RB

Algemene regels  

RB 1647

Elk moment opzegbaar maar wel met 'buy out' regeling

RCC 20 februari 2013, dossiernr. 2012/01070(A) (Opzeggen met buy out)

Het betreft een advertentie in het Eindhovens Dagblad met de mededeling: “Onbeperkt sporten zonder dat je ergens aan vast zit. Het kan nu bij HealthCity!” Elders in de uiting staat “Sporten v.a. €44,95 p.m. Niet tevreden, geld terug en elk moment opzegbaar"

Klager maakt bezwaar tegen de mededeling “Onbeperkt sporten zonder dat je ergens aan vast zit”, omdat je in praktijk een 2 jarig contract dient af te sluiten en bij tussentijdse opzegging vast zit aan een ‘buy out’ regeling.

Naar het oordeel van de voorzitter zal de gemiddelde consument de mededeling “Onbeperkt sporten zonder dat je ergens aan vast zit” zo interpreteren, dat hij geen enkele additionele verplichting heeft indien hij zijn abonnement tussentijds wenst te beëindigen. Deze indruk wordt versterkt door de mededeling “elk moment opzegbaar” elders in de uiting.

Blijkens artikel 7.5 van de Algemene Voorwaarden HealthCity, en naar adverteerder erkent, is een abonnement vanaf €44,95 per maand echter alleen opzegbaar na een additionele betaling op basis van een herberekening van de abonnementskosten op basis van de daadwerkelijk afgenomen periode en de daarbij behorende hogere lidmaatschapsprijs (“buy out”). Deze financiële verplichting is in tegenspraak met hetgeen wordt medegedeeld in de uiting. (...) Blijkens het voorgaande is geen juiste informatie verstrekt over de voordelen, de uiting is daarom misleidend en daardoor oneerlijk.

RB 1651

Actieproducten voor de actieprijs nabestellen leidt tot afwijzing van klacht

RCC 12 februari 2013, dossiernr. 2013/00006 (Wijn met korting C-1000)

Het betreft een folder van C1000 waarin op maandag 10 december 2012 en dins­dag 11 december 2012 drie soorten wijn met korting werden aangeboden, waaronder een “La Garde Château­neuf du Pape” met 50% korting. Klager is op 10 december 2012 naar een C1000-winkel gegaan maar heeft de in de folder genoemde wijn niet aangetroffen.

Niet in geschil is dat van de “La Garde Château­neuf du Pape”, waarop de klacht blijkbaar betrekking heeft, door het betrokken filiaal 12 flessen waren besteld en beschikbaar waren in het kader van de actie. Er was derhalve bij de aanvang van de actie in de betrokken winkel sprake van enige beschikbaarheid van het actieproduct. Adverteerder erkent dat deze voorraad te laag was en blijkbaar berustte op een verkeerde inschatting door de desbetreffende winkel. Uit de door adverteerder overgelegde gegevens blijkt dat door andere filialen een aanzienlijk grotere hoeveelheid van het product is besteld (gemiddeld ongeveer 45 flessen per filiaal) en dat kennelijk ook nabestellingen hebben plaatsgevonden. Niet gesteld of gebleken is dat landelijk gezien de filialen aldus te weinig hebben besteld.
 
Op grond van het voorgaande en mede gelet op de mogelijkheid die volgens adverteerder bestaat tot het verkrijgen van een tegoedbon waarmee actieproducten voor de actieprijs kunnen worden nabesteld, is de voorzitter van oordeel dat onvoldoende aanleiding bestaat om de folder misleidend te achten. De klacht dient op grond van het voorgaande te afgewezen.

RB 1650

Beschikbaarheid van zitzakken verplicht gedurende de actie

RCC 20 februari 2013, dossiernr. 2013/00085 (Actie Praxis: zitzak met karabijnhaak)

Het betreft de aanbieding uit de Praxis folder, waarin onder meer een foto van zitzakken in diverse kleuren staat met daarbij de tekst: “Alle zitzakken, bijvoorbeeld: zitzak met karabijnhaak 110 x 140 cm”, en de prijs van € 9,-".

