen euro
Een schoolvoorbeeld van Internationaal Privaatrecht waarin de Nieuw-Zeelandse spammer Lance Atkinson wonende te Australië door de Amerikaanse rechter werd beboet nadat de Amerikaanse Federal Trade Commission vroeg om de straf van de rechtbank in Nieuw-Zeeland te verhogen. Het verzoek was gebaseerd op drie miljoen klachten waarin naar voren kwam dat de vermeende websites niet te onderscheiden waren van een standaard legale online farmacie. De boete bedraagt nu tien miljoen euro wegens o.a. het versturen van misleidende reclame door middel van spam. Daarnaast werden hun activa in Australie bevroren om de spamoperatie stop te kunnen zetten.
Atkinson is leidinggevende van een van werelds grootste spam organisaties. Hij verstuurde samen met zijn Texaanse maat Jody Smith e-mails middels een botnet van 35.000 computers dat wederom in staat is 10 miljard e-mails per dag te versturen. Deze mails bevatten een link naar Chinese websites waarop de affiliatie “AffKing” werd aangebracht. Zo maakten zij reclame voor erectie- en afslankpillen en andere medicijnen.
Atkinson en Smith werden beschuldigd van het versturen van misleidende reclame doordat de advertenties valse informatie bevatten. Zo opereerden zij ten onrechte onder de merknaam “Canadian Healthcare”. Daarnaast suggereerden zij dat de medicijnen goedgekeurd werden door de Americaanse apotheken, terwijl de producten afkomstig waren uit India en met zekere waarschijnlijkheid ook onveilig zijn. Bovendien bevatten de spam mails nog het verplichte opt-out systeem,nog een officieel postadres.
(bron: Webwereld)
Springlevend mixt redactioneel met commercieel
Uitspraak van de Reclame Code Commissie, 30 november 2009, Dossier 2009/00364
De uitgevers van het blad Springlevend, genaamd Partner Medien, zijn veroordeeld wegens oneerlijke reclame. In een uitgave hebben zij namelijk teksten gepubliceerd welke redactioneel ogen maar op het tweede gezicht toch duidelijk reclame bevatten. Daarnaast zijn ook de advertenties voor Prelox, BioActive Magnesium en Bio-Glucosamine in strijd met de Warenwet en de Geneesmiddelenwet bevonden. De advertentie voor Evelle is in strijd met de Warenwet. Voor de reclameadvertenties is Pharma Noord verantwoordelijk gesteld. Door het bestaan van een link tussen een reclame en een redactioneel artikel is Parma Noord tevens aansprakelijk gesteld voor het betrokken artikel. Wat betreft de Prelox advertentie is geconstateerd dat deze in strijd is met de Europese verordening inzake voedings- en gezondheidsclaims (EG nr. 1924/2006), omdat het verboden is te verwijzen naar "aanbevelingen van individuele artsen of beroepsbeoefenaren op het gebied van de volksgezondheid".
(bron: Reclame Code Commissie)
Niets is gratis
Uitspraak van de Reclame Code Commissie, 19 november 2009, Dossier 2009/00727 (Met dank aan Remco Klöters, Van Kaam Advocaten)
Onlangs heeft Q-music een televisiereclame uitgezonden waarin hun eigen ster Ruud de Wild verschillende typerende rollen speelde. De bedoeling van de advertentie was het lokken van nieuwe luisteraars d.m.v. een prijsvraag welke door een sms te verzenden kans maakten op een auto van “Ruud’s garage”.
De reclame bevatte onder andere het volgende fragment:
" Wil jij, zoals iedereen, de beste deal voor een nieuwe auto? Dan ben je hier bij Ruud's garage aan het juiste adres. Hier namelijk geen 10, 20 of 30% korting. Nee, hier gaan we nog lager. Hier gaan we zelfs tot 100% korting. Helemaal gratis. Stuur mij nu een sms en u ontvangt een nieuwe auto."
De reclame werd afgesloten met:
" Luister naar Q-music en win een van de auto's uit Ruud's garage."
Bij de RCC werd geklaagd dat deze reclame misleidend is. Immers in de advertentie werd gesuggereerd dat eenieder die een sms stuurt gratis een auto zou ontvangen, aldus klaagster. De RCC was daarmee oneens. Allereerst ging de RCC er vanuit dat de gemiddelde consument zou begrijpen dat niet iedereen die een sms stuurt ook daadwerkelijk een auto zal ontvangen. Verder kan de consument uit het gehele samenspel opmaken dat "Ruuds garage" niet serieus opgevat moet worden. Dit blijkt vooral uit de duidelijk humoristische karakters die Deejay Ruud speelt. Daarnaast ontkracht de afsluitende voice-over elk ander vermoeden.
Lees de hele uitspraak hier.
Reclame voor product zonder effect
De Reclame Code Commissie heeft geoordeeld dat het homeopathische middel Cratahama Extra Forte misleidend is. De aanbieder van dit product, Bloem Natuurproducten, beweerde onterecht dat daarmee typische overgangsverschijnselen verholpen kunnen worden. Het effect is nooit aangetoond. De gemiddelde consument kan daardoor ertoe gebracht worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Het is inmiddels de tweede keer dat de RCC negatief oordeelde over de wijze van reclamemaken van Bloem Natuurproducten.
(bron: Reclame Code Commissie)