RB
DOSSIERS
Alle dossiers

Misleidende en vergelijkende reclame  

RB 1453

Voedingssuppelementen genezen geen oogziekte

Vzr. RCC 26 juni 2012, dossiernr. 2012/00426 (Life Natural)

Claims. Zwarte lijst (misleiding).

Deze zaak heeft betrekking op een mailing waarin onder meer staat:
• “Age-related deteriorating eyesight can be prevented or reversed.”
• “Failing eyesight need not to be an unavoidable part of your life. You can see clearly again using completely natural ingredients.”
• “Age-related Macula Degeneration can cause distress and depression (…) But don’t despair. Sight Restorer will make a dramatic difference to your eyesight and therefore enhance the quality of your life”
• “Prevent or reverse eyesight problems completely naturally”
• “Using Sight Restorer will:
Prevent deteriorating eyesight caused by the ageing process; Replenish damaged cells vital for clear vision; Allow you to see glorious detail; Restore central vision by boosting nutrients vital for the retina; Prevent depression through restored or maintained visual stimulation”

De klacht richt zich op het feit dat de adverteerder in de uiting de onverantwoorde en misleidende claim maakt dat het product macula degeneratie kan voorkomen en de effecten van deze ziekte ongedaan kan maken. Voor zover er wetenschappelijk bewijs is dat het dieet een bepaalde rol speelt bij de ooggezondheid, is dat niet van toepassing op het aangeprezen product, nu dat een andere samenstelling heeft dan de onderzochte preparaten. Uit geen enkel onderzoek blijkt dat voedingssupplementen macula degeneratie kunnen genezen.

De voorzitter oordeelt dat nu de adverteerder in de uiting beweert dat het aangeprezen product de oogziekte macula degeneratie kan genezen en de juistheid van deze claim op geen enkele wijze is onderbouwd, de reclame-uiting misleidend is.

RB 1447

Geringe betekenis van technische gegevens

Hof Amsterdam, nevenzittingsplaats Arnhem 17 april 2012, LJN BW3101 (A. tegen Auto-Palace Utrecht B.V./Smart Center Utrecht)

Misleidende reclame. Voornaamste kenmerken product. ECE-waarde brandstofverbruik.

Deze zaak gaat om de vraag of A terecht de ontbinding van de koopovereenkomst vordert, omdat de door hem gekochte auto niet aan de overeenkomst voldoet. De auto, Smart Fortwo Cabrio, verbruikt meer benzine dan in de technische specificaties is vermeld. De rechtbank heeft de vordering van A ongegrond verklaard.

Het hof oordeelt mede aan de hand van Europese regelgeving, aangevoerd door A. De ECE-waarde, die verplicht op het label dient te worden weergegeven, kan niet representatief worden geacht voor het brandstofverbruik in de dagelijkse praktijk. De richtlijnen hebben niet tot doel om het brandstofverbruik vast te stellen, maar om een communautaire methode voor het meten van het brandstofverbruik vast te stellen. Het hof oordeelt dat door Smart Center voldoende is gewezen op het karakter van de technische gegevens en de geringe betekenis daarvan in de praktijk. De opgaven in de technische specificaties zijn namelijk bedoeld ter vergelijking van de verschillende voertuigtypen. De rechtbank heeft een onderzoek uitgevoerd naar het verbruik van de tien zuinigste auto's, welke door het hof representatief wordt geacht. Voor alle auto's in die top-10 is een afwijking van 20% of meer vastgesteld. Het hof oordeelt dat uit deze uitkomsten volgt dat het door A gestelde verschil in benzineverbruik niet meebrengt dat de auto niet aan de overeenkomst beantwoordt.

Het hof bekrachtigt de vonnissen van de rechtbank Utrecht van 18 maart 2009 en 9 december 2009 en veroordeelt A in de proceskosten.