Klager is binnen de aanbiedingsperiode naar de Praxis vestiging gegaan om twee zitzakken te kopen. Er bleken echter geen zitzakken aanwezig te zijn. Volgens mededeling van het verkopend personeel waren de zitzakken al een week eerder na een eerdere identieke aanbieding uitverkocht en ook niet meer leverbaar.

Nu het aangeboden product in het desbetreffende filiaal niet te koop was gedurende de actie, acht de voorzitter de uiting in strijd met het bepaalde in de Algemene Aanbeveling sub h in verbinding met artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Adverteerder heeft immers ten onrechte de indruk gewekt dat men in het kader van de actie de onderhavige zitzakken bij haar filialen kon kopen en daardoor onjuiste informatie verstrekt over de beschikbaarheid van het product, een van de voornaamste kenmerken als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC.

Het feit dat in de folder staat dat de aanbiedingen geldig zijn zolang de voorraad strekt en OP=OP, neemt de misleiding niet weg. Dit ontslaat adverteerder immers niet van de verplichting om enige voorraad van het product in haar filialen beschikbaar te hebben. De voorzitter acht de uiting misleidend.

RB 1646

0 cent/ minuut-campagne misleidend door niet vermelden van starttarief

RCC 19 februari 2013, dossiernr. 2012/01115-1 (0 cent/ minuut-campagne)

De klacht richt zich op de reclame-uitingen voor de 0 cent/ minuut-campagne. Deze geven volgens klager onjuiste en dubbelzinnige informatie over de prijs van het bellen naar het buitenland. In de uitingen wordt de schijn gewekt dat bellen naar de genoemde landen gratis is, terwijl starttarieven in rekening worden gebracht. Deze worden niet genoemd en hiervoor wordt niet, althans niet op duidelijke wijze, gewaarschuwd.

Vast is komen te staan dat het geadverteerde aanbod “0 cent per minuut internationaal bellen” van Vectone (Delight Mobile) inhoudt dat voor het mobiel bellen naar een vaste lijn op bepaalde internationale bestemmingen, ongeacht de duur van het telefoongesprek, (alleen) een starttarief van 9,5 cent in rekening wordt gebracht.

Naar het oordeel van de Commissie vormt het feit dat voor ieder gesprek een starttarief in rekening wordt gebracht alsmede de hoogte van het starttarief essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te kunnen nemen. De totale gesprekskosten vallen als gevolg van het gehanteerde starttarief immers hoger uit dan door het geadverteerde tarief van 0 cent per minuut wordt gesuggereerd.(...)

De uitingen bevatten een vergelijking van de gesprekskosten van de verschillende aanbieders. Teneinde te voorkomen dat de gemiddelde consument door de vergelijking op het verkeerde been wordt gezet, dienen de vergeleken gegevens juist en volledig te worden vermeld. Het ontbreken van informatie over het door de aanbieders gerekende starttarief, dat onderdeel uitmaakt van de totale gesprekskosten, leidt in de met 1b en 1d aangeduide posters en de met 2a en 2b aangeduide sms-berichten tot een misleidende omissie. (...) Naar het oordeel van de Commissie is sprake van een misleidende vergelijking.

Het oordeel van de Commissie
2. Vast is komen te staan dat het geadverteerde aanbod “0 cent per minuut internationaal bellen” van Vectone (Delight Mobile) inhoudt dat voor het mobiel bellen naar een vaste lijn op bepaalde internationale bestemmingen, ongeacht de duur van het telefoongesprek, (alleen) een starttarief van 9,5 cent in rekening wordt gebracht.

