Wijziging van de Wet op de kansspelen in verband met de instelling van de kansspelautoriteit, Kamerstukken II 2011-12, 32 264, nr. 22 en het complete dossier (link)
TWEEDE NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID BOUWMEESTER C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 21 Ontvangen 26 september 2011
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel C, wordt artikel 4a als volgt gewijzigd:
1. Na het tweede lid worden twee leden ingevoegd, luidende:
2a. Onder zorgvuldige en evenwichtige wervings- en reclameactiviteiten als bedoeld in het tweede lid wordt in ieder geval verstaan dat wervings- en reclameactiviteiten niet misleidend zijn en dat bij deze activiteiten;
a. wordt gewezen op de risico’s van onmatige deelneming aan kansspelen;
b. aangegeven wordt wat de statistische kans is op het winnen van een prijs; en
c. wordt aangegeven of er sprake is van eenmalige deelneming dan wel doorlopende deelneming tot wederopzegging.
2b. Wervings- en reclameactiviteiten worden in ieder geval geacht misleidend als bedoeld in lid 2a te zijn indien daarin informatie wordt verstrekt die:
a. de indruk wekt dat de consument al een prijs heeft gewonnen of zal winnen, of
b. de indruk wekt dat de consument door het verrichten van een bepaalde handeling een prijs zal winnen of een ander soortgelijk voordeel zal behalen terwijl daarop slechts een kans bestaat.
2. In het derde lid wordt de zinsnede «eerste en tweede lid» vervangen door: eerste lid, tweede lid, lid 2a en lid 2b.
3. In het vierde lid, onderdeel c, wordt de zinsnede «en de tijdsduur» vervangen door: , de tijdsduur en het tijdstip.
4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. De voordracht voor een krachtens het derde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Toelichting
Dit amendement strekt ertoe extra voorwaarden te stellen aan wervings- of reclameactiviteiten, om misleiding van consumenten door aanbieders van vergunninghouders van kansspelen te voorkomen.
Van misleiding is ten minste sprake indien het subject van de reclame wordt voorgehouden dat deze reeds een prijs heeft gewonnen of dat deze louter door het verrichten van een handeling een prijs zal winnen of voordeel zal behalen, terwijl daarop slechts een kans bestaat. Daarnaast zijn de indieners van mening dat het subject van de reclame moet worden gewezen op de risico’s en gevaren van kansspelen, zoals verslaving. Ook moet de statistische winkans per aanbod duidelijk vermeld worden. Ook moet van tevoren duidelijk zijn of er bij deelname sprake is van eenmalige deelneming dan wel doorlopende deelneming tot wederopzegging.
Het amendement ziet voorts op een nadere duiding van het begrip zorgvuldige en evenwichtige wervings- en reclameactiviteiten. Indieners zijn van mening dat de Wet op de kansspelen een zelfstandig verbod op misleidende reclame dient te bevatten, zodat de kansspelautoriteit tegen misleidende reclame kan optreden. Wat ten minste in het kader van wervings- en reclameactiviteiten voor kansspelen als misleidend dient te worden beschouwd is opgenomen in het toegevoegde lid 2b; nadere uitwerking hiervan vindt plaats bij of krachtens algemene maatregel van bestuur.
Met deze extra regels over informatieverschaffing aan de consument wordt vooraf voorkomen dat mensen worden misleid bij deelname aan kansspelen.
Tevens is er een voorhangbepaling toegevoegd ten aanzien van de vast te stellen algemene maatregel van bestuur. Bouwmeester Van Gent Van Toorenburg