4.8 Naar het oordeel van het hof volgt uit de hiervoor weergegeven bepalingen uit de consideransen en de relevante artikelen van de richtlijnen dat zij zowel het opheffen van technische handelsbelemmeringen, die kunnen ontstaan doordat de voorschriften met betrekking tot het meten van het brandstofverbruik van motorvoertuigen van lidstaat tot lidstaat verschillen, beogen te dienen, als het verkrijgen van een schoner milieu (de terugdringing van de emissie van koolwaterstoffen door personenauto’s) en het geven van objectieve, nauwkeurige en uniforme voorlichting aan kopers en gebruikers van auto’s met het oog op de door hen te maken keuze uit verschillende aangeboden modellen aan de hand van de op het voorgeschreven label (brandstofverbruiksetiket) vermelde gegevens over de CO2 uitstoot en het brandstofverbruik.

4.9 Bij de in de richtlijn van 1980, als gewijzigd op 17 december 1993, vastgelegde vaststelling van het brandstofverbruik gaat het om een uniform, onder strikte en gestandaardiseerde condities uitgevoerd, op een laboratoriumproef lijkend, onderzoek. De op grond daarvan gevonden, op het label weer te geven waarde, ook wel de ECE-waarde genoemd, kan niet representatief worden geacht voor het brandstofverbruik in de dagelijkse praktijk. De richtlijnen hebben, anders dan [A] aanvoert, kennelijk ook niet het doel om dit laatste brandstofverbruik vast te stellen, maar wel om een communautaire methode voor het meten van het brandstofverbruik vast te stellen, met de onder 4.8 genoemde doelen. De Nederlandse omzettingswetgeving dient, zoals gezegd, richtlijnconform te worden uitgelegd. Anders dan [A] in hoger beroep aanvoert, kan in zijn processtukken geen gemotiveerde betwisting worden gevonden van de stelling van Smart Center dat de gegevens op het door haar aangebrachte label in overeenstemming zijn met het in Richtlijn 80/1268/EEG, als gewijzigd, voorgeschreven onderzoek, zodat het hof daarvan uitgaat.

4.11 Ten aanzien van de door [A] geuite klachten met betrekking tot het volgen van de uitkomsten van het door de ANWB verrichte, op zijn website gepubliceerde onderzoek overweegt het hof het volgende. Het hof merkt voor zover nodig op dat het de overweging van de rechtbank deelt dat het ter bevordering van de proceseconomie, in het bijzonder ter vermijding van een kostbaar en tijdrovend deskundigenbericht, voor de hand lag om zelf in openbare bronnen onderzoek te doen naar de vraag in hoeverre het door de fabrikant opgegeven verbruik, gemeten volgens de Richtlijn 80/1268/EEG (als gewijzigd) afwijkt van het verbruik in de praktijk, in het bijzonder of een verschil van 25% tussen beide verbruikscijfers ongebruikelijk is, om vervolgens partijen in de gelegenheid te stellen op dat onderzoek en het daarop gebaseerde voorlopige oordeel van de rechtbank te laten reageren.
Aan de stelling van [A] dat bij een openbare bron op het internet niet kan worden geverifieerd welke informatie achter de op te vragen informatie schuilgaat, gaat het hof voorbij. Het gaat erom of de aldus beschikbare informatie van een voldoende betrouwbare en ter zake deskundige bron afkomstig is. [A] heeft niet gesteld dat dit met de website van de ANWB niet het geval is. [A] laat overigens na te vermelden van welke “achterliggende” gegevens hij had willen kennis nemen.

4.12 Het door de rechtbank geraadpleegde, op de website van de ANWB gepubliceerde onderzoek naar het verbruik van de tien zuinigste auto’s, acht het hof evenals de rechtbank representatief. De rechtbank heeft daarbij opgemerkt dat zich bij de tien onderzochte auto’s ook een Smart fortwo Coupé bevindt. Daaruit volgt, anders dan [A] stelt, niet dat de rechtbank niet onder ogen heeft gezien dat dit een andere auto is dan die van [A]. De verwijzing naar de Smart fortwo Coupé is klaarblijkelijk vooral bedoeld om duidelijk te maken dat een vergelijkbare auto van hetzelfde merk tot de in deze groep onderzochte auto’s behoort. Voor alle auto’s in die top-10 is een afwijking van 20% of meer vastgesteld. Het hof is met de rechtbank van oordeel dat uit deze uitkomsten volgt dat het door [A] gestelde verschil in benzineverbruik tussen het door hem gemeten cijfer en de ECE-waarde (ten aanzien waarvan [A] niet stelt dat dit wordt veroorzaakt door een technisch defect van de auto) niet meebrengt dat de auto niet aan de overeenkomst beantwoordt.