6.2. De uitingen bevatten een vergelijking van de gesprekskosten van de verschillende aanbieders. Teneinde te voorkomen dat de gemiddelde consument door de vergelijking op het verkeerde been wordt gezet, dienen de vergeleken gegevens juist en volledig te worden vermeld. Zoals in het voorgaande reeds is overwogen, leidt het ontbreken van informatie over het door de aanbieders gerekende starttarief, dat onderdeel uitmaakt van de totale gesprekskosten, in de met 1b en 1d aangeduide posters en de met 2a en 2b aangeduide sms-berichten tot een misleidende omissie.

RB 1643

Cashback bij fabrikant is onjuist, althans dubbelzinnig

RCC 13 februari 2013, dossiernr. 2012/01118 (terug te vorderen bedrag, misco.nl)

Het betreft een reclame op de website www.misco.nl. In de reclame wordt een “Samsung N8010 Galaxy Note” aangeboden voor “€ 327,02 Excl. BTW** / € 395,69 Incl. BTW**”. De asterisken (**) verwijzen naar de volgende tekst, te lezen wanneer men naar beneden scrollt: “Prijs na geld-terug van fabrikant, getoond geld-terugbedrag is incl. BTW (…)”

Naar het oordeel van de Commissie wordt de indruk gewekt dat men het hier genoemde en afgebeelde apparaat kan bestellen voor de in de advertentie genoemde prijs van €395,69,-. Gebleken is echter dat men voor het bewuste apparaat €470,69 dient te betalen en dat men achteraf bij de fabrikant €75,- terug kan vorderen.

De Commissie is van oordeel dat de reclame gepaard gaat met onjuiste, althans dubbelzinnige informatie over de prijs. De gemiddelde consument kan ertoe gebracht worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk. De mededeling onderin de website leidt niet tot een ander oordeel. Hiermee is niet in één oogopslag duidelijk wat de werkelijk te betalen prijs is voor het apparaat.

De beslissing van de Commissie
Naast een afbeelding en genoemde specificaties van de Samsung Galaxy Note wordt de prijs € 327,02 Excl BTW / € 395,69 Incl. BTW genoemd. Direct hieronder staat, naast een knop met “MEER INFO” een knop met de tekst “BESTELLEN”.
 
Aldus wordt naar het oordeel van de Commissie de indruk gewekt dat men het hier genoemde en afgebeelde apparaat kan bestellen voor de in de advertentie genoemde prijs van € 395,69,-. Gebleken is echter dat men voor het bewuste apparaat € 470,69 dient te betalen en dat men achteraf bij de fabrikant € 75,- terug kan vorderen.
 
Gelet op het voorgaande is de Commissie van oordeel dat de reclame gepaard gaat met onjuiste, althans dubbelzinnige informatie over de prijs als bedoeld in artikel 8.2 onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Het is immers niet mogelijk om het betreffende product voor de genoemde prijs te bestellen. Voorts is de Commissie van oor­deel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De mededeling onderin de website leidt niet tot een ander oordeel. Nog daargelaten of deze mededeling voldoende duidelijk leesbaar is, is hiermee niet in één oogopslag duidelijk wat de werkelijk te betalen prijs is voor het apparaat.
RB 1642

Iedere dag “alleen vandaag geen verzendkosten”

RCC 19 februari 2013, dossiernr. 2013/00063 (Geen verzendkosten Tommy Teleshopping)

Op adverteerders website www.tommyteleshopping.com staat boven iedere pagina “Alleen vandaag geen verzendkosten”. Wanneer men adverteerders website een paar dagen achter elkaar bezoekt, blijkt dat deze tekst standaard op de website staat. Door deze mededeling wordt men ertoe gebracht snel te bestellen. Bovendien worden administratiekosten berekend en daarvan wordt noch op de website noch in de algemene voorwaarden melding gemaakt.