Op andere blogs:
thöenes van der hoeff lichtenveldt advocaten (Informatie over brandstofverbruik bij de aanschaf van auto's misleidend? Niet volgens het Hof Amsterdam.)

RB 1444

Mededelingen over middelen in Swinglevend

CvB 19 juni 2012, dossiernr. 2011/01103 (Pharma Nord)

Misleidende reclame. voornaamste kenmerken product. Claims

Uit 't persbericht: De Reclame Code Commissie heeft naar aanleiding van een klacht tegen diverse mededelingen in het blad Swinglevend, nummer 3, 2011, ruim 20 mededelingen in dit blad in strijd met de Nederlandse Reclame Code (NRC) bevonden. Het betreft mededelingen over de middelen Q10 en Bio-Seleen + Zink alsmede over het product B-Daddy, welke te raadplegen zijn in onderstaande beslissing. De Reclame Code Commissie houdt zowel Pharma Nord als Partner Medien hiervoor verantwoordelijk.

De Commissie acht de bestreden uitgave van Swinglevend in strijd met de Geneesmiddelenwet omdat de middelen Q10 en Bio-Seleen + Zink en het product B-Daddy worden gepresenteerd als een geneesmiddel zonder dat daarvoor een handelsvergunning is verleend. Dit is wettelijk verboden en daarom in strijd met artikel 2 van de NRC. Tevens acht de Commissie de uitingen misleidend omdat de werking niet aannemelijk is gemaakt.

Pharma Nord heeft hoger beroep ingesteld tegen een aantal onderdelen van de beslissing van de Commissie. Het College oordeelt drie mededelingen alsnog toelaatbaar. Het betreft twee mededelingen over Bio-Seleen+Zink en een mededeling over B-Daddy. Voor het overige blijft de beslissing van de Commissie in stand.

Omdat beide verweerders al eerder is aanbevolen om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. is besloten deze uitspraak onder de aandacht van een breed publiek te brengen.

RB 1441

Roze zalm kan ook wilde zalm zijn

RCC 13 juni 2012, dossiernr. 2012/00356 (Lidl)

Misleidende reclame. Voornaamste kenmerken product.

In De Gelderlander staat de advertentie voor een aanbieding bij Lidl van 2 pakken Trawlic 'wilde zalmfilets' voor € 5,-, alsmede de verpakking.

Op de verpakking van dit product staat bij ingrediënten: 'wilde zalmfilet (100%)'. Er wordt medegedeeld dat uit de vermelding van de letter A of B bij de houdbaarheidsdatum kan worden afgeleid welke vissoort is gebruikt. In de advertentie en op de verpakking staat 'wilde zalm', maar of dit daadwerkelijk het geval is blijkt pas uit de code op de verpakking. Klaagster acht dit misleidend, vooral 'in verband met berichtgeving dat roze zalm kankerverwekkend zou zijn'.

De Commissie oordeelt dat het voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk is dat onder de aanduiding 'wilde zalm' de zalmsoorten worden verstaan die in zee zijn gevangen, in tegenstelling tot gekweekte zalm. Het wordt voldoende aannemelijk geacht dat de in de advertentie en op de verpakking gebruikte benaming betrekking heeft op gevangen en niet op gekweekte zalmsoorten. Niet is gebleken dat roze zalm geen wilde zalm kan zijn en wordt er uitdrukkelijk melding gemaakt van de 'zachtroze kleur' van de wilde zamfilets. De Commissie wijst de klacht af.

RB 1440

Maaltijd verzorgt door chef-kok, niet door top-kok

Vzr. RCC 13 juni 2012, dossiernr. 2012/00488 (KLM)

Misleidende reclame. Voornaamste kenmerken product.

Op www.klm.com/travel/nl staat onder de aanhef 'World Business Class' onder meer: “Geniet van uw keuze uit heerlijke driegangenmenu’s die speciaal zijn bereid zijn door Nederlandse topkoks. Alle maaltijden worden geserveerd op prachtig Marcel Wanders servies en met een uitstekend glas wijn of ander drankje. Heeft u speciale wensen, dan doen we er alles aan om die te vervullen”.

In de uiting wordt gesuggereerd dat de reiziger een driegangenmaaltijd van een Nederlandse top-kok geserveerd krijgt. Aan boord blijkt deze service niet te gelden voor vegetariërs. Klaagster vindt de reclame misleidend.

De voorzitter oordeelt dat de reclame gepaard gaat met onjuiste informatie ten aanzien van de voordelen van het product. De voorzitter acht de reclame-uiting misleidend.

Vast is komen te staan dat indien een klant speciale wensen heeft ten aanzien van het driegangenmenu, bijvoorbeeld omdat hij een vegetarische maaltijd verkiest, de maaltijd wordt voorbereid door een chefkok, en niet door een Nederlandse topkok. Nu echter in de uiting zonder voorbehoud wordt gesteld: “Geniet van uw keuze uit heerlijke driegangenmenu’s die speciaal zijn bereid zijn door Nederlandse topkoks” gaat de reclame gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de voordelen van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, acht de voorzitter de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 1437

Het goede erin, het slechte eruit

RCC 11 juni 2012, dossiernr. 2012/00336 (Céréal Choco Delight)

Misleidende reclame. Voornaamste kenmerken product.

In Psychologie Magazine staat een advertentie: “HET GOEDE ERIN, HET SLECHTE ERUIT”. “Als je iets lekkers wilt, dan wil je iets lekkers. En dus geen troep in je lijf. Kleurstoffen, geraffineerde suikers, verzadigd vet … daar heb je toch geen zin in? Die rommel komt er bij onze koekjes dan ook niet in. Daar is ook geen plek voor. Want ze zitten al vol. Met echte, natuurlijke ingrediënten. Zoals vezels, cacao en mineralen. Onze koekjes zijn dus niet alleen goed voor de lekkere trek, maar ook goed voor jou. Veel lekkerder toch? Op cereal.nl lees je meer”. Daaronder is een deel van de verpakking van het product Céréal Choco Delight afgebeeld.

Klager stelt zich op het standpunt dat er kunstmatige zoetstoffen in het aangeprezen product zitten, die kunnen niet als natuurlijk worden aangemerkt.

De Commissie oordeelt dat reclame gepaard gaat met onjuiste informatie over de samenstelling van het product waardoor de uiting misleidend en oneerlijk is. Het verweer van adverteerder dat de gemiddelde consument zal begrijpen dat de slogan 'Het goede erin, het slechte eruit' een vorm van overdrijven is doet hier niet aan af. Het is niet duidelijk dat er sprake is van overdrijving.