De mededeling dat “alleen vandaag” geen verzendkosten in rekening worden gebracht is derhalve te absoluut en daardoor misleidend. Door deze zinsnede kan men ertoe worden gebracht om overhaast en zonder daartoe een weloverwogen besluit te hebben genomen, tot aanschaf van een product over te gaan.

De Commissie acht de uiting onvolledig nu niet is vermeld dat administratiekosten in rekening worden gebracht. Dat deze kosten wel vermeld zijn op de bestelpagina en men op dat moment alsnog kan beslissen of men, ondanks het in rekening brengen van deze kosten, de bestelling toch wil plaatsen, leidt niet tot een ander oordeel. Deze kosten moeten tijdig worden vermeld.

Adverteerder heeft erkend dat de gewraakte zinsnede meestal op de website staat.
De mededeling dat “alleen vandaag” geen verzendkosten in rekening worden gebracht is derhalve te absoluut en daardoor misleidend. Door deze zinsnede kan men ertoe worden gebracht om overhaast en zonder daartoe een weloverwogen besluit te hebben genomen, tot aanschaf van een product over te gaan.
Voorts acht de Commissie de uiting onvolledig nu niet is vermeld dat administratiekosten in rekening worden gebracht. Dat deze kosten wel vermeld zijn op de bestelpagina en men op dat moment alsnog kan beslissen of men, ondanks het in rekening brengen van deze kosten, de bestelling toch wil plaatsen, leidt niet tot een ander oordeel. Deze kosten moeten tijdig worden vermeld.

Gelet op het vorenstaande wordt in de uiting onjuiste informatie verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC) alsmede, ten aanzien van de administratiekosten, onvolledige informatie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de NRC. Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend.

De beslissing
Op grond van het hierboven overwogene acht de Commissie de uiting in strijd met het bepaalde in artikel 8.2 en het bepaalde in artikel 8.3 onder c NRC en beveelt zij adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
RB 1638

Wijn als licht verteerbaar aanduiden is gezondheidsclaim

HvJ EU 6 september 2012, zaak C-544/10 (Deutsches Weintor eG tegen Land Rheinland-Pfalz) - press release no 112/12

Het persbericht kopt: Wine may not be promoted as being ‘easily digestible’. Such a description, indicating reduced acidity levels, constitutes a health claim that is prohibited in relation to alcoholic beverages.

In steekwoorden: Prejudiciële verwijzing. Harmonisatie van wetgevingen. Volksgezondheid. Informatie en consumentenbescherming. Etikettering en presentatie van levensmiddelen. Begrippen ‚voedings‑’ en ‚gezondheidsclaims’. Verordening (EG) nr. 1924/2006. Omschrijving van wijn als ‚licht verteerbaar’. Vermelding van verlaagde zuurgraad – Dranken met alcoholgehalte van meer dan 1,2 volumeprocent – Verbod op gezondheidsclaims – Handvest van grondrechten van Europese Unie. Artikel 15, lid 1 – Vrijheid van beroepsuitoefening. Artikel 16 Vrijheid van ondernemerschap. Verenigbaarheid.

Het hof van justitie verklaart voor recht:

1) Artikel 4, lid 3, eerste alinea, van verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 inzake voedings‑ en gezondheidsclaims voor levensmiddelen, zoals laatstelijk gewijzigd bij verordening (EU) nr. 116/2010 van de Commissie van 9 februari 2010, moet aldus worden uitgelegd dat de term „gezondheidsclaim” ook geldt voor een omschrijving als „licht verteerbaar” met de vermelding van het verlaagde gehalte aan door een groot aantal consumenten als nadelig ervaren stoffen.

2)      Het bij verordening nr. 1924/2006, zoals gewijzigd bij verordening nr. 116/2010, aan wijnproducenten of ‑handelaren zonder uitzondering opgelegde verbod om een claim als aan de orde in het hoofdgeding te gebruiken, ook wanneer deze claim op zich juist is, is verenigbaar met artikel 6, lid 1, eerste alinea, VEU.

Vragen:
1)    Vereist een gezondheidsclaim in de zin van artikel 4, lid 3, eerste volzin, juncto artikel 2, lid 2, punt 5, of van artikel 10, lid 3, van verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen1, zoals nadien gewijzigd bij verordening (EU) nr. 116/2010 van de Commissie van 9 februari 20102, een heilzaam nutritioneel of fysiologisch effect dat een duurzame verbetering van de lichamelijke conditie beoogt, of volstaat ook een voorbijgaand effect dat zich in het bijzonder beperkt tot de duur van de consumptie en de vertering van het levensmiddel?

2)    Wanneer reeds de bewering van een voorbijgaand effect een gezondheidsclaim kan inhouden:
Is het dan voldoende voor de vooronderstelling dat een dergelijke werking verband houdt met de afwezigheid of de verlaagde hoeveelheid van een stof in de zin van artikel 5, lid 1, sub a, juncto punt 15 van de considerans, wanneer met de claim enkel wordt beweerd dat een van dit soort levensmiddelen in het algemeen uitgaand en vaak als nadelig ervaren effect in het concrete geval gering is?

3)    Bij bevestigende beantwoording van de tweede vraag:
Is het verenigbaar met artikel 6, lid 1, eerste alinea, van het Verdrag betreffende de Europese Unie in de versie van 13 december 20073 juncto artikel 15, lid 1 (vrijheid van beroep) en artikel 16 (vrijheid van ondernemerschap) van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie in de versie van 12 december 2007 (PB C 303, blz. 1) om een producent of een handelaar van wijn zonder uitzondering te verbieden reclame te maken met een gezondheidsclaim als die waar het in deze zaak om gaat, voor zover deze claim juist is?

RB 1639

Misselijkmakend fotomateriaal van een aapje in proefdierenlaboratorium overschrijdt het toelaatbare

RCC 8 februari 2013, dossiernr. 2013/00017 (aapje in een proefdierenlaboratorium)

Capuchin Monkey

Afbeelding slechts ter illustratie, niet de uiting als besproken

Het betreft een advertentie in het weekblad Adformatie. Boven de foto van een aapje dat – kennelijk als proefdier – in een apparaat zit met ‘stekkers’ op zijn kop, staat de tekst: “We werken niet aan obscure projecten, maar voor A-merken”. Onder in de advertentie staat “Ontdek de geheimen van succesvolle apps, websites en facebook-acties op thesecretlab.tv”, gevolgd door adresgegevens en het logo van adverteerder.

De klacht richt zich tot het (volgens klager) "misselijkmakend fotomateriaal over dierentesten”, om als adverteerder beter uit de bus te komen. De vraag is of de reclame-uiting in strijd is met de goede smaak en het fatsoen als bedoeld in artikel 2 NRC.

Gezien het subjectieve karakter van de criteria "goede smaak en fatsoen", stelt de Commissie zich terughoudend op.

Met inachtneming van deze terughoudendheid is de Commissie van oordeel dat in de onderhavige uiting de grenzen van het toelaatbare zijn overschreden. In de uiting wordt het leed van een aapje in een proefdierenlaboratorium gebruikt voor het aanprijzen van adverteerder, terwijl er geen redelijke grond aanwezig is om deze afbeelding voor dit commerciële doel te gebruiken. Zo dient de uiting bijvoorbeeld niet om het lot van proefdieren aan de kaak te stellen. Het volgens adverteerder humoristisch bedoelde karakter van de afbeelding van het als proefdier fungerende aapje zal de gemiddelde consument ontgaan.
De Commissie heeft er kennis van genomen dat adverteerder de bestreden uiting niet meer zal plaatsen. Dit kan echter niet tot een ander oordeel leiden.

 

Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.

De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 2 NRC. Zij beveelt adverteerder – voor zover nog nodig - aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
RB 1636

Begrip facultatieve prijstoeslagen

HvJ EU 19 juli 2012, zaak C-112/11, (ebookers.com Deutschland) - dossier.