Ad a.
Adverteerder heeft niet weersproken dat het product Céréal Choco Delight per 100 gram 10,5 gram verzadigde vetten bevat. Nu in de bestreden uiting met betrekking tot (onder meer) verzadigd vet wordt gesteld: “Die rommel komt er bij onze koekjes dan ook niet in” gaat de reclame gepaard met onjuiste informatie over de samenstelling van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Ad b.
In de advertentie wordt met betrekking tot de koekjes van adverteerder gesteld: “(…) ze zitten al vol. Met echte, natuurlijke ingrediënten”. Adverteerder heeft niet, althans onvoldoende weersproken dat Céréal Choco Delight maltitol in poeder, gedroogde maltitolstroop en sucralose bevat en dat dit kunstmatige zoetstoffen zijn. Met betrekking tot maltitol heeft adverteerder slechts meegedeeld dat in het product Céréal Choco Delight de gewone suiker hoofdzakelijk wordt vervangen door de suikervervanger maltitol, dat maltitol een polyol is en van oorsprong wordt gewonnen uit tarwe of maïs en dat maltitol om die reden “aan de basis” een natuurlijke oorsprong heeft. Op klagers stelling omtrent sucralose is adverteerder niet ingegaan. Gelet op het bovenstaande heeft adverteerder de juistheid van de mededeling “(…) ze zitten al vol. Met echte, natuurlijke ingrediënten” niet aangetoond. Gelet hierop gaat de reclame gepaard met onjuiste informatie over de samenstelling van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Ad c.
Adverteerder heeft niet weersproken dat de zoetstoffen maltitol in poeder, gedroogde maltitolstroop en sucralose, ten aanzien van welk stoffen adverteerder niet heeft bestreden dat deze deel uitmaken van Céréal Choco Delight, worden gemaakt van geraffineerde suiker. Gelet hierop is de Commissie van oordeel dat de reclame, voor zover daarin staat: “geraffineerde suikers ( … ) daar heb je toch geen zin in? Die rommel komt er bij onze koekjes dan ook niet in” gepaard gaat met onjuiste informatie over de samenstelling van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Het verweer dat de gemiddelde consument zal begrijpen dat de slogan “Het goede erin, het slechte eruit” en de tekst daaronder niet bedoeld zijn als een objectieve, op onderzoek gebaseerde weergave over de producten van Céréal, maar als een vorm van overdrijving die aan reclame eigen is, leidt niet tot een ander oordeel. Niet duidelijk is dat er sprake is van overdrijving. Het verweer dat in de advertentie wordt verwezen naar de website cereal.nl leidt evenmin tot een ander oordeel. Deze verwijzing neemt bovenbedoelde onjuiste informatie niet weg.

RB 1432

Toegeschreven werking niet aannemelijk

RCC 4 juni 2012, dossiernr. 2012/00273 (Nutrilon)
RCC 4 juni 2012, dossiernr. 2012/00425 (Nutrilon)


Voeding. Misleidende reclame. Voornaamste kenmerken product.

In beide beslissingen gaat het om de televisiereclame voor 'Nutrilon Dreumes- of Peutermelk'. De voice-over zegt: “Je kunt ze blijven ondersteunen met Nutrilon Dreumes- of Peutermelk. Dat bevat ‘ImmunofortisProgress’ met vitamines die op een natuurlijke manier bijdragen aan een gezond immuunsysteem. Nutrilon draagt bij aan een gezond immuunsysteem. In ieder geval de eerste drie jaar.” Onderin beeld verschijnt onder meer de tekst: “Nutrilon bevat vitamines A, C en D welke bijdragen aan een normale werking van het immuunsysteem”

De eerste klager zegt dat de uiting suggereert dat het product bewezen bijdraagt aan het immuunsysteem van je kind, wat niet voldoende bewezen is door middel van goede wetenschappelijke onderzoeken. Ouders krijgen onnodig het gevoel dat zij deze dure melk voor hun kinderen moeten kopen, terwijl gewone koemelk als onderdeel van gezonde voeding voldoende is om het immuunsysteem gezond te houden.

De tweede klacht luidt dat de kijker wordt misleid door het medegedeelde over de toevoeging van vitamines A, C en D.  Nu kinderen deze vitamines ook binnen krijgen wanneer ze gezond eten, is de toevoeging van deze vitamines in de melk niet nodig. De reclame wordt door beide klagers misleidend geacht.

De Commissie oordeelt in deze klachten dat de aan Nutrilon Dreumesmelk toegeschreven werking niet aannemelijk is gemaakt en het wel degelijk mogelijk is met gezonde voeding alle benodigde voeding te geven en het immuunsysteem van peuters te ondersteunen. Dus dat onjuiste informatie wordt verstrekt over het bestaan van specifieke kenmerken van het product. De uiting is derhalve misleidend en oneerlijk.

Dossiernr. 2012/00273

Tegenover de stelling van klaagster dat de in de commercial geclaimde werking van Nutrilon Dreumesmelk niet bewezen is, heeft adverteerder in zijn verweer meegedeeld dat deze claim ‘is gekoppeld aan de vitamines A, C en D in deze Dreumesmelk’ en dat ‘voor deze kinderclaims’ dossiers zijn ingediend bij de European Food Safety Authority. Niet is echter duidelijk om welke specifieke kinderclaims het gaat.
Het door adverteerder overgelegde document betreft de in de commercial getoonde grafiek, waarop de klacht geen betrekking heeft. Geen sprake is van recent erkend wetenschappelijk onderzoek dat is verricht met betrekking tot de werking van de Dreumesmelk of artikelen die zijn gepubliceerd in erkende wetenschappelijke tijdschriften.
 