Prejudiciële vraag gesteld door OLG Keulen, Duitsland.

Conclusie A-G [RB 1317]. Verplichting van verkoper van vliegreis om ervoor te zorgen dat facultatieve prijstoeslagen door klant op ,opt-in’-basis worden aanvaard. Prijs van door onafhankelijke verzekeringsmaatschappij aangeboden annuleringsverzekering voor vlucht die deel uitmaakt van totale prijs.

Het begrip „facultatieve prijstoeslagen” in artikel 23, lid 1, laatste zin, van verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap moet aldus worden uitgelegd dat het ook betrekking heeft op kosten die in verband met de vliegreis worden gemaakt voor diensten, zoals de in het hoofdgeding aan de orde zijnde vluchtannuleringsverzekering, welke door een andere partij dan de luchtvaartmaatschappij worden aangeboden en door de verkoper van die reis samen met de prijs van de vlucht in de vorm van een totale prijs aan de klant in rekening worden gebracht.

Vraag:

„Ziet artikel 23, lid 1, van verordening [nr. 1008/2008], volgens hetwelk facultatieve prijstoeslagen op duidelijke, transparante en ondubbelzinnige wijze aan het begin van elk boekingsproces worden medegedeeld en door de passagier op een ‚opt-in’-basis moeten worden aanvaard, ook op kosten die in verband met vliegreizen voor diensten van derden (hier: de aanbieder van een annuleringsverzekering) worden gemaakt en die de verkoper van de vliegreis in zijn totale prijs samen met de prijs van de vlucht aan de passagier aanrekent?”

RB 1632

Actie 'geen BTW' geldt alleen bij het bezit van een voordeelpas

RCC 6 februari 2013, dossiernr. 2013/00032 (GAMMA voordeelpas)

Misleidend. Voorwaarden. Voordeelpas. De bestreden reclame-uiting betreft de televisiecommercial waarin een werknemer van de Gamma een actie aanprijst waarbij men gedurende vier dagen “geen BTW” betaalt over aankopen. In beeld verschijnt enige tijd de tekst “*kijk voor de voorwaarden op GAMMA.nl”. Op het buitenbord bij de GAMMA filialen staat “0% btw” en “Alles belastingvrij”. Aan de rechteronderzijde van het buitenbord staat verticaal vermeld dat de actie alleen geldt met de GAMMA voordeelpas.

In de commercial wordt de actie aangeprezen zonder dat specifiek melding wordt gemaakt van de voorwaarde dat men over een GAMMA voordeelpas dient te beschikken om gebruik te kunnen maken van de actie. Naar het oordeel van de voorzitter betreft het feit dat deze pas verplicht is een belangrijke beperkende voorwaarde, waarover de consument duidelijk geïnformeerd dient te worden. De enkele in beeld getoonde verwijzing naar de actievoorwaarden op adverteerders website is onvoldoende. Adverteerder had derhalve in de televisiecommercial de consument dienen te informeren over de noodzaak van een GAMMA voordeelpas. Ten aanzien van het buitenbord ligt het voorgaande in zoverre anders, dat in deze uiting wel specifiek staat dat men alleen met een GAMMA voordeelpas kan deelnemen aan de actie.

Nu de consument in de uitingen niet duidelijk wordt geïnformeerd over de voorwaarde van een GAMMA voordeelpas om te kunnen deelnemen aan de actie, is sprake van een te laat of op onduidelijke wijze verstrekken van essentiële informatie. De gemiddelde consument zou hierdoor ertoe gebracht kunnen worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. Niet gesteld of gebleken is dat vrijwel alle consumenten over een GAMMA voordeelpas beschikken of bereid zijn een dergelijke pas aan te schaffen. De voorzitter acht de reclame-uitingen misleidend en daardoor oneerlijk.