Gelet op het voorgaande is de in de uiting aan Nutrilon Dreumesmelk toegeschreven werking niet aannemelijk gemaakt en is de Commissie van oordeel dat adverteerder onjuiste informatie verstrekt over het bestaan van specifieke kenmerken van het product als bedoeld onder b van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit te nemen over een transactie, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Dossiernr. 2012/00425

Ad 1 en ad 3.
Tussen partijen is niet in geschil dat de kinderen die in de commercial centraal staan zichtbaar ouder zijn dan zes maanden. Het product dat in de commercial wordt aange­pre­zen, is ook uitslui­tend bedoeld voor kinderen die ouder zijn dan 1 jaar (dreumesen). Op grond hiervan is naar het oordeel van de Commissie geen sprake van een commercial die me­de is gericht op ouders met kinderen die jonger zijn dan zes maanden. Gelet hierop, en nu reclame voor opvolgmelk niet is verboden en niet is gebleken dat deze reclame in strijd is met de Warenwetregeling zuigelingenvoeding 2007 respectievelijk artikel 13 van EG-verordening nr. 2006/141, dient de reclame op dit punt toelaatbaar te worden geacht. Voorts kan naar het oordeel van de Commissie niet worden gezegd dat de commercial op enige wijze moeders zou stimuleren om te stoppen met borstvoeding.
Gelet op het voorgaande treffen de klachten zoals genoemd onder 1. en onder 3. geen doel.
 
Ad 2.
In de commercial wordt door één van de moeders gezegd dat dreumesen nog steeds ‘speciale melk nodig hebben’. Mede gelet op de overige inhoud van de commercial wordt naar het oordeel van de Commissie aldus de indruk gewekt dat het zonder de Dreumesmelk niet mogelijk is om peuters voldoende voedingsstoffen binnen te laten krijgen die bijdragen aan een gezond immuunsysteem. Naar adverteerder heeft erkend, is het echter wel degelijk mogelijk om met gezonde voeding alle benodigde voeding te geven en het immuunsysteem van peuters te ondersteunen. Derhalve is de mededeling dat de peuters speciale melk ‘nodig’ hebben onjuist. Gelet op het voorgaande gaat de reclame-uitingop dit punt gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in artikel 8.2 onder bvan de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oor­deel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

RB 1430

Naast kwark en fruit ook andere ingrediënten

RCC 5 juni 2012, dossiernr. 2012/00453 (Danoontje I)
RCC 5 juni 2012, dossiernr. 2012/00454 (Danoontje II)

Voeding. Misleidende reclame. Voornaamste kenmerken product.

In een televisie-commercial voor Danoontje, waarin - tegenover kinderen die kennelijk een bezoek brengen aan een boerderij - wordt gezegd: “Willen jullie zien hoe Danoontje wordt gemaakt? Het begint met vers gemaakte kwark. Dat meng je met echt fruit. Lekker hè? Dat zit allemaal in Danoontje.” Te zien is dat de kinderen in schaaltjes vers fruit door kwark prakken en een Danoontje eten.

De klachten richten zich op het feit dat de suggestie wordt gewekt dat er niets dan verse kwark en vers geprakt fruit in Danoontje zit en dat door het filmpje in de commercial en de aan het eind in beeld verschijnende mededeling. Dat er geen sprake is van kunstmatige toevoegingen, wordt de suggestie gewekt dat er alleen kwark en fruit in Danoontje zit. Dat is niet waar. In Danoontje zit ook heel veel suiker. De tekst die daarop betrekking heeft, verschijnt in slecht leesbare letters in beeld. In het filmpje wordt echter het toevoegen van suiker niet getoond. De reclame verschaft volgens klagers dus geen juiste informatie over het product.

De commissie wijst de klachten af, er verschijnt een disclaimer in beeld en de waarheidsgetrouwheid weergave van de beelden met geprakte fruit & kwark is de gemiddelde consument voldoende duidelijk.

In de bestreden televisiecommercial wordt de aandacht gevestigd op de aanwezigheid van verse kwark en fruit in Danoontje, waarvan naar het oordeel van de Commissie voldoende aannemelijk is dat dit de meest karakteristieke ingrediënten van Danoontje zijn. In de commercial wordt niet de indruk gewekt dat vers fruit en kwark de enige ingrediënten zijn. Zodra wordt gezegd “Het begint met vers gemaakte kwark” verschijnt - gedurende 8 seconden - onderin beeld de mededeling: ”Naast kwark en fruit bevat Danoontje ook suiker en andere ingrediënten. Deze informatie is terug te vinden op de verpakking of op de website.”

Bovendien blijkt uit de beelden van de commercial, waarbij vers fruit handmatig door kwark wordt geprakt, voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk dat dit geen waarheidsgetrouwe weergave van het bereiden van Danoontje betreft. Naar het oordeel van de Commissie wordt in de commercial niet de misleidende indruk gewekt dat Danoontje geen suiker of andere toevoegingen bevat.

RB 1427

Hyundai i20 voor de dubbele prijs?

Misleidende prijs (vermelding).

In een advertentie in het Algemeen Dagblad van 5 april 2012 staat onder meer:  “Tot begin 2014 geen rente en geen aflossing. De Hyundai i20. Voor € 5.500,-” en “Betaal nu de helft en de rest in 2014 zonder rente''.
 
Er lijkt te worden geadverteerd met een verkoopprijs van € 5.500,-, in werkelijkheid bedraagt de verkoopprijs het dubbele. Er wordt geklaagd dat de prijs misleidend is.
 
De Commissie oordeelt dat het voor de gemiddelde consument niet voldoende duidelijk is dat de nu te betalen helft gelijk is aan € 5.500,-, terwijl de totale voor de auto te betalen prijs het dubbele daarvan is. De Commissie acht de uiting derhalve voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van de prijs van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

In de aanhef van de advertentie wordt de Hyundai i20 zonder voorbehoud aangeboden “Voor € 5.500,-”. Vervolgens wordt gesteld: “BETAAL NU DE HELFT EN DE REST IN 2014 ZONDER RENTE”. De Commissie acht voor de gemiddelde consument niet voldoende duidelijk dat de nu te betalen helft gelijk is aan € 5.500,-, terwijl de totale voor de auto te betalen prijs het dubbele daarvan is.

Aan dit oordeel doet niet af dat in het rekenvoorbeeld onderaan de uiting sprake is van een “Contante waarde van het goed” van € 10.995,00, van een “Aanbetaling/inruil (50%)” van € 5.497,50 en van het “Totale kredietbedrag” van € 5.497,50.

 

RB 1426

Couverts niet voor alle restaurants in Nederland

 
Misleiding. Voornaamste kenmerken van het product.

Op de website www.couverts.nl (hierna: Couverts) staat onder FAQ bij  bij vraag 2 “Wat is het voordeel van reserveren via Couverts.nl?” onder meer staat: “Couverts is de enige website waar je alle restaurants in Nederland kunt reserveren.”

De klacht bestaat in het feit dat het kunnen adverteren bij alle restaurants niet juist is. Slechts enkele restaurants in de buurt worden getoond, niet alle restaurants zijn bij Couverts aangesloten.
 
De voorzitter stelt ten eerste vast dat de bestreden uiting reclame in de zin van de NRC betreft, daar de bestreden zinsneden een duidelijk aanprijzend element voor het geleverde product bevat.
Verder stelt de voorzitter vast dat de gemiddelde consument de mededeling “Couverts is de enige website waar je alle restaurants in Nederland kunt reserveren” aldus opvatten dat via het reserveringssysteem van Couverts alle restaurants in Nederland gereserveerd kunnen worden. 
 
Geconcludeerd wordt dat de uiting gepaard gaat met onduidelijke informatie ten aanzien van de voordelen van het product, waardoor het in strijd is met artikel 7 NRC.